Samenvatting - 2.4.4 neuro t/m begin van zintuigen PDF

Title Samenvatting - 2.4.4 neuro t/m begin van zintuigen
Course Biologie
Institution Hogeschool Vives
Pages 10
File Size 229.2 KB
File Type PDF
Total Downloads 56
Total Views 144

Summary

2.4.4 neuro t/m begin van zintuigen...


Description

P 30 – 89 2.4.4 informatiegeleiding tussen neuronen of synaptische transmissie = chemisch proces synaptische spleet: ruimte tussen de uiteinden van de presynaptische neuron en het stukje dendriet (of cellichaam) van de postsynaptische neuron. Op eindknopje presynaptisch neuron liggen er vesikels waarin neurotransmitters zitten. De neurotransmitters die worden vrijgegeven worden opgevangen door de dendrieten en kunnen ofwel excitatorisch zijn (opwekkend) ofwel inhibitorisch (remmend). Reuptake: heropneming van de neurotransmitters in de presynaptische neuron. 2.4.4.1 neurotransmitters Eerste neurotransmitter: dopamine Ooraak Parkinson: afsterven van neuronen die de neurotransmitters dopamine bevatten. Anderzijds een overdosis dopamine in bepaalde delen van de hersenen. geneesmiddel: L-dopa (indirect beïnvloeden van dopamine in de hersenen). Tweede neurotransmitter: noradrenaline en serotonine Voorafgaand op een depressie is er een vermindering van dopamine, noradrenaline of serotonine. geneesmiddel (anti-depressiva) behandelen deze ‘ziekte’ door het gehalte dopamine, noradrenaline, serotonine te verhogen. KADER: Als het neuraal netwerk losser wordt… Door ouder te worden wordt ons netwerk losser en hebben we moeite om dingen te onthouden. pathologisch verouderen: gaten in het netwerk (dementie). - alzheimer dementie: sluipend begin, diagnose in reeds gevorderd stadium - Vasculaire dementie: ontstaan door afwijkingen in de bloedvaten in de hersenen waardoor herseninfarcten (verstopping van bloedvaten die hersenregio’s voorzien van zuurstof) ontstaan. - frontaal kwabdementie (ziekte van Pick) - Lewy-Body dementie Neuronen zijn niet in staat tot celdelingen. Er zijn dus maar beperkte mogelijkheden tot herstel na beschadiging.

2.5 het perifeer zenuwstelsel 2.5.1 structuur van het perifeer zenuwstelsel = al het zenuwweefsel buiten de hersenen en het ruggenmerk. opgedeeld in autonoom en somatisch zenuwstelsel. 2.5.1.1 het somatisch zenuwstelsel = staat in voor het contact en interactie van ons lichaam met de buitenwereld. aanvoer van prikkels: sensorisch gedeelte prikkelafvoerend, we hebben controle over het al dat niet opvolgen van commando’s: motorisch (commando’s opvolgen) of willekeurig perifeer zenuwselsel.

2.5.1.2 het autonoom zenuwstelsel = visceraal zenuwstelsel (inwendige organen) = staat in voor het functioneren van onze inwendige organen. Sensorisch gedeelte: verzorgt de aanvoer van prikkels afkomstig uit de inwendige organen. motorisch gedeelte of onwillekeurig zenuwstelsel: zorgt voor afvoer van prikkels van het centraal zenuwstelsel naar het perifeer zenuwstelsel, naar de inwendige organen. hersenen centraal zenuwstelsel ruggenmerg

zenuwstelsel

autonoom perifeer zenuwstelsel somatisch

2.5.1.3 Het para- en orthosympatisch zenuwstelsel (ortho)sympathisch autonoom zenuwstelsel parasympathische stelsel

Orthosympathisch:  stimuleren activiteit van een bepaald orgaan  functie: het lichaam in een toestand brengen waarin het kan presteren op een hoger niveau (stressen)(fight of flight) parasympatisch stelsel:  activiteit van datzelfde orgaan remmen.  Uitzondering: activiteiten in spijsverteringstelsel stimuleren

2.6 het centraal zenuwstelsel Bestaat uit het ruggenmerg & hersenen. 2.6.1 het ruggenmerg het ruggenmerg zit binnenin de wervelkolom, hersenen en ruggenmerg is goed beschermd door: -

Dura mater: buitenste, hard vlies Ruimte tussen wervelboven en dura mater = epidurale ruimte Spinnenweb vlies: middenste vlies Pia mater: binnenste, zachte vlies. Bevat veel bloedvaten. De pia mater zorgt dan ook wel voor de bloedtoevoer van het centraal zenuwstelsel Vocht tussen spinnewebvlies en Pia mater = cerebrospinaal vocht.

KADER: hersenvliesontsteking of meningitis: ontsteking van de meningen Ontsteking van de hersenvliezen. Er kan pas diagnose gesteld worden nadat de hersenvocht dat tussen de vliezen/meningen zit onderzocht is. Dit onderzoeken ze met de ruggenprik of limbale punctie. Oorzaak: - viraal: komt het meest voor en niet levensbedreigend. Herstellen binnen de twee weken - bacteriëel: wel levensbedreigend en bij 1/20 kinderen dodelijk. En ¼ die genezen van de ziekte, houden er blijvende schaden aan over. genezing/voorkomen: baby’s krijgen inenting meningitis C. (voorkomen). Vooral bij kinderen komt het voor, de meeste zelfs onder de 5 jaar. En komt voor bij omgevingen waarbij kinderen nauw contact hebben met elkaar, of een persoon met een verzwakt immuunsysteem (chemotherapie). Symptomen: griepachtig, nekstijfheid. Specifiek voor de bacteriële meningitis: roodpaarse vlekken op de huid die niet verdwijnen door erop te duwen. Gaat korte tijd over, virale vorm over enkele dagen. Behandeling: bacteriële vorm: zo vlug mogelijk antibiotica geven. Virale vorm: enkel de symptomen onderdrukken. De zenuwbanen in het ruggenmerg zorgen voor communicatie tussen het ruggenmerg en de delen van de romp en ledematen. -

dorsale of posterieure wortel bevat alleen axonen met sensorische neuronen. Ventrale of anterieure wortel bevat axonen met motorneuronen en die vertrekken vooraan in het ruggenmerg. Functie: geleidt zenuwimpulsen van het centrale zenuwstelsel in de richting van de skeletspieren.

De witte regio’s in het ruggenmerg = witte stof. witte stof bestaat vooral uit gemyeliniseerde axonen van vele neuronen Grijze regio’s in het ruggenmerg = grijze stof. bevat vooral cellichamen van neuronen, dendrieten en ongemeyeliniseerde axonen, axonuiteinden en neuroglia. 2.6.1.1 reflexen In de grijze stof bevinden zich de reflexen. : spinale reflexen of ruggenmergreflexen. KADER: de kniepesreflex Kniepesreflex is een voorbeeld van een ruggenmergreflex. Je kan ze niet besturen met je wil, het in onwillekeurig. Werking: in quadricepsspier zijn er spierspoeltjes aanwezig die gevoelig zijn voor uitrekking. 1. Door het tikken met het hamertje rekt de quadricepsspier een klein beetje uit waardoor de spierspoeltjes ook een klein beetje uitrekken. 2. Door die uitrekking produceert het spierspoeltje zenuwimpulsen (actiepotentialen). 3.Het sensorisch neuron vervoert deze zenuwimpulsen in de richting van het centraal zenuwstelsel, hier het ruggenmerg. 4. Via de dorsale wortel komt de zenuwprikkel het ruggenmerg binnen het integratiecentrum schakelt via 1 enkele synaps (het interneuron) tussen het sensorisch en het motorisch neuron de zenuwimpuls

van het sensorisch neuron rechtreeks door naar het motorisch neuron. 5. Daardoor wordt het motorisch neuron geactiveerd. Motorische zenuwprikkel verlaat het ruggenmerg via de ventrale wortel en loopt dan via de zenuwen naar de quadricepsspier of de strekker van het onderbeen. Het deel van het lichaam dat reageert op de zenuwimpuls van een motorneuron noemt men de effector. De actie van de effector is een reflex. Bij autonome reflexen is de effector een gladde spier of klier. (plassen, ontlasten, slikken). 2.6.1.2 ruggenmergbeschadiging Vooral bij verkeersongevallen, hoe hoger de beschadiging, hoe groter het aangetaste deel van het lichaam kan zijn. Beschadiging kan gevoelloosheid, spierzwakte, verlamming en incontentie veroorzaken. Tetra- of quadrieplegie = verlamming aan alle vier de ledematen. Paraplegie = volledige verlamming van de benen en het bijhorende gedeelte van de rompt. Compleet dwarsletsel (= dwarslaesie) = wanneer de zenuwbanen op een bepaald niveau volledige onderbroken zijn. incompleet dwarsletsel = slecht een gedeelte van de zenuwbanen op een bepaald niveau onderbroken. (functioneel herstel is mogelijk) 2.6.1.3 Neuropathieën = aandoeningen aan het perifeer zenuwstelsel. - sensorische neuropathieën: kunnen leiden tot gevoelsstoornissen. - motorische neuropathieën: kunnen leiden tot zwakker worden en uiteindelijk slinken van spieren. - autonome neuropathieën: kunnen leiden tot flauwvallen door te lage bloeddruk, diarree, obstipatie,… Oorzaken kunnen uiteenlopend zijn: - suikerziekte, hyperglycemie - ongelukken, verwondingen, overdruk, lepra/HIV,… KADER: ziekte van het perifeer zenuwstelsel: Amyotrofe laterale sclerose (ALS) = zeldzame spierziekte met een slechte prognose. meeste mensen met de diagnose sterven binnen de 3 jaar. Werking ziekte: De spieren slinken voortdurend door degeneratie van motorische neuronen die verantwoordelijk zijn voor de spieractiviteit. Oorzaak: onbekend 2.6.2 De hersenen Wanneer onze hersenen 6 seconden aan een stuk geen zuurstof krijgt, lijdt dat tot bewusteloosheid. Na enkele minuten onomkeerbare hersenschade. Functies cerebro spinaal vocht: schokabsorberend, transport zuurstof, glucose en andere stoffen. stroomt binnenin als rondom de hersenen en het ruggenmerg. KADER: hydrocefalus of waterhoofd = aanmaak en afvoer van het cerebrospinaal vocht niet in evenwicht. aanmaak < afvoer. Water opstapelt in het hoofd. oorzaak: onbekend Gevolg: verhoogde druk in de hersenen  hoofdpijn, misselijkheid, braken,… Wanneer druk

uitgeoefend op oogzenuw: problemen met het zicht. Afhankelijk van de plek welke symptomen/klachten er zijn. behandeling: ruggenprik waarmee het overtollig vocht wordt afgenomen of gangetje waardoor cerebrospinaal vocht wordt afgevoerd operatief vergroot worden. Drain aangebracht waarlangs het cerebrospinaal vocht naar de buiholte wordt afgevoerd. 2.6.2.2 de hersenstam Gelegen: tussen het ruggenmerg en de tussenhersenen. bouw (3 delen) - verlengde merg (= medulla oblongata) loopt over in het ruggenmerg (3cm) functies: controleren vitale lichaamsfuncties (ademhaling, hartslag…) - de pons (= brug van Varol) ligt tussen het verlengde merg en de tussenhersen. Hier kruisen de zenuwbanen (links -> rechterhelft en visa versa) - middenhersenen heeft als belangrijkste functie, een motorische. (coördineren van lichaamsbeweging, sturen van het lichaam in het algemeen).

Wat als het mis gaat met de hersenstam? Kader: COMA = ernstige, langdurige vorm van bewusteloosheid. Ze zijn niet wekbaar. Symptomen: ze kennen geen slaap-waak ritme. Het gebeurt zelden dat patiënten langer dan 4 weken in coma blijven. Als patiënten niet bij bewustzijn komen, evolueren ze naar een vegetatieve toestand. Kader: vegatieve status = zwaar hersenletsel oorzaak: uitgebreide hersenbeschadiging van de crebellum (grote hersenen) maar niet van de hersenstam. Kader: Ziekte van Parkinson oorzaak: schade aan de middenhersenen, specifieke oorzaak: onbekend Doordat bepaalde structuren in de grote hersenen stoppen met het produceren van de neurotransmitter dopamine. In het begin kunnen de hersenen dit tekort voorschieten door dopamine aan te maken bij de cellen, vanaf 60/70 jaar kan dit te kort niet meer worden gecompenseerd. 1/100 heeft Parkinson boven de 50 jaar. Ziekte verkort het leven niet aanzienlijk. symptomen: - Tremor: herhaalde ritmische bewegingen die bij de ziekte van Parkinson voorkomen (pill-rolling) - Spierstijfheid: als een patiënt spier wil bewegen voelt hij weerstand -> geen soepele bewegingen - Akinesie in het gezicht: weinig tot geen mimiek, uitdrukkingloos, sommigen moeite om te praten - Houding: (lijken) moeilijk weerstaan aan de zwaartekracht, moeite staan -> zitten Reticulair activatiesysteem (= formatio reticularis): -

Plaats: bovendste delen van het ruggenmerk, ook in de hersenstam en de middenhersenen Functie: behoud van bewustzijn en het regelen van waak-slaapritme

2.6.2.3 het cerebellum of de kleine hersenen Plaats: achteraan en onderaan in de hersenen, achter de medulla oblongata (verlengde merg). Functie: fijne motoriek, grote aangeleerde bewegingen (zwemmen, fietsen..), stand van het lichaam, en evenwicht. Test om te kijken of niemand beschadigd is in het cerebellum = rombergtest (rechtstaan met ogen toe en voeten tegen elkaar) 2.6.2.4 thalamus en hypothalamus Beide gelegen middenin de hersenen. Thalamus:  Schakelstation van sensorische informatie Hypothalamus:     

Kleiner dan Thalamus Reguleren van inwendige toestannd Regelt honger/dorst Emoties (sexuele opwinding, emoties…) Lichaamstemperatuur regelen

2.6.2.5 het limbisch systeem Of emotionele hersenen spelen promente rol in emotionele aspecten functionele opdeling van regio’s (thalamus & hypothalamus) -

Wegnemen amygdala: niet meer herkennen van angstige lichaamstaal of zelf geen angst meer kunnen uitdrukken Hippocampus: belangrijke rol bij het geheugen. Mensen met een schade aan hippocampus vergeten recente gebeurtenissen kunnen geen nieuwe informatie mee ropslaan. Olfactorisch systeem: systeem dat instaan voor geurherkenning. Geuren zijn krchtige opwekkers van emoties.

2.6.2.6 de cerebrale cortex = de buitenste laag grijze stof (groeven of sulci) Grote hersenen worden ook wel fissuur genoemd (door de diepe groeven). 2 hemisferen/helften. de fissuur die de hersenen onderverdeel in 2 helften = longitudinale fissuur twee hersenhelften worden verbonden door corpus callosum (hersenbalk). Hersenen worden opgedeeld in 4 delen (of kwabben/lobben) -

Frontale kwab (voorhoofdskwab) Pariëtale kwab (wandkwab) Temporale kwab (slaapkwab) Occipitale kwab (achterhoofdskwab)

Centrale groeve scheidt de frontale kwab van de partiële kwab Bij deze centrale groeven bevinden zich 2 belangrijke windingen (gyri) nl. -

Precentrale gryus (pre : voor/anterieur de centrale groeve) Postcentrale gyrus (post :posterieur/achter de centrale groeve)

2.7 Functies van de cerebrale cortex (herhaling: cerebrale cortex = buitenste laag grijze stof) Grofweg:  Sensorische gebieden: achteraan hersenen  Motorische gebieden: centraal gelegen  Associatiegebieden: vooraan 2.7.1 sensorische gebieden - primaire sensorische gebieden: somatosensorische cortex, de visuele cortex en de auditieve cortex Somatosensorische cortex: ontvangt gewaarwordingen van aanraking, pijn, temperatuur en lichaamshouding plaats: langs het midden van de cerebrale cortex aan de voorkant van de pariëtale lob (net posterieur de centrale groeve). somatoop georganiseerd: hoe groter het gebied in de hersenen die eraan wordt gegeven, hoe gevoeliger het is voor die plek. schade op die plek zorgt voor gevoelloosheid, verminderde gevoeligheid Visuele cortex: plaats: occipitale lob functie: ontvangt enkel licht ervaringen schade aan de visuele cortex: gezichtsveldstoornissen Auditieve cortex: plaats: temporale lob Functie: waarnemen geluiden (geen interpretatie) 2.7.2 de motorische gebieden Plaats: anterieur de centrale groef in de frontale kwab. (= precentrale gyrus) somatoop georganiseerd: de grootte plek die ze innemen in de hersenen, hoe groter de bewegingscomplexiteit is. 2.7.3 associatiegebieden Plaats: de rest van de cerebrale cortex (zonder motorische en sensorische gebieden). Somatosensorisch associatiegebied: plaats: achter de primair somatosensorische hersengebieden Visuele associatiegebied: plaats: occipitale lab Auditief associatiegebied: plaats: temporale kwab

Schade aan de associatiegebieden leiden tot… fascinerende gedragsstoornissen. vb. vingers niet meer kunnen benoemen, sensorisch neglect (niet langer let op de linkerhelft van voorwerpen). visuele agnosie (= niet meer in staat om visuele stimuli te herkennen) geen gezichten meer herkennen (prosopagnosia) 2.7.3.1 de preforontale cortex Plaats: meest anterieure deel van de frontale kwab complexe functies: persoonlijkheid, intelligentie, leer mogelijkheden, redeneervermogen,… Schade aan prefrontale cortex kan leiden tot het frontaal syndroom Kader: Het forntaal syndroom Oorzaak: hersentrauma (zware klap) of cerebrovasculair accident (tumor in frontaalkwab) symptomen: de controle over jezelf gaat verloren, controle gedachten, gevoelens, emoties,… onberekenbaarheid en impulsiviteit zijn kenmerkend. Denkt niet na vooraleer hij iets doet. zinloos herhalen van gedrag (persevereren) veranderingen in persoonlijkheid (uiteenlopend!) stoornissen in het cognitief functioneren: snel afgeleid, problemen met plannen, verminder inzicht in complexe situaties. 2.7.3.2. het premotorgebied Plaats: anterieur in de frontale kwab ten opzicht van het primair motorisch gebied. functie: complexe motorische activiteiten die verlopen via een stappenplan (zwemmen, autorijden,…)

2.8 hemisferische lateralisatie = functionele asymmetrie tussen de twee hemisferen van de hersenen. vb. bij de meeste mensen in de linker hemisfeer dominant voor gesproken en geschreven taal. Spraakproblemen geassocieerd met problemen bij spraakproductie = afasie van Broca. Plaats die afasie van Broca veroorzaakt: linkerhemisfeer in het gebied van Broca dicht bij de motorische cortex Het gebied van Wernicke plaats: posterieur ten opzichte van de auditieve cortex stoornis: taalbegrip is verstoord (ze kunnen wel praten, maar slaan veel uit maar het slaat op niets) Algemene verschillen rechter- en linker hemisfeer Rechter hemisfeer  Gespecialiseerd in muzisch en artistiek bewustzijn, vaardigheden die ruimtelijk inzicht vergen, viuo-spatiële taken, gezichtsherkenning en het herkennen van emotionele geladenheid/tonale aspecten in de taal  Verwerkt informatie als een geheel

Linker hemisfeer  Gespecialiseerd in taal, ook in functies zoals redeneren, wetenschappelijke vaardigheden en algebra  Verwerkt stukjes informatie

2.9 Hersenbeschadiging Directe manier schade: ongeval, val, tumor,… Indirecte manier: zuurstoftekort, hersenbloeding, hersenvliesontsteking,… Symptomen van hersenschaden hangen af van de plaats waar de hersenen schade opliepen. Verdere uitdieping 1 oorzaak van hersenschade door zuurstoftekort: Cerebrovasculair accident (CVA) Het is de tweede meest frequente doodsoorzaak. (2.9% van de bevolking heeft ooit een beroerte gehad). Elke 40 seconden is er een beroerteslachtoffer. belangrijkste oorzaak van een handicap. oorzaak: slagader die bepaalde delen van de hersenen bevloeit en dus voorziet van zuurstof, geblokkeerd raakt. OF een trombose, een bloedstolsel dat vast komt te zitten in de slagader verstopt raakt. symptomen/gevolgen: - uitval van het zicht in 1 oog of aan 1 zijde in het gezichtsveld - dubbelzien - onduidelijk spreken, afasie - moeite begrijpen gesproken en geschreven taal - gevoelloosheid aan 1 kant van et lichaam - wankel of evenwichtsverlies - verlies van bewustzijn of eventuele coma - overlijden Transient Ischaemic attack (TIA) de bovenstaande symptomen/gevolgen duren maar enkele minuten, al verdwenen vooraleer de hulpdiensten gearriveerd zijn. TIA is een waarschuwing voor het krijgen van een CVA! CVA moeilijk vooraf te bepalen, een CVA moet een lange revalidatie ondergaan. 1/3 e van de patiënten herstelt helemaal, bij 1/3e van de patiënten zijn er (blijvende) uitvalsverschijnselen, ongeveer 20% overlijdt binnen de maand na een beroerte. Hersenbloeding =/ dan CVA of TIA !! werking: er komt bloed in de hersenen door een beschadigd bloedvat, het bloedstolsel dat zich daarna ontwikkelt drukt op onderliggend hersenweefsel en kan zo schade berokken aan hersengebieden. symptomen: hoofdpijn, verwardheid, slaperigheid of coma.

3. de zintuigen Gewaarwording: de opname van informatie, stimuli of prikkels uit onze omgeving Waarneming: het interpreteren, begrijpen en organiseren van die binnenkomende prikkels Voorwaarden waarneming: -

Er moet een prikkel zijn. (verandering in inwendige of uitwendige omgeving) De receptoren moeten geprikkeld worden door de prikkel en moet vervolgens de prikkel omzetten in een elektrisch signaal Die zenuwprikkels moeten via de neurale pathway (de weg via de zenuwen) naar de hersenen gestuurd worden Een bepaalde regio van de hersencortex zal de zenuwprikkel moeten ontvangen, integreren waardoor de waarneming ontstaat

Zintuigen: de organen die gespecialiseerd in het opvangen van prikkels en die de receptoren voor het opvangen van prikkels bevatten. Het vermogen tot waarnemen = zin - speciale zin: bevinden de receptoren zich op 1 of een beperkt aantal plaatsen in het lichaam (reuk, smaak, zicht, gehoor en evenwicht - algemene zin: zitten de receptoren verspreid over meerdere plaatsen in het lichaam: Tast (bewustzijn van aanraking, druk en temperatuur) & proprioceptie (informatie over de stand van het lichaam)...


Similar Free PDFs