Title | 2.10 personen in een verontrustende situatie |
---|---|
Course | Doelgroepen 1 |
Institution | Hogeschool West-Vlaanderen |
Pages | 7 |
File Size | 171 KB |
File Type | |
Total Downloads | 113 |
Total Views | 142 |
DoelgroepenPersonen in een verontrustende situatieTerminologieEr is sprake van verontrusting wanneer: De ontwikkelingskansen van een minderjarige bedreigd worden (de provisie-, protectie- of participatierechten van de minderjarige worden geschonden) De (psychische, fysieke of seksuele) integritei...
Doelgroepen Personen in een verontrustende situatie Terminologie Er is sprake van verontrusting wanneer: De ontwikkelingskansen van een minderjarige bedreigd worden (de provisie-, protectie- of participatierechten van de minderjarige worden geschonden) De (psychische, fysieke of seksuele) integriteit van een minderjarige of van één of meer gezinsleden worden aangetast Van elke hulpverlener wordt verwacht dat hij kan omgaan met verontrustende situaties
Beeldvorming Onderscheid en combinaties VOS = verontrustende situatie MOF = nieuwe decreet jeugddeliquentierecht (1sept 2019) jeugddelicten in plaats van MOF reacties Duidelijk signaal geven dat het gestelde gedrag niet aanvaard wordt door de maatschappij onderscheid met VOS Niet één oorzaak/probleem is verantwoordelijk voor de verontrusting. Het is een combinatie van verschillende risicofactoren, ook een wisselwerking van deze factoren, die ervoor kan zorgen dat we verontrust zijn.
Evolutie Afhankelijk van: Beschermende factoren Combinatie, de ernst,… Detectie, begeleiding, behandeling,… individu gebonden
Oorzaken Multifactorieel = niet één oorzaak Sprake van een onvermogen Bijvoorbeeld:
De opvoedkundige vaardigheden niet bezitten Mentale beperking hebben Onmacht 1
Ouders zitten vaak met hun handen in de haren en weten niet waar ze hulp kunnen vragen of durven soms geen hulp vragen. Verontrusting vaak over generaties heen gaat, ouders hebben erger meegemaakt of weten vaak van niet beter
Hechting Hechting – de cirkel van veiligheid en vertrouwen Veilige basis
Opvoedingsrelatie
Veilige haven
Onveilige hechting = risicofactor
Hechting – infant Mental Haelth (IMH) Laatste jaren sterk in opmars bij jongere kinderen Focus = ongeboren kind tot 5-6 jaar
Visie Kinderen hebben nood aan warmte en liefde Eerste levensjaren = meest belangrijke voor de ontwikkeling Plasticiteit van de hersenen
Doel Bevorderen van de kwaliteit van ouder – kind relatie Vergroten van de sociaal-emotioneel welbevinden !!hoe beter kwaliteit ouder – kind relatie hoe meer veerkracht!!
Wie? Zeer ruime doelgroep Ongeboren kind tot zeer jonge kinderen (6jaar)
2
Preventief!
Detecteren Ouders hebben veel stress en hebben twijfels over ouderschap Ouders met een psychische problematiek Onverwerkt trauma, eigen verleden
Curatief
Kinderen die overmatig huilen Angstproblemen Gedragsproblemen Teruggetrokken Trauma …
Conflictueus ouderschap Grote impact op kinderen! 52,7% beoordeelt de scheiding als een vechtscheiding Rechtbank vaak strijd verhogend!
Gevolgen
Loyaliteitsconflicten Symbiose versus ouderverstoting Handelingsverlegen Risico op ernstige psychosociale problemen
Begeleiding
Ouderschapsreorganisatie – ouderschapsplan Strijd of welzijn Ex-partnerschap ouderschap Normaliseren Netwerk … Voorbeeld: Kamil, de groene kameleon, die moeite ondervindt met de echtscheiding van zijn ouders
KO(A)PP = kinderen van ouders met een psychische problematiek of afhankelijkheidsproblematiek 3
Risicofactoren: Opvoedingsvaardigheden Parentificatie (= ) Conflict tussen ouders Alleenstaande ouders Beperkt netwerk / weinig sociale steun Genetische aanleg Stress Armoede Een migratieachtergrond … Beschermende factoren: Veilige hechting Andere ouder Netwerk waarop me kan terugvallen Kindfactoren: Positief zelfbeeld zelfredzaamheid Goede sociale vaardigheden Openheid: Informatie Bespreken van zorgen Vragen stellen
Begeleiding
Taboe doorbreken! Preventie Vroegdetectie Begeleiding: Psycho-educatie Gezins- en individuele gesprekken KOPP doe-praatgroep veel tools!
Trauma? Enkelvoudige trauma = groot en onverwacht, ingrijpende ervaring Fysieke effecten leidt niet altijd tot een trauma Chronische trauma = herhalende incidenten Complex trauma gehechtheidstrauma = traumatische ervaringen op zeer jonge leeftijd binnen de zorgcontext
Reacties Vluchten (flight) 4
Vechten (fight) Bevriezen (freeze) Dissociatie = bij sommige traumatische gebeurtenissen kan men niet vechten of vlechten, enkel ondergaan Overlevingsmechanisme = onbewust afsluiten van de realiteit / werkelijkheid een manier van je lichaam die de persoon helpt om op dat moment om te gaan met de gebeurtenis
Posttraumatische stressstoornis = door een levensbedreigende situatie, door een overweldigende ervaring waarbij schade is aan de psychische of fysieke integriteit van het kind zelf of een andere persoon 3 symptomen ten gevolge van de traumatische ervaring (DSM-5) 1) Herbeleven van de traumatische gebeurtenis(sen) 2) Vermijding of afstomping van reacties 3) Verhoogde alertheid Soms merkt men een vorm van regressie = tijdelijke terugval in de ontwikkeling zoals: Bang zijn in het donker Angstig zijn bij de afwezigheid van een veilige hechtingsfiguur (= separatieangst) Terugval in de zindelijkheid Een ander gevolg die men ondervindt is het moeilijk kunnen omgaan met stress en emoties Vaak dissociëren = toestand van verlaagd bewustzijn
Gevolgen Hersenen kunnen sterk onderontwikkeld zijn = kans op ontwikkelingsproblemen vergroot Er kan verandering zijn in het genetisch materiaal = vatbaarder voor stress
Als OB traumasensitief begeleiden Gedrag lezen, triggers herkennen Veilige leefomgeving aanbieden Emoties helpen begrijpen, taal aan emoties geven, helpen reguleren en tools aanreiken om er anders mee om te gaan Helpen om grip te krijgen op eigen levensverhaal en informatie bieden Aandacht voor positieve relaties en bekrachtiging Veerkracht vergroten door het aanbieden van positieve ervaring Voorbeeldfunctie zijn Goed voor jezelf zorgen! Meerzijdig partijdig zijn en oog voor loyaliteiten
5
Jeugddelicten - minderjarig
Vanaf 12 jaar (tot max 25 jaar) reacties! Constructieve herstelgerichte aanpak – participatief Aangesproken op verantwoordelijkheid Netwerk nauw betrokken Zoveel mogelijk ambulante reacties subsidiariteitsprincipe Gevolgen op werking gemeenschapsinstellingen Oriëntatiefase van max. 1 maand Nadien zijn er verschillende opties o Traject op maat o Jongere heeft een stem o Inzetten op re-integratie Andere voorzieningen Doel = herval en verdere meer ingrijpende maatregelen voorkomen Bij positieve afronding: Dossier niet automatisch bij jeugdrechtbank
Reacties Psychiatrische problematiek? Verslag psychiater: niet verantwoordelijk voor forensisch units Zoveel mogelijk ambulante reacties Herstelbemiddeling Positief project Leerproject Gemeenschapsdienst Delict gerichte contextbegeleiding Therapie Voorwaarden
Hergo = bemiddeling als eerste optie
Voorstel herstelgericht groepsoverleg Niet delict maar gevolgen staan centraal Slachtoffer centrale plaats Vrijwillig! Alle partijen: Op zoek naar oplossingen voor de gevolgen van het jeugddelict Geniet altijd de voorkeur: Rechtstreekse communicatie
Huisbezoeken groepsoverleg 1 met moderator privéoverleg zonder moderator groepsoverleg 2 met moderatie ======> intentieverklaring voorgelegd ter goedkeuring
6
Positief project = andere reactie op een jeugddelict
Vrijwillig Herstelgericht Krachtgericht Netwerk betrekken + steunfiguren Plan om tegemoet te komen aan gevolgen delict
Zie pwp voor casus Miro en Bart
7...