Vervolg dwangmidellen 2 PDF

Title Vervolg dwangmidellen 2
Author Feurten Benito
Course strafprocesrecht
Institution Anton de Kom Universiteit van Suriname
Pages 3
File Size 93.9 KB
File Type PDF
Total Downloads 68
Total Views 132

Summary

Download Vervolg dwangmidellen 2 PDF


Description

Vervolg dwangmidellen Ad A. “Staande Houden” : (opsporingsfase) geregeld in art. 42 Sv. Staande houden is te omschrijven als het aanspreken, eventueel aanklampen van de verdachte om hem naar zijn personalia te vragen. Het is een vrijheid beperkend dwangmiddel. De verdachte heeft te dulden dat hem naar zijn naam en verdere personalia wordt gevraagd en dat hij daartoe even stil wordt gehouden.

De verdachte die de gestelde vraag naar zijn personalia niet beantwoordt, is niet strafbaar. Wel is het opgeven van een valse naam, indien men wordt staande gehouden, strafbaar  art. 507 Sr. Indien de verdachte zich onttrekt aan staande houding door bijvoorbeeld weg te lopen, pleegt hij geen strafbaar feit. Dat doet hij pas als hij zich met geweld verzet tegen de opsporingsambtenaar, die hem wil houden. Art. 232 Sr.  wederspannigheid  vb. Verdachte rukt zich los.

Staande houden 1. tegen wie : de verdachte (art.19 Sv.) de getuige (art.43 Sv.) 2. door wie : iedere opsporingsambtenaar 3. hoe lang : De wet zegt dat niet (naar de duur om vragen te stellen) 4. gevallen : voor elk strafbaar feit (misdrijf en overtreding) 5. doel

: vragen naar het personalia

Ad B “Aanhouden” : (opsporingsfase) Geregeld in art. 44 Sv. en 45 Sv. Aanhouden is het desnoods door aangrijpen en vasthouden van de verdachte en diens vrijheid teneinde hem naar een plaats van verhoor te leiden of te doen leiden (politie bureau).

Aanhoudingsbevoegdheid (Aanhouden) 1. in geval van ontdekking op heterdaad 2. buiten heterdaad

Ad 1. In geval van ontdekking op heterdaad is de aanhoudingsbevoegdheid aan een ieder,

toegekend (ter zake van elk delict)  dus ook voor de gewone burger. Rechtvaardiging : weinig twijfel over daderschap. De particuliere bewakingsdiensten hebben slechts aanhouding bevoegdheid als het een ontdekking op heterdaad – geval betreft.

De burgers (“niet – opsporingsambtenaren”) zijn verplicht de aangehoudene onverwijld aan een opsporingsambtenaar over te leveren ter voorgeleiding (niet talmen). Een burger die de verdachte aanhoudt, geniet niet de strafrechtelijke bescherming van art. 232 Sr. tegen wederspannigheid. Verzet tegen hen kan echter wel in termen van mishandeling vallen.

ad 1. De bevoegdheid om aan te houden in geval van ontdekking op heterdaad is geen plicht !  het is een bevoegdheid. Heterdaad => zie art.122 Sv. (begripsomschrijving) “Ontdekking op heterdaad” is ruimer dan “betrapping op heterdaad” nl. betekend : terwijl het feit wordt begaan of terstond nadat het is begaan”.

“Betrapping op heterdaad” = Een verdachte was doende (bezig) het feit te plegen. Ook nadat het feit is gepleegd kan er sprake zijn van ontdekking op heterdaad. Terstond na het plegen van het strafbaar feit d.w.z. niet lang nadat het feit is gepleegd (vb. Lijk was nog warm).

Ad 2. Buiten heterdaad : Hier komt de aanhoudingsbevoegdheid niet aan een ieder toe. Daartoe ontbreekt de legitimatie (1ste beperking). Alleen in gevallen van Voorlopige Hechtenis en bij het (art.507.3 Sr.) opgeven van een valse naam bestaat die aanhouding bevoegdheid (2de beperking).

ad 2. bij het aanhouden buiten heterdaad => Hier zijn er strengere eisen gesteld. Niet voor elk strafbaar feit is aanhouding mogelijk, maar voor een selectief aantal feiten nl. 1. feiten, waarvoor Voorlopige Hechtenis mogelijk is (zie art. 56 lid 3 Sv.) 2. als een verdachte een valse naam opgeeft (de verdachte belemmert nl. het onderzoek naar de waarheid door zijn leugen.) (art.507 lid 3 Sr.)

Wie is bevoegd :

1) de vervolgingsambtenaar, kan men zijn optreden niet afwachten, dan 2) de Hulp O.v.J. , kan men het optreden van de Hulp O.v.J. niet afwachten dan 3) de opsporingsambtenaar.

De verdachte moet wel zo spoedig mogelijk (onverwijld) worden voorgeleid bij een Hulp O.v.J. of O.v.J., die dan de rechtmatigheid toetst van de aanhouding.

Doel van de aanhouding : De verdachte brengen naar een plaats van verhoor. Art.46 Sv  Het binnentreden van plaatsen bij ontdekking op heterdaad (vb. De verdachte vlucht bij zijn aanhouding, dan is een ieder bevoegd de plaats (en) te betreden, waar de verdachte gaat....


Similar Free PDFs