Verklaringsmodellen 1 - Samenvatting PDF

Title Verklaringsmodellen 1 - Samenvatting
Author Cansel Temel
Course Verklaringsmodellen 1
Institution Karel de Grote Hogeschool
Pages 59
File Size 1.1 MB
File Type PDF
Total Downloads 47
Total Views 121

Summary

Download Verklaringsmodellen 1 - Samenvatting PDF


Description

Verklaringsmodellen 1 Een kapstok met vier haken  Functioneren van de mens in relatie met anderen o Problemen vanuit meerdere invalshoeken bekijken  Ivan Nagy o Relaties bepalen heel veel dingen mee o Relaties vormen of misvormen jou o 4 dimensies  Relatie (kenmerken) o Verbinding tussen jou en mij o Ontstaat en wordt onderhouden door ons o Niet statisch, geen persoon, onzichtbaar o Je kan het niet vastpakken o Je kan het maken en breken o Altijd met 3 (ik, de ander en de relatie) o Kwaliteit kan je een waardeoordeel geven  4 dimensies o = overzicht maken van de totale situatie van hulpvrager in zijn context o We tonen respect voor de totaliteit van zijn verhaal o Minder gevaar belangrijke aangrijpingspunten voor groei te missen o Traject client slingert hier tussen o Hulpverlenen = werken met de dimensie die op dat moment prioritair is o Analyse kan helpend zijn voor een multidisciplinair overleg o Constant met elkaar verweven o Dynamisch, interactief en ondersteunen elkaar  Afhankelijk van elkaar Waarom zijn gezinnen voor ons belangrijk?  Begeleiders leggen klemtoon op het belang van gezin voor o Individuele ontwikkeling o Aangaan relaties o Omgaan met sociale realiteiten  Je kan jezelf niet zijn zonder andere mensen op de wereld  Aangaan relaties is belangrijk  Zorgen voor elementaire ervaringen o Leren ons omgaan met emoties, intimiteit, conflict en sociale realiteit  Geven ons individuele psychologie vorm o Ouders 1ste mensen met wie je in contact komt  Manier van relaties aangaan o Beinvloed door specifieke stijl van eigen gezin  1ste 9 levensjaren belangrijk o Ontwikkelen van relationele vaardigheden o Vormen blauwdruk  Je leert alles voor de 1ste keer in je gezin  Vanaf 15-16 jaar kunnen we reflecteren

Contextueel denken  Grondlegger Nagy  = vanuit 4 dimensies kijken  Dimensie 1 o Feiten o Opsomming van verschillende levensdomeinen  Dimensie 2 o Psychologie o Binnenkant van de mens  Dimensie 3 o Interacties o Kijken naar wat er tussen mensen gebeurt  Dimensie 4 o Relationele ethiek o Kijken naar balans tussen mensen. Is dit in evenwicht?  Elk dimensie is even belangrijk  Respect voor heel het cliëntensysteem, over minstens 3 generaties  Elk theorie over menselijk functioneren past er in  Helpt om veel info te krijgen over client en lege gaatjes in te vullen  Helpt gemeenschappelijke taal in hulpverlening Gelaagd kijken (begrip!)  = alle theorieën indachtig zijn, verschillende dimensies verlichten  = kijken naar de 4 dimensies samen

Dimensie 1: objectiveerbare feiten  Aanbod afstemmen op hulpvraag o Gevaar: denken dat vraag duidelijk is  Ontmoeting met gezin o Jouw verantwoordelijkheid o Samen taal geven aan hun ondersteuningsbehoeften o = samen kijken naar unieke levensverhaal en de huidige situatie van eenieder. Om dit te begrijpen moeten we stil staan bij de feiten, die het bestaan van die persoon beïnvloeden  Feiten o = objectiveerbare gegevens die echt waar zijn en gebeurtenissen die in werkelijkheid plaatsvinden o Wat kunnen we zwart/wit vaststellen o Geen beleving, interpretaties, waardering, afkeuring, hypotheses en veronderstellingen  Cultuurgebonden o Bv: relatie met ander geslacht is in sommige culturen een feit en andere niet  Laat cliënten zelf verhaal vertellen o Zo geef je erkenning voor wat in hun realiteit belangrijk is o Lot, toeval, onrechtvaardigheid,… krijgen een plek

1.1 Opsomming Biologisch/Medisch kader van een persoon, gezin of familie  Geslacht, leeftijd, geboorte, dood, zwangerschap, ras, genetische kaart, erfelijke ziekten, lichamelijke ziekten, fysisch gestel, huidige lichamelijke toestand, medische hulpverlening…  Diagnose of psychopathologie is geen feit! Blijft een veronderstelling (2de dimensie) o Alles dat door DSM wordt bepaald o Bestaat niet voor heel leven, ook al denken we van wel  Geboorte; niet alleen eigen geboorte o Bv: nieuwe relatie van papa die 2 kinderen heeft  Paramedisch; kinesist Financieel/Materieel kader  Inkomen, schulden, onderwijs, armoede, arbeid, tewerkstelling, huisvestiging, mobiliteitsmogelijkheden Wettelijk/Juridisch kader  Getrouwd, wettelijk samenwonen, weduwe, alleenstaand, nationaliteit, wettelijke kinderen, veroordelingen, mof/vos/pos, verlengd meerderjarig/minderjarig Economisch/Ecologisch kader  Hoog/Laag conjunctuur, socio-economische status, milieuomstandigheden, natuurrampen  Bepaal je individueel niet, geen beleving maar een feit Sociologisch/Cultureel kader  Relatie, samenlevingsvormen, klasse, gender, huidskleur  Gender = beleving van uw man of vrouw zijn o Niet discussieerbaar, want mensen kunnen man zijn maar vrouw voelen Historisch kader  In welke tijd leven we, van macro tot micro (postmoderne tijd, post-dutroux tijdperk, haastige/veeleisende werk-gezinstijd, lokaal politiek landschap en de keuzes daarvan op elke persoon  Geen privégebeurtenissen uit verleden!  = Feiten en gebeurtenissen die voortvloeien uit de vroegere, huidige en toekomstige toestand van de samenleving, ras en nationaliteit Religieus/Spiritueel kader  Geloof, godsdienst 1.2 Vorige generaties  Feiten uit huidige levenssituaties  Gegevens uit voorgaande generaties  Feiten en gebeurtenissen uit leven van ouders o Consequenties voor leven van nakomelingen

1.3 Onrecht in feiten  = Feiten/Gebeurtenissen die je overkomen.  = Feiten van buitenaf kan je niet terugdraaien of ongedaan maken  Hebben beschadigend effect op je leven Verdelend onrecht (toedelend onrecht)  = niemand heeft de schuld of is er verantwoordelijk voor, het lot  Overkomt je en heeft consequenties voor jouw leven en volgende generatie  Bv: ziekte/overlijden gezinslid, vluchten uit eigen land,… (zie cursus) Vergeldend onrecht  = onrecht of leed dat bewust of onbewust is aangedaan, iemand is verantwoordelijk  Bv: misbruik, mishandeling, verwaarlozing,… (zie cursus)  Van verdelend naar vergeldend onrecht! Betrokken op iedereen  Niet elke feitelijke gebeurtenis heeft op dezelfde manier impact op iedereen  Belangrijk! o Elke feit laten bestaan o In acht nemen o Niet je eigen kleur aan feit geven als begeleider  Bestaan in woorden van client zelf Feiten verdraaien  Sommige cliënten proberen feiten te verdoezelen, verwaarlozen, niet te vermelden of overaccentueren o Waarheid komt zo in gedrang o Stilstaan bij de betekenis van de keuze o Niet beoordelend zijn o Eigen bedenkingen geven en wees verwonderd Ontmoeting: ppt Clientsysteem komt in verbinding met anderen    

Mijn verhaal is verbonden met het verhaal van vele anderen Er wordt recht gedaan aan elk familielid Iemand vindt mij de moeite waard om tijd voor te nemen Iemand vindt mij de moeite waard om te luisteren

Relatieopbouw Anamnese en informatie-doorstroom  Praten MET de client en niet OVER de client  Anamnese = wat een patiënt met betrekking tot de voorgeschiedenis en relevante omstandigheden van zijn ziekte of aandoening aan een zorgverlener kan vertellen. Een anamnese komt tot stand doordat de zorgverlener aan de patiënt gerichte vragen stelt.

Client (systeem) wordt in zijn waarde gezien  Meer dan een dossier/nummer  Wat is voor mij echt ondersteunend? Client (systeem) komt in verbinding met zichzelf    

Mijn verhaal is uniek Ik ben de moeite waard om tijd voor te nemen Ik ben de moeite waard om te luisteren Komt tot stiltand en komt op verhaal

Tips: ppt  Intergenerationeel verkennen o Minstens 3 generaties  Existentiële tegenstellingen o Tussen familieleden is oké  Traag  Laagje per laagje  Kansen grijpen om te linken met naar de andere dimensies  Laat je verwonderen door het unieke van elk levensverhaal  Stop niet te snel met samen verkennen. o Hoe meer informatie je krijgt, hoe meer vragen je zal stellen  Durf!  Wees zorgzaam en alert  Onthoud, noteer,… de woorden van de client o Ze zijn uniek en kan je later zelf gebruiken 1.4 Genogram  = stamboom, schematische overzicht van verwantschappen, de feitelijke samenstelling van een gezin en de ruimere familie van herkomst over meerdere generaties  = stafkaart van gezins- en familierelaties o Breuken, veranderingen of gebeurtenissen  Nauwkeurig gecodeerd overzicht  Verzamelen van datums  Schat aan existentiële feiten o = feiten over het leven, het bestaan van mensen  In kaart brengen van o Patronen van de familiegeschiedenis o Mentale en fysieke ziekten (genetisch)  Ook stilstaan bij: o Behoren tot een bepaalde samenlevingsvorm of systeem o Bijzondere aard van relaties: ongewone verwantschappen en afstamming o Bijzondere samenlevingsvormen en vruchtbaarheidsmogelijkheden o Behoren tot een bepaalde generatie, klasse, streek, etnische groep, cultuur,… Regels (zie cursus)

     

Heteroseksuele relatie: man altijd links Kinderen: rangschikken links naar rechts volgens leeftijd Min. Met 3 generaties werken: elke generatie op zelfde hoogte Nieuwe relatie: aparte lijnen gebruiken Persoon in kwestie: aanduiden met omranding Mensen die samen met client wonen: lijntje rond trekken

Symbolen en interacties: zie cursus!! Moeilijkheden in praktijk  Kost tijd  Dynamisch instrument o Voortdurend wordt aangepast en veranderlijk is  Ingewikkelder als er veel gezinsvormen zijn o Veel pluskinderen, scheiden,…  Verhaal achter genogram kennen o Het is niet omdat er niet veel in het genogram staat dat er niets ergs aan de hand is  Pleegouderschap, adoptie, donors,… maken het ingewikkelder  Weten dat er zaken achtergehouden kunnen worden of bijkomen Methodieken  Genogram o Genopro o Familieband.nl  Levenslijn o Timerime.com  Historisch en geografisch kader o Google earth + maps  Foto’s o Wie is wie, waar woonde je toen Tips!  Niet zonder verhaal te kennen maken  Je kan hypotheses eruit halen o Niet met deze hypotheses begeleiden  Altijd vragen aan client ‘wie staat er niet op’  Soms staan mensen die wel bloedband zijn er niet op

Dimensie 2: psychologie  = Stilstaan bij binnenkant van client, wat er zich afspeelt, wat niet waarneembaar is en slecht indirect afleidbaar  Psychologisch in elkaar zitten o Deels genetisch, deels gevormd door omgeving  Psyche o = binnenste o Hier denk, voel, wil, handel, fantaseer en verlang je o Identiteit, spiritualiteit, overtuigingen en capaciteit zitten hier

  



o Doen en laten worden er bepaald o Omgeving heeft hier invloed op o Emoties worden hierdoor verwoord o Je verstand zit hier o Bestuurt je lichaam 1 van de 4 relationele natuurwetten Van veel bewust en onbewust hierop reageren Feiten een betekenis geven o Kan ook uit loyaliteit naar dierbaren of verwachtingen van anderen o 1 feit kan voor iedereen een ander betekenis hebben o Benoemen, onderzoeken en uitspreken Manier waarop individu informatie uit omgeving en relaties opneemt

2de dimensie  = het subjectieve, intrapsychische, psychodynamische innerlijke van het individu.  Manier waarop individu feiten waarneemt, aanvoelt, ervaart, beleeft, interpreteert en kadert in zijn belevingswereld staat centraal  Vragen o Hoe heeft iemand feiten beleefd, wat hebben deze gedaan met iemand, hoe denkt de client over zichzelf o Stellen om binnenkant te weten  Karakter, persoonlijkheid, verlangens, behoeften en overlevingsmechanismen horen hier  Schatten naar waarde o Kennis van psychologische theorieën en benaderingen nodig  Helpen meer inzicht te krijgen in persoon  Aanknopingspunten voor verklaringen gedrag en relaties  Wat niet zichtbaar is, heeft effect op hoe mensen relaties aangaan  Verhaal dat cliënten vertellen gebeurt vanuit deze dimensie o Vaak vanuit gevoel o Bv: ik ben vermoeid, ik heb het gehad  Buitenstaanders die problemen analyseren van anderen o Gebruik van dagdagelijkse psychologische kennis  Huis-tuin en keuken psychologie o Bv: ja dat is toch erg  Gangbaar in maatschappij om relaties te verklaren  Professionals gaan andere theorieën toevoegen  Oplossing ligt hier vaak niet  Blijven hangen hier -> niet tot hulp komen Voorbeelden in cursus! Onder de rots kijken    

Kijken wat er aanwezig is Cliënten presenteen zich door communicatie en uiterlijk Ook om relatie client en cliëntensysteem te bevorderen gebruiken Psychiatrische diagnose niet voor altijd o Binnenkant van client bekijken

 Gedachten (wat zijn je gedachten hieronder) o Motivatie, overtuigingen, herinneringen, ervaringen, dromen, wensen,… o Bv: jongen altijd braaf op school, maar dan kei stout -> er werd op school gesproken over de islam -> hij worstelde met zijn identiteit en overtuigingen  Gevoelens o Emoties, verlangens,… o Je maakt feiten mee waardoor je gevoelens voelt  Gedrag (niet uiterlijk) o Kwaliteiten, talenten, valkuilen,… 2.1 Verschillende theorieën  Helpen om ijsschots in kaart te brengen  Kennis nodig om ze dan toe te passen bij cliënten puntjes niet allemaal kennen, maar wel weten over wat de theorieën gaan Psychodynamische theorie en therapie    

= wat er beweegt in de binnenkant Veel van psychische leven is onbewust Ervaringen uit kindertijd kunne je vormen als volwassene (lichamelijke) Symptomen en gedragingen worden vaak gestuurd door onbewuste krachten en hebben verschillende doelen o Zoeken naar achterliggende  Lichaam en geest hangen samen  Manier waarop je client over je denkt, heeft invloed op zijn handelen (overdracht)  Manier waarop je over een client denkt, heeft invloed op je handelen (tegenoverdracht) o Denken en gedrag hangt samen o Bv: echt een kut dag, dan verloopt het ook zo Humanistische theorie en therapie  Mensen hebben verschillende behoeften en we plaatsen deze in een ordening o Behoefte piramide van Maslow  Begeleider begeleidt best zijn cliënten met authenticiteit, uniekheid, empathie, onvoorwaardelijkheid, respect en tolerantie o Rogeriaanse grondhouding o Belangrijk tijdens relatie, want kan je aan werken  Weerstand van client is een belangrijk aandachtspunt in begeleidingen  Je kan leren om bewust te zijn van wat er hier en nu met je gevoelens, gedachten en gedrag gebeurt en dat ze verbonden zijn met het leven o Als je het heden aanpakt kan je ook het verleden aanpakken  = gaat over verleden Cognitieve leer- en gedragstherapie  Gedrag kan veranderen o Door denken  Irrationele gedachten kunnen leiden tot disfunctioneel gedrag o = denkkronkels, denkfouten

 Intrapsychisch verschilt bij elk persoon en is proces in hersenen o Bv: iedereen zelfde les, maar anders verwerken van informatie  Persoonlijkheid wordt gezien als een gelijkstelling van gedrag dat je stelt

Algemene ontwikkelingspsychologie  Gehechtheid o Mensen hebben een aangeboren verlangen en behoefte om zich te hechten aan mensen o Hechting kan veilig of onveilig verlopen o Het is een levensnoodzakelijke behoefte, zonder sterven we o Hechtingsproces bepaalt in de 1ste levensjaren mee hoe een volwassenen relaties aangaat met anderen  Objectrelatietheorie o = niet alleen iemand nodig om te overleven, maar ook om relatie aan te koppelen o Individuele ontwikkeling van personen wordt mee gevormd door verschillende relaties die het kind in de loop van zijn ontwikkeling heeft met de belangrijke hechtingsobjecten (moeder, vader,…) o We maken ons een voorstelling van hoe dit geweest is en het bepaalt mee je individueel functioneren o Als 1 van de hechtingsobjecten faalt, kan dit een trauma veroorzaken  Ontwikkelingsfasen o = niet iedereen herkent zich hierin, want hangt af van cultuur o Individu kan op verschillende vlakken ontwikkelen: fysiek, cognitief, sociaal, emotioneel, gedragsmatig,… o Ontwikkelen van mensen verloopt in fasen o Bij elke levensfase hoort een ‘taak’ die je tracht te volbrengen o Een bepaald gedrag, gevoel, eigenschap,… past niet echt bij een bepaald fase Kijken naar ontwikkeling van client zorgt ervoor om gedrag- en daaraan verbonden belevingsaspecten -steeds te plaatsen in ontwikkelingsfasen van de client  Diagnostiek en psychopathologie o Verschillende testen om te zoeken naar een verklaring voor het functioneren van een individu o Elementen meten en deze vast stellen op dat moment  Vergelijken met het ‘normale’ o Diagnose nooit levenslang geldig  Soms van voorbijgaande aard o Belangrijk: stilstaan bij betekenis en beleving van deze beeldvorming voor client  Hoe beleef je deze diagnose, wat is de betekenis hiervan voor jou,… o Bv: cognitieve testen, gedragstesten, IQ testen, dsm 5,… o ! verandert door tijd, niet statisch! Analyse 2de dimensie  Belangrijk in dialoog gaan met client o Wat denk jij, hoe voel jij je,…

 Te vaak en te snel vullen we zelf in  Te snel eigen interpretatie van hoe de ander zich voelt of dingen beleeft  Regelmatig reflecteren over beeldvorming doorheen 2de dimensie! Relatie met client  Authentisch en samen met client zijn binnenkant verkennen o Betrouwbaarheid gaat verhogen o Helend effect  Je doet moeite om stil te staan  Je doet moeite om je client te begrijpen  Je doet moeite om verder te kijken dan uiterlijk gedrag/symptomen  Vragen die kunnen helpen bij de ontmoeting o Hoe zit je in je vel, hoe beleef je jezelf,…  Je kan ook werken met o Associaties, metaforen, liederen, gedichten, teksten,… o Kan cliënten helpen taal geven aan iets waar ze geen taal aan kunnen geven o Relaxatie- en hypnosemanieren  Client krijgt toegang tot zijn innerlijke wereld  Niet elke client komt door deze vragen/technieken tot zijn beleving  Vaak willen ze dit domein niet bewandelen o We moeten de client hierin respecteren o Ze hebben recht op stiltes en hun moratorium o Als je betrouwbaar wil zijn -> respect hebben en timing aanpassen Methodieken  Niet makkelijk om taal te geven aan innerlijke zelf  Elke stroming kent zijn methodieken o Pyscho-analyse  Droomanalyse, associaties o Gestalttherapie  Metaforen (zie ppt voorbeelden) o Ergotherapie  Tekenen, beeldhouwen o Muziektherapie  Muziek, liedjes o Narratieve therapie  Gedichten, teksten, verhalen, sprookjes Weeral ontmoeting  Je ontmoet echt iemand hierdoor o Je praat, voert een echte dialoog  Kan helend zijn o Als je een gesprek hebt over de psyché van je client, geef erkenning o Jij doet er toe voor mij o Leer mij je kennen o Ik heb deze informatie nodig om jou beter te helpen o Het geeft bestaansrecht

 Geen discussie voeren, geen meningsverschil voeren Tips: ppt  N.I.V.E.A o Niet invullen voor een ander o Wat weet ik o Wat weet ik echt o Wat weet ik niet o Wat veronderstel ik  Wat als je een vraag stelt over dimensie 2 en je hebt meer info nodig? o Vraag terug naar dimensie 1  Wordt geen therapeut, blijf bij je mandaat als ob  Vragen die gaan over gevoelens, gedachten en gedrag zijn altijd kwetsbaar o Ga er daarom met zorg mee om  Iedereen weet dat praten over zijn gevoelens niet evident is o Moed hebben om het wel te doen als ob o Naar onze en de ander zijn binnenkant kijken  Je eigen psyché heeft ook invloed op je client o Daarom reflecteren  Respecteer de weerstand, niet proberen, vertraag! Wat valt je op in deze 2e dimensie? Westerse theorieën: onze cliënten kennen deze misschien niet  cliënten van andere afkomsten. Kennis die humanistisch, psychodynamisch etc. is. Welk voordeel haalt de client er uit om stil te staan bij de 2e dimensie? Stilstaan bij zichzelf, focus anders te veel op de andere. (= ouders, echtscheiding) niet over het muurtje kijken. Geen 2de dimensie is geen zelfkennis en geen vertrouwen. Wat is het nadeel van stil te staan bij de 2e dimensie? Te lang hierin blijven hangen, mensen nemen geen verantwoordelijkheid op.

Dimensie 3: interacties  Gaat over de buitenkant, totaliteit van gezinssysteem  ‘betekenis die je de feiten geeft, worden zichtbaar in de interactie’  Als ob gaan we op zoek naar verklaringen o We kijken hierbij ook naar de interactie tussen mensen  = alles wat iets tot een verbinding maakt met de ander  Stilstaan bij manier waarop gezinsleden met elkaar o communiceren, in het hier en nu omgaan en in interactie gaan  De relatie o = interactieve verbinding o = draad tussen mensen die gevormd wordt door wederzijdse uitwisseling van alles wat je samen wel of niet deelt  Onderlinge beïnvloeding -> hoe gebeurt dit  Patronen van waarneembaar gedrag bestuderen o Gedrag naar ander toe



Hierin kan je uitingsvormen van liefde, verbondenheid, respect, hoffelijkheid, macht, hiërarchie, uitsluit...


Similar Free PDFs