Casus Mevr Janssen- verbetersleutel PDF

Title Casus Mevr Janssen- verbetersleutel
Author Jolien H
Course Inleiding en theorie in de verpleegkunde
Institution Thomas More
Pages 8
File Size 185.7 KB
File Type PDF
Total Downloads 60
Total Views 144

Summary

Verbetersleutel casus...


Description

1Casus Mevrouw Janssen 2 3

4Mevrouw Janssen is sinds 10 dagen opgenomen in een algemeen ziekenhuis. Na een 5bloedname en CT-scan van de hersenen stelde Dr. Peeters de diagnose vast: CVA. 6Mevrouw Janssen is 68 jaar, is 1.65m groot en weegt 85 kg (2). 7Zij is in het verleden zelden ziek geweest en heeft enkel last van hypertensie waarvoor ze 8regelmatig bij de huisarts op controle gaat (1) en medicatie inneemt. Ze volgt haar zoutarm 9dieet nauwgezet op. (dieet = 2 ; nauwgezet wijst op therapietrouw=1) 10 11 Voor haar ziekenhuisopname was ze nog heel vitaal (4) en ze nam allerlei activiteiten op. Zo 12zorgde zij voor haar 2 schoolgaande kleinkinderen (8) bij ziekte en tijdens de vakantie. Ze is 13samen met haar man (8) ook lid van een wandelclub (hobby=4; sociaal netwerk=8) en zingt bij 14het kerkkoor (hobby=4, sociaal netwerk=8; religie=11). Op dit ogenblik is mevrouw opgenomen 15op kamer 6 van de geriatrische afdeling, dit is een 4-persoonskamer. De briefing is net achter 16de rug, het is 8 u ‘s morgens. Van de collega met nachtdienst heb je net vernomen dat 17Mevrouw Janssen goed geslapen (5) heeft. 18 19Het verpleegdossier geeft je ook wat meer informatie over haar situatie: 20 - Ze heeft nog bewegingsstoornissen in haar rechter arm en been (mevrouw is 21 22 23 24 25

rechtshandig) -

ietwat gebruiken. -

Mevrouw zit veel op in de zetel. (regel17-21=mobiliteit=4)

-

Er zijn geen spraakstoornissen (taalvermogen=6) , maar wel verslikt (2) mevrouw zich

26 27

nog gemakkelijk. Haar bloeddruk schommelt rond 18/12 cmHg en is moeilijk onder controle te krijgen.

28 29

-

30

-

Sinds de CVA is ze incontinent voor urine (3). Ze voelt soms nog aandrang, maar kan dan onvoldoende lang ophouden om tijdig het toilet te bereiken.

31 32 33 34

Ze kan reeds korte afstanden afleggen met een looprekje. Haar rechterhand kan ze

Ze kan haar situatie moeilijk aanvaarden (coping=10). Ze is weemoedig (7) en vindt dat haar revalidatie erg traag verloopt (1).

-

Mevrouw krijgt regelmatig bezoek van haar echtgenoot, haar dochter en de 2 kleinkinderen. Ook de vele vrienden en kennissen komen regelmatig langs (8). Toch zegt ze zich buiten de bezoekuren vaak te vervelen (4).

35

1 2 Theorie van de verlpeegkunde 3 C. Hoing

1

36  1e fase SVH = gegevensverzameling: Verzamel de relevante gegevens en maak daarbij 37 een onderscheid tussen administratieve, medische en vpk gegevens (bv. met 38 kleurcodes). 39  Vpk gegevens structureer je mbv de 11 functionele gezondheidspatronen van Gordon. 40 Zie nummers 41 42  Gebaseerd op de gegevens kan je als verpleegkundige een aantal verpleegproblemen of 43 verpleegkundige diagnoses formuleren. Je krijgt er één cadeau: de patiënt is 44 incontinent voor urine ten gevolge van de CVA. 45  Dit is de 2e fase: verpleegproblemen of verpleegdiagnoses benoemen 46 47 48 TIP: In de inhoudstafel vooraan merk je dat alle vpk diagnosen ivm incontinentie onder 49 de cluster ‘mictie’ staan. Mocht je willen zoeken via patronen Gordon: op 50 overzichtkaartje vpk diagnosen of p37 Carpenito-Moyet (2012) of bijlage A Carpenito51 Moyet (2017) kijk je bij patroon 3 ‘uitscheiding’ en zie je dat je bij de letter M van mictie 52 moet zoeken. 53 54 Patiënt is incontinent voor urine (actueel verpleegprobleem) 55 56 Probleemomschrijving: Functionele incontinentie: voortijdige urinelozing vanwege moeite 57 hebben of niet in staat zijn om tijdig het toilet te bereiken (Carpenito, 2017) 58  Maak dus zo een onderscheid met andere vormen van incontinentie 59 60 61

Ethiologie: verminderd vermogen om prikkels vanuit de blaaswand te onderkennen t.g.v. cerebrovasculair accident, verminderde mobiliteit, eventueel omgevingsfactoren (bv. toilet op te grote afstand, moeilijke doorgang met rollator)

62 63

Symptomen: Incontinentie/ voortijdige urinelozing voor of tijdens poging om het toilet te bereiken

64

 De PES-structuur helpt na te gaan of je de correcte vpk diagnose hebt geselecteerd

65 66 67 68 69 70 71

 Formuleer volgens de RUMBA-eisen de gewenste resultaten (doelstelling) omtrent de vpk diagnose patiënt is incontinent voor urine. (= 3e fase van het SVH) D: Doelstelling Hier best werken met een doel op langere termijn en een tussendoel op kortere termijn:

72

Korte termijn: bv. binnen 1 dag

73

Doelstelling: De hinder ten gevolge van de incontinentie beperken

74 75 76

Evaluatiecriteria: de huid vertoont geen vocht- of verwekingsletsels (=maceratie); Pt. zegt geen last te ondervinden van de incontinentie, er is geen urinegeur waarneembaar, …

4 5 Theorie van de verlpeegkunde 6 C. Hoing

2

77 78

Langere termijn: binnen 6 weken:

79 80

Doelstelling: Patiënt voelt sneller aandrang en kan tijdig het toilet bereiken. Of De patiënt is niet, korter of minder vaak incontinent.

81 82 83

Evaluatiecriteria: patiënt heeft max. 1x/dag een ongelukje, patiënt kan overdag tijdig het toilet bereiken, pt gebruikt de juiste hulpmiddelen om zich te verplaatsen en zich tijdig aan en uit te kleden bij mictie, …

84 85 86

TIP: Je zorgt ervoor dat het geheel van doelstelling, evaluatiecriteria en termijn ‘RUMBA’ of ‘SMART’ is  Relevant, Understandable, Measurable, Behavioral en Attainable of Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Tijdsgebonden en Relevant.

87 88 89 90 91 92

 Stel nu een planning op ifv dit doel (= 4e fase van het SVH) I: Interventies

Fase 4a: Planning

93 94 95 96 97

Zorgen voor aangepast incontinentiemateriaal in samenspraak met de Pt. (hier een betere keuze dan het plaatsen van een blaassonde gezien het extra risico op infectie en het feit dat dit de mobiliteit van deze dame nog meer zal belemmeren)

98 99

Aantasting van de huid (maceratie) voorkomen door het uitvoeren van intiem toilet na incontinentie, eventueel aanbrengen van beschermende spray (bv. cavillon ®)

100 101

Belemmeringen om het toilet te gebruiken verkleinen: bv. toiletstoel op de kamer voorzien of doorgang naar toilet verbeteren

102 -

Makkelijke kleding voorzien zodat pt deze zelf makkelijker kan aan- en uitdoen

103 104 105

Mictietraining: pt. om de 2 uur de kans geven om naar toilet te gaan. Indien pt gedurende deze 2 u geen ongelukje heeft, de frequentie verlengen: bv. om de 3 uur en na de maaltijden, …

106 107

Pt. uitleggen dat het niet verstandig is minder te drinken omdat men bang is om een ongelukje te hebben (min. 1,5l/24u)

108 -



109 110 111 112 113 114 115

Fase 4b: Uitvoeren van de vpk interventies = actie en observatie Hier komt normaal gezien concrete informatie over de handelingen die werden uitgevoerd en de observaties die daarbij gebeurden. Nu niet mogelijk bij deze ‘papieren patiënt’.

116

 Wat is de laatste fase van het verpleegproces?

117

 Wat heb je nodig om deze fase goed te kunnen doorlopen?

7 8 Theorie van de verlpeegkunde 9 C. Hoing

3

118 119 120 121 122 123 124 125 126 127 128 129 130 131 132 133 134 135 136

E: Evaluatie is de 5de en laatste fase van het SVH of verpleegproces Productevaluatie: is het doel bereikt? Met andere woorden teruggrijpen naar de evaluatiecriteria: Zegt Pt. tevreden te zijn van het aangeboden incontinentiemateriaal? Is er sprake van maceratie of niet? Hoeveel ongelukjes heeft Pt. per dag? Procesevaluatie: hoe zijn de interventies verlopen? Hebben we het als verpleegkundigen goed aangepakt? Bv. Voor welk incontinentiemateriaal werd gekozen? Hier best 2-delig systeem in functie van de mobiliteit en zelfredzaamheid van de Pt. Werd telkens na een ongelukje een intiem toilet uitgevoerd of waren er belemmeringen? Welke beschermmiddelen werden aangebracht op de huid? …

 Voor een degelijke evaluatie heb je nieuwe, bijkomende gegevens nodig: zo start de cyclus van het SVH opnieuw. Bij deze ‘papieren patiënt’ zijn er geen nieuwe gegevens beschikbaar.

138 139  Werk een 2e verpleegprobleem naar keuze uit: 140 141 142 Fase 2: Verpleegprobleem: Risico op huidbeschadiging/decubitus (potentieel probleem) 143 144 TIP: In de inhoudstafel vooraan merk je een cluster ‘weefselbeschadiging’. Mocht je 145 willen zoeken via patronen Gordon: In bijlage A (Carpenito-Moyet, 2017) of op 146 overzichtkaartje vpk diagnosen of p37 Carpenito-Moyet (2012) kijk je bij patroon 2 147 ‘stofwisseling’ en zie je dat je bij de letter ‘W’ van weefselbeschadiging moet zoeken. Zo kies je de best passende verpleegkundige diagnose ‘Risico op doorligplekken/decubitus’ 148 (voor de versie 2017) of ‘risico op huidbeschadiging (versie 2012). 149 150 151 152Versie 2012: 153 Probleemomschrijving: Risico op/verhoogde kans op/gevaar voor… (duidelijk aangeven dat 154 het een potentieel vp-probleem betreft) laesie van lederhuid en/of opperhuid. 155 156 157 158

Ethiologie: Verminderde mobiliteit tgv CVA en veel opzitten in de zetel Chemisch trauma tgv uitscheidingsproducten (incontinentie voor urine, wat verweking van de huid tot gevolg heeft, dit is een beïnvloedende factor, GEEN oorzakelijke factor voor decubitus!)

10 11Theorie van de verlpeegkunde 12C. Hoing

4

159 160 161

Symptomen: momenteel nog geen symptomen aanwezig (potentieel probleem) mogelijke symptomen: niet wegdrukbare roodheid, pijn, huidbeschadiging, ... ter hoogte van de drukpunten (hier voornamelijk de stuit aangezien mevrouw veel opzit in de zetel)

162 163 164Versie 2017: 165 Probleemomschrijving: verhoogde kans op gelokaliseerde beschadiging van de huid en/of 166 onderliggend weefsel, meestal ter hoogte van een botuitsteeksel, als gevolg van druk of 167 druk in samenhang met schuifkracht. 168 169 170 171 172

Ethiologie: Verminderde mobiliteit tgv CVA en veel opzitten in de zetel Chemisch trauma tgv uitscheidingsproducten (incontinentie voor urine, wat verweking van de huid tot gevolg heeft, dit is een beïnvloedende factor, GEEN oorzakelijke factor voor decubitus!) Gebruik Bradenschaal, Nortonschaal, … voor risico-inschatting zie vp-dossier.

173 174 175

Symptomen: momenteel nog geen symptomen aanwezig (potentieel probleem) mogelijke symptomen: niet wegdrukbare roodheid, pijn, huidbeschadiging, ... ter hoogte van de drukpunten (hier voornamelijk de stuit aangezien mevrouw veel opzit in de zetel)

176 177 178 179 180 181 182 183 184 185 186 187 188 189 190 191 192 193 194 195 196 197 198

Fase 3: DOEL + Evaluatiecriteria + termijn: Doelstelling: Decubitus voorkomen of De patiënt heeft een gezonde huid zonder doorligplekken. EC: Er is geen roodheid, pijn, huidbeschadiging of andere tekenen van decubitus thv de drukpunten. Termijn: tijdens de revalidatie ook goed: zolang mevrouw minder mobiel is of gedurende de hospitalisatie

Fase 4: INTERVENTIES

Fase 4a: Planning - pas preventie toe: wisselhouding/4u - aan patiënt het belang uitleggen van regelmatig van houding te veranderen (voorlichting) - frequente observatie drukpunten: voor de stuit bij iedere vervanging van het incontinentiemateriaal, andere drukpunten bij ochtendzorgen - anti-decubitusmatras aanbrengen en eventueel antidecubituskussen voor in de zetel - mobiliteit bevorderen door rollator in de buurt te houden en netwerk te betrekken om mevrouw tot korte wandelingen te stimuleren - zorgen voor eiwitrijke voeding - ...

13 14Theorie van de verlpeegkunde 15C. Hoing

5

199 200 201 202 203 204 205 206 207 208 209 210 211 212 213 214 215 216

Fase 4b: Uitvoeren van de vpk interventies = actie en observatie Hier komt normaal gezien concrete informatie over de handelingen die werden uitgevoerd en de observaties die daarbij gebeurden. Nu niet mogelijk bij deze ‘papieren patiënt’.

Fase 5: Evaluatie: (niet concreet mogelijk wegens ontbreken van bijkomende gegevens / observaties) Productevaluatie: is het doel bereikt? Met andere woorden: heb je decubitus kunnen voorkomen? Is er geen sprake van roodheid, pijn, ontvelling … thv de drukpunten? Procesevaluatie: hoe zijn de interventies verlopen? Hebben we het als verpleegkundigen goed aangepakt? M.a.w. werd de wisselhouding strikt om de 4u toegepast? Werd antidecubitusmateriaal gebruikt? Zo ja, welk? Werd patiënt en familie ingelicht over de verschijnselen van decubitus en mogelijke preventieve maatregelen? …

217  Werk een 3e verpleegprobleem naar keuze uit: 218 219 220 Fase 2: Verpleegprobleem: Patiënt is weemoedig en kan de situatie moeilijk aanvaarden 221 (actueel probleem)  zie patroon 7 zelfbeleving  vpk diagnose ‘Machteloosheid’. 222 223Versie 2012: 224 Probleem: Geen of onvoldoende controle hebben over gebeurtenissen en omstandigheden 225 waarbij vooruitzichten, doelen en levensstijl worden beïnvloed. 226Versie 2017: 227 Probleem: Geen of onvoldoende controle hebben over een situatie, waarbij het gevoel 228 aanwezig is dat eigen acties niet of nauwelijks invloed hebben. 229 230

Ethiologie: sterke achteruitgang zelfstandigheid/geen ADL kunnen verrichten t.g.v CVA, gevoel greep te verliezen en beperkingen zien voor de manier van leven tgv CVA

231 232 233

Symptomen: Pt. zegt dat ze de situatie moeilijk kan aanvaarden en dat ze vindt dat de revalidatie erg traag verloopt (openlijke uiting van ontevredenheid), weemoedigheid, gelatenheid, ...

234 235 236 237 238

Fase 3: DOEL + EC + termijn: Doelstelling: Pt. is minder weemoedig of Pt. kan de situatie aanvaarden, of Pt. neemt beslissingen over de eigen verzorging en neemt de situatie weer meer in handen, of Pt. benoemt vermogens om de situatie onder controle te hebben of te beïnvloeden, …

16 17Theorie van de verlpeegkunde 18C. Hoing

6

239 240 241 242 243 244

EC: (evaluatiecriteria): - Pt zegt zich minder weemoedig te voelen - Pt zegt de revalidatie beter te zien zitten - Pt geeft aan terug meer greep te krijgen op de situatie - Pt stelt vragen over keuzemogelijkheden en neemt beslissingen zelf Termijn: bv. na een paar dagen of binnen de week

245

Fase 4: interventies

246 247 248 249 250 251 252 253 254 255 256

Fase 4a: Planning

257 258 259 260 261 262 263 264 265 266 267

- Gevoelens bespreekbaar maken. Eventueel Pt. stimuleren om dit met iemand van de kennissenkring of familie te bespreken/netwerk betrekken - zorgen dat mevr. zicht krijgt op de revalidatie en dat het normaal is dat dit enige tijd kan duren - vooruitgang benoemen - afleiding voorzien: bv. TV, tijdschriften, contact met medepatiënten bevorderen, … - Pt. invloed geven op haar omgeving en beslissingen laten nemen - regelmatig binnenspringen buiten de bezoekuren en nagaan hoe Pt het stelt - de tijd nemen om vragen van Pt te beantwoorden - ...

Fase 4b: Uitvoeren van de vpk interventies = actie en observatie Hier komt normaal gezien concrete informatie over de handelingen die werden uitgevoerd en de observaties die daarbij gebeurden. Nu niet mogelijk bij deze ‘papieren patiënt’.

Fase 5: Evaluatie Productevaluatie: is het doel bereikt? Met andere woorden: teruggrijpen naar de evaluatiecriteria Procesevaluatie: hoe zijn de interventies verlopen? Hebben we het als verpleegkundigen goed aangepakt?

268

269Literatuurlijst: 270 271Carpenito-Moyet, L.J. (2012). Zakboek verpleegkundige diagnosen. Groningen/Houten: 272Noordhoff Uitgevers. 273 274Carpenito-Moyet, L.J. (2017). Zakboek verpleegkundige diagnosen. Groningen/Houten: 275Noordhoff Uitgevers. 19 20Theorie van de verlpeegkunde 21C. Hoing

7

276 277Geurden, B & Van Hemel, L. (2012). De verpleegkundige als organisator van zorg. 278Antwerpen/Apeldoorn: Garant.

22 23Theorie van de verlpeegkunde 24C. Hoing

8...


Similar Free PDFs