Title | ALLE Termen Algemene taalwetenschap 6e middelbaar |
---|---|
Course | Nederlands |
Institution | ASO |
Pages | 25 |
File Size | 835.7 KB |
File Type | |
Total Downloads | 46 |
Total Views | 148 |
Exhaustieve begrippenlijst voor taalwetenschap...
ALGEMENE TAALKUNDE : TERMEN
Semiotiek Charles Sanders Pierce
De studie van tekensystemen Maakte het onderscheid tussen iconische, indexicale en
Ferdinand de Saussure Signifiant Signifié Iconische tekens
symbolische tekens Maakte het onderscheid signifiant/signifié Het teken als betekenisdragende vorm Het betekende, datgene waar het teken voor staat Wanneer er een feitelijke, fysieke gelijkenis bestaat tussen de vorm van het betekende en de vorm van de betekenisdrager
Indexiale tekens
(gelijkheid, e.g. schilderij) Waarbij tussen de betekenisdrager en het betekende een fysieke relatie van contiguïteit bestaat (een relatie waarbij beide in hetzelfde stuk werkelijkheid door een reële band met elkaar
Symbolische tekens
verbonden zijn) e.g. ‘hier’, ‘deze’, ‘nu’, ‘jij’ De combinatie van betekenaar en betekenis is volledig arbitrair en ongemotiveerd ; conventionaliteit is noodzakelijk (e.g.
Paralinguïstische tekens
‘koning’) Onderdeel auxiliaire linguïstische tekensystemen ; alle uitspraakkenmerken die niet tot het taalsysteem zelf behoren, maar die wel relevante informatie kunnen toevoegen aan het
Lichaamstaal
proces van gesproken communicatie (e.g. fluistertoon) Onderdeel auxiliaire linguïstische tekensystemen ; alles wat met lichaamshouding en lichaamsbeweging te maken heeft (e.g.
Animale communicatiesystemen Artificiële talen of kunsttalen
afstand houden t.o.v. gesprekspartner) e.g. bijendans (onderzocht door Karl von Fritz) Semiotische systemen die niet het product zijn van een langdurige historische ontwikkeling, maar die integendeel op een bepaald ogenblik met een specifieke doelstelling ontworpen
Artificiële talen
zijn Soort kunsttaal ; e.g. Volapük (Schleyer), Esperanto (Zamenhof) Men wil hetzelfde communicatieve bereik als in de natuurlijke taal en willen de internationale communicatie bevorderen (zeer
Morfeem Gebonden morfeem
eenvoudige structuur) Kleinste betekenisdragende eenheid van een woord Kan alleen gebruikt worden in combinatie met een ander
Vrij morfeem Fonetiek Fonologie
morfeem Kan vrij gebruikt worden, kan op zichzelf bestaan Bestudeert de studie van klanken zonder meer Bestudeert de functionele waarde van die klanken
Semantiek
Bestudeert de betekenis van de taalbouwsels : hun functie,
Pragmatiek
rekenend vanaf het morfolische niveau Bestudeert het gebruik van de taalvormen, de contextuele keuzes
Dialectologie
die uit de inventaris van betekenisvolle keuzes gemaakt worden Bestudeert taalvariëteiten in de ruimte (onderzoek
Geografische linguïstiek (=
naar stads- en streektalen) Bestudeert hoe talen die niet aan mekaar verwant zijn, maar zic
arreaallinguïstiek)
toch geografisch in elkaars nabijheid bevinden, elkaar
Sociolinguïstiek
beïnvloeden Het onderzoek naar de wijze waarop de sociale facetten van de context waarin het taalgebruik plaats vindt het taalgebruik
Antropologische of etnolinguïstiek
beïnvloeden Het onderzoek naar relatie tussen taal en cultuur, uitgebreid naar volledige gemeenschappen of culturen, vooral wanneer het om
Contrastieve taalkunde Taaltypologie Psycholinguïstiek
‘primitieve’ volkeren gaat De vergelijking van specifieke talen Onderzoek waarbij alle talen van de wereld worden betrokken Het onderzoek naar de manier waaorp de taal samenhangt met psychologische processen en de manier waarop ze een mentale
Neurolinguïstiek
realiteit vormt Het onderzoek naar hoe ons taalvermogen fysiologisch in onze
Biolinguïstiek
hersenen aanwezig is Het onderzoek naar het menselijk taalvermogen als biologisch gegeven ; als een vermogen dat specifiek is voor de menselijke soort (in het bijzonder op de relatie met dat van de andere primaten)
Taaldidactiek
De taalkunde die de toepassingen in het taalonderwijs op het oog
Lexicografie Computerlinguïstiek
heeft De taalkunde die het maken van woordenboeken betreft De taalkunde die natuurlijke taalverwerking in een
Fonen Fonemen
geautomatiseerd kader beoogt Klanken Fonen die een functionele waarden hebben, die
Minimaal paar
betekenisonderscheidend werken Een paar dat slechts in één klanksegment verschilt en zo kan gebruikt worden om de fonemische status van en bepaald
Allofonen Grafeem Vocalen Consonanten Articulatorische fonetiek
klankverschil te bevestigen e.g. : tongpunt-r en huig-r zijn allofonen van het foneem r Het spellingsteken Klinkers Medeklinkers De benadering waarbij we kijken naar de productie van de
Akoestische fonetiek
spraakklanken Waarbij gekeken wordt naar het product van de articulatorische activeit in z’n fysische vorm, d.w.z., naar de aard van de
Amplitude Frequentie Harmonischen Grondtoon Boventoon Fourier-analyse Amplitudespectrum
klankgolven die bij het spreken worden voortgebracht De sterkte van het geluid (hoogte van de sinusgolf) De toonhoogte (het aantal volledige golven per tijdseenheid) Een eenvoudige golf De trilling met de laagste frequentie De trilling met de hoogste frequentie De decompositie van complexe golven in harmonischen Waarbij de frequenties en de amplitudes van de harmonischen in
Formanten
een staafdiagram worden weergegeven Bepaalde harmonischen die sterker doorwegen dan andere, ze
Larynx Voorklinkers
hebben en grotere relatieve amplitude Strottenhoofd Plaats : het voorste gedeelte van de tong wordt omhoog gebracht
Middenklinkers Achterklinkers
Plaats : het middengedeelte van de tong stijgt Plaats : het achterste gedeelte van de tong wordt omhoog
Openingsgraad
gebracht Betreft de afstand tussen het hoogste punt van de tong en het
Lengtegraad
verhemelte : open, halfopen, halfgesloten, gesloten Bij een langere klinker aangegeven door een puntje (of soms twee) na het symbool voor de korte klinker (of lang streepje op
Gespreide klinkers Geronde klinkers Nasalering
de lange klinker, half maantje op de korte) Weinig ronding van de lippen Sterke ronding van de lippen Het zachte verhemelte zakt weg, zodat de neusholte mee
Orale klinkers Diftongen
resoneert bij de productie van de klanken De neusholte resoneert niet mee bij de productie van de klanken Tweeklanken ; twee klinkers gaan haast onmerkbaar in mekaar over (in het Nederlands zijn alle klinkers stijgende diftongen :
Diakritisch teken
het tweede element wordt meer gesloten uitgesproken) Een teken dat wordt toegevoegd aan een basissymbool om de
Stemhebbend
waarde daarvan enigszins te wijzigen) De stembanden worden in trilling gebracht tijdens de productie
Stemloos
van de medeklinker De stembanden worden niet in trilling gebracht tijdens de
Occlusieven
productie van de medeklinkers Het spraakkanaal wordt op een bepaald punt tijdelijk volledig afgesloten bij de spraakproductie, zodanig dat de luchtstroom gedurende korte tijd volledig wordt onderbroken. Wordt het spraakkanaal vervolgens weer vrijgemaakt, ontsnapt de lucht met een kleine explosie (e.g. p, t, k, b, d, g)
Occlusieven kunnen al of niet geaspireerd zijn (geaspireerrd : het duurt langer dan 40 milliseconden voor de occlusie Fricatieven
opgeheven wordt, e.g. : th Onderdelen van het spraakkanaal worden zo dicht bij mekaar gebracht dat er een schurend effect ontstaat ; de luchtstroom wordt omgezet in een turbulente wervelstroom (e.g. v, chi, z, f,
Nasalen
ch, s) De luchtstroom wordt ergens in het mondkanaal afgesloten, maar het zachte verhemelte zakt, zodanig dat de lucht via de
Lateralen
neusholte kan ontsnappen (Ned : e.g. : n, m) De luchtstroom wordt tegengehouden in het midden van het mondkanaal (doordat de tong het gehemelte raakt of zeer dicht nadert) maar vindt een uitweg langs de zijkanten van de tong
Trilklanken
(Ned. : alleen bij de l) Één articulator (tongpunt of huig) beweegt op een snelle
Flap
trillende manier tegen een andere (tongpunt-r, huig-r) Een trilklank waarbij de trilling beperkt is tot één enkele
Hormorgaan Affricaten
beweging Twee segmenten die nagenoeg dezelfde articulatieplaats hebben Een occlusief die zeer snel gevolgd wordt door een homorgane
Approximanten
fricatief (e.g. : ts – Zeit) Articulaties die met een minder sterke vernauwing gepaard gaan, en die daardoor dicht in de buurt van een klinkerrealisatie komen
Semivocalen
(sommige realisaties van r) Zeer sterke vorm van approximanten, dit is het geval bij de j en
Bilabiaal
de w Boven- en onderlip worden samengebracht, of zorgen voor een
Labiodentaal Dentaal Alveolair
sterke vernauwing van de mondopening (m, b, p) De onderlip raakt de boventanden (v, f) De tongpunt raakt de boventanden (there, n) De tongpunt of het tongblad raakt de bovenste tandkas (het
Retroflex
alveolum) (t, d, s, z, l, tongpunt-r) De tongpunt wordt omgekruld en maakt (bijna) contact met het
Velair Uvulair
harde verhelmte (e.g. : de retroflexe r) De tongpunt raakt of nadert het zachte verhemelte (k, g, chi, g) De achterkant van de tong raakt de huig (uvula) zoals bij de
Faryngaal
huig-r De achterkant van de tong raakt of nadert de keelwand (farynx)
Glottaal
Geen Nederlandse faryngale klanken (cf. Arabisch !) De stembanden spelen een rol als articulator, e.g. de glottisslag : een soort kuchje waarbij de stembanden voor een occlusie
Pulmonale klanken
zorgen (bijvoordeeld de Cockney-uitspraak van bottle) Klanken waarbij de luchtstroom vanuit de longen komt
Niet-pulmonale klanken Ejectieven
De luchtstroom komt niet vanuit de longen (luchtstroom bij glotale niet-pulmonale klanken) spraakkanaal wordt langs twee zijden afgesloten, enerzijds doordat de tong de articulatieplaats inneemt van een consonant, anderzijds doordat de stembanden het strottenhoofd hermetisch afsluiten (men houdt even de adem in) het strottenhoofd wordt vervolgens lichtjes gekanteld, zodanig dat de luchtdruk in het afgesloten kanaal stijgt. Wordt daarna de occlusie in de mond opgeheven,
Implosieven
ontsnapt de samengeperste lucht met een soort van plofgeluid Omgekeerde van ejectieven : het gesloten strottenhoofd wordt lichtjes naar beneden gebracht, zodat de luchtdruk in het afgesloten spraakkanaal vermindert. Bij opheffing van de occlusie in de mond wordt dan, door het luchtdrukverschil, lucht
Clicks (klik-klanken)
van buiten naar binnen gezogen Velair, niet-pulmonaal : het spraakkanaal wordt langs twee kanten afgesloten : enerzijds doordat de tongrug het velum raakt, anderzijds doordat het voorste gedeelte van de tong de articulatiepositie inneemt van een niet-velaire klank. Door het tongblad lichtjes naar beneden te bewegen ontstaat een luchtdrukverlaging in het afgesloten gedeelte, waardoor bij het
Ingressieve richting Egressieve richting Niet-segmentele kenmerken
wegnemen van de occlusie de lucht naar binnen stroomt Luchstroom gaat naar binnen Luchtstroom komt naar buiten Kenmerken die of te maken hebben met het individuele timbre van iemands stem of met zekere paralinguïstische spraakeffecten
Prosodische systeem van de taal
Kenmerken die vandoen hebben emt de toonhoogte, de duur en
Woordaccent
de geluidssterkte van de spraak Lexicale klemtoon, dit ligt op de klemtoon die sterker
Vast accent
uitgesproken wordt dan de andere Woordaccent, fonologische kenmerken bepalen waar de
Vrij accent
klemtoon komt te liggen Woordaccent, de morfologische bouw van het woord bepaalt de accentuering (N.B. : heel wat talen kennen een gemengd
Woordintonatie
systeem, als ook het Nederlands) Toon : onder toon verstaan we het gebruik van
Toontalen Sententiële klemtoon
toonhoogteverschillen als lexicaal distinctief kenmerk e.g. Chinees : talen waarin toon een distinctieve status heeft Zinsaccent : beklemtoont een woord in de zin, geeft aan welk informatie-element het belangrijkst is (doorgaans op het laatste hoofdwoord)
Toonhoogteverschillen
Zinsintonatie : vormen patronen die constitutief kunnen zijn
Pictografische schriftvormen
voor de betekenis van de zin Ieder karakter stemt met een volledig (woord)concept overeen en bovendien bestaat er een iconische relatie tussen de vorm van
Ideografische schrifsystemen
het teken en de betekenis (Soemerisch schrift ; 3300 a.C.) De karakters van het niet-fonografische schrift hebben een
Ideogram
abstracte, niet-iconische relatie met hun betekenis Duidt de karakters van ideografische schriftsystemen aan (niet door iedereen even correct bevonden, het alternatief is
Polysemie Syllabair schrift Kanji
logogrammen, maar ideogram blijft het populairst) Semantische meerduidigheid Ieder teken symboliseert de klankwaarde van een lettergreep Een onderdeel van het Japanse schrift, bestaande uit
Kana
ideografische tekens, ontleend aan het Chinees Een onderdeel van het Japanse schrift, bestaande uit syllabaire tekens
Katakana
Een onderdeel van de kana, een onderdeel van het Japanse schrift, voornamelijk gebruikt om woorden van vreemde
Determinatieven
herkomst te symboliseren Tekentjes die a.h.w. een semantische verrijking geven van een in hoofdzaak fonografisch systeem (e.g. dingir en ki in het
Consonantisch systeem
Soemerisch) De symbolen zijn geen lettergreepsymbolen meer, maar zijn geëvolueerd tot medeklinkersymbolen (e.g. Oegaritisch
Alfabetisch systeem
spijkerschrift) Geraliseerd door de Grieken (alfa + bèta)oorspronkelijke tekens voor medeklinkers krijgen een nieuwe betekenis en duiden vanaf
Cratylos
dan klinkers aan Platonische dialoog waarin Socrates, Cratylus en Hermogenes discussiëren over de ‘juistheid van de namen’. Deze
Etymologarium libri XX
benaderingswijze kent grote navolging. Van Isodorus van Sevilla (560) ook Originum Libri XX genoemd : twintig boeken over de etymologie van woorden gaan in de middeleeuwse conceptie ook over de oorsprong van de
Ioannes Goropius Becanus
dingen, niet wetenschappelijk ! Of Jan Van Grop : Brabantse arts (1518-1573) die beweerde dat het Nederlands (meer bepaald het Antwerps) de oudste taal van de wereld was en had hier ook een aantal argumenten voor : niet
Restricties
wetenschappelijk ! Een aantal voorwaarden voor wat als een aanvaardbare
etymologie kan worden beschouwd, deze ontbreken bij nietwetenschappelijke etymologiën) Restricties zijn ook nodig bij de Systematische vergelijking
semantiek (p.71) Bij niet-wetenschappelijke etymologiën ontbreken deze ; 1.het beschikbare taalmateriaal beperkt zich tot afzonderlijke gevallen
William Jones
2. men zoekt verbanden binnen de woordenschat van één taal (1746-1794) rechter bij het Britse Hooggerechtshof in Calcutta, 1786 : toespraak tot Bengal Asiatic Society waar hij de stelling
Sanskriet Indo-Europees
poneerde dat Sanskriet verwant is met de oudere Europese talen De oude religieuze en literaire taal van India Gemeenschappelijke oertaal van het Sanskriet, het Latijn, het Grieks en een aantal andere talen. De oudere taalkunde sprak
Satem-talen
van Indo-Germaans. Talen waarin de Indo-Europese k (voor het begrip ‘honderd) een
Centum-talen
sisklank geworden is Talen waarin de Indo-Europese k (voor het begrip ‘honderd’)
Reconstructie
een k is gebleven of verdere ontwikkelingen onderging De systematische vergelijking van de talen levert een
Stamboommodel
reconstructie op van het proto-Indo-Europees Overzicht van alle talen die afstammen van het Indo-Europees, met moedertalen en dochtertalen : de systematische vergelijking van de talen levert een stamboommodel van de taalontwikkeling op ; beeld van de diachrone relaties tussen talen (in
Interne perspectief Externe perspectief
macorperspectief) = micro-perspectief, concentreert zich op afzonderlijke taalfeiten = macro-perspectief, richt de aandacht op betrokken talen als
Anatolische Talen
geheel (vanaf ong. 2000 v.Chr) in huidige turkije en Syrië, zijn uitgestorven sinds ong. 1200 v. Chr. Belangrijkste taal: Hittitisch : niet betrokken bij “klassieke” reconstructie van het Indo-Europees-19eE- kleitabletten zijn nl.
Grieks
pas in 1906 ontdekt (vanaf ong.1400 v. Chr.)ontdekking door *kleitabletten uit Knossos, geschreven in lineair B, schriftsoort die pas in 1952 ontcijferd werd *inscripties (9de eeuw v. Chr.)met verschillende dialecten van het klassieke Grieks
Indo-Iraans
*literaire overlevering van Homerus (8ste eeuw) Benaming voor IRAANSE en INDISCHE taalgroep samen,
Indische taalroep
nauwe verwantschap. -Modern Indisch: Belangrijkste talen: Hindi (in Pakistan ook
Urdu genoemd), Bengalees, Singalees, Romani (taal van de zigeuners) -Oudindisch: (vanaf 1000 v.Chr.) Vedisch (taal van de oudste religieuze teksten van de Hindoeïsme), klassieke Sanskriet (= 2 Iraanse taalgroep
samen ook wel Sanskriet genoemd) -Modern Iraans: (vanaf 1000 v.Chr.)Belangrijkste talen: Perzisch in Iran, Pasjto in Afghanistan, Koerdisch in OostTurkije en West-Irak, ossetisch in de Kaukasus, Avestisch
Italische taalgroep
(oudste taal, taal van de Avesta’s-Zoroastrisme) (vanaf 6de eeuw v.Chr.: inscripties, vanaf 3de eeuw: literatuur)Latijn en aanverwante talen, zoals Oskisch en Umbrisch. Het “volkslatijn” vormde de basis voor de huidige Romaanse talen (=Frans, Portugees, Spaans, Catalaans,
Germaanse taalgroep
Italiaans, Roemeens, Sardisch, Reto-Romaans). 3 groepen: *Noord-Germaans: (vanaf 3de eeuw: runeninscripties, vanaf 12de eeuw: literatuur) Zweeds, Deens, Noors, Ijslands en Faeroers *Oost-Germaans: (vanaf 4de eeuw, overgeleverd door bijbelvertaling van bisschop Wulfila) Gotisch (uitgestorven) *West-Germaans: (vanaf 8de eeuw.: teksten in Oud-Eng en Oud-hoog-Duits en vanaf 9de eeuw: in Oud-Saksisch) -Kust-West-Germaans -Continentaal-West-Germaans: Oud-Hoog-Duits (= basis voor het Duits), Oud-Saksisch(= basis voor het Nederduits) , Oud-Neder-Frankisch (= basis voor het Nederlands) bijzondere status: *Afrikaans: afsplitsing van het Nederlands
Keltisch
*Jiddisch: taal van de Midden-en Oost-Europese joden (oud-Iers vanaf 4de eeuw: inscripties, vanaf 7de eeuw:
Armeens Tochaars
doorlopende teksten) Iers, Schotse Gaelic, Bretons, Welsh. ( vanaf 5de eeuw) gesproken in Armenie en Oost-Turkije (vanaf 7de eeuw) uitgestorven taal, gesproken in het noordelijke
Slavische talen
deel van Chinees Turkestan. (vanaf 9de eeuw) *Oost-Slavisch: Russisch, Oekraiens, Wit-Russisch *West-Slavisch: Pools, Tsjechisch, Slowaaks en Sorbisch
*Zuid-Slavisch: Bulgaars, Macedonisch, Sloveens en ServoBaltische talen Albanees
Kroatisch (vanaf 14de eeuw) Lets en Litouws + Oudpruisisch (uitgestorven) (vanaf de 15de eeuw) gesproken in A...