Historiografie 2 Alberti-Winckelmann PDF

Title Historiografie 2 Alberti-Winckelmann
Course Historiografie Van De Kunstwetenschappen
Institution Universiteit Gent
Pages 10
File Size 177 KB
File Type PDF
Total Downloads 70
Total Views 131

Summary

Download Historiografie 2 Alberti-Winckelmann PDF


Description

Ma 1/10/18/ Historiografie van de kunstwetenschappen/ LES 2/ Voorlopers van de historiografie en kunsttheorie II. ALBERTI EN WINCKELMANN DEELS HISTORIOGRAFISCH, DEELS KUNST-THEORETISCH Over beide, de methodologie van de kunstwetenschap. Deze personen hebben in de meest brede zin van het woord nagedacht over kunst. Al reeds de vroege 15de eeuw schoof Alberti een aantal principes door die tot op de dag van vandaag nog steeds werken. Winckelmann (1750 – 18de eeuw) geldt voor archeologie als een soort grootvader. Hij ontwikkelde een techniek over opgravingen, een systeem dat ten heden niet geheel accuraat meer is, maar nog wel als source wordt gebruikt. In zijn publicatie (over de klassieke kunsten) gaf hij verschillende stijlen als onderscheid van de kunsten. (AANZET NAAR EEN WETENSCHAPPELIJKE KUNSTGESCHIEDENIS) DE MANIER WAAROP DE OUDHEID GEPERCIPIEERD WORDT TOV. DE RENAISSaNCE In deze periode is het bon ton om het Klassieke ideaal te overtreffen en te verbeteren.  Rode draad van de Renaissance

GRONDWET VAN DE WESTERE KUNSTGESCHIEDENIS - De karikatur weergeeft een gebeuren in de 4de eeuw waar men zich bevindt in de ultieme eeuw van de griekse cultuur. Het gebeuren hier is van essentie om hedendaagse kunst(historie) te kunnen begrijpen. De principes die werden vastgelegd over de Griekse kunst, vormen de basis van o.a. esthetica? 1) Filosofische concepten CRUCIALE CONCEPTEN * MIMESIS EN MIMEMA  SIMILITUDO/ SIMULACRUM/ PROTOTYPUM  AISTHESIS 

Hoe kunnen we de zichbare wereld capteren?

Bekijk de verschillende vormen van mimesis; SIMILITUDO / SIMULACRUM / PROTOTYPUM ! nieuw onderscheid en variaties in mimesis Het laatst vernoemde, prototypum werd aangehaald in de ME De school in de ME vormt een fundamentele basis om de beeldtaal opnieuw te onderzoeken (15e E). Simulacrum werd als negatief gepercipiëerd. Simulacrum zijn niet bestaande manipulaties op de zichbare wereld (fantasieën). Prototypum is het idee dat je niet ziet wat je denkt te zien. Op basis van ervaring vul de volledige ervaring in. Het brein manipuleerd en selecteerd de ervaring.

Ma 1/10/18/ Historiografie van de kunstwetenschappen/ LES 2/ Voorlopers van de historiografie en kunsttheorie AISTHETIS – de kracht die mensen hebben om zintuiglijke ervaring mentaal weer te geven. Het is deze eigenschap die ervoor zorgt dat kunstenaars creatief kunnen omspringen met de wereld. ** PROPORTIELEER Mathematische onderdeling en inkleding om de ideale verhouding te kunnen weer geven. Niet alleen de ideale verhouding, maar ook het categorizeren en opvatten van zichtbare elementen. CONSEQUENTIES  NEO-PLATONISME + VEEL ROMEINSE AUTEURS NEMEN IDEEËN OVER  CRUCIAAL IN DE RENAISSANCE KUNSTTHEORIE => HET POSTMODERNISME 2) RETORISCHE CONCEPTEN  ARGUMENTATIE o Gerelateerd aan dialectica en taalbeheersing. In de antieke retorica zien we dat taalstijl zich ontwikkeld. Men creëert contexten, conventie waarin bepaalde woorden al dan niet naar wens zijn. Algemeen: vinding, ordening, verwoording en voordracht - Hier vindt taalstructuur zijn ontstaan. De kracht van overtuiging is afhankelijk van de taalstructuur waarmee je het idee aanreikt. Binnen de retorica zijn een aantal ideeën die wederkerend terugkomen 

TAALBEHEERZING

CRUCIALE CONCEPTEN  DECORUM  EKPHRASIS  ENARGEIA (beeld is in staat levendigheid weer te geven – het idee)  ALLEGORIE (de oneindige metafoor)  UT PICTURA POESIS (belangrijk! Schilderkunst is een zuster van de poëzie) o Men kent beide kunsttakken poëtische eigenschappen toe Rationeel, intellectueel ongemak Alle Romeinse auteurs nemen deze ideeën over en zorgen voor een voortbestaan van een zeer getypeerde stijl. Dewelke we dan later kunnen opvatten als de klassieke oudheid en het opleven daarvan in de Renaissance. Idee van het model: mimesis en similtudo / simulacrum (photoshopped model) De perfecte vrou in de middeleeuwen Een embleem van de vroeg 16de eeuw – afbeelding van socrates (oude man aan zijn ezel) en socrates geeft zichzelf weer als de ideale jongeling.

Ma 1/10/18/ Historiografie van de kunstwetenschappen/ LES 2/ Voorlopers van de historiografie en kunsttheorie Ook een verzameling van kunstenaars die een bijbels tafereel willen afbeelden, allemaal bezig met simulacrum, terwijl er slechts 1 artiest is die aan similitudo doet. (ideaal) Het lam gods: de perfecte registratie van hetgeen we kunnen aantreffen. Eenvoudigweg similitudo, een perfectie van de goddelijke MUST om mens weer te geven (geidealiseerd). Het interessante komt wanneer het prototypum in werking treedt. - Bv, pieta, christus, Men lanceert dit idee in de ME de manier waarop je iets uitbeeldt doet er niet toe, de manier waarop kleurt enkel de wijze waarop je naar het prototypum kijkt. (bv de afbeelding van de mama voor het dochtertje – de manier waarop doet er niet toe, maar inhoudelijk dat het beeld mama voorstelt is belangrijk) Van uit de Romeinse oudheid wordt zien we dat de retorica volledig wordt overgenomen. Er is 1 persson die opkomt en filosofie / naturalis historia gaat uitwerken. PLINIUS’ NATURALIS HISTORIA Een van de eerste antieke auteurs die herontdekt wordt en wordt o.a. door Vasari opgepikt als een voorbeeld om (zijn eigen) levensverhaal over kunstenaars te schrijven. Lostgekoppeld van de kunstgeschiedneis, maar als een op zichzelf bestaand genre. KEYS IN UNDERSTANDING; RENAISSANCE  EEN NIEUW BEGIN o DOORLEVEN VAN DE ME o HERNEMING VAN IDEEËN UIT DE OUDHEID  LEON BATTISTA ALBERTI  LEONARDO DA VINCI  NEO-PLATONISME De Middeleeuwe denkbeelden zijn verbasterd en men wil ze reconstrueren (probleem, heidense en christelijke denkwereld). Een aantal belangrijke figuren zijn (de grootste) ter vermelding. Het mimesis-model blijft bestaan in de middeleeuwen, maar wordt verbasterd door beeldtheologie! Een christelijk kader overschaduwt de natuurlijke interpretatie. Retorica en pedagogisch model. Iedereen die is opgeleid in de ME is door en door overgoten met retorica. De beeld-theologie! BEELD THEOLGIE  KAROLINGISCHE RENAISSANCE  Antwoord op byzantijns iconoclasme o Vormt de basis van waarop men in de late ME naar kunst is gaan kijken Bv. Beeldtaal is een gift van GOD, hij heeft zijn zoon geschapen en werd zichtbaar, Adam en werd zcihtbaar, de zichtbaarheid van God is wat er toe heeft geleid dat God afbeelden geen schande is)  Antwoord op byzantijns iconoclasme o Respect voor wat echt is en goed is (vorm en inhoud) (prototypum)

Ma 1/10/18/ Historiografie van de kunstwetenschappen/ LES 2/ Voorlopers van de historiografie en kunsttheorie

 

o Koppeling van beeld en materie o Waarde van het symbolische en allegorische (owv. Ecegesis) Vitruvius blijft doorleven (proportieleer) NV; nauwlijks geschreven kunsttheorie – kunst is een ambacht!

Op basis van deze traditie komt LEON BATTISTA ALBERTI - Opgeleid als kunstenaar en intellectueel. Stamt uit een groep van humanisten (vanuit letterkundig perspectief kijken naar de oudheid) en hij is goed gekend met alle teksten uit de oudheid en gaat deze klassieke teksten koppelen aan zijn kunstpraktijk. - Een boek: DELLA PITTURA (1438, eerste publicatie 1540) Waar ligt de focus en welke ideeën zijn interessant om opnieuw te interpreteren. Over schilderkunst wist men destijds niets (nieuwe archeologie) en Alberti zorgt er voor dat vanuit tal van teksten een proto-wetenschappelijke benadering naar kunst toe ontwikkelen/ * Kunst wordt rationeel; dialectica, retorica, geometrica, …  Retorische en wetenschappelijke benadering van kunst; m.b.t. perspectief, proportie  Aandacht naar mentale en artistieke creatie (aisthesis en mimesis)  Imitatio en emulatio  Disegno en idea (vf. Michelangelo – het idee is een goddelijk iets!)  Istoria (een narratief waarmee je mensen kan overtuigen – historisch) >>>> de visuele basis van (schilder)kunst in de Renaissance Tweede basis LEONARDO DA VINCI  



Trattato della pittura (kunst, zeker schilderkunst) o Manuscript Kunst = wetenschap / wetenschap = kunst (7 vrije kunsten, 1 ontbreekt; schilderkunst  belangrijkste vorm van schilderkunst in de RE. Bepaalde kennis kan niet worden overgedragen als je kunst er niet voor gebruikt Paragone  een vergelijking tussen verschillende kunsten waarin hij schilderkunst als belangrijkst aanschouwd

Schilderkunst is de zuster van poëzie, we hebben kunst nodig om kenis te verhogen. Bv, anatomie. Kunst is gerelateerd aan de poëzie omdat er in de drievouwdige werking tussen kunst, wetenschap en poëzie een poetisch moment ontstaat. Iets magisch, als iets subliem. Hiernaa gaat men op zoek naar het sublieme (KANT). Men zoekt er reeds naar in de RE, een gevoel van rede-overstijgende (aangename) ervaring. Mat da Vinci wordt inventio zeer belangrijk, dit is namelijk een conceptuele tot het intellectuele. Het ideaal van de kunstenaar veranderd van de ambachtelijk kunstenaar naar een learnpainter te worden en de schilder gaat deel uitmaken van hoger intellectueel gebied. Zij kunnen tot slot bijdragen tot het verstaan van de wereld  Neo-platonisme

Ma 1/10/18/ Historiografie van de kunstwetenschappen/ LES 2/ Voorlopers van de historiografie en kunsttheorie Dit was verdwenen in de loop van de middeleeuwen (mimesis, similitudo, simulicran). Platonisme was verdwenen uit de ME denkwereld, men was gefascineerd door Aristoteles.  Empirische manier van kijken Terwijl plato een soort idealist was (denken om de wereld te begrijpen) Binnen het christendom schoof men plato aan de kant en koos voor aristoteles maar verbasterde hem. (de zichtbare wereld manipuleren? Om tot kennis te komen) De waarheid lag reeds vast (scholastiek want de waarheid lag al vast in de bijbel) Men heeft de methode van retoriek gebruikt om uiteindelijk tot een inerte redenering te komen. Het idee dat de waarheid in het hoofd zit sloot opeens wel beter aan bij het neo-platonisme. DE MEDICI – Neo-Platoonse academie. - Fascinatie voor de oudheid, christendom hierbij, het eerste verband tussen plato en Christelijke wereld was vrij link. - * Boticelli, Michelangelo, … Emanatie - Neo-platoons idee o Men gaat er van uit dat er een goddelijke oer-ideaal is dat afstraalt in de werkelijke wereld. Alles is een afschijning van het ideale iets. (originele idee) De mens heeft iets goddelijk in zich. Men gaat op zoek naar het ideale / ideële. Bv. Adam is naar Gods’ idee geschapen. We gaan de mens weergeven in zijn ultieme schoonheid. Zeuxis schilderd het vrouwelijke ideale prototypum. PAUZE 16DE EEUW    

Verbreiding van de Renaissance kunsttheorie Beeld-theologie Plinus herbekeken Kunstenaarsbiografieën

De ideeën (nieuwe) verspreiding zich eerst in Italië en sijpelen door in de 16de eeuw naar de Nederlanden. De verbreiding gaat hand in hand met het humanisme. Hetgeen we in de boeken vinden uit de Middeleeuwen is verbasterd en we moeten terugkeren naar de kern van het humanisme in de Klassieke Oudheid om tot een zuiver idee te komen. We omzeilen

Ma 1/10/18/ Historiografie van de kunstwetenschappen/ LES 2/ Voorlopers van de historiografie en kunsttheorie de christelijke interpretatie en gaan zuiver menselijk in op het idee. Er is geen directe overname (cf. Slide) Humanisme en retorica in Noord Europa RETORICA DIALECTIEK --- IN NOORD EUROPA LIGT DE NADRUK OP STIJL CONTRA ITALIAANSE RETORICA: hier ligt de nadruk op rationele principes (retorica en structuur, inventie (emanatie). o.a. de copia van Erasmus - een verzamelijk van stijlideeën 

In Noord Europa ziet men in de 16de eeuw een stijlexplosie, terwijl in Italie een coherentie is in stijlen die zich ontwikkelen.

Retorica veronderstelt ook een manier van denken, dialectiek is de manier van denken die in de late middeleeuwen is ontwikkeled en deze gaat men alsnog vernieuwen. Men tracht door de retorica en dialectiek te combineren om tot inventio te komen. Het tweede aspect van de Middeleeuwse denkwijze die doorleeft maar ook herdacht wordt is beeldtheorie. Beeld-theologie Religie speelt een fundamentele rol in de samenleving (altaarstukken, religieuze taferelen). Het nieuwe is dat de beeld theologie wordt geopenbaard aan het publiek. Elk aspect tot mimesis en mimesa is opgenomen. De gewone kunstenaar heeft hier echter relatief weining mee te maken tot aan de 16de eeuw. Publicaties leidde tot een beter geschoolde kunstenaar. Ref. Zie slide beeld-theologie Key ideas  Overtuigingskracht (ratio versus emotie)  Gebruik en functie van beelden (moet je hiervoor vallen en knielen? Gaat het prototype versmelten met de materialiteit? Het debat komt terug in een publieke context)  Materialiteit en de figuure beteeckenisse  Echte en valse beelden (waarachtigheid, wat is een echt beeld, zijn er valse beelden? Prototypum, simulatum, simularum)  Visuele exegese (je moet het beeld ook analyseren om het beeld intellectueel volledig te begrijpen. Hele empatische manier van denken en zeer empatische omgang met beelden) PLINIUS WORDT HERBEKEKEN

Ma 1/10/18/ Historiografie van de kunstwetenschappen/ LES 2/ Voorlopers van de historiografie en kunsttheorie 

Plinius wordt een sleutelfiguur in het denken over kunst. DE hele natuur begrijpen is ook God begrijpen. De bijbel kent in het debat tussen protestanten en christenen geen absolute waarheid meer. Er ontstaat discussie. De natuur is een goddelijke schepping (een empirische variant van Gods’ waarheid) men gaat vanuit een proto-wetenschappelijk idee dichter bij God proberen te komen. Een ontstaat een vernieuwde empiriek.

Als je de natuur ten gronde wil begrijpen, zal tekst niet volstaan. Dan heb je een beeld nodig om het eveneens te begrijpen, niet alleen tekst (Mich, Da vinci) 

Kunstenaarsbiografie

Tot op de dag van vandaag bepalen ze welke kunsthistoriografie wordt uitgebracht. Het leven van de artiest is gekoppeld aan het werk van de kunstenaar. Als je beide aspecten kan bekijken, verklaart dat de positie van de artiest in verhouding met de kunstgeschiedenis. Vasaris’ archief – 1550 / 1568 Vasari velt een oordeel (competitie in kunst), emanatie verbeterd zich alsmaar om tot een doel te komen. Een idee dat kunst zich zelf ontwikkeld om tot een ideaal te komen als een ding op zich. Stijl wordt essentieel! Je kan pas spreken over iets als je er woorden voor hebt. Vasari ontwikkelt een woordenschat om over kunst te spreken (discours). Kunstschrijvers en -enaars zijn hierna niet meer te onderschatten. Europa wordt in de loop van de 16de eeuw gestructureerd. Het debat ratio en emotie blijft verdergezet. Zie slide barok en de academische kunsttheorie Kunsttheorie wordt pal-europees met een samensmelting van passie en overtuiging en ratio. Beeld, behalve tekst is een zeer krachtig wapen en het wordt ingezet op tal van manieren. De grote ateliers worden kleine academies waar een heise aan debat wordt gevoerd. Debat over theologie en dan het specifiek discours, taalgebonden – specifieke taal om over kunst te spreken. NAMEN - Franciscus Junius - Peter Paul Rubens - Rembrandt en Samuel van Hoogstraten F. Junius - In een publicatie een basis van twee eeuwen kunstgeschiedenis wat eindigt bij het classicisme in Frankrijk. Wat hij probeert te doen is de teksten van de oudheid volledig

Ma 1/10/18/ Historiografie van de kunstwetenschappen/ LES 2/ Voorlopers van de historiografie en kunsttheorie doorploegen (opnieuw) en hij gaat de teksten lezen en adh hiervan probeeerd hij de structurele onderbouw te begrijpen om de oudheid danig in beeld te brengen. Peter Paul Rubes - In zijn occulte wetenschappen (gefascineerd hierdoor) worden egyptische teksten, joodse kaballa, tal van zaken gecombineerd, spirituele alchemie en christelijke opvattingen,.. Schakelt hij beeld in op een zeer complexe manier van denken om al de kennis te verbinden dmv schilderijen (da vinci). Met een danig complexe opvatting probeert hij begrip in de wereld te vinden. Rembrandt en Samuel van Hoogstraten - Calvinistisch perspectief, beelden zijn in zekere zin problematisch. Hij focust zich op de zichtbare wereld (hier gaat de schilderkunst om) het gaat over imitatio, dit wordt een complexer begrip. Verbeedlingskracht en emulatio. Het wordt een intellectueel framework waar de schilderkunst aan omhoog gehangen wordt. Tot op de dag van vandaag bestaat er discussie over het begrip van het boek. Hiet is een ingewikkeld filosofisch perspectief om tot een begrip van kunst te komen. Van hieruit onstaan er steeds meer en complexere theorieën om vanuit een filosofisch perspectief tot verstaan van kijken te komen. Academische kunsttheorie - De academie blijft bestaan tot grofweg het ontstaan van het impressionisme. In de 16de en vooral in de 17e eeuw dat men kunstenaars ipv in klassieke gildestructuur, dat men academies opricht in plaats van de gildes. - Op de academie wordt men ook intellectueel gevormd! Niet alleen ambachtelijk. Het nadenken vanuit een zeer brede humanistische achtergrond IN DE TEKENKUNST! DISEGNIO (ontwikkelen van een bepaald idee (door na te denken op humanistische manier) - Krijgt een belangrijke positie Codificering en stratificatie. Een complexe conventie en een hiërarchie in genres. Academische kunsttheorie: namen -

Italie: Giovanni Pietro Bellori Frankrijk: Reger de Piles, André Félibien Eng: Jonathan Richardson De nederlanden: De Lairesse

Opvatting van Giovanni: -

-

IDEA -> hij gaat verder waar Vasari gestopt is. Het voorwoord wordt gezien als een van de sleutelteksten van de 18de eeuw. Disegno komt er op neer (twee betekenissen; tekenen en het concept op papier krijgen (design). Kunst als een intellectueel beroep

Ma 1/10/18/ Historiografie van de kunstwetenschappen/ LES 2/ Voorlopers van de historiografie en kunsttheorie Raphael en het Neoplatonisme  Sublimatie van de imitatie van natuur Je moet de natuur door en door begrijpen, maar de mens is vergiftigd door het verstand waardoor de mens vanalles met die natuur kan doen. Door het verstand kunnen we de natuur eveneens manipuleren (de mens als scheppende mens) kan de natuur verbeteren! In Frankrijk ontstaat er eveneens een discussie. Roger de Piles -

De kunst als ratio, de kunst als emotie kan opgeslist worden Poussin in het ene vakje, Rubens in het andere. De piles maakt de keuze dat Rubens de beste keuze is.

Poussin wordt voorgeschoven als een geweldig rationeel kunstenaar, Rubens als een fenomenaal emotisch kunstenaar. In engeland wordt er zeer intens nagedacht over de ontwikkeling van Wetenschap. ER wordt heel wetenschappelijk nagedacht binnen de engelse context, niet alleen voor de kunst worden academies opgericht, maar ook voor de wetenschap. De two discourses van Richardson. Engeland domineert een groot deel van de wereld en de Engelse elite doen en mass inkopen in Europa. De national Gallery is nog steeds een restant hiervan. Er was namelijk een probleem, dat ze zelf nooit geen goede kunstenaars hadden. Als je geen vergelijkingspunt hebt, moet je je ervan verzekerd zin dat je een logische, rationele methode bezit om niet alleen een referentie te hebben, maar om te weten over welke kunstenaar je het dan ook hebt. De keuzes destijds zijn keuzes die tot op de dag van vandaag goed en slecht bpealen.

In Nederland werkt De Lairesse. - Typografieën in schilderkunst Hij is briljant omdat hij alle technieken en theorieën sinds de RE kan samenvatten in een handboek. Het boek wordt een vorm van handboek voor de academies. De leerlingen volgen deze leer blindelings zonder al te veel creativiteit. Dit is ook een basis omdat het een soort illusie is mbt creativiteit binnen de kunstgeschiedenis. Academiscme PUR SANG “Het groot schilderboeck” – opsplitsing genres in kwalieit, verschillende techniek, media, …. Met je lichaam kan je ook emoties in beeld brengen (door een van de volgende poses …)

Ma 1/10/18/ Historiografie van de kunstwetenschappen/ LES 2/ Voorlopers van de historiografie en kunsttheorie Hierna en de belangrijkste komt Winckelmann -

Als duitser in Rome leeft hij hier een groot deel van zijn leven. Heeft zich beziggehouden met opgravingen in Zuid Italië (herculaneum) en heeft zijn bevindingen in een aantal werken neergeschreven.

Hij begint bij de Kouros-types (het prille begin van de Griekse kunst) en gaat door tot ...


Similar Free PDFs