Ritme en metrum PDF

Title Ritme en metrum
Course Babel: Inleiding tot de taal-, vertaal- en literatuurwetenschap
Institution Universiteit Antwerpen
Pages 3
File Size 78.2 KB
File Type PDF
Total Downloads 88
Total Views 127

Summary

Samenvatting van het hoofdstuk ritme en metrum van literatuurwetenschap, babel ...


Description

Ritme en metrum Ritme = wordt gevormd door de herhaling van klemtonen en pauzes bij het spreken Metrum = specifiek gebruik in (traditionele) poëzie en slaat op de bewuste organisatie en stilering van zulke spreekritmes volgens bepaalde regelmatige patronen —> semantische waarde: aangewende patroon ondersteunt en verrijkt de inhoud van de tekst

3.1 Soorten scansie Scansie = het analyseren van de regelmatige patronen in het metrum

3.1.1 Accentvers - vast aantal beklemtoonde lettergrepen - wisselend aantal onbeklemtoonde lettergrepen —> totale aantal lettergrepen is flexibel - was gebruikelijk in de Oudgermaanse poëzie (Angelsaksische)

3.1.2 Kwantitatief vers - met oog op een afwisseling tussen lange en korte klinkers - gebaseerd op tijdsduur die de gebruikte klanken vereisen - Griekse en Latijnse poëzie Germaanse talen hebben een andere structuur —> kwantitatief metrum komt niet voor

3.1.3 Syllabisch vers - komt meestal voor in Romaanse talen —> nagenoeg accentloos - niet werken met (on)beklemtoonde lettergrepen, maar met aantal lettergrepen per versregel Decasyllabe: - tienlettergrepige vers - veel gebruikt in de Oudfranse letterkunde Alexandrijn: - 12-lettergrepige vers Haiku: - 17-lettergrepige vers - afkomstig uit Japan - (zie boven)

3.1.4 Syllabotonische vers - combineert de accentvers met de syllabische vers - zowel het aantal klemtonen als het aantal lettergrepen staat vast - wordt meestal gehanteerd in Germaanse poëzie

3.2 Traditionele prosodie Prosodie = de studie van metrische structuren in de poëzie Hoe moet je achterhalen welk metrum er in een versregel wordt gebruikt? 1. Lees op een normale manier luidop de tekst en luister naar waar de klemtonen vallen 2. plaats een accent op de beklemtoonde lettergrepen 3. duid daarna ook de onbeklemtoonde lettergrepen aan 4. bekijk hoe de (on)beklemtoonde lettergrepen zijn verdeeld en zoek een regelmatig patroon

3.2.1 Metrische structuur van de versregel Metrum wordt bepaald a.h.v. twee elementen: de dominante versvoet + aantal versvoeten Versvoet = combinatie van twee of drie lettergrepen, de traditionele benaming voor de kleinste analytische eenheid in de prosodie ‘ = beklemtoonde lettergreep ∪ = onbeklemtoonde lettergreep / = scheiding tussen twee versvoeten // = cesuur markeren 3.2.1.1 Soorten versvoeten jambe: ∪ ‘ trochee: ‘ ∪ anapest: ∪ ∪ ‘ dactylus: ‘ ∪ ∪ amfibrachys: ∪ ‘ ∪ spondee: ‘ ‘

- eerste vier (jambe, trochee, anapest, dactylus) kunnen dominant zijn ! —> bepalen het patroon voor de hele versregel/gedicht

- Engels: meest gebruikt = jambe - Nederlands en Duits: meest gebruikt = anapest, dactylus, amfibrachys ! —> talen met meer onbeklemtoonde lettergrepen 3.2.1.2 Aantal versvoeten monometer = een regel die bestaat uit 1 voet dimeter = een regel die bestaat uit 2 voeten trimeter = een regel die bestaat uit 3 voeten tetrameter = een regel die bestaat uit 4 voeten pentameter = een regel die bestaat uit 5 voeten hexameter = een regel die bestaat uit 6 voeten heptameter = een regel die bestaat uit 7 voeten octameter = een regel die bestaat uit 8 voeten

3.2.1.3 Gecombineerde terminologie De twee vorige componenten worden meestal gecombineerd bij het benoemen van de metrische structuur. —> dit is het dominante patroon dat de dichter hanteert (zonder rekening te houden met onderstaande afwijkingen)

3.2.2 Metrische variatie Twee redenen waarom er soms wordt afgeweken van de ‘normale’ patronen: 1. onvermogen om het rigide in stand te houden ! —> zondagsdichters en auteurs van rijmelaars kiezen ervoor rigoureus vast te houden aan het vooropgestelde patroon 2. bewust aangebrachte variaties —> meer artistieke dichteres willen vermijden dat hun vezen mechanisch gaan klinken —> vermijden dus absoluut regelmaat —> kleine afwijkingen kunnen extra betekenis scheppen 3.2.2.1 Metrische substitutie De dominante versvoet wordt eenmalig vervangen door een andere voet. 3.2.2.2 Cesuur Kleine pauze in een versregel op een plaats waar in de spreektaal ook een kleine pauze valt. —> wordt meestal schriftelijk weergegeven door middel van interpunctie —> creëert een gevarieerd patroon dat aanleunt bij de spreektaal —> minder gevestigd po de regelmaat van het metrum 3.2.2.3 Enjambement Gevallen waarbij een zin, bijzin of woordgroep grammaticaal onvoltooid blijft aan het einde van een versregel en de lezer de noodzaak voelt om voorbij het einde van de versregel door te lezen om de syntactische eenheid te voltooien. —> spanning tussen structuur van de versregel en de syntactische structuur van de zin

3.3 Niet-traditionele ritmiek Vrije verzen - poëzie met een lak aan vaste ritmische patronen - hedendaagse dichter persen hun ritmes niet langer in het dwangbuis van een vast metrum - traditionele termen worden soms nog wel gehanteerd...


Similar Free PDFs