Myotomen-onderzoek - onderzoek myotomen PDF

Title Myotomen-onderzoek - onderzoek myotomen
Course Basisneurowetenschappen
Institution Universiteit Hasselt
Pages 3
File Size 97.4 KB
File Type PDF
Total Downloads 105
Total Views 132

Summary

onderzoek myotomen...


Description

Myotoom, functie en spier C1-C2 Flexie hoofd m. Sternocleidomastoïdeus

C3 lateroflexie hoofd m. Sternocleidomastoïdeus

C4 Elevatie scapula m. trapezius pars descendens

C5 Abductie schouder m. Deltoïdeus (middenste)

C6 Elleboog flexie Pols extensie Radiale deviatie m. Biceps m. Extensor carpi radialis C7 Elleboog extensie Pols flexie Ulnaire deviatie m. Triceps m. Flexor carpi ulnaris C8 Extensie duim Flexie vingers m. Extensor pollicis m. Flexor digitorum profundus T1 AB + AD vingers

L2 Heupflexie m. Psoas en m. Illiacus

Test met zwaartekracht (F5-F3) Pat. in ruglig Hoofd op laten tillen  kin naar borst brengen Stabiliseren op borstkas /w/ thv hoofd end range Pat. in ruglig Hoofd roteren (1 oor op tafel) Hoofd nu op laten tillen Stabiliseren op borstkas /w/ thv hoofd end range

Test zonder zwaartekracht (F2-F0) Pat. in ruglig Hoofd op laten tillen  kijken hoe ver pat. geraakt Spier palperen

Pat. in zit Acromion naar hoofd brengen zonder met hoofd te compenseren /w/ thv acromion en hoofd (uiteen duwen) end range pat. in zit AB tot 90 /w/ prox. Bovenarm end range palperen bij F3 om zeker te zijn van m. Deltoïdeus Pat. in zit Stabiliseren om anteflexie schouder tegen te gaan Stabiliseren onderarm /w/ naar extensie elleboog end range /w/ naar flexie en ulnair pols end range Pat. in ruglig 90 anteflexie en naar extensie elleboog  palpeer triceps stabiliseren boven en onderarm ulaire deviatie /w/ naar flexie elleboog end range /w/ naar extensie en radiaal end range Pat. in zit Ther. Neemt hand pat. Zorg voor stabilisatie van duim zodat enkel distale gewricht vrij is

Pat. op buik Acromion naar hoofd brengen zonder met hoofd te compenseren Spier palperen

Hand pat. met palmaire kant plat op tafel AB: alle vingers tegen elkaar houden en vragen vingers te spreiden AD: vingers ther. Tss vingers pat. en vragen vingers te sluiten Pat. in zit op tafel met handen op tafel stabiliseren Bekken stabiliseren  zuivere heupflexie /w/ geven naar heupextensie net proximaal van knie end range

Pat. in ruglig Hoofd roteren (1 oor op tafel) Hoofd nu op laten tillen kijken hoe ver pat. geraakt Spier palperen

Pat. in ruglig AB door over de tafel te schuiven Spier palperen

Pat. in zit met tafel op schouderhoogte waarop arm kan steunen  flexie elleboog en extensie + radiale deviatie pols Spieren palperen Pat. in zit met tafel op schouderhoogte waarop arm kan steunen  extensie elleboog Pols in tussenstand  flexie + ulnaire deviatie pols Spieren palperen Zie vorige Spier palperen

Hand pat. met palmaire kant plat op tafel Kijken hoe ver vingers kunnen bewegen Spier palperen Pat. in zijlig Onderste been anteflexie (evt. Handdoek voor het schuiven) Palperen is moeilijk contractie zien

L3 Knie-extensie m. Quadriceps

Pat. in zit op tafel met handen op tafel stabiliseren Palperen /w/ distaal thv enkel end range

Pat. in zijlig Quadriceps palperen Onderste been knie extensie

L4 Dorsiflexie voet inversie m. tibialis anterior

Pat. in zit op tafel Tibialis anterior palperen Onderbeen stabiliseren /w/ naar eversie

Pat. in zijlig (volgens boek ruglig) Pat. doet inversie

L5 Extensie dikke teen m. extensor hallucis

Pat. in zit of ruglig Distale kootje teen moet naar extensie Palperen /w/

Geen andere houding gewoon kijken wat ROM is

S1 (berryman p292) Plantairflexie voet Subtalaire eversie (peronei) Heupextensie (gluteus maximus)

PlantairflexiePat. op 1 been laten staan en dan op tenenstand (4-5 keer = f5, 1 keer = f3) Tafel mag gebruikt worden om te steunen voor evenwicht te behouden Subtalaire eversie  pat. in zijlig Eversie met /w/ end range op voet Heupextensie pat. in buiklig Bekken stabiliseren /w/ net boven knie Pat. in buiklig Bekken stabiliseren Palperen /w/ geven naar extensie thv enkel

Pat. in zijlig Plantairflexie Subtalaire eversie pat. in ruglig  eversie doen heupextensie pat. in zijlig onderste been doet heupextensie

S2 Knieflexie hamstrings

Reflexen Periost reflex Masseterreflex  Mond los laten hangen  Vinger ther. Onder onderlip (in kuiltje)  Op vinger ther. slaan  Sla schuin naar onder Bicepsreflex (n. Musculocutaneus, C5)  Pat. in ruglig  Vinger ther. Op bicepspees  Arm pat. is ondersteunt op tafel/lichaam  Op vinger ther. slaan Tricepsreflex  Onderarm pat. ondersteunt  5 cm proximaal van olecranon Radialisreflex (n. Musculocutaneus + radialis, C5-C6)  Onderarm pat. vastnemen

Pat. in zijlig Onderste been doet knie flexie

 

Ruglig of buiklig Sla proximaal van proccessus styloïdeus aan duimzijde

Pectoralisreflex (C5-T1)  Reflex is niet bij gezonde mensen te zien  Vingers op m. Pectoralis (oksel)  Op vingers ther. Slaan Vingerflexorreflex (C8-T1)  Vingers pat. haken achter vingers ther.  Op vingers ther. Slaan Reflex van Hoffmann-Trömner (C8-T1)  Vingerknipreflex  Vinger van pat. knipperen en normaal mogen andere vingers niet contraheren  https://www.youtube.com/watch?v=rKIGedjTd-I Kniepeesreflex (L3-L4)  Pat. in zit op tafel  Slaan net onder tuberositas tibiae  OF pat. in ruglig  Vinger net onder tuberositas tibiae  Slaan op vinger ther. Richting tenen  OF pat. in ruglig en knie pat. ondersteunen met eigen been en op zelfde plek slaan Achillespeesreflex  Pat. in ruglig met knie ondersteunt met eigen been  Slaan op achillespees  OF op pat op knieen zitten en dan op achillespees slaan huidreflex Babinskireflex  Met stokje lateraal van voet naar dikke teen wrijven  tenen gaan normaal naar flexie Buikhuidreflex (T8-9-10-11)  Pat. in ruglig, buik ontbloot  Richting navel werken  Normaal: navel verplaatst zich in richting van stimulus Anusreflex langs anus wrijven en deze zal contraheren Cremasterreflex in lies strijken en scrotum komt omhoog...


Similar Free PDFs