Casus 1 PDF

Title Casus 1
Course Topics economisch recht
Institution Karel de Grote Hogeschool
Pages 3
File Size 57.4 KB
File Type PDF
Total Downloads 103
Total Views 145

Summary

Download Casus 1 PDF


Description

Casus 1 a) Een mogelijkheid is de huurovereenkomst onderling te laten beëindigen (art. 3 lid 4 HHW). Belangrijk is dat de beëindiging wordt vastlegt in een authentieke akte of dat de partijen een verklaring afleggen voor de vrederechter. De huurder alleen kan in de 1e maand van het 5e jaar niet overeenkomst niet laten beëindigen. Hij kan dit ten vroegste in het 3e jaar en dient 6 maand van tevoren de vooropzeg te laten betekenen door middel van een aangetekende brief of een deurwaardersexploot. Het beding dat is opgenomen in de akte komt overeen met de HHW. De huurder is geen uitleg verschuldigd en dient ook geen vergoeding te betalen aan de verhuurder. De verhuurder alleen kan de huurovereenkomst niet vroegtijdig beëindigen, aangezien er geen expliciete bepaling zijn opgenomen in de huurovereenkomst (art. 3 lid 5 HHW) b) We vinden geen verbod op onderverhuring terug in de huurovereenkomst. We vallen terug op het gemene huurrecht (art. 1717 lid 1 BW). c) vraag: geldt artikel 13 ook voor kleine werken? Verbouwingswerken zijn toegelaten mits een procedure. De huurder moet aan de verhuurder per aangetekende brief of bij deurwaardersexploot een aanvraag richten om tot de uitvoering van de voorgenomen werken over te gaan. De verhuurder heeft vanaf datum van ontvangt 30 dagen om zich te verzetten, ook per aangetekende brief of deurwaardersexploot. De verhuurder heeft steeds toegang tot de werken. De werken worden op kosten en risico van de huurder uitgevoerd. De verhuurder heeft in handelshuurovereenkomst opgenomen om ofwel de aanpassingen te verwijderen ofwel om de aanpassingen te behouden en hiervoor een vergoeding te betalen. Dit is mogelijk aangezien artikel 9 HHW van aanvullend recht is. d) Onderhoud en herstel van de leidingen zijn verbonden aan het gebruik en niet de eigendom. Volgens het gemene huurrecht is het vrij te bepalen wie welke kosten op zich neemt. In de huurovereenkomst werd opgenomen dat de huurder hiervoor instaat. (art. 1754 BW)

e) Het is de verplichting van de verhuurder om het goed in goede staat. Art. 1730 BW voorziet in de verplichting om een plaatsbeschrijving uit te voeren. Dit is in dit geval gebeurd. Bij teruggave van het goed kan men op basis van deze beschrijving vaststellen of er ongebruikelijke schade is opgetreden, welke dan door de huurder vergoed moet worden.

Casus 1: notities oplossing 1) Huurder: OK zie geschreven notitie Verhuurder: OK zie geschreven notitie 2) Art. 10 HHW en art. 16 huurovereenkomst 3) Art. 7 en 9 HHW + 13 huurovereenkomst De huurovereenkomst primeert op artikel 9 HHW 4) Art. 15 huurovereenkomst 5) plaatsbeshc...


Similar Free PDFs