Kwalitatief onderzoek owg 1 PDF

Preview

Summary

nabespreking owg 1...

Description

Bijeenkomst 1: Vraag 1: wanneer en waarom gebruik je kwalitatief onderzoek? Kwalitatief onderzoek: onderzoek naar relevante categorieen. Proceduren: attenterende begrippen op basis van en in de loop van uitmoediging te prediceren. Word gekeken naar welke begrippen van belang zijn. Doel: om fenomeen vanuit het oogpunt van de deelnemer te bekijken dmv interviews en observaties. intentie van de onderzoeker is om te luisteren naar de deelnemer om te observeren in de omgeving. Er word gekeken naar mensen hun ervaringen. Het gaat meer om de diepgang van kwalitatief onderzoek. Baarda: Wanneer? Probleem gebieden, onderzoek op dat gebied hoe dat probleem op te lossen, oorzaak om tot een oplossing te komen Waarom? Meer inzicht om probleem omzich heen, kennis en inzicht in werkelijkheid, meningen en emoties,begrijpen en verklaringen van het gedrag. Processen te begrijpen. Social interactie, normen en waarden. Geen sprake van biasis bij kwalitatief onderzoek. Subjectieve waarnemingen van deelnemers om dat gedeelte naar buiten te brengen. bestaande theorie tegenspreken of aanvullen (exploratieve gedeelte). Hollistisch? Dingen die geheel worden gezien of bekeken, meerdere meningen en of theorieen toepassen. Kwalitatief hollistisch? Geen invloed van buiten af. Zo min mogelijk wat invloed erop heeft wordt dus weggelaten. 2 mogelijkheden: survey en experiment. Meerderen kanten op bij kwalitatief.

Braun: verschillende perspectieven: naar mensen hun perspectief word gekeken, ervaringen. Geen objectief realiteit. Kennis in bepaalde contexten. 2 vormen kwalitatief onderzoek: bron: braun en clark Experimenteel: interpretatie van mensen, ervaring te begrijpen, Kritisch: vragend houding, verklaring vanuit hun te bekijken Context? Bv hoe vaak slaap je? Context: slaapproblemen. Context erbij te betrekken bij hollistisch. Kwantitatief: theorie te toetsen, te verklaren, hoeveelheden, hoe vaak het voorkomt. Kwalitatief: populatie over hetgeen wat je gemeten heb, emotie Baarda: bv organisatieverandering bij kwalitatief behalve naar topmanagement word er ook gekeken naar andere informatie. Kwalitatief onderzoek is wel bruikbaar voor procesevaluatie (formative evaluation), bijvoorbeeld als je wilt weten wat de managers van de cursus vinden, of de informatie bruikbaar was en of de voorbeelden en oefeningen motiverend waren. Maar nogmaals, daarmee toon je niet aan dat

een interventie ook daadwerkelijk werkt. Het is niet bruikbaar om n ate gaan als een training heeft gewerkt. Dat kan je alleen na gaan door n ate gaan als aantal ziekte verlof is verminderd. Dit zou een kwantitaieve onderzoek eisen. (baarda,2018) Onderzoeksvragen kunnen heel verschillende zijn. In het algemeen maken we een onderscheid tussen: a beschrijvend onderzoek (beschrijvend) Beschrijvend onderzoek doe je als je een (probleem)situatie wilt beschrijven. Het doel van zo’n onderzoek is meestal te achterhalen wat consumenten vinden van een bepaald product of een bepaalde dienst door met een groep consumenten te praten. Die informatie wordt gebruikt om de marketing of de uitstraling van een productte verbeteren. Ook het onderzoek naar de Zwarte Piet-beleving van kinderen, waarbij gebruik werd gemaakt van kringgesprekken, is een voorbeeld van een beschrijvend focusgroeponderzoek. Je wilt met onderzoek laten zien wat kinderen voor verschillende belevingen hebben van Zwarte Piet. b explorerend/verkennend onderzoek (ontdekkend) De openingscasus, waarbij ING op zoek is naar nieuwe spaarproducten die aanslaan bij de zakelijk markt, is een voorbeeld van explorerend en verkennend onderzoek. De onderzoekers willen tot een idee komen wat spaarproducten voor de zakelijke markt aantrekkelijk maakt. Op basis daarvan willen zij een nieuw aantrekkelijk spaarproduct ontwikkelen voor die zakelijke markt. Zeker als je geen idee hebt over de oorzaken van een problem is exploratief de beste methode. c verklarend/toetsend onderzoek(toetsend) Wanneer je al een idee hebt en wilt weten of dat klopt, spreken we van toetsend onderzoek. Hierbij toets je meestal een hypothese, een van tevoren geformuleerde stelling.

Vraag 2: wat is een goede exploratieve vraagstelling? Verkeerde: ‘Wat is de beste ...?’ en ‘Hoe kan ik ...?’ Correcte : ‘hoe denken mensen over deze kwesties ?’, bijvoorbeeld door na te gaan wat volgens experts de beste aanpak is om ziekteverzuim terug te dringen. Of je kunt aan consumenten vragen of zij ideeën hebben over hoe je een product gebruiksvriendelijker kunt maken.

kwalitatief : gefocust worden op open vragen, onderzoeksvragen: hoe? Exploratief: uitleg over fenomeen of gebeurtenissen, hoe en wat? Vragen die meer inzicht kunnen krijgen, waarom vragen, adhv onderzoek ga er aangepast worden met resultaten, Normatieve vragen: voorzichtig te gebruiken bij kwalitatief onderzoek, wat goed is en waar er probleem is, geen duidelijk antwoord kan vinden op vraag wat goed en slecht is?

3 onderzoekstype: verklarend (hypothese toetsen)toetsend, beschrijvend, explorerend. (baarda), te maken met doelstelling. Exploratieve vraagstelling definitie:bv. inzicht geven in welke factoren een rol spelen bij keuzestudie, interview: aan info komen. Dmv onderzoek verrichten ga je hypothese te formuleren. Opzoek naar perceptie, waarom gedragen zich in bepaalde context op een bepaalde manier. Geen gesloten vragen stellen, vormen van open vragen ( hoe?) Vraag 3: Hoe ziet een kwalitatief onderzoeksopzet eruit?

Formuleren van probleem verheldering Doelstelling vraagstelling Wat voor onderzoek? methode Dataverzameling Data omschrijven Analyse

Onderzoek presenteren Hoofdstuk 1: baarda (2018) Wat is het probleem? Bv depressiviteit ( studenten die depressie voelen Hoe groot is het probleem? Bv. Hoeveel het voorkomt Aanleiding tot het onderzoek? bv. Wie vraag je om onderzoek te doen? Voor wie is het probleem? Bv. voor studenten / docenten Wat zijn de gevolgen? Bv. kunnen ze geholpen worden? Pas als ze onderzoek gedaan hebben. 3 soorten van kwalitatief: - Case studie: hoe zijn de personen aan het werk, gedragingen, kan meervoudig of enkelvoudig zijn, enkele punten: complexe problemen, alledaagse situatie, onderzoekssituatie binnen in een context. - Survey: diepgang, baseren op observaties, op basis van uitspraken, beeld op onderzoek, om beeld te krijgen van populatie dmv enquete. - Experiment: kenmerken van situatie gebruik wordt, variantie, gebruik maken van bestaande info Vraag 4: hoe ziet mijn onderzoekseenheid eruit? Onderzoekseenheid: mensen, groepen, bedrijven of situaties. Daarover waar er uitspraken gedaan kan worden en hetgeen wat je gaat onderzoeken, verschil kwantitatief onderzoek: meer eenheden Kwalitatief: minder eenheden De onderzoekseenheden zijn niet noodzakelijk hetzelfde als de waarnemingseenheden, dat zijn de eenheden die je bevraagt of observeert. Wanneer de waarnemingseenheden de mensen zijn die worden geïnterviewd, in het voorbeeld de makelaars zelf spreek je vaak over respondenten. (baarda,2018) Vraag 5: heterogene sampling: doelgroep met dezelfde eigenschappen, verschillende redenen waarom? Homogene sampling: doelgroep met gemeenschappelijk eigenschappen, zo specifiek mogelijk maken Purposive sampling: diepgang in het probleem, mensen zoeken die diepgang erin kunnen zoeken, tot een verklaring of oplossing te komen. Karakteristieken van doelgroep Kwantitatief (heterogene): waarom? Genoeg variantie: stat onderzoek, mensen zoeken uit verschillende districten, grote hoeveelheden Kwalitatief (homogene): meer te maken met context, diepgang in context, dingen begrijpen en ontdekken, kleine hoeveelheden Purposive: doelgericht te werk gaan of selecteren, sampling bepalen, statistiek...