Eerste hulp PDF

Title Eerste hulp
Course Verpleegkundig handelen 2
Institution Hogeschool Gent
Pages 25
File Size 726.4 KB
File Type PDF
Total Downloads 64
Total Views 134

Summary

Download Eerste hulp PDF


Description

1. EERSTE

HULP

II

Herhaling 1. Basisprincipes ● Nuchter houden tenzij het gaat om uitdroging ● Niet verplaatsen als het niet nodig is …. 2. Vier stappen 1) Benadering van de situatie/zorg voor de veiligeheid (eigen veiligheid) 2) Bewustzijn controleren + ademhaling 3) Alarmering 4) Reanimatie of stabiele zijligging (verlening van verdere eerste hulp)

Nieuw

1. bloedingen = Is het vrijkomen van bloed na een beschadiging aan een bloedvat (elk bloedvat in het lichaam betreden) 

Verschillende oorsprong hebben: o Haarvaten o Aderlijke bloeding o Slagaderlijke bloeding

1.1. Soorten bloedingen ●

-

Inwendige bloeding = Bloedvaten beschadigd zijn  Waarbij de bloeding niet naar buiten treedt. = Bloedverlies in het lichaam Voorbeelden: ❏ Bauwe plek (niet ernstig) ❏ Hersenbloeding, hartaderbreuk (ernstig) ❏ Bloeding ten gevolge van bekkenbreuk of dijbeenbreuk ❏ Bloeding van de milt of lever Borstkasttrauma: o Aorta – longen Buiktrauma: SHOCK o Lever – Milt – Nieren Bekkentrauma o Geen stelping mogelijk ALARMEER VROEGTIJDIG Voorbeeld: bekkentrauma

1

-

1.2.

Bloeding is meestal niet waar te nemen, naast de omstandigheden van het ongeval, bepaalde tekenen waaruit men kan afleiden  Vermoedelijk inwendige bloeding Bijvoorbeeld: pijn in de buikstreek  Inwendige bloeding  zwelling en pijn van dijbeen



Uitwendige bloeding = Gevolg van een verwonding van de huid  Waarbij onderliggende bloedvaten beschadigd zijn. (Sagaders, aders, haarvaten) ❏ Snijwonde ❏ Ernstige verwondingen aan de schedel of hals = leiden vaak tot ernstige bloedverlies



Veruitwendigde bloeding = inwendige bloeding die via openingen gedeeltelijk naar buiten treden  Meestal via natuurlijke openingen van het lichaam (de oren, de mond,..) ❏ Bloedneus ❏ Een schedelbreuk waarbij er bloed uit oren en neus komt ❏ Braken van bloed  Ten gevolge bloedingen slokdarm of maag ❏ Vaginaal bloedverlies  Ten gevolge van een miskraan ❏ Bloed plassen ❏ Bloed ophoesten

SHOCK

Gevaar van bloedingen

Bloedingen= Levensbedreigend indien ze zich op een gevoelige plaats bevinden, waardoor ze de werking van vitale organen in het gedrang kunnen brengen of indien ze gepaard gaan met een grote hoeveelheid bloedverlies  kan leiden tot een shocktoestand bij het SO Shock (gevolg van ernstige bloeding) ❏ Def = een acute levensbedreigende toestand waarbij de druk in de bloedvaten te laag is om de vitale lichaamsfuncties in stand te houden. ➢ Hypovolemische shock = shock door het te veel aan bloed verlies door een lek in het buizensysteem o Kenmerken: - Bleke, koude huid - Pols versneld en oppervlakkiger - Algemene spierziekte - Ah versnelt en wordt oppervlakkiger - SO voelt zich misselijk - Slijmvliezen voelen droog aan - SO bewustzijn kan dalen en kan angstig zijn ➢ Septische shock ➢ Obstructische shock

2

1.3. 1) 2) 3) 4)

1.4.    

1.5.

Normale bloedcirculatie Pomp = hart Buizensysteem = Bloedvaten Vloeistof = Bloed (4 à 5 liter bij volwassene) Diameter buis = Bloeddruk - Vernauwen => stijging - Verbreden => Daling

Abnormale bloedcirculatie Pomp faalt o Cardiogene shock Lek in het buizensusteem  volumetekort o Hypovolemische shock Obstructie in het buizensysteem o Obstructieve shock Diameter van het buizensysteel (vasodilatatie) o Septische shock

Shock ❏ Klinisch syndroom gekenmerkt door ➢ Tachypneu (hoger dan 20/min) ➢ Misselijkheid ➢ Hypotensie (systolisch 40mmHg); ➢ Tachypneu (>20/min); ➢ Koud krijgen door vasoconstrictie ➢ Angstig ➢ Oligurie (kleiner dan 20ML/hg ) (weining plassen) ➢ Cerebrale verschijnselen: angst, onrust, BWZ ➢ Snelle pols (tachycardie)(groter dan 100/min) omdat er snelle ademhaling is ➢ Wit/blauwe huid koud en klam ➢ Hypotensie van bloeddruk (systolische druk kleiner dan 90mm hg

 DODELIJK 

Ernstige inwendige, veruitwendige of uitwendige bloedverlies kan leiden tot shocktoestand  Zuurstofvoorziening van de vitale organen in het gedrang komt ❏ Handeling bij shock ➢ Vroegtijdig alarmeren ➢ Stelpen van uitwendige bloeding ➢ Slachtoffer wakker houden ➔ Kan stoppen met ademen bij bewusteloosheid omdat de tong vaak de luchtholte blokkeert dus oplossing STABIELE ZIJLIGGING ➢ Afkoeling vermijden (rillen = extra zuurstofverbruik) ➢ Hoofdstand benen overwegen ➔ (Er zit namelijk veel bloed opgeslagen in de venen in de benen) 3

➢ BWL= veiligheidshouding ❏ Beta blokkers (hartmedicatie) ➢ Zorgt voor bradycardie ➢ Gevolg = voorkomt het compensatiemechanisme, tachycardie ➢ Maskeer een shock ❏ Anti - coagulantia  Cardio-aspirine – asaflow – aspirine  Thrombocyten kunnen niet meer aan elkaar blijven kleven  MAREVAN-SINTROM-MARCOUMAR  Inhiberen de stollingsfactoren ●



1.6.

Onderverdeling bloedingen ❏ Uitwendige bloeding ❏ Inwendige bloeding ❏ Veruitwendige bloeding Interventies ❏ Stelp de bloeding:  Slachtoffer duwt zelf op de wonde  Via hulpmiddel  Risico = infectie of shock

Eerste hulp bij ernstige of levenbedreigende bloedingen

 Luister naar wat de SO te zeggen heeft! 1. Benader de situatie en zorg voor de veiligheid 2. Benader het SO en beoordeel de toestand van het SO  Bij uitwendige bloeding kan je hier reeds aan het SO vragen om zelf op de wonde te drukken. Vraag het SO om zich neer te leggen en help hem hierbij. 3. Alarmeer  Indien je alleen bent en SO is niet in staat om voldoende zelf druk op de wonde uit te oefenen, zet je gsm/smartphone op luidsprekerfunctie en geef zelf het druk 4. Verleen verdere 1ste hulp  Blijf de bloeding stelpen door rechtreeks druk uit te oefenen  Controleer ongeveer om de minuut de vitale functies  Pas de basisregels van de 1ste hulp verder toe  Inwendige en veruitwendige bloedingen kan men als hulpverlener niet stelpen  Men kan wel als hulpverlener alarmeren en zorgen voor de controle van de vitale functies  Opgelet: Indien zich in de wonde een vreemd voorwerp (bv stuk glas) bevindt, verwijder het voorwerp dan niet!  Zou de bloeding maa verergeren  laat het verwijderen van het vreemd voorwerp over aan de gespecialiseerde hulp.

4

1.6.1. Techniek van rechtreeks druk: In principe moet men deze techniek toepassen bij elke ernstige uitwendige bloeding. (Enkel indien er zich een vreemd voorwerp in de wonde bevindt, is het onmogelijk om dit toe te passen) a. Met de handen drukken o Druk met de handen de bloedende wonde dicht o Vermijdt  Rechtsreeks contact met het bloed van het SO (leg eerst een zuivere handdoek, een zakdoek, een steriel kompres op de wonde en in geen geval een papieren zakdoek of watten) o Geen rekening houden met welk soort bloeding (aderlijk of slagaderlijk)  het verschil is immer dikwijls moeilijk te maken b. Een steriel drukverband aanleggen (ook wel noodverband of snelverband genoemd) o Ontvouw het verband en breng het steriel kompres aan op de wonede o Houd het korte uiteinde van de zwachtel vast terwijl men met het andere uiteinde het kompres stevig rond de wonde vastlegt o Bind tenslotte de 2 uiteinden aan elkaar o Beide zwachteluiteinden knopen met een platte knoop. Er bestaat een combinatie van een doekverband met daaraan een steriel kompres bevestigd. Het is zeer goed als drukverband te gebruiken. c. Met ander materiaal een drukkend verband aanleggen o Indien het om een levensbedreigende bloeding gaat  is elk verband dat kan drukken goed  dit kan een zwachtel zijn, een driehoeksverband maar ook een das of een stuk linnen o Breng het verband stevig aan; (hier kan men druk vergroten door in het verband en boven de plaats van de wonde een hard voorwerp aan te brengen o Merkt dat het verband de bloeding niet genoeg dichtdrukt, neem dan een 2de verband en breng dit aaan op de 1ste o Verwijder het 1ste verband dus niet!!

1.6.2. 1ste hulp bij minder ernstige bloedingen  Er zijn talloze minder ernstige of specifieke plaatsen waar de bloeding kan optreden Zoals: o Openbarsten spatader o Blauwe plek o Verplettering o Blauwe nagel o Bloed uit de neus o Bloed uit het oor o Bloed uit de mond o Bloed bij de urine

1.7.

Handeling 1

1.7.1. EHBO box - handelingen 1. Trek handschoenen aan 2. Drukverband/kompressen

3. Rechtstreekse druk (een voorwerp voor extra druk) (manueel/zwachtel) 4. Onrechtstreekse druk wanneer rechtstreekse druk niet mogelijk is bv: openbeenbreuk 5. Knevelen wordt afgeraden

Techniek drukverband

1.8.

Handeling 2

1. Hoogstand van het lidmaat

1.9. 

Handeling 3 Onrechtstreekse druk

1.10. Handeling 4 

Knevelen

6

1.11. Handeling 5 2. Observer het slachtoffer: - Bleek - Transpiratie 3. Actie: - Ruglig & hoogstand benen

1.12. Specifieke bloeding 4. Vreemd voorwerp in de wonde  Voorwerp niet verwijderen! Behandeling = Rechtsreekse druk met compressen/zwachtels rond de wonde       

Amputatie Lidmaat in een afgesloten recipient Bloed uit de neus Bloed uit oor Bloed uit mond Bloed in de urine …

Recipient gevuld met ijswater

2. Huidwonden 2.1. Anatomie van de huid = Zijn beschadigingen van de huid, waarbij de normale samenhang van de huidlagen verbroken wordt. Bij diepe huidwonden worden ook de weefsels die onder de huid liggen (zoals spieren of zelfs de botten, beschadigd)

 

Anatomie: 3 huidlagen Functies:  Bescherming  Bezenuwing  Thermoregulatie

Wonden gaan ook dikwijls gepaard met pijn  In de huid talrijke zenuwen liggen die instaan voor de waarnemingen van de pijn

7

 Hoeveelheid pijn hangt af van het aantal zenuwuiteinden werden geraakt (hoe meer hoe sterker de pijn)

2.2. Gevaren van huidwonden 1. Bloedverlies ----- shock 2. Infectie: symptomen? -

warmte/ t°

-

Roodheid Zwelling Pijn

3. Litteken

2.3. Soorten wondes 2.3.1. Schaafwonde ● ● ● ● ●

Pijnlijk omdat er veel zenuwuiteinden beschadigd zijn Heel oppervlakkig, enkel bovenste huidlaag is afgeschaafd Puntvormige bloedingen, door de vele kleine bloedvaatjes die gekwetst zijn Vaak bevuild (soms bevinden er zich kleine vreemde voorwerpen Bevat talloze ziektekiemen (ookal ziet de wonde er proper uit)

2.3.2. Snijwonden ● ● ● ● ● ● ●

Heviger bloeden (omdat vele kleine of zelfs grotere bloedvaten dwars zijn doorgesneden aderlijke of slagaderlijke bloedingen) Grotere bloedvaten zijn geraakt maar minder bloedvaten zijn geraakt Goed herstel als het materiaal niet veel infecties bevatten Samenhang van de huid werd verbroken door een scherp voorwerp (bv een mes) Doorgaans minder pijn  het aantal geraakte zenuwuiteinden geringer is Kan ook vuil of besmet zijn (afhankelijk van het voorwerp dat de wonde veroorzaakte, dankzij het bloeden wordt het infectierisico enigszins beperkt) Bij diepe snijwonden kunnen ook spieren geraakt worden

2.3.3. Steekwonde ● ● ●

Groot gevaar op infectie Opgelopen door bv: te trappen op een nagel De wonde heeft een kleine ingang  met een relatief diepe inwendige beschadiging

● ● ●

Bloed minder fel dan een snijwonde Weinig pijn door een gering aantal geraakt zenuwuiteinden Vaak bevuild of besmet in de diepte waardoor het infectierisco vrij hoog is

2.3.4. Scheurwonde ● ● ● ● ●

Grote kans op littekenvorming Huid is verscheurd op een bepaalde plaats bv: door het harperen aan een machine Bloedt minder fel dan een snijwonde  er is meer weefselbeschadiging De wonde zal moeilijker genezen Grote kans op infectie door de aanwezigheid van talloze kiemen

2.3.5. Bijtwonde ● ●



Mond zeer bevuild waardoor infectiegevaar zeer groot is Kunnen heel verschillende zijn in grootte, diepte, hoeveelheid bloedverlies en pijn (hangt af wie of wat heeft gebeten, van de intensiteit en van de plaats van de beet Lijkt oneschuldiger dan ze in werkelijkheid is  ziet er vaak proper uit  vormt een ernstige broedhaard voor kiemen

2.4. Gevaren van wonden Huid beschermt het lichaam tegen het binnendringen van schadelijke kiemen  Microben en virussen o Bij minste beschadiging valt deze bescherming weg o Dringen talloze kiemen het lichaam binnen = spreken dan van besmetting o Lichaam beschikt eigen afweermechanismen  witte bloedcellen het lichaam verdedigen tegen binnendringende kiemen  Indien dezen zich ondanks het afweermachnisme toch kunnen vermenigvuldigen = spreken we van infectie  Belangrijkste is te zorgen voor een gezond afweersystemen  Goede wondverzorging bij elke open wonde kan helpen voorkomen tegen infectie

1ste hulp 1. 2. 3. 4.

Benader de situatie en zorg voor de veiligheid Benader het SO en beoordeel de toestand van het SO Alarmeer Verleen verder 1ste hulp

9

 Neem het verzorgingsmateriaal bij de hand  Was de handen en gebruik eventueel werwergphandschoenen  Doe de wondverzorging door eerst de bloeding te stelpen (indien nodig)  dan de wonde te reinigen door de wonde onder lauw stromend water te houden  Indien geen stromend water voorhanden is  gebruik je een waterige, nietverkleurend ontsmettingsmiddel  Als er vuil in de wonde aanwezig is  mag u dit met en steriel kompres verwijderen door lichtjes te wrijven  Droog na het spoelen of ontsmetten de omgeving van de wonde af bv: met een handdoek  Vervolgens afdekken met steriel kompres of een wondpleister Belangrijk:  Vraag aan de gewonde hoe het zit met de intentingen (klem-tetanus)  Bij twijfel verwijs hem door naar een arts ook bij heel kleine wonde.  Ernstige wonden zijn niet levensbedreigend  laat de verzorging ervan toch beter over aan professionele hulpverleners (het gaat hier onder andere scheurwonden, om grote of diepe en sterk bevuilde schaaf-, snij, steek- of bijtwonden of wonden die t.h.v. gevoelige plaatsen gelokaliseerd zijn)

2.5. Enkele specifieke wonden 

Wonden in of rond het oog -

-

Wonde bloedt  stelpt dan de bloeding door voorzichtig en met bemiddeling van steriel materiaal rechtreeks te duwen op de wonde nooit op het oog zelf Dek vervolgens het oog af met een steriel verband Kalmeer het SO en vraag om zo weinig mogelijk oogbewegingen te maken Raadpleeg gespecialiseerde hulp

 Splinterwonden  Men man voorzichtig de splinter proberen te verwijderen - Reinig de wonde en de omgeving ervan voorzichtig met water  zorg er wel voor dat de splinter niet dieper wordt geduwd - Ontsmet een pincet door hem ongeveer tot de alcohol in ontsmettingsalcohol te leggen  vervolgens enkele seconden te wachten tot de alcohol is verdampt - Grijp de splinter met een pincet waarvan het uiteinde steriel gemaakt is; houd het pincet in het verlengde van de splinter  trek hem eruit in de richting van zijn as - Dek de wonde af  Verwijs het SO eveneens door naar een arts als de splinter afgebroken is; de splinter uit glas, metaal of een tropische houtsoort (toxisch) bestaat; de splinter zeer groot is en ook als het SO niet is ingeënt tegen de klem

10

Lichte huidwonde

Ernstige huidwonde

Voorbereiding ❏ Slachtoffer laten zitten ❏ Handen wasssen ❏ Handschoenen

Voorbereiding ❏ Slachteroffer laten zitten ❏ Handen wassen ❏ Handschoenen aandoen

Wondzorg ❏ Stelpen: druk ❏ Spoelen = zonder wrijven; drogen ❏ (Ontsmetten = deppen) ❏ Steriel afdekken

Idem  

Nazorg ❏ Nagaan tetanus status

Nazorg ❏ Gespecialiseerde hulp inroepen

Stelpen: Druk (verband) Voorlopig afdekken

Info= wanneer een gaaskompres inkleeft in de wonde dan moet je dit natmaken en laten losweken

Ontsmetten ● Enkel spoelen met koud stromend water = 80% van de ziekmakende kiemen worden verwijderd ● Ontsmettingsmiddel is goed, maar liefst kleurloos op basis van water ● Resistentie verminderd ● Overgevoeligheidsreacties komen vaker voor ● Ontsmetten = noodzakelijk; wanneer? ❏ Er nog een groot besmettingsgevaar bestaat (slachthuizen, afvalverwerking…) ❏ Of als er geen water beschikbaar is om de wonde te spoelen

3. Brandwonden Zijn beschadigingen van de huid ten gevolge van: o Warmte: ongevallen met warme voorwerpen, warme vloeistoffen, stoom, vuur o Elektriciteit: brandwonden als gevolg van elektrocutie o Wrijving: hevig of langdurig schurenvan de huid bv: lange glijbaan o Straling: zonnestraling of radioactiviteit o Scheidkundige producten

3.1. Oorzaken o o

Zonnebrand Vuur 11

o

Chemische stof

3.2. Indeling brandwonden Dieptegraad is afhankelijk van: o o o o

Temperatuur van het agens Duur van de blootstelling Leeftijd: bejaarden en kinderen hebben een dunnere huid Lokalisatie op het lichaam: De huid is dikker t.h.v handpalm, voetzool en de rug, met op die plaatsen vaak minder diepe verbranding



Diepte of graad van de brandwonde ❏ Eerste graads ➢ Enkele opperhuid (epidermis) is aangetast (bv zonnebaden) ➢ Roodheid, licht opgezwollen ➢ Symptomen: pijn  Ze zijn niet levensbedreigend  maar kunnen wel samengaan met een zonne- of een hitteslag, die ernstig tot zelfs levensbedreigend kunnen zijn ❏ tweede graads ➢ Lederhuid (epidermis) en opperhuid zijn aangetast ➢ Zeer pijnelijk ➢ Vaak blaarvorming = best dichtlaten maar als de kans groot is dat blaas kan opspringen mag je ze openprikken en direct verzorgen ➢ Minder ernstige  Onderverdeling gemaakt: - Oppervlakkige: Opperhuid en de papillen van de lerderhuid zijn beschadigd; de huid kan nog spontaan heropgroeien vanuit de intacte haarfollikels of talgklieren met een minimale littekenvorming -



Diepe: De volledige lederhuid is beschadigd en de haarfollikels en talgklieren zijn meestal volledig vernietigd; mogelijks is er nog heropgroei vanuit zeer diep gelegen zweetklieren  dit verloopt zeer traag en geeft altijd littekenvorming  de kans op een besmetting is ook groot waardoor heropgroei meestal niet meer mogelijk is

❏ Derde graads ➢ Vaak witte, perkamentachtig of zwarte kleur ➢ Huidtransplantatie nodig ➢ Aantasting is tot in de onderhuid (hypodermis) ➢ Littekenweefsel ➢ Geeft geen pijn meer (gevoelloos) = Door alle zenuwenuiteinden die instaan voor de tastzin en de waarneming van pijn, vernietigd zijn maar de omgeving die eerste of tweedegraads brandwonden doen wel pijn ➢ Spontane genezing is hier onmogelijk Uitgebreidheid

12

Of omvangvan de brandwonde wordt uitgedrukt la shte percentage van het totale lichaamsoppervlak dat 2de of 3de graads verbrand is: Het “% TBSA” (toal body surface area) o Het vaststellen hiervan wordt bij patiënten ouder dan 15j  gebruik gemaakt zgn. “Regel van 9” van Wallace  het lichaam wordt hierbij ingedeeld in zondes die 9% of een veelvoud van 9% van het lichaamsoppervlak innemen o Als leidraad  kan men stellen dat de handpalm overeenkomt met 1% lichaamsoppervlak. o Bij het kind is het hoofd relatief veel groter en kan het ten opzichte van de rest van het lichaam, b.v. op 1-jarige leeftijd, tot 19% van de TBSA bedragen  Of een brandwonde levensbedreigend is  hangt niet alleen af van de diepte  ook oppervlakte, leeftijd SO en plaats van de brandwonden ❏ Hand (is ongeveer 1%) ❏ Regel van 9% Plaats ❏ Mond/keelholte ❏ Aangezicht ❏ … o

Leeftijd ● Ernst en prognose Afhankelijk van: - het % TBSA - De diepte van de brandwonden - De leeftijd van de patiënten - De eventuele geassocieerde luchtwegverbranding

3.3. Gevaren van brandwonden  Kan levensbedreigend zijn  gepaard gaan met vochtverlies  Als reactie op ene verbranding geven de 1000 kleine bloedvaatjes, die in de huid liggen  heel veel vocht (plasma) af  daardoor wordt het bloed minder vloeibaar en gaat het minder goed circuleren  dit kan leiden tot een shocktoestand  waarbij zuurstofvoorziening van de vitale organen in het gedrang komt  2de gevaar  risoco...


Similar Free PDFs