Volwassenpsychiatrie Samenvatting - Patricia Colman PDF

Title Volwassenpsychiatrie Samenvatting - Patricia Colman
Author Nina De Maseneir
Course Ergotherapie in de geestelijke gezondheidszorg
Institution Hogeschool Gent
Pages 27
File Size 466.5 KB
File Type PDF
Total Downloads 364
Total Views 617

Summary

VolwassenpsychiatrieHoofdstuk 1: Vermaatschappelijking van de zorgInleidingUit onderzoek is gebleken dat 1/10 mensen ooit in hun leven in aanraking komen met GGZ (niet om professionele redenen). M.a. het kan iedereen van ons overkomen. Belangrijk genoeg dus om uitgebreid bij stil te staan en onze ta...


Description

Volwassenpsychiatrie Hoofdstuk 1: Vermaatschappelijking van de zorg Inleiding Uit onderzoek is gebleken dat 1/10 mensen ooit in hun leven in aanraking komen met GGZ (niet om professionele redenen). M.a.w. het kan iedereen van ons overkomen. Belangrijk genoeg dus om uitgebreid bij stil te staan en onze taak als ergotherapeut binnen dit werkveld grondig te bekijken. Om te begrijpen waarom de zorg in de psychiatrie is wat ze nu is moeten we toch even stilstaan bij de geschiedenis en bij de belangrijkste sleutelmomenten in deze geschiedenis. We starten bij angst en bijgeloof: 

Men kent de gedragingen van de mensen niet, men kan deze niet verklaren en gaat die bekijken vanuit angst en bijgeloof. Men geeft de betekenis vanuit de eigen cultuur (verschil tussen Afrika en Europa).

In de middeleeuwen dacht men dat mensen met een psychische aandoening bezeten waren door heksen en duivels – gevolgen zijn gekend. Hippocrates heeft hier een eerste voorzichtige poging gedaan om de zaken te bekijken vanuit een medische hoek maar die poging werd volledig teniet gedaan. In de periode van de humaniteit ging men vanaf dan zoeken naar een meer menselijke vertaling van wat men zag. De wetenschap werd er nadien aan gekoppeld en kwam tot andere inzichten. Men gebruikte uiteraard de kennis die men toen had en zo kwam men tot aderlatingen, gebruik van bloedzuigers, schedeltrepanaties, … In de 13e eeuw kwam er een eerste kentering door het oprichten van de dolhuizen. Dit betekent het meer organiseren van zorg voor mensen met psychische problemen op aandringen van artsen en wetenschappers. Het 1e dolhuis werd zelfs opgericht in Gent in 1191. De inzichten van Hippocrates werden geïntegreerd in de zorg, dit in combinatie met de volksgeneeskunde. Dan komt de start van de inrichtingspsychiatrie met belangrijke figuren: 



Philippe Pinel in Frankrijk: hij is de grondlegger van de Moral Treatment (mensen verlossen van hun kettingen = letterlijk, verbeteren van de leefomstandigheden in de instellingen en inzetten van personeel voor de zorg). Voor onze omgeving (Vlaanderen = ruim) was het Dr. Jozef Guislain die deze trend introduceerde. Hij haalde de mensen met een psychische kwetsbaarheid uit het Gerard De Duivelsteen, zorgde voor een betere wettelijke omkadering en beter onderkomen.

Dr. Guislain was naast psychiater ook nog architect van opleiding en had veel aandacht voor de infrastructuur van de voorzieningen. Hij heeft veel aandacht besteed aan de architectuur

van de instelling die hij oprichtte omdat hij ervan uitging dat de omgeving waarin de patiënt zich bevond even belangrijk was. Hij vond het ook belangrijk dat patiënten een daginvulling hadden en zette ze aan het werk binnen de instelling die eigenlijk een klein bedrijf op zich was toen. Van dan af is er ook een grote evolutie in de denkkaders en in de behandelingen die gebruikt werden binnen de instellingen.

Omschrijving = Meer dan het bieden van een normale kans op leven in de maatschappij. = Verschuiving binnen de GGZ van intramurale opvang naar zorg aan huis en begeleiding in de samenleving op gebied van wonen, werken, dagbesteding, … = De zorg waarbij gestreefd wordt om mensen met een blijvende en ernstige psychische beperking (EPS) met al hun mogelijkheden en kwetsbaarheden een eigen zinvolle plek in de samenleving te laten innemen en hen daarbij te ondersteunen waar nodig.

Factoren die een rol hebben gespeeld in de vermaatschappelijking van zorg 1. Maatschappelijke ontwikkelingen De vermaatschappelijking moet gezien worden binnen de maatschappelijke veranderingen van de jaren ’60. Situering 

Deze generatie = de babyboomers zijn geboren tussen 1941 en 1964 (oorlogse/naoorlogse periode).

Belangrijke gebeurtenissen binnen de tijdsgeest zijn: 

 

Vietnamoorlog (20 jaar geduurd, inmenging van Amerika op een vrij agressieve manier, die resulteerde in een communistisch regime voor Vietnam. Op het einde is er sprake van de socialistische republiek Vietnam). Expo ’58 in België (revolutionair op vlak van wetenschap en techniek). De seksuele revolutie (anticonceptie, meer rechten voor de vrouwen, ontstaan van de vrouwenbeweging, …).

Deze generatie kende een grote welvaartstijging en zij maken een groot deel uit van de werkende bevolking. Ze leven in een periode van economische groei. De eerste belangrijke factor is de emancipatie van het individu in de maatschappij.   

Burgers worden mondiger Vrouwen krijgen meer rechten Burgers eisen meer inspraakburgers durven zich anders, minder volgend, opstellen ten opzichte van gezag.

Verschillende groepen in de maatschappij eisen hun rechten op bv. De vrouwen. Er is ook een duidelijke emancipatiebeweging van mensen met een blijvende beperking bv. Independent living. De arbeiders gaan zich verenigen in vakbonden die het opnemen voor hun rechten. Al deze maatschappelijke veranderingen hebben ook hun invloed gehad op de organisatie van de GGZ in de jaren ’60.

Er was scherpe kritiek op de grote psychiatrische instellingen die de patiënten “opbergen” vaak voor de rest van hun leven zonder na te denken over alternatieven. Deze kritiek had een dubbele basis: 

Het besef groeide dat mensen met een blijvende psychische beperking dezelfde rechten moeten hebben dan “gewone” mensen in de maatschappij. Ze zijn burgers zoals andere burgers en hebben recht op een plaats in de samenleving en men stelde vast dat een langdurig verblijf in een psychiatrisch ziekenhuis nadelen had. Er was een negatief effect (hospitalisatiesyndroom door wegvallen van verantwoordelijkheden, …).

Integendeel het herstellend effect dat men eigenlijk beoogde bleef uit. Men kwam in een vicieuze cirkel terecht namelijk, hoe meer hulp men bood hoe afhankelijker de patiënt werd. De scherpste kritiek kwam uit de hoek van de antipsychiatrie vanuit Amerika maar ook vanuit Europa (Italië, Engeland, …). De antipsychiatrie is de tegenbeweging gericht tegen de heersende normen en waarden binnen de toenmalige gevolgen namelijk, de denkprocessen die wereldwijd op gang gebracht zijn. De antipsychiatrie stelde dat het niet de patiënt was die ziek was maar de maatschappij die dan op haar beurt de patiënt ziek maakte. Een belangrijke stelling hierin: “het is niet omdat iemand ziek is dat hij/zij geen verantwoordelijkheden meer kan opnemen”.  Dit is nu net waar de vermaatschappelijking van zorg op terugvalt. Klassieke behandelingen werden in vraag gesteld (ECT’s, lobotomie, insulinekuren, …) maar ook de manier waarop men met de patiënten omging (witte jassen, duidelijke afstand, ,puur medische benadering, …). Enkele culturele aanwijzingen: 



Film “one flew over the cuckoo’s nest” geeft een mooi beeld van wat men aanklaagde in de behandeling. Het is een film uit de jaren ’70 die kritiek levert op de psychiatrie in de jaren ’50. De film toont karikaturaal de gang van zaken op een psychiatrische afdeling. Boek “I never promise you a rosegarden” van Hannah Green geeft een beeld van hoe een patiënt met schizofrenie en haar familie de behandeling beleeft.

Meest bekende aanhanger van de AP in onze streken is de Nederlander Jan Foudraine (psychiater – neuroloog). Hij schreef het boek “Wie is van hout” (1971) waarin hij pleit voor een herwaardering van het begrip schizofrenie. Hij pleit voor minder medicatie en meer gesprek in de behandeling van de chronische psychiatrische patiënt. De belangrijkste kritieken van de antipsychiatrie: 1. Bestaande behandelingen zijn voor de patiënt uiteindelijk meer schadelijk dan nuttig (te nuanceren!). 2. Macht over patiënten wordt vaak onjuist gebruikt of zelfs misbruikt. 3. De diagnoses zijn vaag en willekeurig en laten veel ruimte voor interpretatie. 4. Psychiatrische behandelingen worden vaak gerechtvaardigd onder de noemer van sociale controle (bv. Collocatie). 5. Sterke etikettering/stigmatisering 6. Veel controversiële behandelingen (ECT’s, lobotomie, insulinekuren, …) waarvan men het effect niet bewezen vond.

7. Op sommige vlakken had de antipsychiatrie gelijk en uitte zij terecht kritiek maar op sommige vlakken gingen zij te kort door de bocht. 8. Wat wel zeker is dat zij ervoor gezorgd heeft dat een aantal ontwikkelingen binnen de GGZ versneld zijn.

2. farmacologische revolutie De introductie van de antipsychotica (jaren ‘50) geeft extra mogelijkheden om patiënten met een ernstige psychische beperking te behandelen in de maatschappij. Dit was echter niet de belangrijkste factor om de vermaatschappelijking van zorg in te zetten.

3. Economische factoren De personeelskosten van gekwalificeerd personeel en de aangepaste accommodatie betekenen een grote belasting voor het budget van de geestelijke gezondheidszorg. Daar moest over nagedacht worden.

4. Afstand nemen van een strikt medisch – psychiatrisch model Dit is een rechtstreeks gevolg van de antipsychiatrie. Men ging meer eclectisch denken en de zorg op die manier uitbouwen. Eclectisch denken betekent dat men de zorg voor de patiënt niet ging beperken tot één therapeutische stroming/visie maar dat men uit de verschillende benaderingswijzen datgene haalt dat op het moment van de behandeling het beste is voor de patiënt en zijn problematiek. De link naar het ontstaan van ons beroep (jaren ’60 arbeidstherapeut) past perfect in deze evolutie. Men deed voorzichtige pogingen om rond de patiënt een Multi professioneel team op te bouwen.

Hoofdstuk 2: Herstelzorg en ervaringsdeskundigheid Hoe leggen we nu de link naar herstelgerichte zorg?  Art. 107: basis van een vernieuwde samenwerking binnen GGZ. o De evolutie van de 5 afzonderlijke functies naar zorgcircuits en zorgnetwerken Intramurale zorg blijft nodig maar de behandeling wordt anders georganiseerd. Het ziekenhuis krijgt een ander, minder centrale rol en het eigen milieu van de cliënt wordt belangrijker. Men spreekt van intensifiëring van zorg. 





Er wordt zorg georganiseerd vanuit de eigen omgeving van de cliënt, er wordt een individueel traject gemaakt. Negatieve impact van de opname wordt beperkt. Opnames korter houden en heropnames vermijden.

Herstel is een intens, persoonlijk en uniek. Het is een proces van verandering van je attitudes, waarden, gevoelens, doelen, vaardigheden en/of rollen. Het is een manier om een bevredigend, hoopvol en betekenisvol leven te leiden, met of zonder de beperkingen die veroorzaakt worden door de aandoening. Herstel betekent ook de ontwikkeling van nieuwe betekenis en doelen in je leven, terwijl je over de gevolgen van levenscatastrofes heen groeit.

Patricia Deegan Ik vind het belangrijk om te zeggen dat ik een handicap heb, maar ik niet een gehandicapte persoon ben…. Ik leid een compleet en gezond leven en ik heb een psychiatrische handicap… Een van de lessen die ik moest leren was dat herstel niet hetzelfde is als genezing… Herstel is een houding, een manier om de dag tegemoet te treden en de uitdagingen die ik zal tegenkomen…

Herstel ondersteunende zorg Men gebruikt herstel ondersteunende zorg als een leidraad waarin men een triade heeft van hulpverlening – cliënt – familie. In een steunsysteem ben je nooit alleen. Het samen rond de tafel zitten opent andere perspectieven en een andere blik op de partners. Men gaat zich moeten aanpassen aan een andere werkcontext, andere cultuur en een afstemming maken tussen:  

Wetenschappelijke kennis en klinische expertise van de GGZ. Herstel, eigen waarden, ervaringskennis, kracht van de cliënt.

Het begrip ‘herstel’ – vanuit de cliënten zelf – zorgde voor een herbronning binnen de rehabilitatie-beweging. Men gaat samenwerken rond het individueel traject van de cliënt. We gaan ze de greep van hun eigen leven laten hervinden en (deels) laten opnemen van rollen.   

Een dynamisch evenwicht – weer in beweging komen, zin krijgen, plaats geven van de ziekte. Participatiebevordering – empowerment, eigen regie, ervaringskennis. Contact met familie en omgeving – bijdrage leveren aan de maatschappij.

Je mag het zeker niet associëren met:   

Dat het hetzelfde is als genezen. Dat het alleen weggelegd is voor de ‘betere’ cliënten. Dat het enkel voor zogenaamde rehabilitatie-afdelingen is.

Stepped care en balanced care De bedoeling van stepped care en balanced care zijn:    

Starten met de laagste zorgvorm met zoveel mogelijk resultaat Ambulant waar mogelijk, residentieel waar nodig Zo dicht mogelijk in de natuurlijke omgeving van de cliënt Uitgebreid netwerk met lokale verankering herstel

Herstel als rode draad doorheen het traject van de cliënt! Probleemgerichte benadering - Focus op pathologie - Focus op kwetsbaarheden - Focus op symptoomreductie

Herstelgerichte benadering - Focus op het gehele individu - Focus op sterktes - Focus op doelen en wensen van de

-

Expert-leek verhouding Eigen initiatief vermijden Regie bij het team

-

cliënt Gelijkwaardige verhouding Persoonlijke groei Regie bij de cliënt

De kernprincipes van herstel De hulpverlener binnen de herstel ondersteunende zorg:  

Heeft de juiste attitude: hoop en optimisme Is aandachtig aanwezig = present = presentietheorie

Presentiegericht: de basishouding. Er zijn voor de cliënt als mens en als belangenbehartiger. Een relatie op zich is al helend.      

Dringt zijn professioneel referentiekader niet op. Maakt ruimte voor, ondersteunt het maken van en sluit aan bij het eigen verhaal van de cliënt. Herkent en stimuleert het benutten van eigen kracht van de cliënt (empowerment). Erkent, benut en stimuleert de ervaringskennis van de cliënt. De cliënt is een expert in zijn eigen situatie. Erkent, benut en stimuleert de ondersteuning van de cliënt door belangrijke anderen. Is gericht op het vergroten van de autonomie van de cliënt. Hij geeft zo veel mogelijk de cliënt de regie van zijn leven in eigen handen.

Belangrijke personen in functie van ervaringsdeskundigheid 1. William Anthony 2. Wilma Boevink

Hoofdstuk 3: Het stress – kwetsbaarheidsmodel Inleiding Bij het stress – kwetsbaarheidsmodel is het belangrijk om stil te staan bij draaglast en draagkracht. Deze begrippen vormen de basis van de balkmetafoor die het model op een zeer begrijpbare manier uitlegt. Een psychische stoornis en de problemen die eruit voortkomen ontstaan door een gestoord evenwicht tussen draagkracht en draaglast. Behandelen en begeleiden van de cliënt moeten we zien als het herstellen van dit evenwicht.

Draaglast en draagkracht Wat is draagkracht? 

Draagkracht is de persoonlijke draagkracht van het individu + de steun uit de omgeving.

1. Persoonlijke draagkracht = Het totaal aan mogelijkheden en vaardigheden die iemand heeft om gepast te reageren op zijn omgeving en de problemen waar hij in die omgeving mee geconfronteerd wordt. Die draagkracht wordt bepaald door lichamelijke/biologische factoren, psychische en sociale factoren. Factoren die een rol kunnen spelen bij het ontwikkelen van draagkracht: 1. De kwetsbaarheid van het individu = biologische factor en vaak genetisch bepaald.

2. De life-events (= wat het individu heeft meegemaakt in zijn/haar leven en dit zowel positief als negatief. Wat er in het rugzakje zit als ervaringen.) , zowel de positieve als de negatieve. 3. De materiële en financiële omstandigheden van het individu. Dat wil zeggen een gezonde financiële situatie en een comfortabele materiële situatie. 4. Het beeld dat men heeft van zichzelf. 5. De cognitieve mogelijkheden van de cliënt. 6. De lichamelijke mogelijkheden van de cliënt. 7. De probleemoplossende vaardigheden en de interpersoonlijke vaardigheden van de cliënt. 8. De coping strategieën waarover het individu beschikt.

2. Steun van de omgeving Komt van het sociaal netwerk waarover iemand beschikt en dat kan sterk verschillen van individu tot in individu. Sociaal netwerk = geheel aan niet-professionele steun waar iemand beroep kan op doen. voor sommige mensen is dat zeer uitgebreid, voor anderen zeer beperkt. in de GGZ is dit vaak een probleem! Onbegrip, herval en negatieve ervaringen zorgen ervoor dat het netwerk vaak zeer beperkt is of afwezig (tijdelijk of blijvend). In de geestelijke gezondheidszorg is het hebben van voldoende steun uit de omgeving vaak een probleem. De omgeving van de cliënt heeft vaak al zoveel meegemaakt met de client, al zoveel keer opnieuw kansen gegeven dat het netwerk afhaakt omdat ze het zelf niet meer aankunnen. Belangrijke personen voor de cliënt nemen vaak afstand voor een tijdje of langere periode omdat ze er anders zelf dreigen onder door te gaan. Soms worden de contacten hersteld maar in sommige gevallen niet meer en dan heeft de cliënt een heel beperkt netwerk waar hij kan op rekenen en dat maakt hem kwetsbaar. We mogen er ook niet automatisch van uit gaan dat een beperkt sociaal netwerk minder steun biedt.  

Een beperkt netwerk met betrokken individuen kan veel steun geven. Een uitgebreid netwerk met personen die weinig betrokken zijn geeft weinig steun aan het individu.

Wat is draaglast? 

Het totaal aan eisen dat de omgeving stelt aan het individu.

De eisen zijn sterk verschillend van individu tot individu en hangen nauw samen met de rollen van het individu in de maatschappij en de verantwoordelijkheden die daaraan verbonden zijn (stressfactor in een werksituatie, leven met een zieke partner, opvoeding van jonge kinderen, …). Interventies binnen de GGZ kunnen gericht zijn op deze 3 domeinen: 1. Verhogen van de individuele draagkracht van de cliënt. 2. Vergroten van de steun uit de omgeving. 3. Verminderen van de draaglast voor de cliënt. We gaan als therapeut in overleg met de cliënt en bekijken wat in zijn/haar situatie de beste manier is om de draagkracht te vergroten. Het kan ook een combinatie zijn van verschillende factoren. Het verhogen van de persoonlijke draagkracht kan op verschillende manieren:

  

Vergroten van de vaardigheden van het individu om om te gaan met stress en problemen = groeiproces/leerproces. Vergroten van de sociale vaardigheden van de cliënt. Het aanleren van een aantal concrete praktische vaardigheden in verband met activiteiten van het dagelijks leven.

Het individu sterker maken in het omgaan met problemen en stress is niet iets wat we in één contact kunnen doen. Dit vraagt tijd en het gaat om een groeiproces waarin de cliënt nieuwe vaardigheden aanleert. Dit geldt ook voor het vergroten van de sociale vaardigheden van de cliënt, dit is een proces dat moet afgelegd worden. Vergroten van de steun uit de omgeving = alle interventies die gericht zijn op het aanpassen of veranderen van de omgeving van de cliënt. Dit wil zeggen dat we zorgen voor een omgeving die:    

Meer veiligheid biedt Leer bescherming biedt Meer ondersteuning biedt Minder eisen stelt

We proberen te zorgen voor een omgeving waarin de cliënt zichzelf kan zijn, waarin hij zich zeker voelt om te handelen en te leren. Dit is wat we willen maar is niet altijd zo makkelijk te realiseren omdat we hier ook inspanningen van derden verwachten (gezin, familie, werkgever…) Dit is hulp die in grote mate komt van het sociaal netwerk van de cliënt en niet enkel van professionele hulpverleners. Maar bijvoorbeeld ook wel van werkgevers als het gaat over werkpostaanpassing of aanpassing aan de inhoud van het werk, beiden met bedoeling om de stress te verminderen en het werk makkelijker te maken. In het kader van de vermaatschappelijking van zorg waardoor de zorg steeds meer in het thuismilieu van de cliënt wordt georganiseerd, wordt er meer en meer beroep gedaan op het eigen niet-professionele netwerk van de cliënt met een psychische kwetsbaarheid om zijn problemen mee op te vangen. Dit is niet altijd evident want zoals eerder vermeld is het netwerk van mensen met een psychische kwetsbaarheid soms vrij beperkt. De hulp kan nog wel geboden worden vanuit het professionele netwerk maar dan vaak i...


Similar Free PDFs