Title | LAS Taech H18 - SAMENVATTING LAS TECHNIEK |
---|---|
Course | Verzekeringen |
Institution | Odisee hogeschool |
Pages | 18 |
File Size | 666.3 KB |
File Type | |
Total Downloads | 99 |
Total Views | 144 |
SAMENVATTING LAS TECHNIEK...
→ Oxidelaag smelt -> basislaag zakt door = onmogelijk lassen → Opl: AC stroom (reinigende werking) -> wolfraamelektrode wordt wisselend belast Elektrode = Anode: 800°C Elektrode = Kathode: Lastemperatuur → Instellen elektrode langer op anode/kathode Reinigende werking:
Inbrandende werking → Dunne Al platen (008mm gladgeslepen = mooi vlak oppervlak, wat boven uitsteekt wegslijpen V-las altijd doorlassing! Let op symbolische weergave, moet volledig erdoor zijn, anders Y naad (2xY = X las)
(Permanente) onderlegplaat voor sproeibooglassen (halfautomaat) -> direct veel materiaal neersmelten, meteen in sproeibooggebied = veel warmteinbreng
Enkelvoudig
1.2.2
Gecombineerd
Bijkomende symbolen
Oppervlak
Vlak (slijpen)
Convex (bol)
Aanvullende informatie → O = rondomrond lassen
!Enkel wanneer las overal zelfde vorm heeft → Montagelas = pas lassen tijdens de montage (transport … )
→ Z = versprongen las
Concaaf (hol)
~Hoeklas gemaakt aan beide zijde van werkstuk -> 5 lassen met tussenafstand 150mm.
1.2.3
Uitvoeringssymbolen
Bv. Glad verlopen naadovergang d.m.v. zandstralen
1.2.4
Maataanduidingen
Betrekking op doorsnede van de las. → Hoeklassen Europese methode: a Amerikaanse methode: z a = nominale keelhoogte (= wat boven het materiaal uitsteekt -> grootst ingeschreven gelijkbenige driehoek) z = nominale beenlengte -> a√ 2 s= nominale keelhoogte + inbranding (= wortel) -> krachtenoverbrenging/minder warmte-inbreng/hogere lassnelheden
→ Rechts van vormsymbool -> Laslengte, aantal, tussenruimte → Geen lengte = volledige lengte verbinden
→ Geen maataanduiding links van vormsymbool = volledig doorlassen (V- naad)/Diameter proplas
1.3
Benaming lasprocessen
Alle procesvarianten krijgen een nummer ter identificatie. → Eerste Code: naar basisproces 1:B ooglassen 2 Weerstandlassen 3: Autogeen lassen 4: Druklassen 5: Bundellassen 6: / 7: Andere lasprocessen 8: Snijden en gutsen 9: Hard – en zachtsolderen en lassolderen Eventueel + één of twee nummers voor relevantie laskenmerken → Tweede Code: combinatie van meerdere nummers/cijfers -> relevante procesinformatie XYZ X: Kwaliteitsklasse las Y: Laspositie Z: Lastoevoegingen
1.4
Lastekeningen
Bevat alle onderdelen die aan elkaar gelast moeten worden tot één stuk. ! Geen bouten, moeren…
1.4.1
Reeksvervaardiging
~Serieproductie
→ Onderdeel van complete tekendossier → Onderdelen Stuktekeningen van samen te stellen delen Lassamenstelling Afwerkingstekening Te bekomen totaalwerkstuk Stuktekening → Lasnaadvoorbereidingen → Grove toleranties → Eventuele voorbewerkingen uit te voeren voor het lassen ( economisch voordeel) Lassamenstelling → Positionering van stukken t.o.v. elkaar → Manier van lassen Afwerkingstekening → Hertekende lassamenstelling (geen lasaanduiding/lasbemating) → Maten, vorm, plaatstoleranties, oppervlaktetoestanden → Beschouwd als één stuk -> één doorsnede, één stuknummer → Moet nog nabewerkt worden
1.4.2
Prototypebouw
~Eenmalige vervaardiging → Lassamenstellingstekening en afwerkingstekening = één tekening m.a.w. alle onderdelen apart zichtbaar + alle benodigde informatie voor lasser → Afwerkingstekening bevat alle toleranties, oppervlaktetoleranties, lasaanduidingen… 1.4.3
Stukkenlijst Alle onderdelen zonder stuktekening worden ook opgenomen in de stukkenlijst; → Genormeerde stukken → Geen verdere nabewerking
VOORBEELD OEF LES TOLEDO VANAF 27:33
1 Lasimperfecties Soorten lasonvolkomenheden → Scheuren → Holten → Vaste insluitsels → Bindingsfouten en onvolkomen doorlassing → Geometrische afwijkingen → Overige onvolkomenheden Overzicht lasfouten → Uitwendige fouten (kunnen we zien) Convexe en afgezakte lasnaad Randdoorzakking en asymmetrie Slechte verbinding Inkarteling Overmatige insmelting Verspringende plaatranden Breedteverandering → Inwendige fouten (kunnen we niet zien) Scheuren (Warmtescheuren, koudscheuren, lamellaire scheuren) Onvoldoende inbranding Bindingsfouten Slakinsluiting Gasinsluiting
1.1
Uitwendige fouten
1.1.1
Convexe lasnaad (te bolle las)
Nr. 503 Oorzaken → Te veel toevoegmateriaal in fie van voorloopsnelheid → Stroom op bekleed elektrode toestel te laag voor gekozen elektrode → Bij halfautomaat te lage spanning U gekozen → Bij halfautomaat te hoge draadsnelheid met gekozen voorloopsnelheid Oplossingen → Verhogen van voorloopsnelheid → Dunnere elektrode diameter → Stand elektrode of toorts aanpassen
1.1.2
Randdoorzakking
Nr. 509 Oorzaken → Te hoge warmteinbreng (verkeerde stroom) → Verkeerde elektrode (snel en traag stollende elektroden) → Verkeerde laspositie → Te lage voorloopsnelheid Oplossingen → Verlagen stroomsterkte en/of draadsnelheid → Dunnere elektrode gebruiken → In positie PA lassen → Oxidelaag smelt -> basislaag zakt door = onmogelijk lassen → Opl: AC stroom (reinigende werking) -> wolfraamelektrode wordt wisselend belast Elektrode = Anode: 800°C Elektrode = Kathode: Lastemperatuur → Instellen elektrode langer op anode/kathode Reinigende werking: Inbrandende werking → Dunne Al platen (008mm gladgeslepen = mooi vlak oppervlak, wat boven uitsteekt wegslijpen V-las altijd doorlassing! Let op symbolische weergave, moet volledig erdoor zijn, anders Y naad (2xY = X las)
(Permanente) onderlegplaat voor sproeibooglassen (halfautomaat) -> direct veel materiaal neersmelten, meteen in sproeibooggebied = veel warmteinbreng
Enkelvoudig
1.2.2
Gecombineerd
Bijkomende symbolen
Oppervlak
Vlak (slijpen)
Convex (bol)
Aanvullende informatie → O = rondomrond lassen
!Enkel wanneer las overal zelfde vorm heeft → Montagelas = pas lassen tijdens de montage (transport … )
→ Z = versprongen las
Concaaf (hol)
~Hoeklas gemaakt aan beide zijde van werkstuk -> 5 lassen met tussenafstand 150mm.
1.2.3
Uitvoeringssymbolen
Bv. Glad verlopen naadovergang d.m.v. zandstralen
1.2.4
Maataanduidingen
Betrekking op doorsnede van de las. → Hoeklassen Europese methode: a Amerikaanse methode: z a = nominale keelhoogte (= wat boven het materiaal uitsteekt -> grootst ingeschreven gelijkbenige driehoek) z = nominale beenlengte -> a√ 2 s= nominale keelhoogte + inbranding (= wortel) -> krachtenoverbrenging/minder warmte-inbreng/hogere lassnelheden
→ Rechts van vormsymbool -> Laslengte, aantal, tussenruimte → Geen lengte = volledige lengte verbinden
→ Geen maataanduiding links van vormsymbool = volledig doorlassen (V- naad)/Diameter proplas
1.3
Benaming lasprocessen
Alle procesvarianten krijgen een nummer ter identificatie. → Eerste Code: naar basisproces 1:B ooglassen 2 Weerstandlassen 3: Autogeen lassen 4: Druklassen 5: Bundellassen 6: / 7: Andere lasprocessen 8: Snijden en gutsen 9: Hard – en zachtsolderen en lassolderen Eventueel + één of twee nummers voor relevantie laskenmerken → Tweede Code: combinatie van meerdere nummers/cijfers -> relevante procesinformatie XYZ X: Kwaliteitsklasse las Y: Laspositie Z: Lastoevoegingen
1.4
Lastekeningen
Bevat alle onderdelen die aan elkaar gelast moeten worden tot één stuk. ! Geen bouten, moeren…
1.4.1
Reeksvervaardiging
~Serieproductie
→ Onderdeel van complete tekendossier → Onderdelen Stuktekeningen van samen te stellen delen Lassamenstelling Afwerkingstekening Te bekomen totaalwerkstuk Stuktekening → Lasnaadvoorbereidingen → Grove toleranties → Eventuele voorbewerkingen uit te voeren voor het lassen ( economisch voordeel) Lassamenstelling → Positionering van stukken t.o.v. elkaar → Manier van lassen Afwerkingstekening → Hertekende lassamenstelling (geen lasaanduiding/lasbemating) → Maten, vorm, plaatstoleranties, oppervlaktetoestanden → Beschouwd als één stuk -> één doorsnede, één stuknummer → Moet nog nabewerkt worden
1.4.2
Prototypebouw
~Eenmalige vervaardiging → Lassamenstellingstekening en afwerkingstekening = één tekening m.a.w. alle onderdelen apart zichtbaar + alle benodigde informatie voor lasser → Afwerkingstekening bevat alle toleranties, oppervlaktetoleranties, lasaanduidingen… 1.4.3
Stukkenlijst Alle onderdelen zonder stuktekening worden ook opgenomen in de stukkenlijst; → Genormeerde stukken → Geen verdere nabewerking
VOORBEELD OEF LES TOLEDO VANAF 27:33
1 Lasimperfecties Soorten lasonvolkomenheden → Scheuren → Holten → Vaste insluitsels → Bindingsfouten en onvolkomen doorlassing → Geometrische afwijkingen → Overige onvolkomenheden Overzicht lasfouten → Uitwendige fouten (kunnen we zien) Convexe en afgezakte lasnaad Randdoorzakking en asymmetrie Slechte verbinding Inkarteling Overmatige insmelting Verspringende plaatranden Breedteverandering → Inwendige fouten (kunnen we niet zien) Scheuren (Warmtescheuren, koudscheuren, lamellaire scheuren) Onvoldoende inbranding Bindingsfouten Slakinsluiting Gasinsluiting
1.1
Uitwendige fouten
1.1.1
Convexe lasnaad (te bolle las)
Nr. 503 Oorzaken → Te veel toevoegmateriaal in fie van voorloopsnelheid → Stroom op bekleed elektrode toestel te laag voor gekozen elektrode → Bij halfautomaat te lage spanning U gekozen → Bij halfautomaat te hoge draadsnelheid met gekozen voorloopsnelheid Oplossingen → Verhogen van voorloopsnelheid → Dunnere elektrode diameter
→ Stand elektrode of toorts aanpassen
1.1.2
Randdoorzakking
Nr. 509 Oorzaken → Te hoge warmteinbreng (verkeerde stroom) → Verkeerde elektrode (snel en traag stollende elektroden) → Verkeerde laspositie → Te lage voorloopsnelheid Oplossingen → Verlagen stroomsterkte en/of draadsnelheid → Dunnere elektrode gebruiken → In positie PA lassen...