Hoofdstuk 1: gebit PDF

Title Hoofdstuk 1: gebit
Author Manon VR
Course Hond en kat 1
Institution Thomas More
Pages 9
File Size 419.1 KB
File Type PDF
Total Downloads 60
Total Views 160

Summary

hoofdstuk 1 ...


Description

Hoofdstuk 1: Het gebit hond & kat Inleiding Tandproblemen: meer dan ¾ van volwassen huisdieren Halithose = slechte geur uit de mond Dier = pijn,  Verminderde eetlust  Agressief gedrag Ook een kans dat de MO in bloedbaan terecht komen  hart-, nier- en leverproblemen Hond: tanden poetsen + voeding, kauw strips & mondwater Kat: tanden poesten niet gemakkelijk, vooral voeding belangrijk  Verzorging van gebit bij dier is belangrijk → adviserende rol van dierenartsassistente

Gebit hond Hond = carnivoor (vleeseter) → typisch gebit; sterke hoektanden (prooi vangen) & grote knipkiezen (prooi verscheuren) Ontwikkeling v/h gebit begint al in de baarmoeder Hond heeft melk- volwassen gebit Voedsel wordt nauwelijks gekauwd

Tandformule hond: •



Melkgebit 28 tanden I3 C1 P3 maxilla I3 C1 P3 mandibula

Volwassen gebit 42 tanden I3 C1 P4 M2 maxilla I3 C1 P4 M3 mandibula

I: Incisors = snijtanden C: Canini = hoektanden P: Premolaren M: Molaren

→ Alleen voor honden met normale kaaklengte

brachycephalen (kort bolvormig schedel), dolichocephalen (smal lang gerekt schedel) Hoektanden (canini) : stukken afscheuren Voortanden (snijtanden/incisors): om kleinere voedselbrokken op te pakken of los te trekken: beiden geschikt om vlees uit prooidier te scheuren en af te knippen: SCHAARGEBIT Molaren: stukken knippen, puntig: smalle kauwvlakken: knipkiezen (ook botten verbrijzelen)

Eruptie en wisselen van tanden → Bij geboorte tandloos Melktanden • Incisoren • Canini • Premolaren

4 - 6 weken 5 - 6 weken 6 weken

Definitieve tanden (wisselen 3-7 maanden) • Incisoren 3 - 5 maanden • Canini 4 - 6 maanden • Premolaren 4 - 5 maanden • Molaren 5 - 7 maanden

→ Tijdens het wisselen van de tanden hebben pups een verhoogde behoefte om te kauwen (losse tanden verwijderen)

Anatomie van de tanden Kroon boven tandvlees, tandhals smaller ter hoogte van de tandvleeslijn en de wortel in het kaakbeen Kroon omgeven door email (mineralen) en de wortel door cement (verkalkt bindweefsel) Dentine is beenachtig materiaal Pulpaholte bevat zenuwen, bloed- en lymfevaten wortel = radix tandhals = cervix

 Paradontium = steunweefsel v/d tand 1. Gingiva: tandvlees 2. Cement: gemineraliseerd bindweefsel / bedekt de wortel 3. Paradontaal ligament: verbinding tussen tanden en kaakbot 4. Alveolair bot: kaakbot rondom de tand

Morfologie tanden 

Snijtanden (I) Grootte  Melksnijtanden < blijvende snijtanden  Bovensnijtanden > onderste snijtanden  Snijtanden centraal < buitenste snijtanden Vorm  Blijvende snijtanden bovenkaak: drie lobben  Blijvende snijtanden onderkaak: twee lobben Slijtage  Begint aan de hoofdlob en dan aan de zijlobben  Doorsnede snijvlak: ovaal - rond - omgekeerd ovaal  Snijtanden steeds korter  Toename van de tussentandruimten



 



Haaktanden (C)   



Melkhaaktanden: klein en puntig Blijvende haaktanden: groot en kegelvormig, licht gebogen en zijdelings iets afgeplat Bovenste haaktanden achter de onderste

Kiezen (P) en (M)  

M1 onderkaak en P4 bovenkaak sterkst ontwikkeld: voedsel verscheuren (scheurkiezen) 2 tot 3 wortels, beperkte kauwvlakken

Leeftijdsbepaling door gebit ! Niet betrouwbaar ! Enorme variatie afhankelijk van de voeding, bijten op stenen en hout, ras Tot ongeveer 7 jaar te schatten 1,5 j: hoofdlob I1 onderkaak afgesleten 2,5 j: hoofdlob I2 onderkaak afgesleten 3,5 j: hoofdlob I1 bovenkaak afgesleten 4,5 j: hoofdlob I2 bovenkaak afgesleten 5,5 j: hoofdlob I3 onderkaak afgesleten 6 j: hoofdlob I3 bovenkaak afgesleten 7 j: wrijfvlak I1 onderkaak is omgekeerd ovaal

Gebitsslijtage honden Het lichaam reageert op de slijtage door het aanmaken van dentine aan de bovenkant van de mergholte. Doordat er steeds een nieuw laagje binnenin de tand gevormd wordt, wordt voorkomen dat de wortel- of pulpaholte open komt te liggen. Als de slijtage sneller gaat dan de aangroei dan ontstaat er een open wortelkanaal → ontsteking :  micro-organismen in de pulpaholte  Ontsteking/afsterven zenuw  Uitbreiding naar omliggend botweefsel

Wortelkanaal behandeling Wortelkanalen wijder maken met vijltjes Spoelen met een ontsmettende oplossing → bacteriën/weefselresten doden/verwijderen Belangrijk : wortelkanalen reinigen tot bijna bij de wortelpunt Tijdens ingreep röntgenfoto’s om een beeld te krijgen van het aantal kanalen en de lengte. De kanalen worden meestal gevuld met rubberstiftjes (= guttapercha) en cement + vulling erover → wortelkanalen van de tand zo goed mogelijk af te sluiten, zodat bacteriën niet opnieuw kunnen binnendringen

Gebit kat Tandformule kat •

Melkgebit 26 tanden I3 C1 P3 maxilla I3 C1 P2 mandibula



Volwassen gebit 30 tanden I3 C1 P3 M1 maxilla I3 C1 P2 M1 mandibula

I: incisors, C: canini, P: Premolaren, M: Molaren  Canini hebben groeven, de premolaren en molaren hebben geen maalvlakken (geen maaltanden)

Eruptie en wisselen tanden → Bij geboorte tandloos Melktanden • Incisoren • Canini • Premolaren

3 - 4 weken 3 - 4 weken 6 weken

Definitieve tanden (wisselen 3,5 - 6 maanden) • Incisoren 3,5 - 5,5 maanden • Canini 5,5 - 6,5 maanden (groeven) • Premolaren 4 - 5 maanden • Molaren 5 - 6 maanden  Meer variatie tijdens het wisselen bij de kat

Leeftijdsbepaling door gebit NIET betrouwbaar !

Identificatiesysteem Ieder gebitselement: aangeduid met 3 cijfers Cijfers (3) apart uitspreken Elk cijfer: bepaalde betekenis 1ste cijfer: in welk kwadrant 2 volgende cijfers: volgorde in gebit (van mediaan naar distaal) → alle tanden en kiezen krijgen een nummer

Tandafwijkingen 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.

Standafwijkingen Persisterend melkgebit Tandfracturen Cariës Tandfistel Tandplak Tandsteen FCGS FORL

1. Standafwijkingen Beet: occlusie → Rasgebonden Normale beet= scharend gebit

Varkensgebit = Brachygnatus inferior: verkorte onderkaak • Bovenkaak langer dan onderkaak → malocclusie  snijtanden en kiezen abnormale slijtage • boven-voorbijters/bovenbeet • Erfelijk gebrek! • Dwergpoedel/Yorkshire terrier

Snoeksgebit = Brachygnatus superior: verlengde onderkaak  Onderkaak langer dan bovenkaak  Normaal bij aantal brachycefale rassen  onder-voorbijters/onderbeet  Erfelijk gebrek bij andere rassen!  Vaak bij Perzische katten  Buldog/Boxer In combinatie soms met brachycephalie = brede schedel !!!!! Brachycephalie is niet hetzelfde als brachygnatus (onderkaak)! Prognatie: vooruitstekende kaak

2. Persisterend melkgebit Sommige melktanden vallen niet uit en blijvende tand breekt door  Meestal haaktand  Groei en inplanting blijvende tand verstoren  Behandeling: persisterende melktand verwijderen

3.     

Tandfracturen Door het kauwen op harde voorwerpen Meestal hoektand Niet zo erg bij pups en kittens Bij volwassen honden en katten geen probleem tenzij de pulpaholte open Behandeling: wortelkanaalbehandeling (ontzenuwen en defect dichten) of extractie

4.    

Cariës Necrose van het tandweefsel Kan alle delen van de tand aantasten (glazuur, dentine) Af en toe bij de hond en zeldzaam bij de kat Genetische predispositie (samen met traumatische letsels, tandsteen en onvoldoende hard voedsel)  Streptococcen in de mondholte + suikers uit de voeding → organische zuren  demineraliseren tandsubstantie

+ dia pagina 78 - 84 Symptomen:

-

-

Bruine verkleuring en ruwer tandoppervlak Geen pijn tot pulpaholte is aangetast • kauwen langs één zijde • weigeren van hard voedsel • plots janken bij kauwen Behandeling: bij erge letsels dienen de aangetaste tanden verwijderd te worden Preventie: voldoende hard voedsel, weinig suikers en tanden poetsen

5.    

Tandfistel Ontsteking door infectie van de tandwortel van P4 (soms M1) van de bovenkaak Vorming van etter Vormt knobbel onder het oog Kan openbreken waardoor continu kleine hoeveelheden etter naar buiten kunnen vloeien (fistel)

6.   

Tandplak Bacteriën (mond) voeden zich met achtergebleven voedselresten Afvalproducten van deze bacteriën vormen ruw laagje op de tanden en kiezen: tandplak Wanneer mineralen uit het speeksel zich hieraan hechten mineraliseert deze plak en wordt deze harder: tandsteen

7.      

Tandsteen Belangrijkste gebitsprobleem hond Oudere en kleine honden Begint met tandbeslag (voedselresten en speeksel) waarin stoffen neerslaan Tandsteen niet weg te poetsen Symptomen: mondgeur, gingivitis, parodontitis, loszitten tanden Mogelijke gevolgen: bacteriën circuleren in bloed en uitzaaien naar andere organen (nieren, hartkleppen, longen, lever,…)

Paradontitis = ontsteking (itis) rondom (para) de tand (odont) → oftewel de ontsteking van de weefsels rondom de tand Symptomen: • halithose • > speekselproductie • < voedselopname • Pijn bij kauwen • Vermageren • ….

8. FCGS

= Feliene chronische gingivostomatitis

    

Afwijkende reactie op tandplakopbouw Extreme ontsteking i.v.m. de hoeveelheid tandplak op de tanden Ontsteking niet alleen op tandvlees maar ook zacht mondweefsel Pijnlijk (niet meer eten) Behandeling: o Medicatie: bv cortisone® ,NSAID’s, pijnremmers… moeilijk o Voorkeursbehandeling: volledige extractie

9. FORL

= Feliene odontoclastische resorptieletsels    

1/3 van onze volwassen huiskatten Exacte oorzaak nog onbekend 2de meest voorkomende oraal probleem bij Fe naast parodontitis Oplossen van de tandwortels

 odontoclasten (cellen die betrokken zijn bij de tandafbraak) gaan de tand resorberen (afbreken)  ontstaan van resoptieleasies (gaatjes tand)  begint aan de buitenzijde van de wortel (het wortelcement) → uitbreiding → aantastingt tandbeen (dentine)  resorptie zal steeds verder gaan richting de kroon (het glazuur) en uiteindelijk het wortelkanaal (pulpa)  Tandbeen rondom het wortelkanaal wordt pas in het allerlaatste stadium aangetast

Preventie en behandelingen Behandelingen preventief (tandplak/steen) 1. Poetsen Dagelijks/ 2-3 maal per week. Zachte tandenborstel. Tandpasta voor H/K, geen humane (Fluor!) Gewenning (starten pup/kitten :8 tot 12 weken: eerste socialisatieperiode) 2. Speciaal ontwikkelde voeding Brok die pas breekt als tand er volledig is doorgegaan. Eign: * Natriumpolyfosfaat: maakt Calcium onbruikbaar (Vermindert omzetting tandplak naar tandsteen) * Zink: maakt Ca onbruikbaar + voorkomen halithose * Eucalyptus: voorkomen halithose + antiseptische werking * Groene thee: antibacteriële werking * Essentiële vetzuren: antibacteriële werking + voorkomen halithose 3. Kauwstrips: meestal met enzymatisch poeder → contact speeksel tot tandpasta 4. Oravet®: Reduceert # bacteriën dat gingivitis en parodontitis veroorzaakt 5. Speeltjes: inkepingen & uitstulpingen → bij spelen langs tanden schuren + optie tandpasta toevoegen Behandelingen curatief (tandplak/steen) 1. Detartratie = Verwijderen van tandsteen. Volledige narcose. Mechanisch (met tangen, haakjes en krabbers) & Ultrasoon

2. Polijsten: Polijstpasta 3. Extractie...


Similar Free PDFs