16 - nederlands PDF

Title 16 - nederlands
Author Chloë Vanhoenacker
Course Nederlands
Institution ASO
Pages 4
File Size 120.2 KB
File Type PDF
Total Downloads 67
Total Views 128

Summary

nederlands...


Description

16. Vorm en klank P. 100 – 109 Zuid-Afrikaans : Inleiding 17e eeuw : handelsmissies Holland —> Indië —> onderweg : stopten in Zuid-Afrika (voor voedsel, drinken, zieken, te rusten, ...) Probleem : ze konden niet communiceren —> na verloop van tijd : makkelijke versie van het Nederlands zodat ze toch konden communiceren

Pidgintaal Afrikaans, Engels en Inheemse talen

Het afrikaans : een dochtertaal Tweedetaalverwerving _____________________________________________________________________________ Er is een onderscheid tussen vreemdetaalverwerving en tweedetaalverwerving. Bij tweedetaalverwerving treedt meestal interferentie op. De taalgebruiker past bepaalde regels die bij een bepaalde taal behoren toe op een andere taal. Het taalgebruik uit de ene taal interfereert met het taalgebruik uit de andere taal. Interferentie treedt dus per definitie slechts op wanneer de spreker zich van twee talen bedient. Vaak is de ene zijn moedertaal, terwijl de tweede taal er een is die hij bezig is te leren. Dit leidt tot dominantie van de moedertaal, waarmee de spreker onbewust vertrouwd is, ten koste van de relatief onbekende tweede taal. Interferentie treedt op bij klanken, zinsbouw, grammatica en zeker ook bij woordgebruik. Het gevolg is taalverandering. Er treedt pidginisering op : onder druk der omstandigheden ontstaat een nieuwe mengtaal, die echter voor de sprekers geen moedertaal is.

Oefening 4 Platejoggie

Diskjockey

Baas-puntemaker

Topscorer

Broekiekouse

Panty

Bromponie

Scooter

Verkleurmannetje

Kameleon

Gemorsklos

Junkfood

Vingerette

Koud buffet

Les 16

Pagina 1 van 4

Oorpak

Overall

Winkeltande

Kunstgebit

Kroostrooster

Babysit

Langenekkameel

Giraf

Hysbak

Lift

Ontkleevertoning

Striptease

Rimpelstryck

Facelift

Saamryclub

Carpooling

Sweetpak

Jogging

Dwelms

Drugs

Laatlammetjie

Jongste, wat later geboren kind

Naweekplasie

Weekendhuisje

Vrijkamer

Logeerkamer

Oefening 5

-

meervoud : +e (strokiesboeke) / +s (karakters) Genitief : se / sym Er worden letters weggelaten (bv. Aventuurlus / oorgangsgebied / ...) Neologisme : rolprent / strokiesboeke / ... Bastaardwoorden : fliek / storie / broke / ...

Oefening 6

-

Betrekkelijke naamwoorden (die/dat) —> wat Lidwoord —> die Vervoegen van werkwoorden —> geen uitgangen, proces van deflectie (eenvoudiger worden) Verkleinwoorden —> ...tjie Ontkenning —> dubbele negatie

Het Afrikaans _____________________________________________________________________________ Het Afrikaans is ontstaan uit vooral Zuid-Hollandse dialecten die vanuit het moederland vanaf 1652, de stichting van Kaapstad, naar de toenmalige Kaapkolonie werden geëxporteerd. Het Afrikaans is een dochtertaal van het Nederlands die in de nieuwe gemeenschap onder invloed van de taal van de inheemse volkeren (Bantoetalen), geïmporteerde slaven (o.a. het Maleis, het Portugees) en andere kolonisten uit Duitsland, Frankrijk en Engeland een eigen ontwikkeling meemaakte. Afrikaans bevat dus ook leenwoorden uit niet-Europese het Maleise 'baie') Het Afrikaans is dus erg verwant met het Nederlands, maar aantal vertoont ook een aantal typische kenmerken Orthografisch is er een tendens tot vereenvoudiging. Zo dient de 'y' zowel voor de 'ei' als de 'ij' (styl, grys) en de 'ou' voor au' en 'ou' (blou, kou). De spelling is ook fonetisch (sirkus, histories, amptelik).

Les 16

Pagina 2 van 4

Fonologisch zijn er een aantal klankveranderingen: de 'z' wordt een s (besig), de 'ch' wordt 'g' of 'gg' (liggaam), de 'v' tussen twee klinkers wordt een 'w' (lewe sterwe). De 'ieuw' wordt een monoftong (nuus in plaats van nieuws) en medeklinkerclusters worden vereenvoudigd (lugpos —> luchtpost, skaap —< schaap) Heel wat fonemen worden uitgestoten (oë = ogen). Op morfologisch vlak is er deflexie: werkwoorden worden nauwelijks vervoegd. Meestal gebruik je voor alle personen de stam. Verkleinwoorden eindigen steevast op 'tjie', naamvallen zijn er niet en de meervouds-s primeert (leeuws). Er is slechts één lid woord (die), één betrekkelijk voornaamwoord (wat) en de genitief wordt gevormd door toevoeging van 'se' (die ouers se vriende). Afrikaans vertoont een grote taalcreativiteit in het maken van nieuwe samenstellingen (strokiesboek = stripverhaal, ogiesdraad = prikkeldraad) en nieuw Afrikaanse woorden om de opmars van het Engels tegen te gaan (rimpelstrijk = facelift, liggaamsbouer =bodybuilder)' Op syntactisch vlak gebruikt het Afrikaans de dubbele negatie (hij kan nie slaal nie). Er is nevenschikking (hij loop en lees) en reduplicatie (gou-gou). De onvol tooid verleden tijd (bv. ik oos) wordt meestal vervangen door de onvoltooid tegenwoordige tijd (ek kies) of de voltooid tegenwoordige tijd (ek het gekies) Enkel de modale werkwoorden hebben een onvoltooid verleden tijd (ek moe sou, wou, kon).

Frans-Vlaanderen : de verloren zoon Oefening 8

- Voornamen : frans - Achternamen : Nederlands Oefening 10b

- 7e - 8e eeuw : heel stuk van Frankrijk 'Germaans' - De staatsgrens is steeds opgeschoven : 1. Lodewijk X|V - De Schrere —> veel wederzijds contact dus 'Vlaams' blijft leven 2. Napoleon - Franse revolutie 1789 : Vlaams werd onderdrukt 1853 : Vlaams (nederlands) in het onderwijs verboden ==> standaardnederlands verdween, streektaal Frans-Vlaams bedreigd.

Oefening 10c 'Spreekt u Nederlands?' —> reclame om Nederlands te leren. Heropleving van het Nederlands, om taaldood tegenop te gaan. - Pol : Europese eenmaking - Eco : banden, handelsmogelijkheden - Cul : deel van onze geschiedenis Frans-Vlaams _____________________________________________________________________________ Groen kader lezen pagina 134

Les 16

Pagina 3 van 4

Het Surinaams : de derde poot (Nederlands –> officiële taal)

Oefening 12 A.

-

Gsm –> mobieltje Toespijs –> beleg Platte kaas –> kwark Bankkaart –> pinpas

B.

- Water zonder prik –> plat water - Fysiotherapeut –> kinesist - Föhn –> haardroger C.

- tas is dialect en hun is een grammaticafout –> dit zijn Gallicismen D.

- uitlandig –> in het buitenland zijn - Buitenvrouw –> metresse - ... Standaardnederlands _____________________________________________________________________________ Groen kader lezen pagina 136

Oefening 13 Tekst 1 : - Nederlands wordt gebruikt voor formele zaken (onderwijs) –> officiële taal - Sraran is voor informele zaken, dit is een communicatiemiddel

Oefening 14 C.

-

belangrijkste lingua franca –> Sraran Examentaal –> Nederlands (europees) Thuistaal –> Surinaams Nederlands Sraran

E.

- verschil Belgisch-Ned en Ned-Ned zijn kleiner dan Ned-Ned en Surinaams-Ned - Verschil BN en NN –> Belgicismen –> Belgisch - Nederlands (vb: rotonde - rondpunt / kuisen - poetsen)

Les 16

Pagina 4 van 4...


Similar Free PDFs