Lerarenopleiding lager onderwijs, eerste jaar- ontwikkelingspsychologie hoofdstuk 2 PDF

Preview

Summary

Samengevat mbv het boek, de ppt's en notities van de lector...

Description

ontwikkelingspsychologie hoofdstuk 2

Aanleg of omgeving Nature/nurture Wordt gedrag en ontwikkeling bepaald door aangeboren, biologische factoren of door omegevings- en ervaringsfactoren? Nature; legt nadruk op biologische (aanleg)factoren. Nurture stelt sociaal-maatschappelijke (omgevings)factoren centraal. P.37 Hoe ontstaat verschil in gedrag bv. jongens/meisjes? Aanleg of omgeving (opvoeding)? Of één van de twee belangrijker voor de menselijke ontwikkeling is blijft een punt van discussie. TOEP: Nature- nurture debat: 1) Tekst lezen: Knack en De morgen: welke opinie komt naar voren? 2) Studenten verdedigen per 2 een perspectief: jongens worden anders behandeld dan meisjes, daardoor anders. Verwachtingen van ouders // Kind of aangeboren verschillen tussen jongens en meisjes. Aanhangers van de nature-kant noemen we ‘nativisten: stapsgewijs, sprongsgewijze ontwikkeling, belang van biologische processen. Fasen, stadia, ontwikkelingstheorieën: Piaget, Freud Belang van biologische aanleg, soms treedt gedrag, voorkeuren al heel vroeg op (vb. voor zachte dingen, angstig, actief, jongens/meisjes). Hoe ‘nature’ onderzoeken? Met aapjes, identieke tweelingen in dezelfde/ aparte gezinnen` Aanhangers van de nurture-kant noemen we ‘omgevingspsychologen’: continu proces, omgevingsinvloeden idem als bij volwassenen. Leertheorie (straffen en belonen) TOEP: Hoe ziet de aanpak/kijk van een leerkracht eruit die zich vooral kan vinden in de nature opinie / nurture opinie? 1. Kyra slaat met de deuren 2. Marek kan goed piano spelen 3. Flor heeft geen vrienden

4. lynn speelt met poppen  

Nature zorgt voor ontwikkelingsgericht denken, kind centraal. Geeft tijd en ruimte aan ontwikkeling. Nurture: geeft zo veel mogelijk stimulansen, wil vanalles aanleren, stuurt de ontwikkeling. Voorbeelden

1. Met de deuren slaan: nature à kind met veel agressie, bruut / nurture à geleerd van een ouder die wel eens met de deuren slaat. 2. Talent /goede pianoleerkracht 3. Introvert kind, timide / geen broer of zus, niet in een kinderopvang of jeugdbeweging en daardoor onzeker om contact te leggen. 4. Typisch meisjesgedrag, zorgende is aangeboren / stereotiep rollenpatroon vanuit maatschappelijke verwachtingen Concreet is het de wisselwerking die we moeten meenemen, want extreme visies kloppen niet helemaal en kunnen belemmerend zijn: Nature: onverschilligheid, minder moeite in een kind steken, laissez-faire, omgevingsinvloeden onderkennen (respect voor culturen). Nurture: kind “vullen”. Ontwikkeling is eerder een soep van interacties en ervaringen en genen. invloed van zelfsturing (wil, motivatie)? Rol van vrienden, toevallige ontmoetingen? Bijzondere gebeurtenissen (gezin, oorlog, stress)? Voedingspatroon (groei, gedrag)? Milieuvervuiling (groei, gedrag)? Nature/nurture in de klas: Nature: ALLES OP ZIJN TIJD (geen dingen aanleren waar kind nog geen inzicht in heeft) Taken, proeven (rijpheid), actief leren en opbouwen van kennis, zelfsturing, testen, schoolrijpheid, leefschool, leren uit fouten. Rijke omgeving, stimulansen vs. arme omgeving (voorlopers en achterkomers) Zone van de naaste ontwikkeling Nurture: Gewenst gedrag verduidelijken (posters, afspraken) en beloningssystemen, herhalen van leerstof in gevarieerde contexten, correcte antwoorden belonen, automatiseren, sturing (prompting), tussenstapjes, in de rij staan, belsignaal, vinger opsteken.

OPDRACHT Pas zo veel mogelijk begrippen die in deze les aan bod kwamen toe, op deze twee kinderen die deelnemen aan the voice kids. https://youtu.be/mnl6SNLzPtA     

Kunnen goed zingen: aangeleerd door belonen als ze het deden (mama blij, bravo,…) (nurture) Tweeling, is aangeboren dat ze beide goed kunnen zingen. Talent (nature) Omgeving moedigt hen aan van kleinsaf om te zingen, helpt hen met inschrijven en voorbereiden voor de wedstrijd (nurture) Ontwikkelingsfase: leeftijd 9 jaar: lagere schoolkinderen Ontwikkelingsdomeinen: Sociale ontwikkeling (knuffels), taalontwikkeling, motorische ontwikkeling (er staan, zingen), emotionele ontwikkeling (durf, spontaan),…

Een leerling reageert agressief op de speelplaats. Beschrijf vanuit nature en nurture perspectief hoe dat komt. Aanleg, opvliegend temperament - thuissituatie, dit gedrag wordt beloond "laat je niet doen hé"....