Title | begrippen psychopathologie 2 de jaar |
---|---|
Author | phebe maenhaut |
Course | Psychopathologie |
Institution | Hogeschool Gent |
Pages | 14 |
File Size | 535.8 KB |
File Type | |
Total Downloads | 261 |
Total Views | 333 |
Introductie:psychopathologie Studie/wetenschap van het geestelijk/psychisch lijden. psychiatrie De leer van de behandeling der geestelijkziekten. Intramurale zorg Klinische zorg Extramurale zorg Ambulante zorg Semimurale zorg tussenvoorzieningen Interbeoordelaarsbetrouwbaarheid verschillende beoorde...
Introductie: psychopathologie psychiatrie Intramurale zorg Extramurale zorg Semimurale zorg Interbeoordelaarsbetrouwbaarheid Syndroom Symptoom = Hoofdsymptomen: Bijsymptomen: DSM Comorbiditeit: Diagnostisch interview
Differentiële diagnose Categoriale visie Dimensionale visie irreversibel epidemiologie incidentie prevalentie acuut Chronisch verloop Statische vorm Intermitterende vorm Progressieve vorm predisponerende factoren: precipiterende factoren: persisterende factoren: dopamine serotonine Noradrenaline psychodynamische theorieën =
Studie/wetenschap van het geestelijk/psychisch lijden. De leer van de behandeling der geestelijkziekten. Klinische zorg Ambulante zorg tussenvoorzieningen verschillende beoordelaars komen onafhankelijk van elkaar tot dezelfde diagnose een cluster/groep of samenhangend geheel van symptomen in puur beschrijvende vorm een uiting, signaal, kenmerk van een syndroom verwijzen met grote waarschijnlijkheid naar een specifieke stoornis zijn bijkomstig, maken het beeld van de stoornis volledig (Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders) het samen voorkomen van meerdere stoornissen bij dezelfde patiënt Aller eerste gegevens over het leven van de patiënt (amnese), beoordeling psychische toestand Symptomen/kenmerken passen bij meerdere ziektebeelden Ziektebeelden in afzonderlijke geïsoleerde categorieën Gaat uit van een continuüm Onomkeerbaar, gaat niet weg Studie van het voorkomen van een ziekte of stoornis in een bepaalde bevolkingsgroep Nieuwe gevallen in een bepaalde periode Alle gevallen op een bepaald moment Plotseling, kortstondig Langer dan 6 maand Onveranderd blijven Afwisselend verbeteren (remissie) en verslechteren (recidief) Geleidelijk achteruitgaan voorbeschikking of kwetsbaarheid uitlokkende factoren bestendigende invloeden Psychose Impulscontrole angstregulatie onbewuste conflicten ten gevolge van vroegkinderlijke ervaringen die normale ontwikkeling hebben belemmerd
cliëntgerichte theorie =
leertheorie = cognitieve theorieën = systeemtheorie
Psychofarmaca
angst depressie psychose Transmitteragonist
Transmitterantagonist
Eclectische therapeuten Tertiaire preventie: Secundaire preventie: Primaire preventie:
Illusief spel Sensopathische spel contactspel
drang tot zelfverwerkelijking in gedrang gekomen doordat in jeugd onvoorwaardelijke acceptatie heeft ontbroken aangeleerd, ontstaan en in stand blijven resultaat van conditionering foutieve gedachten/interpretaties psychiatrische problemen te wijten aan de gezinsstructuur (Minuchin), specifieke communicatiepatronen (Watzlawick) of gevoelens van loyaliteit (Nagy) tussen verschillende generaties in een familie. zijn medicijnen die het psychisch functioneren trachten te verbeteren door de gestoorde activiteit van neurotransmitters zo specifiek mogelijk te corrigeren anxiolytica antidepressiva antipsychotica moleculen die een positieve invloed uitoefenen op de werking van een transmitter en die aldus de activiteit van de synaps versterken. Dit zijn dus moleculen die een negatieve invloed uitoefenen op de werking van een transmitter en die aldus de activiteit van de synaps uitdoven. Combineren elementen uit verschillende therapierichtingen men kan er naar streven dit chronische verloop en de gevolgen zo beperkt mogelijk te houden. beter is snel en effectief in te grijpen zodra de stoornis optreedt ideaal blijft evenwel het ontstaan van de stoornis te voorkomen ‘Beter voorkomen dan genezen!’ Situatie uit werkelijkheid naspelen Kind beleeft plezier aan voelen, ruiken, zien of horen van spelmateriaal Kind leert anderen kennen en met hen omgaan
Shizofrenie Shizofrenie(=spectrumstoornis)
illusies
ernstige aandoening (invaliderend en irreversibel) met verstoring van: Waarneming Realiteitstoetsing Alghele informatieverwerking Eenheid van denken, voelen, willen en handelen Reëel object waarnemen, maar er worden kenmerken of de betekenis daarvan verkeerd
hallucinatie
Visuele/optische Auditieve/akoestische olfactorische gustatore Tactiele/haptische waan Niet- bizarre wanen Bizarre wanen betrekkingswaan
waansysteem Primaire wanen Secundaire wanen
Paranoïde waan beïnvloedingswaan Erotische betrekkingswaan of erotomanie Ontrouw-jaloeziewaan Waanachtig idee Hypochondrische waan of somatische
Dementia praecox Live-event Positieve symptomen
Negatieve symptomen
geïnterpreteerd onder invloed van bepaalde verwachtingen Geen verkeerde interpretatie van wat iemand hoort, ziet of voelt. In feite wordt er helemaal niets in de werkelijkheid waargenomen. Men heeft slechts het idee iets waar te nemen Zicht Gehoor Reuk Smaak tastzin Privetheorie die alleen door de persoon zelf wordt geloofd Waan waarvan de inhoud onmogelijk waar kan zijn Hoogstwaarschijnlijk niet waar, maar kan mogelijks wel waar zijn Wanen met betrekking tot 1 specifiek thema/onderwerp zonder de rest van het denken aan te tasten Een uitgebreid samenhangend geheel van wanen Plotseling ontstaan met een directe massieve overtuigingskracht Waan komt voor uit belevingen die met de psychotische toestand samenhangend of gekoppeld zijn aan een ernstige stemmingsstoornis Door anderen achtervolgd, benadeeld of beïnvloed worden Overtuigd dat mensen ideeën in je hoofd steken of eruit halen Het idee dat iemand verliefd is op de betrokkene De overtuiging dat de partner ontrouw is Indien er toch nog twijfel is overtuiging van ziekte, infectie, misvorming of aanwezigheid van een vreemd voorwerp in het lichaam Vroegtijdig dementeren Ingrijpende, traumatische gebeurtenis komen niet voor bij mensen zonder psychosen = psychische ‘nieuwvormingen’ wijzen op overproductief of ontremd psychisch functioneren doen zich vooral voor in het begin van de psychose Komen voor bij normaal functioneren zijn weggevallen bij of sterk verminderd bij mensen met een psychose
Inhoudelijke denksstoornissen(wanen)
Formele denksstoornissen confirmatietendens
covariatietendens Springen naar conclusies
bronmonitoringstendens gedachteblokkade concretismen neologismen maniërismen Verminderde executieve functies
Inadequaat affect katalepsie Grimassen trekken stereotypieën Diathese-stress-model/vulnerabiliteitstressmodel hersenventrikels Klassieke of conventionele neuroleptica
Nieuwere of ‘atypische’ antipsychotica
= psychische ‘uitvalsverschijnselen’ typerend voor chronische vormen mystiek-religieuze of pseudowetenschappelijke ideeën of andere vormen van magisch denken bizarre wanen niet-bizarre wanen wanen van gedachte-inbrenging of gedachte-onttrekking beïnvloedingswanen paranoïde wanen Organisatie van het denken is verstoord ->cognitieve stoornissen De neiging om vooral te zoeken naar ondersteuning voor eigen gelijk en alle tegengestelde of aanvullende informatie te negeren De neiging om eerder te denken in oorzaken dan in toeval De neiging om op grond van heel beperkte informatie conclusies te trekken, waarvan men overtuigd is dat ze juist zijn De neiging om eigen gedachten en uitspraken aan een bron van buiten toe te schrijven Patienten zijn soms plots kwijt waarover ze nadenken Figuurlijke betekenissen worden letterlijk geinterpreteerd Patienten bedenken woorden die niet bestaan Patienten spreken/gedragen zich op een gekunstelde manier problemen met verwerken van info (indrukken uit de omgeving), (werk)geheugen, aandacht en concentratie, planning en probleemoplossend vermogen Vb. lachen na een triest bericht Bewegingsloosheid/aannemen van vreemde houdingen als pop/standbeeld Starre gelaatsuitdrukking Regelmatige, zinloos herhaalde bewegingen Algemene denkkader waarin de bijdragen van BPS-factoren tot elke mentale stoornis kunnen begrepen worden Holten gevuld met hersenvocht • motorische onrust • parkinsonisme (reversibel) • tardieve dyskinesie (irreversibel) = spiersamentrekkingen van mond en tong, na minstens 10 j gebruik -> sociaal invaliderend Gewichtstoename -> risico op diabetes
Gecombineerde aanpak Depot- antipsychoticum
Psychologische behandeling ( cognitieve gedragstherapie) Psycho-educatie
Sociale vaardigheidstraining Executieve functietrainingen waanstoornis
Kortdurende psychotische stoornis
reactieve psychose postpartum of postnatale psychose Schizofreniforme stoornis
Gedeelde psychotische stoornis (inductiepsychose, folie à deux)
Hypertensie (hoge bloeddruk) Toename van vetten (cholestrol en triglyceriden) in het bloed Medicatie in combinatie met psycho-sociale aanpak Langer werkende dosis wordt in de bilspier of arm ingespoten (indien er weinig therapietrouw is) niet op herstel, wel op acceptatie van en optimale aanpassing aan de beperkingen in het psychosociaal functioneren Bestaat uit voorlichting en adviezen over de aard en het verwachten verloop van de aandoening, de omgang met de patiënt Voor de beperkingen in communicatie (contactvaardigheden) en het sociaal isolement Verbeteren van executieve functies: aandacht, geheugen en planning De waan als stoornis bestaat op zichzelf Niet-bizarre wanen Inhoud slaat op gebeurtenissen of ervaringen die ten dele waar kunnen zijn, maar dat in de werkelijkheid niet zijn Wanneer de psychotische symptomen abrupt verschijnen in minder dan een maand volledig verdwijnen Uitgelokt door een ingrijpende gebeurtenis In aansluiting op bevalling Vergelijkbaar met schizofrenie maar duurt korter dan 6 maanden, definitieve diagnose: pas half jaar na optreden van 1ste symptomen Waan ontstaat in nauwe relatie met een ander persoon die al eerder dezelfde waan heeft ontwikkeld(Meestal: paranoïde waan) Gedeeld door twee personen (partners, moeder-dochter) die samenwonen Wanneer de relatie met de inductor ophoudt, verdwijnt de psychose meestal bij de tweede persoon
Angststoornissen angst
hyperreagibiliteit polyurie vrees
een onaangename emotie, die optreedt wanneer mensen een situatie als bedreigend ervaren (algemeen karakter) Sterker reageren dan normaal Meer plassen Op een bepaald object en heeft een concrete inhoud vb. watervrees
Situationele angst Anticipatieangst/verwachtingsangst Veralgemeende/gegeneraliseerde angst paniek
amygdala
Reële angst Pathologische angst Secundaire angst Primaire angst Specifieke fobie
fobie Sociale angststoornis Selectief mutisme Separatie angststoornis
Exposure in vivo bètablokkers agorafobie
paniekstoornis
Gegeneraliseerde angststoornis/piekersyndroom (GAS)
Herhaalde angstreacties in bepaalde omstandigheden Angst treedt op nog voor de confrontatie met de gevreesde situatie Veelvuldige angst in heel verschillende situaties Plots optredend, aanvalsgewijs, hevige fysiologische verschijnselen, sterke verstoring cognitieve functies Centrale regelkamer van het brein en belangrijk voor het toekennen van emotionele betekenis aan alles wat we waarnemen Angstreactie op werkelijke bedreigende situatie Begrijpelijke aanleiding ontbreekt, veelvuldige en uitzonderlijke angstreacties Angst als symptoom van diverse psychische stoornissen vb. bad trip bij drugs Angst al hoofdkenmerk van afzonderlijke groep syndromen Hevige, onredelijke angst voor een bepaald object of situatie, waardoor het normale functioneren ernstig wordt belemmerd Angst+vermijdingsgedrag De angst voor of vermijding van situaties waarin iemand kritisch kan worden beoordeeld Mensen spreken uitsluitend tegen hun naasten en zwijgen verder hardnekkig Hevige angst wanneer mensen worden gescheiden van anderen aan wie ze erg gehecht zijn Blootstelling aan de werkelijkheid Middelen tegen hoge bloeddruk, verminderen de lichamelijke symptomen van anticipatieangst Sterke angst voor-en dus vaak vermijding van plaatsen of situaties waar, in geval van nood ontsnappen moeilijk is of hulp niet snel voorhanden is uitzonderlijke irrationele angst die tot uiting komt in plotselinge paniekaanvallen (onregelmatig, duur: enkele minuten), die vaak gepaard gaan met lichamelijke symptomen aanhoudende angst die niet samenhangt met een bepaald object of situatie
Dwangstoornissen intrusies Dwang-en verwante stoornissen
egodystoon
Nare, ongewenste gedachten Mensen met een herhaalde, ongewilde gedachten en of handeling die lastig zijn te onderbreken of stoppen Patiënten ervaren het gedrag doorgaans als niet
Egosyntoon Trichotillomanie of haaruittrekstoornis Excoriatie stoornis of huidpulkstoornis Dwanggedachten (obsessies)
Dwanghandelingen (compulsies) dysmorfobie Verzamelstoornis Obsessieve-compulsieve stoornis (OCS) responspreventie
bij hun passend, ongewenst en schamen zich Patiënten ervaren het gedrag als bij hun passend Het niet kunnen beheersen om de eigen haren uit te trekken Onweerstaanbare neiging om de huid open te krabben Steeds terugkerende storende ideeën of voorstellingen komen onopzettelijk naar boven en veroorzaakt hevige angst en spanning bepaalde handelingen steeds herhalen op dezelfde manier (ritueel) Stoornis in het lichaamsbeeld (ingebeelde lelijkheid) Dwangmatig verzamelen Vb. smetvrees Voorkomen van de uitvoering van de dwanghandeling
Trauma- en stressorgerelateerde stoornissen Coping: - probleemgerichte - emotiegerichte - responsgerichte - passieve, vermijdende Reactieve psychose Ziektewinst
Debriefing
EMDR (eye movement desensitization and reprocessing)
aanpassingsstoornissen
zelfinstructietraining Burn-out Burn-Out Assessment Tool:
Posttraumatische stresstoornis
Als mensen ook echt klachten ontwikkelen, hangt het vooral af van de manier waarop ze met hun stress omgaan
Wanneer mensen na een ingrijpende gebeurtenis kortstondig psychotisch worden De klachten en symptomen blijven in stand, omdat de patiënt zo aan bepaalde verantwoordelijkheden of vervelende taken kan ontkomen Zo kort mogelijk na de schokkende gebeurtenis traumaspecialisten inzetten om de betrokkene hierover uitvoering te laten praten (vroeger!) Patiënt volgt de hand van de therapeut met de ogen (als een ruitenwisser) en verliest de herinnering aan de traumatische ervaring geleidelijk aan kracht en emotionele lading Een verzamelbegrip voor een veelheid aan klachten die ontstaan binnen 3 maanden na confrontatie met een bepaalde stressor. Leert mensen op een positieve wijze tegen zichzelf te praten Een vorm van werkgerelateerde stress vragenlijst ontwikkeld door de Onderzoeksgroep Arbeids-, Organisatie- en Personeelspsychologie van de KU Leuven • Ernstige stressoren kunnen nog jaren het leven van de slachtoffers
Type 1-trauma: Type 2-trauma:
beheersen: oorlogsgeweld marteling natuurrampen • Deze ervaringen of belevingen noemen we traumatisch. bij een acute, eenmalige traumatische gebeurtenis bv. verkeersongeluk bij herhaalde en langdurige traumatisering Kan leiden tot structurele en functionele veranderingen in de hersenen bv. seksueel geweld in de jeugd
Depressieve - en bipolaire - stemmingsstoornissen Stemming
Emotie
Affectvervlakking Affectieve gevoelloosheid Affectverstarring Affectlabiliteit Anhedonie Alexithymie Dysforie
Euforie Dysthymie/persisterende depressieve stoornis Negatieve gevoelens Positieve gevoelens
perinatale depressie
depressie met seizoensgebonden patroon
depressie met melancholische kenmerken
persisterende depressieve stoornis (dysthymie)
Bepaalde gemoedstoetstand van een bepaalde duur en heeft geen betrekking op een specifieke ervaring Een intens, overheersend gevoel van korte duur en heeft te maken met een specifieke ervaring Vb. winnen van de lotto Gevoelsarmoede Apathie, onverschilligheid Fixatie op bepaalde stemmingen of emoties Snel wisselende stemmingen Niet in staat zijn om plezier te ervaren Moeite hebben om eigen gevoelens te onderkennen en uit te drukken Sombere stemming, soms gepaard met lusteloosheid of onderdrukte boosheid (ontstemming) Abnormale opgewektheid Mildere vorm van depressie die al meerdere jaren aanhoudt (angst en depressiviteit) worden door de betrokkenen zelf als problematisch ervaren Positieve gevoelens (die overdreven en misplaatst zijn) worden door de omgeving als storend ervaren depressie rond zwangerschap en bevalling (‘peripartum’; vroeger postnatale depressie genoemd) herhaalde depressieve periodes in samenhang met de seizoenen (herfst en winter; vaak een winterdepressie) ernstige depressie met gevoelens van wanhoop en/of schuld, sterke vertraging dan wel opwinding, kan geen plezier ervaren mildere, maar chronische vorm van depressie met aanhoudend gedrukte stemming
Therapieresistente depressies Stemmingsstabilisatoren
Overgeneralisatie
hypomanie Gemaskeerde depressie fibromyalgie
CVS:
Gemaskeerde depressie Heteroamnese
Premenstruele stemmingsstoornis Disruptieve stemmingsdisregulatiestoornis
Bipolaire-I-stoornis Bipolaire-II-stoornis Cyclothyme stoornis bipolaire stoornis met psychotische kenmerken bipolaire stoornis met seizoensgebonden patroon
Langdurige stoornissen, die niet verbeteren met de geschreven aanpak Anti-epileptische middelen om terugval te voorkomen, blijft gebruik vaak levenslang noodzakelijk Vb. een vervelende gebeurtenis wordt beschouwd als een voorbode van nog veel meer ellende -> in het taalverwervingsproces wordt een regel toegepast in alle gevallen waar die niet in elke situatie toepasbaar is Mildere vorm van een het manische syndroom Wanneer tal van lichamelijke klachten of problemen aanwezig zijn Syndroom van chronische pijn- en stijfheidsklachten dat voldoet aan welomschreven criteria, zoals het voorkomen in meerdere delen van het bewegingsapparaat Chronische-vermoeidheidssyndroom: men voelt zich voortdurend moe en uitgeput en heeft allerlei overige lichamelijke klachten patiënten schrijven klachten toe aan lichamelijke ziekte i.p.v. depressieve stoornis Voor een goed beeld van de aard van de depressieve klachten is een uitvoerig interview met patiënt (anamnese) én liefst ook met verwanten (heteroanamnese) noodzakelijk Veel vrouwen zijn bekend met emotionele schommelingen rond de menstruatie nieuwe controversiële diagnose bij kinderen en adolescenten die al voor hun tiende levensjaar zeer prikkelbaar zijn en geregeld forse, herhaalde woede-uitbarstingen vertonen Meestal komen manische periodes afwisselend voor met even ernstige depressieve periodes ten minste één hypomanische periode en ten minste één depressieve periode afwisselend milde manische en milde depressieve periodes ernstige vorm van bipolaire-stemmingsstoornis met wanen en/of hallucinaties herhaalde (hypo)manische met depressieve periodes, in samenhang met de seizoenen (herfst en winter)
Stoornissen in gebruik van alcohol en drugs Psychoactieve stoffen
Chemische stoffen die leiden tot een verandering in psychische functies (bewustzijn, waarneming, denken, stemming)
Psycholeptica Psychoanaleptica Psychodysleptica Onder invloed zijn
Intoxicatie of vergiftiging
Problematisch gebruik/misbruik Verslaving/afhankelijkheid Tolerantie/gewenning (lichamelijke afh) Onthoudings-of ontrekkingsverschijnselen
Craving (‘zucht’, hunkering) (psychisch afh) Polydrugs of polymiddelgebruik 11 criteria
bagatelliseren adequate behandeling
Binge-drinken
alcoholonthoudingsdelier of delirium tremens
onthoudingsinsulten
een alcoholhallucinose wernickesyndroom Korsakovsyndroom
Foetaal alcoholsyndroom (FAS)
bewustzijnsverlagende middelen stimulerende middelen bewustzijnsveranderende middelen lichamelijke en /of psychologische effecten merkbaar zijn na gebruik van psychoactieve stoffen ernstige vorm van ‘onder invloed zijn’. Behandeling is dan vereist: detoxificatie (ontgifting) het functioneren thuis en op het werk wordt sterk negatief beïnvloed onbedwingbare dran...