Title | Klinisch onderzoek & gewrichtsmobiliteit introductie |
---|---|
Course | Kinesitherapeutisch handelen |
Institution | Katholieke Universiteit Leuven |
Pages | 4 |
File Size | 275.5 KB |
File Type | |
Total Downloads | 5 |
Total Views | 129 |
Download Klinisch onderzoek & gewrichtsmobiliteit introductie PDF
KTH 1: theorie Gewrichtsmobiliteit: begrippen en definities Gewrichtsmobiliteit: Beweeglijkheid van gewrichten (De bewegingsomvang of de bewegingsuitslag of het bewegingsamplitudo in diverse bewegingsrichtingen) Ruststand: De stand waarbij de periarticulaire weefsels (= weefsels rondom het gewricht vnl. kapsel en ligamenten) zo ontspannen mogelijk zijn = maximale loose packed position (Ruststand en CPP tabel kennen!) Eindstand: De stand van de gewrichtspartners waarbij de grens van de beweging in één richting is bereikt (vb.: volledige strekking/buiging) Flexie: buiging Extensie: strekking Close packed position: De stand van de gewrichtspartners waarin maximale congruentie van de gewrichtsvlakken is = stabiele eindstand grootste spanning in periarticulaire weefsels weinig actief spierwerk nodig Loose packed position: Alle andere posities van de gewrichtspartners dan de close packed position maximale loose packed position (= ruststand) = de stand van de gewrichtspartners waarin minimale congruentie van de gewrichtsvlakken is minste spanning in periarticulaire weefsels (veel mobiliteit) veel actief spierwerk nodig Nulstand: De anatomische stand van waaruit de bewegingsuitslagen worden bepaald (=uitgangspositie voor het beschrijven en meten van gewrichtsbewegingen internationaal) (enkel is geen hoek van 90° maar wel 0°) Bonnetse stand: De stand van een gewricht in lichte flexie die optreedt bij een zwelling (vaak een hydrops = zwelling vocht in gewricht of hemartrose = bloeding in gewricht) in dit gewricht stand geeft minste pijn aan P want meeste ruimte voor zwelling vb:. knie: meniscusleasie na het verdraaien van de knie hierbij staat de knie in 20 tot 30 graden flexie
Gewrichtsmobiliteit: introductie arthrokinematica Kinematica: (= bewegingsleer) onderdeel van klassieke mechanica die zich bezighoudt met beweging Osteokinematica: studie van de beweging van botstukken tov elkaar, studie van het perifere bewegingsgedrag (buitenkant lichaam) beschrijft de vorm van de perifere bewegingsbaan van botstukken in de ruimte tov elkaar Toepassingsdomein: 3D-movement analysis Osteokinematica
Bewegingsbeschrijving van botten beschrijven Uitgaande van anatomische stand en gefixeerde lichaamsassen 1. Uitgaande van anatomische stand = Internationaal omschreven uitgangspositie voor het beschrijven en meten van gewrichtsbewegingen
2. Uitgaande van vlakken en assen
Frontaal vlak - Been beweegt naar boven: abductie - Been beweegt naar binnen toe: adductie - Hetzelfde voor de arm
Sagittaal vlak -
Arm wordt voorwaarts gebracht: antiflexie Arm wordt achterwaarts gebracht: retroflexie Been naar voor: flexiebeweging heup Been naar achter: extensiebeweging heup
Transversaal vlak (rotatievlak) -
Schouderotatie naar binnen: interne rotatie Schouderrotatie naar buiten: externe rotatie Ook voor romp en bekken rotatie
Afbeelding assen afgebeeld
LZP: lichaamszwaartepunt
3. Uitgaande van anatomische gebieden en richtingen superior (craniaal) inferior (caudaal)
anterior (ventraal) = voorste posterior (dorsaal) = achterste
Proximaal: naar boven Distaal: naar beneden Palmair: voorzijde hand Dorsaal: achterzijde hand Radiaal: beweging in richting van radius Ulnair: beweging in richting van ulna
(specifiek voor onderbeen Lateraal: buitenzijde (specifiek fibulair) Anterior (ventraal) Posterior (dorsaal)
Mediaal: binnenzijde tibiaal) voor onderbeen
4. Uitgaande van bewegingsterminologie rond de assen - zwaai-slinger beweging (swing) - zwaai-slingerrotatie (swingrotatie) Een beweging waarbij een hoekverandering ontstaat tussen de lengteassen van de botstukken die samen het gewricht vormen
Pure swing of cardinal swing • Om 1 as
• Zuiver theoretisch gegeven Impure swing of arcuate swing • Met secundaire beweging om een andere as Zuivere zwaai-slinger -
onzuivere zwaai-slinger
Draaibeweging-spinbeweging (draairotatie)
Beweging van het botstuk om zijn lengteas
5. Uitgaande van graden van bewegingsvrijheid Gewrichtsvormen voorgesteld als omwentelingslichamen of mechanische verbindingen A) scharnierverbinding B) rol- of draaiverbinding C) kogelverbinding (schouder/heup) D) ellipsoïde verbinding E) vlakke verbinding F) zadelverbinding...