Nederlands 6 - woordenschat 5, elckerlyc, mariken, lanseloet PDF

Title Nederlands 6 - woordenschat 5, elckerlyc, mariken, lanseloet
Course Nederlands
Institution ASO
Pages 6
File Size 224.3 KB
File Type PDF
Total Downloads 25
Total Views 125

Summary

Don Bosco Haacht...


Description

Woordenschat 5 woord

betekenis

precair

ongunstig, onzeker (over een toestand)

malafide

onbetrouwbaar, met slechte bedoelingen

anomalieën

onregelmatigheid, afwijking van regel of wet

caritatief

liefdadig

symposium

wetenschappelijk congres over een bepaald onderwerp

calamiteiten

noodtoestand, grote ramp

aantijging

beschuldiging

illustere

bekend, beroemd, hoog in aanzien, voornaam

primeren

belangrijker zijn dan de rest, op de eerste plaats komen, voorrang krijgen

excessief

overdreven veel, buitensporig

distantiëren

afstand nemen van

rentabiliteit

winstgevendheid

potentieel

mogelijk aanwezige kansen of krachten

anekdotisch

gebaseerd op een echt gebeurd verhaal

concessie

toegeving

stigmatiseren

brandmerken

allieren

zich aansluiten bij, een bondgenootschap vormen met, zich vermengen met

olfactorisch

wat de geur of reukzin betreft

inventief

vindingrijk, vernieuwend

funest

nefast, noodlottig

Dramatiek de machtige Kerk in de middeleeuwen had moeite met het toneel → toneeltraditie vd Grieken en Romeinen verdween snel id vroege middeleeuwen : toch herleefde het theater weer vanuit de christelijke eredienst → basis vd evolutie (ontstaan van eigen theater bij ons id middeleeuwen): een rituele dialoog, de → een in het wit geklede priester voerde een dialoog in het Latijn met 3 koorknapen → werd uitgebreid met gebeurtenissen ervoor en erna → (= de teksten en handelingen of rituelen vd eucharistieviering) breidde uit → verliet wat later het kerkgebouw + de volkstaal verdrong het Latijn dit alles wijst op op 4 vlakken: - locatie: toneel gaat van voor het altaar naar meer naar achter id kerk en dan uiteindelijk op de markt - inhoud: minder focus op evangelie, meer op andere elementen die sensatie brachten en minder saai waren - taal: Latijn als taal vd Kerk wordt vervangen door de volkstaal - acteurs: eerst alleen geestelijken, dan iedereen 1

midden 15e eeuw: literaire leven concentreert zich meer id → bevat verschillende soorten: : geloofwaardigheid wordt gedramatiseerd → vb. De eerste bliscap van Maria = : kortere stukken met didactisch-moraliserend doel → vb. Elckerlyc : dramatische kern is een wonder → vb. Mariken van Nieumeghen deze vormen willen een les geven: - mysteriespelen: geloofwaardigheid overbrengen → wijzer worden op vlak van religie - moraliteiten: didactisch-moraliserend → hoe je goed moet leven het

bevat ook verschillende soorten: : alleen te vinden id Middelnederlandse letterkunde, stukken met intrige, gedramatiseerde ridderromans waarin de idee vd hoofse liefde met religieuze, burgerlijke en soms zelfs onhoofse elementen verbonden wordt, speelden zich af op verschillende locaties mbv een simultaandecor (verschillende decors onder, boven, naast elkaar) : werden gespeeld na een abel spel → na spanning kwam ontspanning, na ernst amusement → ze zijn grof komisch, overdrijven vaak in hun karakters en hebben een voorliefde voor seksuele allusies

-

met Grieks klassiek theater: na een tragedie kwam een komedie → na een abel spel komt een clute 4 elementen van abele spelen die erop wijzen dat het om - personages hebben niks met religie te maken → ridders, jonkvrouwen - liefde tussen met man en vrouw met hoofse en onhoofse elementen - intrige → sensatie en spannende gebeurtenissen - beroepsacteurs

gaat:

tussen wagenspel en simultaandecor:

- wagenspel: publiek blijft zitten → decor beweegt - simultaandecor: publiek beweegt → alle decors achter elkaar of naast elkaar, kan heel lang zijn

Uitgebeeld ELKERLYC

Hij roept de Doot (dood) bij zich: Elckerlyc (elk mens, iedereen) moet verantwoording gaan afleggen van zijn leven. Hij krijgt de opdracht een “pelgrimage” te ondernemen (hij krijgt te horen, dat hij moet sterven). Elckerlyc probeert tevergeefs de Doot om te kopen: zonder uitstel moet hij op reis. Wel mag hij op zijn tocht een reisgenoten meenemen. Elckerlyc vraagt aan Gheselscap, Maghe, Neve (vrienden en bloedverwanten) en Tgoet (het bezit, geld en goederen) hem te vergezellen, maar ze laten hem allemaal in de steek zo gauw ze door hebben wat de ware bestemming is. Dan ontmoet Elckerlyc De Doecht (deugdzaamheid) maar hij is te zwak om mee te gaan. Kennisse (zelfkennis, berouwvol inzicht), de zuster van Doecht, brengt Elckerlyc nu bij Biechte, en nadat hij boete heeft gedaan is Doecht weer aangesterkt. Scoenheit (schoonheid), Vroetscap (wijsheid). Cracht en Vijf Sinnen (zintuigen) beloven dan ook met hem mee te gaan op zijn tocht. Elckerlyc maakt zijn testament op en ontvangt van een priester de laatste sacramenten. Ten slotte bij het open graf aangekomen, laten alle reisgenoten Elckerlyc in de steek; alleen Doecht gaat mee verder. Elckerlyc sterft. Kennisse vertelt dat Doecht zich bij God zal melden en Elckerlyc bij God zal aankondigen. Een engel voert Elckerlycs ziel naar de hemel. De moraal: mogen mensen zuiver voor God verschijnen" auteur: anoniem kalender: 1495 soort: moraliteit

2

moraliteit: 4 kenmerken

Elckerlyc: bewijs 4 kenmerken

het is een kort toneelstuk

800 verzen, normaal 1000 → niet extreem kort

het is didactisch moraliserend

het geeft een moraal mee, wat goed en slecht is: hoe moet je leven als je een goed mens wil zijn?

alle personages zijn allegorische figuren = abstract, symbolisch

alle personages zijn allegorisch → de Dood is bv abstract

het thema is een universeel gegeven

de dood zal iedereen tegemoet komen

antropocentrisch wereldbeeld = mens

theocentrisch wereldbeeld = god

de mens kan alles beïnvloeden, er is een grote interesse in de wetenschap want met kennis kan je heel veel veranderen

al van bij je geboorte is je levensweg geschreven in de palm van God, je kan daar als mens niets aan veranderen, je lot is al bepaald, God stuurt de hele wereld

→ Elckerlyc kadert een wereldbeeld: - God bepaalt dat Elckerlyc nu sterft, terwijl Elckerlyc zich nog goed voelt, maar God heeft beslist → predestinatie - de hemel wordt voorgesteld als het ultieme geluk bij God, de hemel wordt het enige doel → God dus ook want God en de hemel zijn 1, het wereldse wordt met afkeer benaderd - er zijn geen duidelijke herkenbare, concrete mensen, elk personage is gecreëerd in functie van de religie, de mens is niet belangrijk en wordt niet centraal gezet Elckerlyc → : - locatie: kathedraal/kerk - proloog en epiloog worden verteld door een priester : Dood, Bezit, Deugd, Kracht, Wijsheid, 5 Zintuigen, Schoonheid, Biecht, Elckerlyc, Vrienden, Engel de kostumering bevat : - Schoonheid → blond, roze kleur, spiegel - Kracht → zwaard, breed, groot, gepiekt haar, kroon → macht, mantel van een heerser - Dood → heel bleek gelaat, zwarte kledij - Bezit → helemaal in het goud centraal kenmerk van moraliteit in proloog en epiloog: → proloog: dit is voor iedereen → epiloog: de hele moraal wordt herhaald ook

neemt het woord maar is geen personage → na de proloog spreekt Hij

3

MARIKEN VAN NIEUMEGHEN : De oom van Mariken vraagt haar om boodschappen te gaan doen in Nijmegen (5km) . Wanneer ze merkt dat het al laat en donker is gaat ze bij haar tante slapen. Haar tante verwijt haar met mannen om te zijn gegaan en gedronken te hebben. Dit vindt Mariken niet tof en ze loopt het donkere bos in waar ze de duivel tegenkomt. De duivel wil haar de zeven kunsten aanleren op voorwaarde dat ze bij hem blijft, haar naar veranderd in Emmeken en geen kruisteken meer maakt. Ondertussen is haar oom zeer ongerust en hij gaat naar de tante. De tante pleegt zelfmoord. Na 6 jaar een zondig leven geleid te hebben, wil Mariken haar familie terug opzoeken, daar beseft ze tijdens een toneelstuk dat het niet goed is om een relatie te hebben met de duivel en ze breekt met hem. Hij is boos dus neemt haar mee naar boven (hoog in de lucht). Daar laat hij haar vallen in de hoop dat ze haar nek breekt. Mariken wordt gered doordat haar oom voor haar bidden en ze vraat de paus om vergiffenis. De paus kan haar dat niet geven tenzij ze vanzelf verlost kan geraken van de 3 ringen die hij rond haar nek doet. Hier slaagt Mariken in. auteur: anoniem kalender: begin 16e eeuw soort: mirakel Mariken is een : bestaat zowel uit - en als uit → zijn multifunctioneel → maken snelle verplaatsingen id geografische ruimte en tijd mogelijk + geven info over de personages (bode uit klassiek toneel) en over de historische achtergrond vh stuk, de (= regisseur) leidt in, laat personages zelf aan het woord, vat samen en praat alles aan elkaar + hij vertelt de scènes die men niet wou spelen in de 2 getoonde fragmenten is de ooglapje de

van Moenen behouden: 1e → dichtgeplakt oog en 2e →

van Mariken geeft haar ommekeer weer:

- begin: vlechten → maagdelijk kenmerk, wit bloesje, schort → landelijk - daarna: haar is opgestoken, onschuld is weg, chiquere kleren de compilatie doorbreekt ook de → deze wordt doorbroken als de auteur eerder het publiek aanspreekt dan dat hij verder vertelt over het verhaal. Het verhaal pauzeert dan even + er is een verteller → afwisseling dramatiek-epiek, spelen-vertellen Mariken van Nieumeghen kadert de

wereldbeeld:

antropocentrisch

theocentrisch

ze wordt verleid door kennis

wel nog des duivels

personages zijn heel concrete mensen en worden gedetailleerd beschreven het mirakel zit op het einde en is geen verrassing → staat dus niet centraal, de mens die berouw heeft staat centraal ze heeft wel 7 gelukkige jaren op aarde in het klooster beleefd

Mariken gaat naar de hemel

(einde 14e eeuw): toneelstuk opgevoerd op een verplaatsbare wagen → in Mariken: inhoudelijke als vormelijke functie → centrale thematiek wordt letterlijk verwoord en het betekent het keerpunt in het drama

4

LANSELOET

Lanseloet is een man van adel. Hij is stapelverliefd op Sanderijn, een beeldschone vrouw, maar zij is niet van adel. Sanderijn geeft ook veel om Lanseloet, maar zij ziet dat zij nooit zijn vrouw kan zijn, omdat zij niet van adellijke afkomst is. Ze wil ook haar maagdelijkheid bewaren (zij is bang dat hij haar alleen gaat gebruiken en haar dan zonder eer verder laat leven). Lanseloet wil dolgraag met haar trouwen, maar zijn moeder verbiedt het hem, omdat Sanderijn niet van adellijke afkomst is. # Dan verzint zijn moeder een gemene ‘list’ om Sanderijn uit de gedachten van Lanseloet te krijgen. Ze zegt tegen Lanseloet dat hij met Sanderijn een hele nacht voor zichzelf mogen hebben in de slaapkamer van Lanseloet op het kasteel, maar na afloop moet Lanseloet zeggen dat hij haar niet meer wil. Lanseloet wil heel graag een nacht met Sanderijn doorbrengen en zo stemt hij in. # De moeder van Lanseloet verzint een smoes om Sanderijn het kasteel in te lokken en zo wordt Sanderijn dan toch ontmaagd. Na afloop zegt Lanseloet met pijn in zijn hart dat hij haar niet meer wil, zoals hij zijn moeder had beloofd. Sanderijn is erg boos en diep teleurgesteld. Ze besluit weg te lopen, weg van huis, weg van Lanseloet. Ze rent het bos in, en loopt zo nog heel lang door totdat ze bij een waterbron is in Afrika. # Een ridder is aan het jagen in het bos. Hij jaagt zo al 4 dagen, maar hij heeft nog niks gevangen, op een konijntje na. Dan ziet hij een beeldschone vrouw bij de bron staan. Heeft toch nog iets moois gevangen, denkt hij bij zichzelf. Hij gaat naar haar toe en hij vaagt hoe zij heet. Sanderijn heet zij. Zij moet wel van adellijke afkomst zijn denkt hij bij zichzelf. Hij vraagt haar om met hem mee te gaan om met hem te trouwen. Maar ze is niet meer maagd. De ridder vindt dit niet erg en dan stemt Sanderijn ook in, en de ridder neemt haar mee naar zijn kasteel en daar trouwen ze. # Lanseloet is ondertussen diep bedroefd over Sanderijn. Hij is haar voorgoed kwijt, denkt hij bij zichzelf, hoe had hij haar ooit kunnen laten lopen? Hij zegt tegen zijn knecht (Reinout) dat hij haar moet gaan zoeken en tegen haar moet zeggen dat hij met haar wil trouwen, wat zijn familie er ook maar van denkt. En zo gaat Reinout naar Sanderijn op zoek. Reinout vraagt Sanderijn of zij met Lanseloet wil trouwen en dat Lanseloet niet kan leven zonder haar. Sanderijn wil niet mee terug, en zegt dat zij erg gelukkig is met haar man. Als bewijs voor Lanseloet dat Reinout haar echt heeft gesproken verteld Sanderijn het volgende Parabel: In het park staat een mooie bloesemboom, er komt een valk aan en pakt een bloem van een tak en laat de anderen staan. Kort daarna komt de valk terug om de tak terug te vinden waarvan hij de bloem had geplukt maar hij kan de tak niet terugvinden dat doet hem veel verdriet. # Reinout keert terug, maar hij durft de waarheid niet aan Lanseloet te vertellen en besluit om dan maar een leugen te vertellen. Hij zegt tegen Lanseloet dat Sanderijn op haar reis naar het buitenland dood is gegaan. Lanseloet gelooft het niet en hij vraagt nog een keer of dat de waarheid is. Reinout zweert dat ze inderdaad dood is, maar dat ze hem wel een boodschap heeft meegegeven. Hij vertelt het Parabel die hij van Sanderijn had gehoord. Na het vertellen begint Lanseloet wel te geloven dat ze dood is. Hij begrijpt dat hij haar voor altijd heeft verloren en hij sterft dan van verdriet. auteur: anoniem kalender 1400-1420 soort: abel spel ongeveer 1 à 2 eeuwen vroeger geschreven dan de andere stukken → de andere zijn uit de kerk ontstaan,

= kunstig, mooi, goed, met ‘kunde’ → to be able de taal was belangrijk → de stukken moesten mooie hoofse taal voorstellen, in de kluchten was het tegenovergestelde belangrijk: slecht, gevloek, onverzorgde taal (1405) = manuscripten verzameling die Karel van Hulthem kocht van een Brusselse notaris voor €1 → werd later overgekocht door de staat → nu bewaard id Koninklijke Bibliotheek in Brussel → gaat om meer dan 200 teksten manuscripten werden op perkament of papier met de hand geschreven → boekdrukkunst bestond nog niet → werden in opdracht geschreven + opdrachtgever bepaalde welke teksten hij erin wou → zo’n verzamelhandschrift was door de prijs vh perkament of papier + de loon vd kopiist 5

: Lanseloet van Denemerken, Esmoreit, Gloriant en Vanden Winter ende vanden Somer → die laatste is wat vreemd: - geen riddernaam id titel - personages zijn symbolisch (de seizoenen) → allegorieën - geen ridder en jonkvrouw → gaat wel om liefde → abel - kerngedachte: welk seizoen is het best om de liefde te bedrijven - conclusie: alle seizoenen → minst hoofse stuk vd 4 abele spelen: eerste toneelstukken in West-Europa → geen bewerkingen van al bestaande (epische) teksten → wel oorspronkelijke dramatische creaties waarin de hoofse waarden op een aanschouwelijke manier worden geïllustreerd → vooral bestemd voor adellijk publiek karaktertekening: vooral zwart-wit, opbouw met sprongen vooruit → simultaandecor, bijna altijd happy end VERGEET VRAGEN + ANTWOORDEN IN WERKBLADEN NIET

6...


Similar Free PDFs