Vastgoed Fundamentals samenvatting PDF

Title Vastgoed Fundamentals samenvatting
Author Sandy Duran
Course vastgoed fundamentals
Institution Thomas More
Pages 22
File Size 1.4 MB
File Type PDF
Total Downloads 115
Total Views 184

Summary

Download Vastgoed Fundamentals samenvatting PDF


Description

Sandy Duran

1BIVa2

Docent: Stefan De Feyter

Vastgoed Fundamentals Hoofdstuk 1: Vastgoed & Architectuur Onroerend goed = wat je niet kan verplaatsen bijvoorbeeld gronden, huizen en gebouwen Synoniem: onroerende zaak Antoniem: roerend goed

Vastgoed = ook onroerend goed of onroerende zaak genoemd = omvat de grond en de gebouwen (opstal) op deze grond. De term vastgoed of onroerend goed verwijst naar het niet-verplaatsbare karakter van deze goederen. De term 'goed' of 'zaak' verwijst naar het materiële karakter. Vastgoed betreft dus niet-verplaatsbare materiële zaken. De term immobiliën is een synoniem voor vastgoed, en wordt vooral in Vlaanderen gebruikt. Ook deze term verwijst naar het immobiele, niet-verplaatsbare karakter van vastgoed.  Deze termen worden minder gebruikt in de bouwtechnologie of architectonische context Vastgoed ontstaat door samenwerking van - Investeerders - Architecten - Stadsplanners - Bouwtechnologen - Aannemers - Wettelijk kader van bouwreglementen Kritisch onderzoekend houding: De gebouwde omgeving bestaat telkens wel uit grond, huizen en gebouwen, waarbij de kwaliteit eerder waargenomen wordt in de vrije ruimte.

1

Sandy Duran

1BIVa2

Docent: Stefan De Feyter

Architectuur = het ontwerpen van gebouwen = een verzamelnaam voor alles wat gebouwd is of ruimtelijk geordend is, dus ook stadplanning, tuin- en landschapsarchitectuur, binnenhuisarchitectuur vallen te vatten onder de term Architectuur. = gaat om de kunst en de wetenschap achter de gebouwde objecten als gebouwen, landschappen, meubelen en interieurs. Iemand die werkt in de architectuur heet een architect. = architectuur kan ook omschreven worden als bouwkunst, maar dat klinkt meer als een technisch bouwproces, terwijl architectuur vooral gaat om ontwerpen. Architectuur draait volgens Vitruvius, een Romeinse architect, om een balans tussen drie onderdelen: schoonheid, stevigheid en bruikbaarheid. Architectuur bestond al in de steentijd. In die tijd werden hunebedden (grafkamers) gebouwd. Andere architectonische bouwwerken uit de steentijd zijn menhirs. Menhirs zijn rechtop staande stenen die in lange rijen geplaatst zijn. De betekenis van deze stenen is niet duidelijk. Andere vroege architectuur is de Egyptische architectuur, bekend van de piramides en tempels. In Mesoptamië werden enorme versterkte paleizen gebouwd, waarbij gebruik gemaakt werd van gedroogde en gebakken klei. Rond de 7e eeuw voor Chr. Ontstond er Griekse bouwkunst, die verschillende stijlen kent en verschillende periodes beslaat. In de architectuur van de Romeinen ontstond het gebruik van boogconstructies en gewelven. Architectuur gaat vandaag over het ontwerpen van gebouwen die aansluiten op een relevante maatschappelijke context, met een specifieke belevingswaarde en een verhoogd technologisch karakter. Slechts een beperkt gedeelte van wat vandaag gebouwd wordt, is Architectuur. Architectuur gaat ook over de kunde van het bouwen. Het effectieve aparte beroep van Architect dateert van na 1850. Hiervoor ontstond de gebouwde omgeving vooral door Bouwmeesters. Architectuur ontstaat door de samenwerking van bouwheren/investeerdersmet enig lef, architecten met een doelbewuste focus, stadsplannersmet visie, de breder denkende bouwtechnologen, aannemers met kennis van zaken en een wettelijk kader van bouwreglementen. Betrokken actoren: - Architecten, Architectuurbureau’s, Orde van architecten - Studiebureaus - Bouwheren, Grote en middelgrote vastgoedinvesteerders - Aannemers, Aannemingsbedrijven - Stedenbouwkundige diensten van steden en gemeenten - Cultuur-en reisaanbieders - City marketing 2

Sandy Duran

1BIVa2

Docent: Stefan De Feyter

Hoofdstuk 2: Bouwen Bouw = het bouwen, oprichten, samenstellen van een huis, woningbouw), brug enz. = bouwwerk enz. maken bijvoorbeeld een huis = het samenvoegen van losse ruimtelijke onderdelen tot een stevig geheel = Bouwen is het algemeen gehanteerde, niet gespecificeerde begrip, waarmee het plaatsen, geheel of gedeeltelijk oprichten, vergroten, vernieuwen, of veranderen van een bouwwerk wordt aangeduid. Het gaat zowel om bouwwerken, als grondwerken. Bouwen brengt ons steeds tot 5 terugkerende elementen: 1) Bouwen is het oprichten van een bouwwerk, bijvoorbeeld een woning, een berging in de tuin of een aanbouw aan een bestaande woning. 2) Je kan ook denken aan het veranderen van een bouwwerk: vernieuwen, verbouwen, renoveren, onderhouden. De Vlaamse overheid promoot hier Benoveren (Beter Renoveren) met o.a. specifieke steunmaatregelen (energiesparen.be). De Vlaamse overheid wil tegen 2050 alle bestaande woningen in Vlaanderen even energie-performant als een nieuwbouwwoning van vandaag. Renoveren is uiteraard meer dan alleen energie prestatie verbetering! 3) Er is steeds sprake van een kavel (stuk grond) waar voorzieningen aanwezig zijn of moeten aangelegd worden. We denken dan aan leidingnetten van de openbare nutsmaatschappijen of andere instellingen (bijv. fluvius.be). Het gaat om aansluiting voor water, elektriciteit, gas, riolering en telecom. 4) Een bouwwerk wordt gedefinieerd als elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de standplaats hetzij direct, hetzij indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren. Meestal heeft een bouwwerk direct steun in de grond op basis van funderingen. Indirecte steun is bijvoorbeeld een woonboot aangemeerd aan wal. 5) De activiteit van het bouwen is gekoppeld aan een gemeentelijke vergunningsplicht.

3

Sandy Duran

1BIVa2

Docent: Stefan De Feyter

Wat brengt ons tot zo een grote verscheidenheid aan gebouwen? - Verscheidenheid aan functies (wonen, onderwijs, gezondheid, industrie, ontspanning, ...) - Verscheidenheid aan vorm, stijlen, materialen (architectonische benadering) - Verscheidenheidaan constructie wijzen, dit is locatie/landgebonden(bijv. Japan -> aardbevingen), dit is cultuur gebonden - Duurzaamheid en ecomomie beinvloeden de aard van de gebouwen - Renovatie, energie maatregelen, wijzigende functies,herbestemmen oude gebouwen - Verschillendeklimaat omstandigheden - Wettelijke voorschriften - Beschikbare technieken, materiaal en personeel Wat typeert elke gebouw? 4 utilitaire functies: - Gebouwen bieden telkens een specifieke ruimtelijkheid (een oppervlakte, een volume, een vorm) voor het kunnen uitvoeren van functies (bijv. lessen bijwonen) -

Gebouwen hebben een scheidend of beschermend vermogen. Gebouwen beschermen tegen weer, wind, regen, koude. Gebouwen scheiden de gebruikers of bewoners af van de buitenomgeving door inkijk te bepalen of regelen (privacy). Gebouwen beschermen tegen grond-en waterdruk (in kelders en ondergrondse bouwdelen). Gebouwen kunnen gevaarlijke stoffen (of individuen) afschermen. Bijv. in geval van individuen, een gevangenis. Gevaarlijke stoffen: Haven Beiroet, Libanon, augustus 2020.

-

Gebouwen hebben een verbindend vermogen. Gebouwen zijn plekken waar mensen bewegen en samenkomen en met elkaar in interactie treden. Dit kan door middel van deuren, ramen, trappen, paserels, liften.

-

Installaties in gebouwen kunnen het gebouw conditioneren voor een optimaal gebruik (bijv. verwarming, airco).

-

Elk gebouw is dragend en moet de weerstand tegen belastingen keurig opvangen.

Naast de 4 utilitaire functies, heeft gebouw ook maatschappelijke functies: Het tracht steeds in te passen in zijn omgeving met een zekere esthetische kwaliteit, een zekere status waarbij, vandaag, duurzaamheid een centraal en belangrijk uitgangspunt is geworden.(Voorbeeld van Nieuwe casino in Middelkerke, aangekondigd in september 2020). 4

Sandy Duran

1BIVa2

Docent: Stefan De Feyter

Hoofdstuk 3: Bouwmethodiek Grote verscheidenheid in gebouwen door: - Functie (en menselijk welbevinden) - Architectonische stijl, vorm, materialen - Constructie (locatie/land/cultuur) - Duurzaamheids-en economische aspecten - Renovaties (wijzigende functies -energetische renovaties) -

Natuurlijke omstandigheden (klimaat/terrein) Wettelijke voorschriften Beschikbaarheid van materialen, technieken, personeel

Utilitaire functie: - Ruimtelijk (deelruimten met oppervlakte, hoogte, vorm) - Scheidend - Verbindend (deuren, ramen, trappen, liften, leidingschachten) - Conditionerend (installaties) - Dragend (weerstand tegen belastingen, waterafvoer…) Mogelijks ook een maatschappelijke functie: - Inpassing in de omgeving, esthetische kwaliteit,duurzaamheid (voorbeeldfunctie), status

5

Sandy Duran

1BIVa2

Docent: Stefan De Feyter

Gebouwen: - Woningbouw: verblijf dag en nacht, privacy, kleine wooneenheden, dragende wanden, kleine overspanningen -

Utiliteitsbouw: verblijf dag (behalve bvb. rusthuis), grote eenheden, kolommen-balken-skelet, grote overspanningen

Bij een mix van beiden: soms complex (bvb. wooneenheden boven parking of boven winkelcentrum)

6

Sandy Duran

1BIVa2

Gebouwen: - Woningbouw (50%) - Utiliteitsbouw (30%) - privaat (handel en industrie) - publiek (maatschappelijke instellingen) - Verbouw, renovatie en restauratie (20%)

7

Docent: Stefan De Feyter

Sandy Duran

1BIVa2

Docent: Stefan De Feyter

Voor alle drie dient een bouwmethode gevolgd te worden.

Bouwmethodiek = beschrijving van de werkzaamheden die moeten worden verricht om een gebouw te realiseren Bouwprocesbestaat uit: - Programma (initiatief, haalbaarheid, projectdefinitie) - Ontwerp (vlekkenplan, voorlopig en definitief ontwerp) - Uitwerking (bestek, prijsvorming, contracten) - Bouw (voorbereiding, uitvoering, oplevering) - Gebruik (beheer: energie, water, afval,...) - Renovatie (hergebruik) of sloop (recyclage)

8

Sandy Duran

1BIVa2

Docent: Stefan De Feyter

Hoofdstuk 4: Bouwmethoden Door de eeuwen heen is men anders gaan bouwen in functie van de evolutie van de materialen, fabricagetechniekenen comforteisen. Door de eeuwen heen is men helaas ook minder duurzaam gaan bouwen (er zijn uitzonderingen!!) Alle objecten die krachten moeten opnemen bezitten een draagstructuur. De draagstructuur kan het hele object zijn (massiefbouw) of een deel ervan (skeletbouw): - In het eerste geval valt de structuur samen met de gebouwschil (en invulwanden): vb. piramide, kerk, ... -

In het laatste geval is de gebouwschil apart van de structuur en kan deze los van de structuur vervangen worden: vb. indianentent, skeletstructuur met invulmetselwerk, ...

Alle krachten moeten via de draagstructuur en dan via de fundering naar de ondergrond overgebracht worden, zowel bij massiefbouw (bijna uitsluitend via lijnlasten) als skeletbouw (bijna uitsluitend via puntlasten). Bij massiefbouw worden de verticale en horizontale krachten door het geheel van wanden naar de fundering geleid. De dragende en scheidende functieworden door dezelfde bouwdelen waargenomen.

9

Sandy Duran

1BIVa2

Skeletbouw: Geschoord raamwerk met scharnierende verbindingen:

10

Docent: Stefan De Feyter

Sandy Duran

1BIVa2

Docent: Stefan De Feyter

Massiefbouw kan uitgevoerd worden door - stapelen (stapelbouw: baksteen, natuursteen, betonstenen, ...), - gieten (gietbouw: beton) of - assemblage/montage (geprefabriceerd beton, prefab metselwerk, houtskeletbouwen staalframebouw) Bij skeletbouw is enkel gieten (gietbouw: beton) of assemblage/montage(geprefabriceerd beton, hout en staal) mogelijk

11

Sandy Duran

12

1BIVa2

Docent: Stefan De Feyter

Sandy Duran

13

1BIVa2

Docent: Stefan De Feyter

Sandy Duran

1BIVa2

Docent: Stefan De Feyter

Voordelen skeletbouw t.o.v. massiefbouw: - Indelingsvrijheid door invulwanden (DZ: duurzamer) - Lichtere gevels met meer openingen - Uitvoering van skelet en wanden is onafhankelijk - Vervanging van gebouwschil of interne wanden - Bij renovatie kan skelet meestal blijven functioneren (DZ)-dragende functie en scheidende functie worden gescheiden naar materiaalgebruik(DZ) - Minder zwaar voor de arbeiders

14

Sandy Duran

1BIVa2

Docent: Stefan De Feyter

Hoofdstuk 5: Onderdelen gebouw Ruwbouw (dragende delen): BT1 - Bovenbouw: massiefbouw -skeletbouw - Onderbouw: (begane grondvloer , kelder of kruipkelder, fundering) -

Afbouw (niet dragende delen): BT2

-

Installaties (toestellen, leidingen): BT2

Bouwdelen: - Bovenbouw: dak, buitenwand, binnenwand, verdiepingsvloer - Onderbouw: begane grondvloer, kelderwand, keldervloer -

Bouwelementen: - Constructie elementen: plafond, radiator,... - Bouwconstructie elementen: buitenspouwblad, afwerklaag, - Draagconstructie elementen: vloer, dragend spouwblad,...

Bouwelementen: a. Constructie elementen: dragen geen belastingen (behalve het eigengewicht) b. Bouwconstructie elementen: dragen belastingen maar indien ze bezwijken dan bezwijkt enkel het element zelf (niet-structurele elementen): deze elementen kan men vervangen zonder de draagconstructie tijdelijk te versterken c. Draagconstructie elementen: dragen belastingen en indien ze bezwijken dan bezwijken de delen die daaraan verbonden zijn (structurele elementen)

15

Sandy Duran

1BIVa2

Docent: Stefan De Feyter

Hoofdstuk 6: Materialen Welke bouwmaterialen komen voor in onze directe omgeving? 1) Keramische bouwmaterialen - Bakstenen, snelbouwstenen, gevelstenen (synoniem: parament) - Keramische tegels, faience, plinten 2) Cementgebonden bouwmaterialen - Gegoten betonnen wanden en vloeren (meestal draagvloeren) - Prefab wanden en vloeren - Betonblokken - Chape (syn. Dekvloer, ondervloer, uitvulvloer) d.i. de laag tussen draagvloer en afwerkingsvloer - Mortel, d.i. de specie waarmee bakstenen ed. worden ‘verlijmd’ of gemetst - Voegsel, d.i. de specie waarmee de overgangen tussen bakstenen afwerkt kunnen worden - Platen en bouwelementen in vezelcement (in de jaren ’60 konden deze asbesthoudend zijn, Eternit) 3) Hout en natuurvezels - Consturctiehout dmv. Volhouten balken, spanten… - Constructiehout dmv. Gelamelleerd hout, CLT (=cross laminated timber) - Schrijnwerk onder de vorm van ramen en deuren - Schrijnwerk onder de vorm van meubilair: vol hout, composiethout, of fineer - Gevelhuid dmv. vol houten planken of latten - Houtwolcement (heraklith) - Isolatiematerialen op basis van natuurlijke vezelmaterialen(bijv. stro, vlas, ...) 16

Sandy Duran

4) Glas -

17

1BIVa2

Vlakglas Veiligheidsglas Glasdals Gordijngevel (syn. vliesgevel, glasgevel) Glaswol als isolatiemateriaal

Docent: Stefan De Feyter

Sandy Duran

1BIVa2

Docent: Stefan De Feyter

5) Metalen - Constructiestaal (bijv. I-liggers) - Wapeningsstaal in beton - Stalen profielen voor schrijnwerk (bijv. trapleuningen) - Aluminium kokerprofielen voor buitenschrijnwerk - Plaatmateriaal voor dak-en gevelafwerking: zink, lood,eventueel koper - Afleibuizen (regenwaterafvoer langs gevel): zink, eventueel koper 6) Plastic - PVC kokerprofielen voor buitenschrijnwerk - PVC riolering, afleibuizen - PVC plaat-of doekmateriaal voor dak-en gevelafwerking - Waterdichtingsslabben - EPDMdakbedekking - Isolatiematerialen (bijv. PUR, PIR) 7) Bitumeuze materialen - Roofing op daken - waterdichtingsslabben 8) Natuursteen - Vloer-en wandafwerking (zowel binnen als buiten) - Dorpels (bekenste voorbeeld is arduin of blauwsteen)

18

Sandy Duran

1BIVa2

Docent: Stefan De Feyter

Snel Fotoboek # kunnen herkennen, kunnen benoemen, voornaamste eigenschappen en toepassingen kunnen uitleggen

19

Sandy Duran

20

1BIVa2

Docent: Stefan De Feyter

Sandy Duran

21

1BIVa2

Docent: Stefan De Feyter

Sandy Duran

22

1BIVa2

Docent: Stefan De Feyter...


Similar Free PDFs