Hoorcollege 7: Inter- en supranationale organisaties. PDF

Title Hoorcollege 7: Inter- en supranationale organisaties.
Course Beginselen van het recht
Institution Universiteit Hasselt
Pages 3
File Size 82.5 KB
File Type PDF
Total Downloads 101
Total Views 126

Summary

hoorcollege 7...


Description

HOORCOLLEGE 7: INTER- EN SUPRANATIONALE ORGANISATIES 1. Internationale organisaties 1) Internationale normen Onder de term internationale normen vallen internationale verdragen (schriftelijke internationale overeenkomsten) gesloten tussen twee (bilateraal) of meerdere (multilateraal) staten en/of internationale organisaties en beslissingen van internationale organisaties. 2) Internationale samenwerking Internationale samenwerkingen hebben enkele kenmerken: 1. Besluiten worden genomen bij unanimiteit, de lidstaten hebben vetorecht. 2. De organisatie heeft meestal geen eigen financiële middelen, enkel een bijdragen van de lidstaten. 3. Instellingen of organen zijn samengesteld uit vertegenwoordigers van de lidstaten. 4. De normen creëren veelal verplichtingen voor de overheden van de lidstaten maar niet voor de burgers. 5. Er is geen eigen rechtsbeschermingssysteem. 3) Monisme versus dualisme

Monisme  Internationaal en nationaal recht behoren tot hetzelfde rechtsstelsel.

Dualisme  Internationale en nationale rechtsordes zijn volledig gescheiden.

 Internationale normen maken automatisch deel uit van de nationale rechtsorde, er is dus geen omzetting nodig.

 Internationale rechtsnomen kunnen slechts deel uitmaken van de nationale rechtsorde na incorporatie (omzetting in nationaal recht).  Internationaal recht heeft geen voorrang op nationaal recht.

 Soms heeft het ook voorrang van internationaal recht of nationaal recht in geval van onverenigbaarheid.

2. Supranationale organisaties 1) Supranationale samenwerking Het voorbeeld bij uitstek van een supranationale samenwerking is de Europese Unie. Over heel de wereld is er geen enkele organisatie te vinden waar de lidstaten zoveel macht hebben, afgeven en samenwerken met elkaar. De basis van deze samenwerking is internationaal → verdragen tussen soevereine staten. 1

2) Europese Unie a) De geboorte van de Europese Unie en zijn uitbreiding De Europese droom begint in 1944 wanneer België, Nederland en Luxemburg samenkomen en de Benelux oprichtten als een douane-unie. Hun oorspronkelijke doel is om een douane-unie te evolueren naar een economische unie. Het is dus (mede) dankzij de Benelux dat de Europese Unie het daglicht zal zien. In 1952 wordt de voorloper van de Europese Unie, de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS)opgericht. Het doel van deze gemeenschap is zich bezig houden met het beheer van de kolen- en staalsectoren in zes landen: België, Duitsland, Frankrijk, Italië, Luxemburg en Nederland. Met het verdrag van Rome in 1958 richten dezelfde zes landen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) en de Europese Economische Gemeenschap (EEG) op. Die hebben als doel een gemeenschappelijke markt creëren. Een halve eeuw later heeft de EU een hele weg afgelegd en is het aantal lidstaten flink toegenomen. De Europese droom begon met 6 lidstaten (België, Duitsland, Frankrijk, Italië, Luxemburg en Nederland), maar sinds 1 januari 2007 bestaat de EU uit 27 lidstaten. Niet ieder land kan zomaar toetreden. Zo werd in 1987 de kandidatuur van Marokko afgewezen omdat het niet als een Europees land werd beschouwd. In 1993 werden in Kopenhagen 4 duidelijke toetredingscriteria vastgelegd. Dat zijn de zogenaamde criteria van Kopenhagen. De landen die willen toetreden, moeten:  Beschikken over stabiele instellingen die democratie waarborgen;  Rechtsstaten zijn met respect voor de rechten van de mens en de minderheden;  Een goed functionerende markteconomie hebben;  Economische en wetgevende verplichtingen (acquis communautaire) van de EU overnemen. b) Europese besluitvorming Er is een grot verschil tussen de totstandkoming van het Europese beleid en de manier waarop nationale overheden tot beslissingen komen. De toepassing van de scheiding der machten komt niet op dezelfde manier terug op het Europese niveau. Een van de hoofdredenen is dat er geen Europese regering is. Het is duidelijk dat de verhoudingentussen de lidstaten en de Europese instellingen in de besluitvorming daardoor complexer is. Het zijn de lidstaten die instellingen in het leven riepen zoals een Europees Parlement, een Europese Commissie of een Hof van Justitie. Die instellingen zijn nodig omdat de deelnemende landen zich bewust zijn dat een hele reeks zaken beter op een hoger niveau wordt behandeld. De meeste regeringen willen de controle over de besluitvorming niet volledig kwijtraken. Daarom werd de Raad van Ministers gecreëerd, waardoor de verschillende lidstaten zelf vertegenwoordigd waren. Later werden er tientallen comités opgericht met vertegenwoordigers van de lidstaten, die de Europese Commissie assisteerden of op de vingers keken. c) Instellingen van de Europese Unie 2

De Europese Unie (EU) is geen federatie zoals de Verenigde Staten. Zij is ook geen organisatie voor samenwerking tussen regeringen, zoals de Verenigde Naties. De EU is in feite uniek. De landen die er deel van uitmaken (de EU-landen) blijven onafhankelijk en soeverein, maar bundelen hun soevereiniteit om macht en invloed in de wereld te verwerven die afzonderlijk niet zouden hebben. Het bundelen van soevereiniteit betekent in de praktijk dat de lidstaten sommige bevoegdheden overdragen aan instellingen die zij daartoe hebben opgezet, zodat bepaalde beslissingen democratisch op Europees niveau kunnen worden genomen. In de loop van de jaren zijn er heel wat organen gecreëerd, namelijk  Europees Parlement;  Europese Raad;  Raad van de Europese Unie;  Hof van justitie;  Europese Centrale bank;  Europese Rekenkamer. Instellingen van de EU Europees Parlement  Wetten goedkeuren of afkeuren.  Controleert de Commissie.  Begroting. Europese Raad  Geeft de nodige impulsen voor de ontwikkeling van de Unie.  Bepaalt de algemene politieke beleidslijnen en prioriteiten. Raad van de Europese Unie  Wetten goedkeuren of afkeuren.  Sluit internationale verdragen.  Begroting. Europese Commissie  Wetsvoorstellen indienen.  Uitvoeren van wetten.  Controle op naleving van Europese wetten.  woordvoerder Hof van Justitie  controle op naleving Europese wetten.  Uitleggen van verdragen. Europese Centrale Bank  Monetair beleid.  Valutamarktoperaties, valutareserves.  Bankbiljetten uitgeven.  grootbetalingssysteemen Europese Rekenkamer  financiën controleren.

3...


Similar Free PDFs