Notities verkeers- en lokaal strafrecht PDF

Title Notities verkeers- en lokaal strafrecht
Course Verkeers- en lokaal strafrecht
Institution Katholieke Universiteit Leuven
Pages 48
File Size 715 KB
File Type PDF
Total Downloads 17
Total Views 147

Summary

notities tijdens lessen...


Description

V E R K E E R S - E N LO KA A L S T RA F R E C H T INLEIDING Wegverkeerswet van 16 maart 1968  uitvoerend KB december 1975 Misdrijven uit deze wet: • • • •

Vluchtmisdrijf (en zijn varianten) Intoxicatie misdrijven (alcohol, drugs,…) o Dronkenschap (zowel bij alcohol en drugs) Rijbewijsmisdrijven Overtreding van de uitvoeringsreglementen: overtreding van de wegcode

Wat gaan we bestuderen: 1. Kijken naar de delictstypiciteit  materiële en morele bestanddelen van de misdrijven 2. Strafmaat Verkeerswet februari 2003: tendens om de vrijheidsstraf af te schaffen en geldboetes in de plaats die worden verhoogd • Opgepast met de werking in de tijd van de gewijzigde wetgeving Hoofdstraffen en bijkomende straffen

Hoofdstraf 2003: type van hoofdstraf werd gewijzigd van vrijheidsstraf naar vermogensstraf en men heeft hierbij ook nog een prominente rol gegeven aan het rijverbod. Rijverbod als bijkomende straf  komt ook voor bij familieverlating in Boek II. Ook in het nieuw strafwetboek wilt men er een algemeen bijkomende straf van maken.

Bijkomende straffen Rijverbod 1. Bijkomende straf: Als een bijkomende straf bij de geldboete, of als de geldboete wordt vervangen door een alternatieve staf (ET, WK, …) 2. Vervangende straf bij de geldboete  normaal niet betalen van GB is er een vervangende GVS. Voor de wegverkeersmisdrijven bestaat er geen vervangende GVS en is dit een vervangend rijverbod. (hoofdstraf hier).

8d-1j. Voor elke GB bij een verkeersmisdrijf die wegens niet uitvoering wordt vervangen. 3. Beveiligingsmaatregel  verval recht van sturen. Vb. dader van een verkeersmisdrijf is psychisch/fysiek niet geschikt om te besturen.  meestal via deskundige wordt dit vastgesteld.  

Alcoholslot art. 37/1 wegverkeerswet Bijkomende straf  dure straf, want heel systeem in de auto dat je niet kan vertrekken voordat je blaast. Sinds 2018 is het verplicht in sommige situaties. (vroeger enkel facultatief) Bijzonder verbeurdverklaring Vaak in de verkeersmaterie gaat het om onopzettelijke misdrijven. Het klassiek strafrecht is VBV normaal enkel mogelijk bij opzettelijke. Maar in de verkeerswetten zijn er enkele VBV’n van het voertuig mogelijk

3. Transport strafrecht • Goederen/ personen o Rij-rust tijden / tachograaf  Minimale rusttijden / Maximale rijtijden / Digitale tachograaf (om zo fraude tegen te gaan  vroeger was dat analoog)  Europese wetgeving  transportnormen staat in een EU verordening. De strafsancties staan niet in de EU wetgeving. De EU wetgever zegt aan de LD’en om te voorzien in de nodige sancties  dit moeten geen penale sancties zijn, het kan ook administratief. BEL: penaal bestraft. Deze EU verordening moet worden gekoppeld aan een Belgische Strafwet: Wet 18 februari 1969 en dan nog het KB uitvoeringsbesluit  bepaald of we alles strafbaarstellen van de EU norm of een deel ervan. o



Overlading  Gewicht beperkt tot 44 ton

Transport mogelijkheden (lucht, land, zee,…) o Wij gaan voornamelijk wegtransport bestuderen.

4. Lokaal strafrecht • GAS-wet

DUBBELE FUNCTIE STRAFWET i.

ii.

Omhulselfunctie vanuit het algemeen strafrecht  je hebt de bijzonder strafwet en daarrond het algemeen strafrecht. Wat niet is geregeld in de bijzondere moet worden gekeken naar het algemene. Verkeersmisdrijven in de verkeerswet Vb. geen expliciet bestanddeel? Dan is het impliciet aanwezig Secundaire beschermingsfunctie • Vanuit het bijzonder strafrecht (Boek II)  bijkomende bescherming die wordt geboden uit een aantal misdrijven uit Boek II. Vb. onopzettelijke slagen en verwondingen art. 418-420Sw. •

419 Sw o Lid 1: onopzettelijk doding buiten de verkeersmaterie (vb. arbeidsongevallen)  GVS 2j o Lid 2: onopzettelijke doding in de verkeersmaterie  hogere maximumstraf van GVS 5j (ook in het nieuw strafwetboek gaat dit onderscheid behouden blijven)



422bis Sw schuldig hulpverzuim  vb. je bent getuigen van een verkeersongeval en je verleent geen hulp aan personen in groot gevaar ten gevolge van het verkeersongeval.



406 en 408 Sw: kwaadwillige verkeersbelemmering

AFWIJKENDE PROCEDUREREGELS IN HET VERKEERSRECHT 1. Verjaring  2 jaar ondanks dat het allemaal wanbedrijven zijn (5j) 2. Bevoegde rechtbank  Politierechtbank ondanks dat het allemaal wanbedrijven zijn  dus ook 418-420 gelinkt aan verkeersmisdrijven, behalve 406-408 en 422bis  wel correctionele Hof van beroep indien er voorrang van rechtsmacht van toepassing is (overtreding door vb. een magistraat) 3. Opsporing + vaststelling van de misdrijven  Bewijswaarde 4. Rechtsmiddelen • Hoger beroep is soms wat complexer in de verkeersmaterie omdat er veel partijen vaak zijn.

TOEPASSING BURGERLIJK RECHT 1. Berekening van de schade (lichamelijke, materiële schade)  indicatieve tabellen

Cursusmateriaal • Notities • Extra teksten • Bestendig handboek verkeer (kan nuttig zijn als je iets niet begrijpt) • Larcier duiding (kan nuttig zijn) • Geannoteerd wetboek verkeersrecht mag je op examen gebruiken Examen • Mondeling • Kleine casus en theoretische stelling

Misdrijven buiten boek II van het strafwetboek • Principe: Algemeen strafrecht BOEK I / Probatiewet van toepassing op de misdrijven BOEK II • Afwijkende regels van bijzonder strafrecht hebben voorrang • Art. 100: Boek I is van toepassing tenzij o Andersluidende bepaling  Herhaling ( vaan gekoppeld aan de GVS, maar verkeersmisdrijven worden niet bestraft met GVS) o Hfst VII: deelneming (mededaderschap/medeplichtigheid) o Art. 85 Sw: verzachtende omstandigheden bij wanbedrijven (men kan hier onder het minimum van de straf gaan). ** bijzonder strafwetten verklaren deze uitzonderingen vaak wel van toepassing. Vb. rij en rusttijden  Art. 2 verklaart Hfst VII en art. 85 van toepassing. Vb. je kan niet deelnemen aan vluchtmisdrijf/ alcohol intoxicatie. • Art. 32 wegverkeerswet: het wetens toevertrouwen van een voertuig aan iemand zonder rijbewijs (geen medeplichtigheid aan rijbewijsmisdrijf, maar wel een afzonderlijk misdrijf) • Art. 37 wegverkeerswet: het toevertrouwen van een voertuig aan een persoon die duidelijk tekens van drugs of alcoholintoxicatie vertoont (afzonderlijk misdrijf) Art. 85 normaal niet van toepassing, voor het transportmisdrijf mag het wel. o Per verkeersmisdrijf moet je het dan gaan bekijken  sommige verkeersmisdrijven hebben een eigen regime van verzachtende omstandigheden (dit is niet art. 85!) vb. Art. 29 wegverkeerswet heeft zo een eigen regime. Vluchtmisdrijf heeft geen regime. Examen: Dus kan je verzachtende omstandigheden toepassen? Art. 85 niet, eventueel eigen regime wel of art. 85 uitdrukkelijk van toepassing verklaart ** buiten de verzachtende omstandigheden strafvermindering?  redelijke termijn toepassen of de financiële draagkrachtbepaling 163 Sv (enkel voor de GB, vooral bij verkeersmisdrijven van toepassing). GB kan dus verlaagd worden via 163 Sv (ingevoerd in 2003, door die verkeerswet dat alle algemene verzachtende omstandigheden heeft afgeschaft)

Les 2 1. Wat zijn de mogelijke partijen in een strafprocedure geïnd op een verkeersstrafzaak 2. Werking in de tijd van de strafwet toegepast op de verkeersmaterie

PARTIJEN IN VERKEERSZAKEN In een verkeerszaak zijn er vaak heel wat partijen die kunnen opdagen die in een klassieke strafzaak niet altijd aanwezig zijn DE ZETEL IN STRAFZAKEN

OM

Voorzitter Griffier

*- Beklaagde BP - CAP - Tussenkomende partij *(deze plaatsen kunnen wisselen, Beklaagde staat beste rechts vindt prof wan dan in oppositie met het OM) Beklaagde  NP  RP (vb. in de transportmaterie als het transportbedrijf wordt vervolgt, de bestuurder van een vennootschap,…)

CAP (of BAP)  1384 BW: gehouden tot de schadevergoeding, veroorzaakt door een andere persoon. Indien er een mogelijkheid is om CAP te stellen dan zal het vaak gaan om werknemer  CAP is gehouden tot betaling van de geldboete  een civiele gehoudenheid om samen met de beklaagde de geldboete te betalen (in solidum). Was vroeger vooral een techniek van de wetgever om een werkgever mee te betrekken in het strafproces. o !! fundamentele regel: dit kan enkel wanneer een uitdrukkelijke wettelijke bepaling dit zegt. In het algemeen strafwetboek (boek I en II) is dit niet aanwezig!!  Art. 418-420 SW (slagen en verwondingen)  geen uitdrukkelijke vermelding van CAP voor de geldboete dus kan hier niet  Vb. Art. 67 wegeverkeerswet: CAP uitdrukkelijk vermelding van de mede gehoudenheid van de CAP tot betaling van de geldboete

o

De wet kan CAP gehoudenheid voorzien, maar er moet ook een CAP zijn.

Vb. wet van 18 feb. 1969 transportwet over rij en rusttijden Art. 2, §4: CAP gehoudenheid uitdrukkelijk vermeld Examen: Wie heeft belang bij betaling van de GB?  OM / beklaagde (niet de tussenkomende partij!!!) Kan een CAP betrokken worden in een strafzaak als er geen schade is? Een CAP wordt in se betrokken tot schade. Maar hij wordt uitdrukkelijk gehouden tot de geldboete dan wordt de CAP ook gedagvaard tot betaling (ookal is er geen BP of schade). Vervolgt als dader of vervolgt als CAP? van belang dit onderscheid Tussenkomende partij Vb. verzekeraar ** tussenkomst is beperkt in strafzaken. Wanneer komt een partij dan tussen in strafzaken? 1. Buiten de verkeersmaterie komt dit veel voor: wanneer een strafrechter een straf/ maatregel kan opleggen aan een 3de partij die niet betrokken is (vb. een verbeurdverklaring die kan opgelegd worden zonder eigendomsvereiste. De PK kan die opleggen t.a.v. een derde die eigenaar is van het goed ondanks dat die geen beklaagde is. Hier kan die partij dan tussenkomen om hiertegen in te gaan) ( in verkeerszaken is er wel een eigendomsvereiste) 2. Als de wet het uitdrukkelijk (uitzonderlijk) toestaat dat een 3de partij kan tussenkomen. Eerste wet die dat ooit voorzag was de WAM van ‘56 en ‘89. De verzekeraar kan/moet tussenkomen in de strafprocedure. a. Tussenkomst op een vrijwillige manier (komt het meeste voor in de praktijk) b. Gedwongen tussenkomst  via een dagvaarding  door de andere partij BP Schadelijder van het misdrijf Burgerlijke vordering richten tot:  beklaagde  CAP  Rechtstreekse vordering t.a.v. de tussenkomende partij verzekeraar o Rechtsverhouding tussen de BP en de tussenkomende partij en deze laatste zal worden gehouden tot betaling aan de BP. (dit kan enkel in eerste aanleg want anders zou de tussenkomende partij een eerste aanleg verliezen) Bindende verklaring  Gedwongen tussenkomst  dagvaarding van de verzekeraar



Kan wel voor de eerste keer in beroep

Kan er een deelnemer ook staan? Neen, niet van toepassing in de verkeersmaterie!! Ook de beklaagde zelf kan de verzekeraar oproepen om de bindende verklaring te bekomen. De wet zegt nog bijkomend de strafrechter mag zich niet uitspraken over de contractuele positie tussen de beklaagde – verzekeraar. De contractuele verhouding is niet voor de strafrechter. Deze tussenkomende partij is er louter ten behoeve van de beklaagde of de BP. Gemeenschappelijk motorwaarborgfonds indien geen verzekeraar aanwezig. Mag de beklaagde zelf zijn CAP in de zaak betrekken? Neen. Ratio: die CAP is gemaakt t.a.v. de BP en de beklaagde heeft daar niets mee te maken. Hij kan wel een tussenkomende partij betrekken want dan kan men een bindend verklaring van het vonnis vragen. Slachtoffer  BP  BP-stelling bij wijze van voeging (bij de strafvordering van de procureur)  BP-stelling bij de vonnisfase o dit kan enkel in eerste aanleg! Bij wijze van voeging (PK heeft beklaagde gedagvaard) Je gaat naar de rechtbank  je vraagt akte van BP stelling en meestal krijg je dit van de griffier (zonder voorafgaande gerechtskosten). Je bent onmiddellijk BP BP gaat beklaagde zelf dagvaarden (wijze van actie) BP gaat strafvordering instellen (niet uitoefenen), er wordt dan geacht dat de PK een strafvordering uitvoert.  Enkel voor overtredingen en wanbedrijven (niet voor misdaden) Vb. PK vervolgt beklaagde wegens een verkeersmisdrijf en het SL zegt ela er is nog een verkeersmisdrijf waardoor ik schade lijd, maar PK heeft dit niet vervolgt  bijkomend misdrijf dat wordt toegevoegd dan. Wie is die BP?  Rechtstreeks slachtoffer: slachtoffer van het verkeersongeval (indien er gekwetsten zijn)  Partij die in de plaats treedt van dat SL: gesubrogeerde partij (vb. verzekeraar  heeft al uitkeringen gedaan aan dat slachtoffer, hij kan dan optreden als BP t.a.v. de beklaagde) o Basisregel: welke vordering oefent die uit? De vordering van het Initiële slachtoffer. Een gesubrogeerde partij kan dus wel in beroep



aansluiten. Vb. BP in eerste aanleg krijgt schadevergoeding en er is beroep, de verzekeraar gaat tussen eerste aanleg en beroep misschien al deel betalen. Erfgenamen  bij een dodelijk ongeval

WERKING VAN DE STRAFWET IN DE TIJD Basisregels Niet retroactiviteit van de zwaardere strafwet Retroactiviteit van de mildere strafwet Mildere wetten Vb. art. 29 wegverkeerswet  overtredingen van de reglementen van de wegverkeerscode (snelheidsovertredingen, verkeerslichten, inhalen, voorrang,…) Feb. 2003 verz. Omst. Afgeschaft voor dergelijke misdrijven (opgelet art. 85 Sw nooit van toep.) Juli 2005 29, §4 lid 1: verklaart uitdrukkelijk verz. Omst.  mildere strafwet die retroactief mag worden toegepast Art. 29, §2 depenalisering  parkeerinbreuken  mildere strafwet Strengere wetten Nieuw misdrijf toegevoegd art 49/1 wegverkeerswet (hypothese waar je een rijverbod krijgt)  straf voorzien als je je rijverbod niet nakomt.  wanneer je een rijverbod krijgt moet je zelf tijdig je rijbewijs gaan afgeven op de griffie. In 2012 is dit een afzonderlijk misdrijf geworden: niet tijdig inleveren van het rijbewijs. Strafbaarstelling die erbij komt dus toepassing van een zwaardere straf. In 2014: Art. 34, §3 (alcohol intoxicatie, bijkomende vorm  micro intoxicatie.)  strengere wet In 2018: hoofdstraf werd verzwaard  3j GVS bij gekwetste  4j GVS vluchtmisdrijf met dodelijke afloop 69bis: vervangende straf bij de GB is een rijverbod, vroeger mild 8d-1m. in 2013 heeft men dit verhoogd naar 1j . Verplichte vervangende straf.  Zwaardere straf.

BIJZONDERE SITUATIE BIJ WERKING IN DE TIJD

1. UITVOERINGSREGLEMENTEN DIE WIJZIGEN, VAN EEN ONGEWIJZIGDE WET. Een algemene wet dat volledig in de uitvoeringsreglementen staat noemt men een blanco strafwet. Art. 29 wegverkeerswet  inbreuk op de reglementen van de uitvoering van de wet.  Wegcode 1975 = uitvoeringsreglement van de wegverkeerswet HvC:  indien uw uitvoeringsreglement gunstig wijzigt, maar uw basis wet blijft ongewijzigd: geen retroactiviteit van de strafwet Achtergrond: HvC 1932 in verkeersmaterie, reglement was gewijzigd (de snelheid werd versoepeld, je mocht iets harder rijden). Cassatie zij hier neen niet milder want uw basiswet is ongewijzigd. Dit is raar want voordien waren er 2 arresten (1910 en 1926) waar exact dezelfde problematiek zich voordeed en Cassatie hier wel zij het is milder dus retroactieve toepassing. Als de mildering in de wet stond was het wel retroactief? En in een uitvoeringsbesluit niet? Het abstract misdrijf staat in de wet, het concreet misdrijf staat in het KB/MB. Het ganse misdrijf is dus wet + KB/MB  dus als 1 van de twee maar wijzigt is het geen verandering van het gehele misdrijf ** dit geldt ook in milieumisdrijven (KB dat wijzigt en wet niet heeft geen invloed op de werking in de tijd) Wat met artikel 2 Sw? Rechter mag hiervan afwijken. Wat met art .15 BUPO? Mag enkel in oorlogsomstandigheden. Maar Cassatie zegt 15 BUPO gaat eigenlijk om de strafwaardigheid.

Vonnis 6 dec. 2007 Beklaagde werd vervolgd voor een verkeersongeval. Voorrang moest gegeven worden maar had beklaagde niet gegeven dus vervolgt 420 onopzettelijke slagen en verwondingen en 12 wegcode voorrangverlening  strafbaarstelling via art. 29 (hypothese van de uitvoeringsbesluiten). Feiten waren van 2006. Komt voor in HvB en de voorrangsregels was intussen opgegeven. Men blijft vanaf nu altijd voorrang hebben (ookal doet men er afstand van). KB is opgegeven, maar de basiswet van art. 29 is niet gewijzigd, dus we gaan het niet toepassen. We kijken enkel naar het KB op het ogenblik van het feit (verkeersinbreuk). 2. MILDERE TUSSENTIJDSE STRAFWET Strafwet 1: op moment van de feiten geldt deze Strafwet 2: mildste wet Strafwet 3: op moment dat u voor de rechter komt

Wegcode art. 4.4  niet naleven van een bevel van een bevoegd persoon (vb. agent). (Strafbaarstelling in art. 29 wegverkeerswet) Tussenliggend feit  ookal is het maar tussenliggend, altijd de mildste toepassen.

3. EU VERORDERING EU vordering bepaalt enkele feiten die strafbaar moeten worden gesteld en zegt dat de lidstaten sancties voorzien.  Wet met misdrijven  KB met verdere uitvoeringen (van de sancties) Een geeuropeaniseerd misdrijf vb. rij en ruststijden  Simultaan gelijktijdige inwerkingstreding van de interne norm en de EU norm  dan is er geen probleem  Stel niet simultaan: verordening treedt in werking 2 jan. 2020 en in België komt er pas een wet op 10 feb 2020. Er is een gedragsnorm die strafbaar moet worden gesteld volgens EU, maar er is geen straf voorzien. Dan is er geen retroactiviteit van toepassing (dus de nieuwe feiten zijn in België dan nog niet strafbaar)

BEVEILIGINGSMAATREGELEN Retroactiviteit?  non retroactiviteit van de zwaarde misdrijven en straffen. Niet op beveiligingsmaatregelen Art. 42 wegverkeerswet: rijverbod wegens lichamelijke / geestelijke geschiktheid. Tot 2005 enkel lichamelijke, daarna ook geestelijk.

2014: wijziging van de wetgeving over het rijverbod  verstrenging, meer bepaald m.b.t. de herhaling dan verstrengt het rijverbod. Art; 38, §6.  Verstrenging van het rijverbod (verplicht, minimum, maximum opleggen)  geen retroactiviteit want zwaarder.  Art. 38, §3: examens en onderzoeken  veroordeling tot rijverbod, facultatief kan daar ook nieuw examen of medisch/ psychologisch onderzoek bij worden opgelegd. (herstelexamens/herstelonderzoeken)  In 2014 wordt de materie van het rijverbod dus verstrengt. o In de situatie van herhaling  kan er ook een verstrenging zijn inzake de herstelexamens/onderzoeken door deze verplicht te maken Stel feiten 2013 en u komt in 2015 voor de rechter  geen retroactiviteit van de strengere straffen, maar wel van de beveiligingsmaatregelen want hier is retroactiviteitsregel niet van toepassing. Beveiligingsmaatregel die strenger wordt mag je dus altijd toepassen. Les 3 Les 4 Les 5

VLUCHTMISDRIJF HERHALING VORIGE LES Vorige 2 groepen van verkeersmisdrijven 1. Artikel 29 wegverkeerswet o 29, §1 en §2: strafbaarstelling van de inbreuken op de reglementen uitgevaardigd krachtens de wegeverkeerswet  Type voorbeeld: wegverkeersreglement 1 dec. 1975  Onderverdeeld in 4 graden o

29 , §3: snelheidsmisdrijven

2. Rijbewijsmisdrijven artikel 30, 31, 32 wegverkeerswet 3. Vluchtmisdrijf artikel 33 wegverkeerswet Recent arrest 10/03/ 2020 – verz. Omst. artikel 29 Wegverkeerswet  verzachtende omstandigheden in artikel 29, §4, eerste lid Sw. Verzachtende omstandigheden enkel van toepassing op de verkeersmisdrijven geregeld in artikel 29 en met andere woorden dus uitsluitend op de overtredingen die bestaan op de inbreuken op de uitvoering van de reglementen van de wegverkeerswet (enkel groep 1 en 2 misdrijven)

In deze zaak ging het om artikel 48 Wegverkeerswet: besturen van een veortuig ondanks het uitspreken van een rijverbod  daar ka nartikel 29, &4, eerste lid niet op worden toegepast. (bijzonder regime van verz. Omst.)

Voor het overige ging dit arrest ook over: 

Motivering van de afwijzing van de toepassing van de precaire financiële situatie (artikel 163 Sv)  vermindering van de GB



Motivering om geen werkstraf op te leggen in toepassing van artikel 37quinquies Sw.

VLUCHTMISDRIJF 2 vormen 

Artikel 33, §1: gewone vluchtmisdrijf o



Verkeersongeval met louter stoffelijke schade

Artikel 33, §2 : gekwalificeerde vluchtmisdrijf o

...


Similar Free PDFs