CMOP-E & CPPF modellen PDF

Title CMOP-E & CPPF modellen
Author Sam Dhondt
Course Beroepsontwikkeling
Institution Hogeschool Gent
Pages 6
File Size 406.8 KB
File Type PDF
Total Downloads 42
Total Views 130

Summary

samenvatting modellen CMOP-E & CPPF
info uit boek + ppt...


Description

CMOP-E en CPPF Canadian Model of Occupational Performance and Engagement & Canadian Practice Process Framework

Model = een vereenvoudigde, samenvattende weergave van een theorie, waarin visie, missie en paradigma verwerkt zijn en de verbanden tussen de elementen visueel in een schema zijn weergegeven = ‘gids’ die de toepassing vd theorie richting geeft:  

het organiseren van kennis  inhoudsmodel maar ook om het toepassen van die kennis  procesmodel

Referentiekader: biopsychosociaal  p55 Referentiekader: socioecologisch  p244

Referentiekader: humanistisch  p13     

cliënt = centraal Beslissingen hangen af vd wensen en behoeften van de cliënt Interventies gebaseerd op activiteiten die betekenis hebben voor cliënten gelijkwaardigheid diversiteit

Ontstaan CMOP -

-

introductie door CAOT focus op kerndomein ergotherapie o occupational performance (uitvoering vh dagelijks handelen)  dynamische reactie vd persoon (person), de avtiviteiten (occupation) en de omgeving (environment) o cliëntgecentreerd werken aandacht van vergoten capaciteiten naar mogelijk maken vh dagelijks handelen interventies gericht op de omgeving

-

-

2007  CMOP uitgebreid tot CMOP-E o E = engagement  visie, op gezondheid, welzijn en rechtvaardigheid niet begrensd door uitvoering van dagelijks handelen (occupational performance) o Betrokkenheid bij het dagelijks handelen (occupational engagement)  belangrijk aspect van participatie van mensen Persoon (person) o Spiritualiteit  kern vd persoon  uniek voor het CMOP-E  huist in een persoon, wordt gevormd door de omgeving en geeft betekenis aan het dagelijks handelen  mensen erkennen als spirituele wezens = erkenning van hun intrinsieke waarden en respect voor hun overtuigingen, waarden en doelen  verkennen spiritualiteit vd persoon door te luisteren naar de cliënt, te spreken over hun leven en over de keuzes die ze maken  samen reflecteren op de dagelijkse handelingen die betekenisvol zijn  ‘zingeving’ o Affectief (affective)  Gevoelens vd persoon  Bevat:  sociale en emotionele functief  inter- en intrapersoonlijke factoren  Betreft gevoel en emotie die de persoon ervaart tijdens zijn dagelijks handelen dat hij alleen of samen met anderen uitvoert. o Cognitief (cognitive)  Het denken  Bevat:  Alle mentale functies: cognitief & intellectueel  Waarneming, concentratie, redeneren en oordeelsvermogen  Er wordt bij de persoon niet gekeken naar ene enkele functie als geheugen, maar naar het proces van denken gedurende het dagelijks handelen o Fysiek (physical)  Het ‘doen’  Omvat alle sensorische, motorische en sensomotorische functies  Er wordt bij de persoon niet gekeken naar de kwaliteit van spiertonus, maar naar de uitvoerende capaciteiten van de cliënt tijdens het dagelijks handelen

-

Dagelijks handelen (occupation) o Brug die de persoon met de omgeving verbindt  Individu beïnvloedt omgeving door uitvoeren van zijn activiteiten o Handelen gericht op:  Zelfzorg/zelfredzaamheid (self-care)  Productiviteit (productivity)  Ontspanning (leisure) o Meer dan uitvoeren van een activiteit  uitvoeren van activiteiten die betekenis hebben in een specifieke context o Complex proces: persoon voert betekenisvolle activiteiten uit in interactie met zijn omgeving  Complexiteit niet zichtbaar  betekenis, doelen, waarden en overtuigingen achter dagelijks handelen niet direct waarneembaar

 de betekenis die het handelen heeft wordt pas duidelijk wanneer een persoon daarover vertelt. -

Omgeving (environment) o Cultureel (cultural)  Etnische, raciale, ceremoniële en routinematige activiteiten/praktijken, gebaseerd op de ethiek en het waardesysteem van bepaalde groepen o Institutioneel (institutional)  Maatschappelijke organisaties en activiteiten/praktijken, waaronder beleid, besluitvormingsprocessen, en procedures.  Bevat economische aspecten zoals economische diensten, financiële prioriteiten, mogelijkheden voor vergoeding en subsidie, ondersteuning voor werknemers, juridische diensten en politieke aspecten  de door de overheid gesubsidieerde diensten, wetgeving en politieke praktijken o Fysiek (physical)  natuurlijke en bebouwde omgeving bestaande uit gebouwen, tuinen, wegen, transportvoertuigen, technologie, het weer, de natuur en andere objecten in de omgeving. o Sociaal (social)  Sociale prioriteiten aangaande alle elementen van de omgeving  patronen van relaties van mensen in een georganiseerde gemeenschap  sociale groeperingen gebaseerd op gezamenlijke interesses, waarden, attitudes en overtuigingen

Procesmodel CPPF -

Jaren 80: behoefte aan een procesmodel o Gedachtegang methodisch handelen aansluitend bij CMOP o Vertrekpunt: begrijpen vd cliënt als persoon, tijd nemen voor cliënt en niet te snel overgaan tot oplossen vh probleem.

Toepassing van CPPF  Om inzicht te geven in de stappen van het ergotherapeutisch behandelproces binnen een onderwijssetting wordt gebruik gemaakt van het procesmodel: Canadian Practice Process Framework (CPPF). 1. Enter/initiate: aangaan en starten vd relatie - Eerste gesprek met cliënt, gericht op: o Kennismaking met de cliënt en zijn systeem en eventuele stakeholders o Herkenning vd handelingsvraag door de cliënt en/of de stakeholders o Informatie over ergotherapie, de expertise vd ergotherapeut en de procedure vd interventie o Overleg met cliënt en gezamenlijk vaststellen van een indicatie voor ergotherapie 2. Set the stage: vormgeven aan de samenwerking van cliënt en ergotherapeut - Narratief interview met cliënt, gericht op o Begrijpen van waarden, overtuigingen, veronderstellingen, verwachtingen en wensen vd cliënt - Semigestructureerd interview, met bv. de COPM, om: o De belangrijkste moeilijkheden in het dagelijks handelen vast te stellen en te prioriteren o Een beeld te krijgen vd cliënt als handelend wezen o Een beeld te krijgen vd omgeving en context vd cliënt - Eindigt met het uitspreken vd wederzijdse verwachtingen en het gezamenlijk formuleren vd vragen ten aanzien van het handelen (occupational issues) en de mogelijke doelen (occupational goals) vd interventie 3. Asses/evaluate: in kaart brengen vd persoon-handelen-omgevingssinteractie - Ergotherapeut verricht nader onderzoek gericht op de persoon en op de omgeving om de vragen in het dagelijks handelen te begrijpen - Werkwijze (top-down): o Inventariseer de activiteiten die onderwerp zijn vd interventie, de wensen en dromen die de cliënt daarbij heeft en bereidheid tot veranderen vh dagelijs handelen o Observeer het uitvoeren van activiteiten vd cliënt in de natuurlijke omgeving

4.

5.

6.

7.

8.

o Gebruik assessments die zich richten op mogelijke verklaringen voor de handelingsvraag, ga na of er een fit is tss de persoonlijke capaciteiten, de eisen vd omgeving en het dagelijks handelen en inventariseer mediators, zoals motivatie, interesse, betekenis en effectiviteit, gebruik daarbij de Fit Chart o Inventariseer de sterke kanten en hulpbronnen vd cliënt en ergotherapeut, die een bijdrage knn leveren aan de interventie o Verwerk de gegevens, interpreteer de uitkomsten vd assessments en selecteer de beste verklaring ten aanzien vd handelingsvragen; dit gebeurt evidencebased en is gebaseerd op de Fit Chart o Informeer, formuleer en valideer met de cliënt de conclusies Agree on objectives and plan: onderhandelen over de uitkomsten en maken vh plan van aanpak - Gezamenlijk onderhandelen de cliënt en de ergotherapeut over: o De overeenstemming ten aanzien vd doelen en het plan van aanpak o De fit vd cliënt tss de persoonlijke, de omgevings- en de handelingsfactoren o De veranderingsrichting en mogelijke oplossingen o Invloed vd maatschappelijke en praktijkcontext op de mogelijke veranderingen en oplossingen o Het plan van aanpak, waarbij overeenstemming is over de doelen waaraan gewerkt gaat worden - Verder zijn in het plan van aanpak de volgende zaken vastgelegd: o De acties die ondernomen gaan worden o De personen die betrokken worden in het proces o Wie wat gaat doen o Waar de interventie plaatsvindt o Hoe de samenwerking er uitziet o Hoe de tijdsplanning zal zijn Implement plan: het plan uitvoeren door te handelen - Het plan van aanpak wordt uitgevoerd: o Betrek de cliënt in de gewenste activiteiten en probeer tot vooruitgang te komen o Maak gebruik van specifieke referentiekaders en interventies die geschikt zijn om de gewenste verandering in het dagelijks handelen te bewerkstellingen o Werk met betrokkenen stakeholders samen om het gewenste doel te behalen Monitory en modfy: in de gaten houden en zo nodig bijstellen - Uitvoeren vh plan van aanpak vraagt voortdurende gezamenlijke evaluatie vd gebruikte strategieën om te bekijken of deze bijdragen aan de vooruitgang vd cliënt richting het gewenste dagelijks hadnelen. - Consulteer, geef voorlichting, werk samen, pleit voor participatie en betrek de cliënt en de anderen om succes mogelijk te maken - Pas het plan aan of maak gezamenlijk een nieuw plan als dat nodig is Evaluate the outcome: evalueren vd uitkomsten vh plan van aanpak - Het gezamenlijk evalueren van de interventie en het meten van cliëntspecifieke uitkomsten, gebruik de COPM om veranderingen in de doelen vast te leggen Conclude / exit: afsluiten - Het gezamenlijk afsluiten vd interventie, waarbij de ergotherapeut de cliënt informeert over de mogelijkheden: o Om de ergotherapie opnieuw op te starten

o Van de doorverwijzing naar een andere hulpverlener

Methodisch handelen en gezamenlijke besluitvorming -

-

-

-

Belangrijke concepten in deze definitie: o Respect o Samenwerking o gezamenlijke besluitvorming o de waardering van de bijdrage van de cliënt. Aanwijzingen dat het cliëntgecentreerde uitgangspunt niet altijd in de praktijk wordt toegepast kritisch reflecteren op het eigen cliëntgecentreerd werken van ergotherapeuten  dit vindt plaats op een continuüm: een ergotherapeut kan altijd een stap nemen in nog meer cliëntgecentreerd bezig zijn. Shared decision making o Meer nadruk op gelijkwaardigheid en dialoog bij vormgeving vd ergotherapieinterventie o Actieve betrokkenheid of participatie in de besluitvorming o Belangrijk middel voor de cliëntgecentreerde professional  Stimuleert proces waarin de cliënt wordt geholpen de juiste eigen keuzes te maken tijdens de interventie o Uit onderzoek blijkt dat het werkt:  Cliënten beter geïnformeerd  Meer bewust van de voor- en nadelen van bepaalde keuzes  Voelen zich vaker tevreden en twijfelen minder aan genomen beslissing o Participatie in de besluitvorming  Het begrip ‘participatie’ kan bijgevolg op twee manieren worden geïnterpreteerd  enerzijds betekent het ‘deelnemen’ of ‘aanwezig zijn’  anderzijds betekent het ‘participeren in besluitvorming  ergotherapiepraktijk!  1. Bij de eerste betekenis ligt de nadruk op het participeren in de maatschappij, het meedoen in de samenleving  2. Bij de tweede betekenis heeft de ergotherapeut een attitude waarmee hij de cliënt betrekt in het proces van besluitvorming Shared decision making & participatieladder o Duidelijk maken op welk niveau van betrokkenheid men zich bevindt     

Beslissen/regie bij de cliënt Samenwerken Adviseren Raadplegen Informeren...


Similar Free PDFs