Proefexamen personenbelasting PDF

Title Proefexamen personenbelasting
Course Personenbelasting
Institution Hogeschool Gent
Pages 2
File Size 45.7 KB
File Type PDF
Total Downloads 23
Total Views 140

Summary

Download Proefexamen personenbelasting PDF


Description

Proefexamen PB 1. Bereken de om te slane belasting van een belastingplichtige die een gezamenlijk belastbaar inkomen heeft van € 42.000 en bovendien één kind te laste heeft. 2. Een belastingplichtige, gehuwd zonder contract, heeft gedurende het inkomstenjaar2019 een bruto-bezoldiging verkregen van € 44.000. Hierop werd een bedrijfsvoorheffing ingehouden van € 18.000. Het woon-werk legde hij af met het openbaar vervoer en hiervoor voorzag de werkgever een tussenkomst van € 750 (voor het ganse jaar 2019). Geen werkelijke beroepskosten werden bewezen. Daarnaast werd hem in 2019 nog een bruto-achterstal uitbetaald van € 5.000. Het beroepsinkomen van diens echtgenote bestaat voor het jaar 2019 uitsluitend uit een ziekte-uitkering € 9.000. Bereken het netto gezamenlijk en afzonderlijk belastbaar beroepsinkomen. 3. Een belastingplichtige verkocht op 16 mei 2019 een stuk bouwgrond voor een prijs van € 110.000. De registratierechten werden echter berekend op een bedrag van € 115.000. voor de verkoop van deze bouwgrond werd een vastgoedmakelaar ingeschakeld. De kostprijs bedroeg € 1.500. De bouwgrond werd door de belastingplichtige zelf aangekocht op 12 juni 2014 voor een prijs van € 55.000. Hij betaalde € 7.500 aan registratie- en notariskosten. De belastingplichtige stelt zich de volgende vragen: - Kan de winst voortkomend uit de verkoop van deze bouwgrond belast worden? - Zo ja hoeveel bedraagt het belastbaar inkomen en welk is het belastingtarief? 4. Hoeveel bedraagt de belastingvrije som van een weduwe die een gehandicapt kind van 2 jaar ten laste heeft? Licht uw antwoord op bondige wijze toe. 5. Een belastingplichtige is eigenaar van een appartement (KI 699) en verhuurt dit het volledige jaar 2019 aan een gepensioneerde vrouw. Zij betaalde hiervoor € 500 per maand. Hoeveel bedraagt het netto onroerende inkomen in hoofde van de belastingplichtige wetende dat de indexatiecoëfficiënt 1,8260 bedraagt en de revalorisatiecoëfficiënt 4,57? a. € 1.783,60 b. € 1.786,92 c. € 3.870,38 d. € 3.600,00 6. Een belastingplichtige is eigenaar van een magazijn (KI 1.000) en verhuurt dit magazijn gedurende het volledige jaar 2019 aan een ondernemer. De vennootschap gebruikt dit magazijn als opslagplaats en betaalt hiervoor € 700 per maand. In de huurovereenkomst staat ook vermeld dat de huurder de onroerende voorheffing dient te betalen. Deze bedraagt € 450. Hoeveel bedraagt het netto onroerende inkomen in hoofde van de belastingplichtige wetende dat de indexatiecoëfficiënt 1,8260 bedraagt en de revalorisatiecoëfficiënt 4,57? a. € 5.310,00 b. € 5.803,33 c. € 1.823,00 d. € 2.522,20 7. Een belastingplichtige, gehuwd onder het wettelijk stelsel, heeft gedurende het inkomstenjaar 2019 een bruto-bezoldiging verkregen van € 55.000. Hierop werd een

bedrijfsvoorheffing ingehouden van € 17.000. Het woon-werkverkeer legde hij af met zijn eigen personenwagen en hiervoor voorzag de werkgever een tussenkomst van € 600 (voor het ganse jaar 2019). De echtgenote heeft geen beroepsinkomen genoten in het jaar 2019. Bereken het netto gezamenlijk belastbaar nettoberoepsinkomen. 8. Welk beginsel ter bescherming van de burgers op fiscaal vlak ligt niet in de Belgische grondwet vervat? a. Het éénjarigheidsbeginsel: de belastingwet heeft slechts een geldigheidsduur van één jaar b. Het gelijkheidsbeginsel: alle Belgen zijn ‘gelijk’ voor de (fiscale) wet c. Het legaliteitsbeginsel: geen belasting zonder wet d. Primauteit van het verdragsrecht: Internationale verdragen moeten worden toegepast ook al zijn ze strijdig met intern Belgische wetgeving...


Similar Free PDFs