Diagnostisch verslag casus Selin kopie PDF

Title Diagnostisch verslag casus Selin kopie
Author Céline Bex
Course Practicum 2 SPP
Institution Thomas More
Pages 6
File Size 192.1 KB
File Type PDF
Total Downloads 40
Total Views 117

Summary

Diagnostisch verslag practicum SPP...


Description

Diagnostisch verslag casus Selin Practicum 2 SPP

1

1 . Ve r s l a g a a n m e l d i n g e n i n t a k e Selin is een Turks meisje, geboren op 20 mei 2007. Op 21 maart 2018 was de eerste consultatie, ze was toen 10 jaar en 10 maanden. Ze volgt onderwijs in basisschool De Vosberg te Rumst en zit in het vijfde leerjaar met een normaal schoolverloop. Het gezin bestaat uit een alleenstaande moeder met drie kinderen: twee zonen (14 en 17) en dochter Selin. De jonsgte zoon heeft een mentale handicap en volgt buitengewoon onderwijs. Selin is dus de jongste van het gezin. De vader is 2 jaar geleden overleden aan darmkanker. De moeder heeft twee jobs om het gezin te onderhouden, waardoor ze niet veel thuis is. Ook tilt ze zwaar aan de zorg van de jongste zoon. Op 2-jarige leeftijd verhuisde Selin met het gezin naar België, waardoor mama geen uitgebreid sociaal netwerk heeft. Selins mama melde haar dochter in maart 2018 aan bij het CLB via de zorgcoördinator An. Ze maakte zich zorgen over de socio-emotionele problemen die ze bij Selin thuis ervaart. Volgens moeder zit Selin niet goed in haar vel, heeft ze geen vrienden op school en verveelt ze zich regelmatig op schoolvrije dagen. Mama besloot om hulp te zoeken wanneer ze werd geconfronteerd met de doodwens van Selin. De klachten van Selin situeren zich op het gebied van sociaal-emotioneel functioneren (heeft een teruggetrokken en gesloten persoonlijkheid, zoekt geen contact tot leeftijdsgenoten en heeft weinig tot geen vriendschappen, wordt gepest en heeft hierdoor af en toe woede-uitbarstingen, reageert opstandig door weinig regelmaat en structuur thuis, vertoont depressieve klachten waaronder ook minderwaardigheidsgevoelens en een doodwens, heeft last van een onverwerkt verlies van de vader) alsook op haar werkhouding (moeite met zelfstandig werken in de klas en het beginnen aan een taak, zwakke concentratie en snel afgeleid, werkt niet door, haakt snel af, vaak niet aandachtig bij klassikale instructies, huiswerk maken verloopt stroef en hiervoor weinig motivatie) en ten slotte een achterstand op haar wiskundig redeneervermogen (zeer zwakke rekenvaardigheden en duidelijk moeite om te focussen op het rekenen). Op school wordt er een wekelijks zorgoverleg ingepland met meester Tim, zorgcoördinator An en psycho-pedagogisch werker Karel van het CLB. De leerkracht plaatste het pictogram ‘doorwerken’ op Selins bank om aan te wijzen. Daarnaast heeft hij haar vooraan in de klas aan de kant van de gang geplaatst, zodat ze minder afgeleid is. Ook stimuleert hij Selin extra en geeft hij haar complimentjes. Voor het rekenen geeft hij individueel extra uitleg en schrapt hij oefeningen. Toch geeft de meester aan dat de genomen aanpassingen niet meer voldoende zijn. Mama heeft geprobeerd om de TV uit te schakelen en de kinderen naar bed te sturen, maar botste op discussies. Nadat de vader stierf, volgde het gezin 6 maanden na zijn overlijden therapie om het verlies een plaats te kunnen geven. Er werd op school het LVS voor spelling, lezen en wiskunde afgenomen bij Selin. Dit gebeurde halfweg en op het einde van het derde leerjaar, alsook halfweg het vierde leerjaar. Dit toont aan op welk niveau ze zit en wat haar evolutie is. Hieruit blijkt dat ze zwak tot zeer zwak scoort op wiskundig vlak. In vergelijking met het derde leerjaar is ze hierop in het vierde leerjaar nog verder in achteruitgegaan. Voor lezen scoort ze goed en in spelling blinkt ze uit, ze scoort hierop zeer goed. Selins mama vraagt zich af wat er aan de hand is met haar dochter (onderkennende hulpvraag) en wat zij kan doen om haar te helpen (indicerende hulpvraag). Meester Tim vraagt zich af of Selin een aandachtsprobleem heeft (onderkennende hulpvraag) en hoe het met Selin haar intellect is gesteld (onderkennende hulpvraag). Meester Tim vraagt zich ook af of Selin volgend schooljaar naar het zesde leerjaar kan (indicerende hulpvraag). Ten slotte wil hij weten hoe hij ervoor kan zorgen dat Selin beter contact heeft met haar klasgenoten (indicerende hulpvraag).

2 . Ve r s l a g a a n v u l l e n d o n d e r z o e k Dit onderzoek wil nagaan of er sprake is van een verstandelijke beperking, dyscalculie en ADHD (Attention Dificit Hyperactivity Disorder/ Aandachts- Tekort-Stoornis met Hyperactiviteit), alsook depressieve klachten. Op basis daarvan kunnen de gestelde hulpvragen door de moeder en de meester beantwoord worden en kan er een afweging worden gemaakt van wat op vlak van opvoeding en onderwijs wenselijke aanbevelingen kunnen zijn. De onderzoeksresultaten kunnen worden teruggevonden in de bijlagen.

2

Om een diagnose verstandelijke beperking te kunnen vaststellen, moet er voldaan worden aan vier criteria: 1. Een IQ significant beneden het gemiddelde; 2. Een tekort in adaptieve vaardigheden; 3. Een aanvangsleeftijd voor 18 jaar; 4. Het uitvoeren van procesdiagnostiek. Vanuit de resultaten op de verschillende brede cognitieve vaardigheden (BCV), gemeten met de CoVaT-CHC Basisversie, wordt Selins algemene intelligentie (IQ/GCV) in kaart gebracht. Haar IQ is hoog-gemiddeld tot hoog in vergelijking met leeftijdsgenoten. Op de vloeiende intelligentie (Gf) – het probleemoplossend vermogen, behaalt ze een laag-gemiddeld tot gemiddeld resultaat t.o.v leeftijdsgenoten en een gemiddelde score t.o.v leerjaargenoten. Dit is een duidelijke relatieve zwakte binnen haar profiel. Selin geeft tijdens de subtest ‘Figuurreeksen’ aan dat ze het leuk vindt om eens iets anders te doen dan al die taken van de school. Ook zegt ze dat ze creatief is en graag tekent. Ze moet tijdens verschillen subtesten gestimuleerd worden om door te werken. De gekristalliseerde intelligentie (Gc) – de verworven kennis door scholing en culturele ontwikkeling en het kortetermijngeheugen (Gsm) – het vermogen om informatie vast te houden, te verwerken en te gebruiken op korte termijn, zijn bij haar gemiddeld tot hoog ontwikkeld t.o.v. leeftijdsgenoten. Op de gekristalliseerde intelligentie behaalt Selin een zeer hoge score t.o.v. leerjaargenoten en op het kortetermijngeheugen behaalt ze in vergelijking met deze groep een gemiddeld resultaat. Beiden zijn ze een normatieve sterkte en lichte relatieve sterkte binnen haar profiel. Uit de observatie blijkt dat de geheugentaken (Gsm) haar goed lukken. Bij het noteren van de woorden die ze onthouden heeft, schrijft ze ook heel wat woorden op die niet op de geheugenkaart stonden, maar wel tot dezelfde categorie behoren. De visuele informatieverwerking (Gv) – het waarnemen, begrijpen en bewerken van visuele patronen en stimuli, is gemiddeld ontwikkeld bij Selin in vergelijking met leeftijdsgenoten en gemiddeld ontwikkeld t.o.v. leerjaargenoten. Tijdens de observatie werd duidelijk dat ze de subtest ‘Gedraaide figuren’ helemaal niet leuk vond en ze was toen snel afgeleid. Ten slotte behaalt ze op verwerkingssnelheid (Gs) – de vaardigheid om eenvoudige cognitieve taken vloeiend en snel uit te voeren, een gemiddeld resultaat in vergelijking met leerjaargenoten. Selin vindt de subtest de ‘Geheime code’ leuk en werkt hierbij zeer geconcentreerd tot aan het einde. Om na te gaan of er bij Selin sprake is van dyscalculie, moeten de volgende drie criteria van toepassing zijn: 1. Achterstandscriterium: Een ernstige achterstand op een gestandaardiseerde rekentest voor het vlot/ accuraaat oproepen van rekenfeiten en/of toepassen van rekenprocedures. Dit is een score van minstens percentiel 10 ten aanzien van een een relevante vergelijkingsgroep; 2. Hardnekkigheidscriterium: De rekenproblemen zijn niet van voorbijgaande aard, zoals vastgesteld op verschillende meetmomenten in de tijd. Bovendien moet worden aangetoond dat adequate instructie en oefening er niet toe leidden dat de achterstand werd weggewerkt, dit gedurende een periode van minstens 6 maanden. 3. Exclusiviteitscriterium (milde vorm): De hardnekkige rekenproblemen zijn niet volledig toe te schrijven aan een ander probleem. Er werd alvorens het aanvullend onderzoek de LVS (LeerlingVolgSysteem) voor spelling, lezen en wiskunde afgenomen bij Selin. Voor wiskunde meet het hoe goed Selin rekenprocedures kan toepassen. Hieruit bleek dat ze op het einde van het vierde leerjaar zwak tot zeer zwak scoorde op wiskundig vlak. In het derde leerjaar scoorde ze hierop zwak, dus is ze nog verder achteruitgegaan. Selins meester gaf tijdens het intakegesprek aan dat ze het erg moeilijk heeft met wiskunde en zich er maar moeilijk op kan concentreren. Zijn extra stimulans en uitleg, alsook het schrappen van oefeningen lijken haar niet vooruit te helpen volgens hem. Tijdens het aanvullend onderzoek werd de CBCL (Child Behavior Checklist) afgenomen bij de moeder en de leerkracht. Deze vragenlijst gaat emotionele- en gedragsproblemen na alsook het functioneren bij kinderen en jongeren tussen 6 en 18 jaar. Op die manier kan worden nagegaan of er mogelijks een ander probleem aan de oorzaak ligt van haar rekenmoeiijkheden. Door zowel Selins mama als meester Tim werd op de schalen ‘Angstig/depressief’, ‘Teruggetrokken’ en ‘Aandachtsproblemen’ klinisch gescoord in vergelijking met Amerikaanse meisjes van 6 tot en met 11 jaar. Tijdens de intake gaven Selins moeder en meester aan dat ze een teruggetrokken, gesloten meisje is (niet willen spreken tijdens kringgesprekken, niet praten over gevoelens, op school veel alleen staan) die erg moeilijk haar aandacht erbij kan houden, zowel op school bij instructies, taken en toetsen als thuis bij het maken van huiswerk. Ook merkten ze op dat ze zich niet goed lijkt te voelen in haar vel (zie verder bij depressieve klachten in de laatste alinea). Op de schaal ‘Sociale

3

problemen’ geeft moeder aan dat Selin zich in subklinisch gebied bevindt en volgens de meester in klinisch gebied in vergelijking met dezelfde normgroep. Zo zegt moeder tijdens de intake dat Selin geen vrienden heeft en gepest wordt. De meester merkte ook op dat Selin geen vrienden heeft en af en toe woede-uitbarstingen heeft op de speelplaats. Op de schaal ‘Denkproblemen’ geven beiden een subklinische score in vergelijking met de normgroep. Selin scoort normaal op de subschalen ‘Lichamelijke klachten’, ‘Regel-overtredendgedrag’ en ‘Agressief gedrag’ volgens hen beiden in vergelijking met dezelfde normgroep. Om te onderzoeken of Selin mogelijks ADHD heeft ontwikkeld, dient er aan vijf criteria te zijn voldaan: 1. A criterium: Een persisterend patroon van onoplettendheid en/of hyperactiviteit-impulsiviteit dat interfereert met het functioneren of de ontwikkeling; 2. B criterium: Enkele symptomen van onoplettendheid en/of hyperactiviteit-impulsiviteit waren voor de leeftijd van 12 jaar aanwezig; 3. C criterium: Enkele beperkingen uit de groep symptomen zijn op twee of meer terreinen aanwezig (bijvoorbeeld op school en thuis); 4. D criterium: Er moeten duidelijke aanwijzingen zijn van significante beperkingen in het sociale en schools functioneren; 5. E criterium: De symptomen komen niet uitsluitend voor in het beloop van een pervasieve ontwikkelingsstoornis, schizofrenie of een andere psychotische stoornis en zijn niet eerder toe te schrijven aan een andere psychische stoornis (bijvoorbeeld stemmingsstoornis, angststoornis, dissociatieve stoornis of een persoonlijkheidsstoornis). Het zijn geen ernstige andere problemen waaraan de symptomen toegeschreven worden (milde exclusiviteit). Om de criteria na te gaan, hebben zowel de moeder als de leerkracht van Selin de VvGK (Vragenlijst voor Gedragsproblemen bij Kinderen van 6 tot en met 16 jaar) ingevuld. Deze vragenlijst gaat na of en in welke mate symptomen van ADHD (aandachtstekort en hyperactiviteit/ impulsiviteit), ODD (oppositioneel opstandige gedragsstoornis) en CD (gedragsstoornis) bij Selin aanwezig zijn. Om Selins resultaten te interpreteren, werd er gebruik gemaakt van de vergelijkingsgroep van ‘Vlaamse ouders 10 jaar basisonderwijs meisjes’ en ‘Vlaamse leerkrachten 10 jaar basisonderwijs meisjes’. Zowel Selins mama als haar meester gaven een klinsische score aan op de schaal ‘Aandachtstekort’. Op de overige schalen ‘Hyperactivitieit/ impulsiviteit’, ‘ODD’ en ‘CD’ zit Selin niet in afwijkend gebied. Binnen het onoplettende beeld van ADHD passen enkele symptomen van Selin die tijdens het intakegesprek werden aangehaald door haar mama en leerkracht. Zo heeft ze moeite om haar aandacht bij taken te houden, lijkt ze niet te luisteren bij klassikale instructies, maakt ze taken niet volledig af, heeft ze moeite met het organiseren van taken en activiteiten (zelfstandig werken) en is ze snel afgeleid door wat er om haar heen gebeurt volgens haar meester. Mama geeft aan dat ze moeilijk haar aandacht bij haar huiswerk kan houden. Ook zegt mama dat haar dochter aangeeft dat ze geen inspanning ervoor wil doen, omdat ze zegt het niet te kunnen (vermijden van langdurige geestelijke inspanning). Ook werd de CBCL (Child Behavior Checklist) afgenomen bij de moeder en de leerkracht om na te gaan of er mogelijks een ander probleem aan de oorzaak ligt van haar aandachtsprobleem (zie bovenstaande alinea over dyscalcullie voor de onderzoeksresultaten en relevante intakegegevens). Als er moet worden vastgesteld of Selin depressieve klachten heeft, moet ze minstens een score van 16 behalen op de CDI (Childrens’ Depression Inventory) voor 8 tot 18-jarigen. Deze test peilt naar de cognitieve, affectieve en gedragsmatige symptomen van depressie en kan zo nagaan of er depressieve klachten aanwezig zijn. Uit de afname blijkt dat ze geen depressieve klachten vertoont. Hoewel mama aangeeft dat ze af en toe somber is, slecht eet en slaapt, zich niet goed voelt in haar vel, geregeld verveling optreedt op vrije momenten en haarzelf niet waardevol vindt en liever dood wil zijn. Bovendien merkte de meester op dat ze vaak met donkere kleuren tekent. De problemen op vlak van sociaal-emotioneel functioneren, werkhouding en een achterstand op haar wiskundige vaardigheden bemoeilijken de opvoedings- en onderwijssituatie. Er komen een aantal protectieve factoren naar boven in Selins situatie. Ze groeit op in een gezin waar haar moeder erg bekommerd om haar is en hulp zocht wegens blijvende bezorgdheden. Zo wil ze weten wat er aan de hand is en hoe ze haar dochter kan helpen. De meester geeft aan dat Selin een zachtaardige, nieuwsgierige persoonlijkheid heeft. Bovendien heeft hij een goede band met haar en voelt ze zich veilig bij hem. Ook is ze erg creatief, want tekenen en zingen doet ze graag. Ten slotte is ze erg taalvaardig

4

volgens meester Tim. Ook de meester heeft het beste met haar voor, want hij voorzag bepaalde aanpassingen om haar zo goed mogelijk te doen ontwikkelen.

3 . Conclusie / int e g r at ie f b ee ld Dit onderzoek wilde nagaan of er sprake is van een verstandelijke beperking. Uit de resultaten blijkt dat er niet is voldaan aan het eerste criterium, want Selin heeft geen intelligentievermogen significant onder het gemiddelde. Hierdoor moet er niet meer worden nagegaan of de andere drie criteria: een tekort in adaptieve vaardigheden, een aanvangsleeftijd voor 18 jaar en uitgevoerde procesdiagnostiek, wel of niet voldaan zijn. Bij een verstandelijke beperking moet er nl. aan alle criteria voldaan zijn. Ook werd er onderzocht of er dyscalculie bij Selin aanwezig is. Aan het achterstandscriterium voldoet Selin, aangezien ze op het einde van het vierde leerjaar zwak tot zeer zwak scoort op de LVS voor wiskunde. Maar deze test kan enkel nagaan of Selin vlot/ accuraat rekenprocedures kan toepassen. Er is nog verder onderzoek nodig om na te gaan hoe het gesteld is met het oproepen van rekenfeiten, mogelijks heeft ze hier ook moeite mee. Het hardnekkigheidscriterium is nog niet bevestigd, want verder onderzoek is nodig om na te gaan of de rekenproblemen niet van voorbijgaande aard zijn, alsook om te onderzoeken of adequate instructie en oefening van minstens 6 maanden de achterstand niet kunnen wegwerken. Ten slotte is verder onderzoek aangewezen om na te gaan of de rekenproblemen van Selin niet volledig zijn toe te schrijven aan een ander probleem. Zo kan er achterhaald worden of er aan het exclusiviteitscriterium is voldaan. Uit het intelligentieonderzoek met de CoVaTCHC Basisversie kan er wel een verstandelijke beperking uitgesloten worden. De resultaten van de CBCL geven weer dat ze klinisch scoort op de schalen ‘Angstig/ Depressief’, ‘Aandachtsproblemen’ en ‘Teruggetrokken’, mogelijks ligt dit aan de oorzaak van haar rekenmoeilijkheden. Uit al deze gegevens kan de aanwezigheid van dyscalculie bij Selin nog niet bevestigd worden. Daarnaast werd er onderzoek verricht om vast te stellen of er sprake zou kunnen zijn van ADHD bij Selin, met een vermoeden van het onoplettend beeld. Hieruit blijkt dat aan het eerste criterium voor de aanwezigheid van een persisterend patroon van onoplettendheid en/of hyperactiviteit-impulsiviteit is voldaan. Dit blijkt uit de afname van de VvGK die aangeeft dat ze klinisch scoort op ‘Aandachtstekort’, alsook uit de afname van de CBCL waarbij ze in klinisch gebied zit voor ‘Aandachtsproblemen’. Ook voldoet ze aan het tweede criterium die stelt dat de symptomen aanwezig moeten zijn voor haar twaalfde levensjaar, gezien haar 10-jarige leeftijd. Bovendien kan het derde criterium ook bevestigd worden, want haar symptomen van onoplettendheid en/ of hyperactiviteit zijn zowel thuis als op school aanwezig. Zowel Selins mama en meester gaven dit aan tijdens het intakegesprek. Aan het vierde criterium, dat inhoud dat de symptomen het sociaal en/ of schools functioneren sterk belemmeren, is ook voldaan. Dit blijkt uit de intakegegevens van Selins moeder en meester. Ten slotte werd er niet voldaan aan het vijfde criterium, want er kan niet worden uitgesloten of er een ander probleem aan de grondslag ligt voor haar symptomen. Dit omwille van de onderzoeksresultaten van de CBCL die aantoont dat ze klinisch scoort op ‘Angstig/depressief’ en ‘Teruggetrokken’ volgens mama en meester Tim, alsook een subklinische (volgens mama) en klinische score (volgens de leerkracht) heeft voor ‘Denkproblemen’ en ‘Sociale problemen’. De aanwezigheid van ADHD met het overwegend onoplettende beeld kan zo nog niet bevestigd worden, waardoor verder onderzoek van belang is. Ten slotte werd er onderzoek gedaan naar de depressieve klachten van Selin. Uit het resultaat van de CDI is gebleken dat ze niet afwijkend scoort en er dus geen depressieve klachten aanwezig zijn. Toch scoort Selin klinisch op de schaal ‘Angstig/ depressief’ bij de afname van CBCL en ook moeder haalt de depressieve klachten van Selin aan. Volgens haar zit haar dochter niet goed in haar vel en dit verontrust haar. Verder onderzoek is sterk aanbevolen. 5

Kort samengevat heeft Selin geen verstandelijke beperking. Er kan nog niet bevestigd worden of ze dyscalculie en ADHD heeft, daarvoor is verder onderzoek nodig. Selin heeft geen depressieve klachten volgens de CDI, maar dit wordt tegengesproken door de afname van de CBCL en de informatie die de moeder gaf. Ook hier is verdergaand onderzoek voor nodig. De aandachtsproblemen die Selin ervaart, kunnen versterkt worden door haar depressieve klachten. Deze depressieve klachten kunnen mogelijks in stand worden gehouden door het onverwerkt verlies van haar vader, haar gesloten en teruggetrokken persoonlijkheid, de weinige vriendschappen en het pesten, alsook door de thuissituatie waarbij de moeder weinig beschikbaar is omwille van twee jobs en de zorg voor de jongste zoon met een handicap. Haar zwakke rekenvaardigheden kunnen veroorzaakt worden door haar aandachtsprobleem en/of haar depressieve klachten.

6...


Similar Free PDFs