Uitgebreide samenvatting van GBO PDF

Title Uitgebreide samenvatting van GBO
Course Goederen- en bijzondere overeenkomstenrecht
Institution Katholieke Universiteit Leuven
Pages 197
File Size 5 MB
File Type PDF
Total Downloads 50
Total Views 150

Summary

Download Uitgebreide samenvatting van GBO PDF


Description

KATHOLIEKE UNIVERSITEIT LEUVEN FACULTEIT RECHTSGELEERDHEID Academiejaar 2010 – 2011

Goederen- en bijzondere overeenkomstenrecht schema

Prof. Vincent Sagaert, Prof. Alain-Laurent Verbeke, Prof. Bernard Tilleman

DEEL I: ALGEMENE BEGRIPPEN VAN HET VERMOGENSRECHT

HFST 1: VERMOGENSRECHTEN: PERSOONLIJKE EN ZAKELIJKE RECHTEN

§1. INLEIDING Vermogensrechten: 1) Persoonlijke rechten 2) Zakelijke rechten 3) Intellectuele rechten persoonlijke rechten vordering verjaart na 10 jaar rechtsvordering: voor woonplaats van de verweerder geen publiciteit

zakelijke rechten attributen van zakelijke rechten vordering verjaart na 30 jaar rechtsvordering: exclusieve bevoegdheid rechter van de plaats waar het goed gelegen is publiciteit:  Zakelijke rechten op een SV: kennisgeving/erkenning door SA van die vordering  Roerende zakelijke rechten: bezit  Onroerende zakelijke rechten: hypothecaire publiciteit

§2. DE KLASSIEKE LEER: EEN SCHERPE TWEEDELING KLASSIEKE LEER: objectief criterium persoonlijke rechten aanspraak op een bepaalde gedraging vanwege een persoon rechtsverhouding tussen 2 rechtssubjecten diensten, verleend door een SA

zakelijke rechten rechtstreekse heerschappij over een goed rechtsverhouding rechtssubject – rechtsobject goederen

KRITIEK: misvatting dat zakelijke rechten niet afdwingbaar zouden zijn tegenover personen en persoonlijke rechten niets met goederen te maken zouden hebben 1) Ook persoonlijke rechten betrekking op goederen 2) Ook zakelijke rechten doen rechtsverhoudingen tussen personen ontstaan §3. DE LEER VAN HET PERSONALISME PERSONALSIME: een rechtsverhouding kan enkel bestaan tussen rechtssubjecten, nooit tussen een rechtssubject en een goed persoonlijke rechten verbintenis ten laste van één persoon: de debiteur (SA) relatief recht

zakelijke rechten complement van een universele passieve verbintenis: eenieder de verplichting om zich te onthouden van inbreuk op het zakelijk recht absoluut recht

[ Goederen- en bijzondere overeenkomstenrecht ]

[ Ancy Mechelmans ]

2

KRITIEK: het personalisme heeft de interne kenmerken (bevoegdheden) en de externe kenmerken (tegenwerpelijkheid) van vermogensrechten ten onrechte met elkaar verworven. (O.a. ten onrechte afgeleid dat vorderingsrechten geen gevolgen hebben in de verhouding tot derden; bvb. theorie van derde-medeplichtigheid aan andermans contractbreuk) ONDERSCHEID OP VLAK VAN TEGENWERPELIJKHEID: persoonlijke rechten zakelijke rechten enkel tegenwerpelijk aan derden die kennis tegenwerpelijk aan derden door vervullen hebben van het bestaan van die rechte publiciteitsmaatregel (wel nog gradueel onderscheid) §4. DE LEER VAN HET NEO-PERSONALISME: HET ONDERSCHEID TUSSEN EIGENDOM EN BEPERKTE VERMOGENSRECHTEN (KWALITATIEVE VERBINTENISSEN) NEO-PERSONALISME: het eigendomsrecht is een soort t transcendent recht, dat de indeling tussen zakelijke rechten en persoonlijke rechten overstijgt. Het onderscheid tussen de (andere) zakelijke rechten en persoonlijke rechten is enkel hierin gelegen dat aan zakelijke rechten een kwalitatieve VBS beantwoordt, terwijl een persoonlijk recht het spiegelbeeld is van een persoonlijke VBS. persoonlijke rechten SA van een persoonlijk recht is gehouden ten persoonlijken titel (als titularis van zijn vermogen)

zakelijke rechten kwalitatieve VBS VBS van de eigenaar van het goed om de beperkingen op zijn exclusief recht te eerbiedigen, is aan gegaan qualitate qua, d.w.z. als eigenaar van het goed waarop het zakelijk recht betrekking heeft

KRITIEK: door de uitbreiding van het eigendomsrecht tot alle vermogensrechten zou het eigendomsrecht zijn eigenheid verliezen (“si tout est propriété, il n’y a plus de propriété”). Deze kritiek is niet gerechtvaardigd. APPRECIATIE:  deze uitbreiding van het eigendomsrecht tot onlichamelijke zaken heeft weerklank gevonden in de latere evolutie: de dematerialisering van het goederenrecht heeft ertoe geleid dat eigendom op onlichamelijke zaken vanuit economisch oogpunt steeds belangrijker wordt  GINOSSAR heeft het eigendomsrecht verheven boven de andere zakelijke rechten: het eigendomsrecht heeft inderdaad een gemengd karakter, nl.: is uitgegroeid tot een grondrecht (art. 1 EP)

[ Goederen- en bijzondere overeenkomstenrecht ]

[ Ancy Mechelmans ]

3

HFST 2: BIJZONDERE KENMERKEN VAN ZAKELIJKE RECHTEN §1. BESCHERMING TEGEN INSOLVABILITEIT (ACCESOIRE ZAKELIJKE RECHTEN)  zakelijke rechten: recht van voorrang rangorde bepalen via ‘anterioriteitsbeginsel !! kritiek: ‘recht van voorrang’ beantwoordt niet aan de realiteit, immers: zakelijker rechten verlenen geen recht van voorrang in de boedel, het blijft buiten de boedel. accessoire zakelijke rechten: verlenen een daadwerkelijk recht van voorrang.  persoonlijke rechten: gelijkheid van SE’s §2. VOLGRECHT Volgrecht: de derde-verkrijger (onder bezwarende titel) is van rechtswege gebonden door de zakelijke rechten die op het goed rusten. nuancering: (1) volgrecht is niet absoluut bij alle zakelijke rechten:  onroerende zakelijke rechten: altijd absoluut (worden bekendgemaakt in de hypothecaire registers)  roerende zakelijke rechten: het volgrecht wordt uitgeschakeld in verhouding tot de derde-bezitter te goeder trouw (=GT) (2) huurrecht (persoonlijk recht) heeft een volgrecht (art. 1743 BW) §3. SPECIALITEITSBEGINSEL Specialiteitsbeginsel: een zakelijk recht kan alleen betrekking hebben op geïndividualiseerde zaken. Een zakelijk recht kan enkel gevestigd worden op aanwijsbare goederen. een zakelijk recht kan WEL gevestigd worden op een juridische universaliteit (= een geheel van goederen die aan een afzonderlijk zakenrechtelijk statuut worden onderworpen) Indien het onderpand van zakelijke rechten niet langer identificeerbaar is, kan het zakelijk recht niet meer w uitgeoefend. Traditionele opvatting: bijgevolg maakt de vermenging van het object een einde a/h zakel R Moderne opvatting: vermenging doet een mede-eigendomsrecht ontstaan. §4. ZAKELIJKE SUBROGATIE  definitie: zakelijke subrogatie: wanneer het zakelijk recht bij het verlies van het oorspronkelijk object blijft voortbestaan op een vermogensbestanddeel dat in e plaats van het oorspronkelijk object is getreden.  gevolg: het zakelijk R kan door zakelijke subrogatie na het verlies van het oorspronkelijke object blijven voortbestaan op de tegenwaarde van het initiële onderpand.  Historische evolutie: o 19E: restrictieve benadering: zakelijke subrogatie alleen binnen wettelijke gevallen o 20E: ruimere opvatting: buiten de bij wet uitdrukkelijk voorziene gevallen o.m.v. ‘waardebestemming’. o NU: ruime opvatting: alle zakelijke rechten worden beschermd door de figuur van zakelijke subrogatie (immers: verhindert vermogensverschuiving zonder oorzaak). WEL enkele voorwaarden:  Enkel de titularis van een zakelijk recht w beschermd door zakelijke subrogatie  Het zakelijk recht mag niet intuïtu rei zijn: dus GEEN zakelijke subrogatie bij erfdienstbaarheden, die geen enkel nut hebben buiten het bedienend erf! [ Goederen- en bijzondere overeenkomstenrecht ]

[ Ancy Mechelmans ]

4

   

Het oorspronkelijke object van het zakelijk recht gaat teloor (juridisch/ materieel) Oorspronkelijk object w vervangen door een nieuwe zaak, die de waarde van het oorspronkelijk object vertegenwoordigt Zakelijke subrogatie is een subsidiaire rechtsfiguur Het oorspronkelijke onderpand vóór de vervanging en het in de plaats tredende vermogensbestanddeel nadien moeten op elk ogenblik in de vervangingsketen individualiseerbaar geweest zijn (~specialiteitsbeginsel)

[ Goederen- en bijzondere overeenkomstenrecht ]

[ Ancy Mechelmans ]

5

HFST 3: HET NUMERUS CLAUSUS BEGINSEL BIJ ZAKELIJKE RECHTEN VERSUS DE WILSAUTONOMIE BIJ PERSOONLIJKE RECHTEN §1. HET NUMERUS CLAUSUS BEGINSEL BIJ ZAKELIJKE RECHTEN Numerus clausus beginsel: vermogensrechten hebben slechts zakelijke werking voor zover dit door de wet wordt erkend. Partijen kunnen geen nieuwe zakelijke rechten tot stand brengen. Dit laat een louter formele afbakening tussen persoonlijke en zakelijke rechten toe. verbijzondering: artt. 7-8 Hyp. W.: enkel wettelijke uitzonderingen z een reden van voorrang (anders zijn de SE’es gelijk) (strekt zich uit tot alle zakelijk werkende mechanismen die ertoe strekken om een goed te onttrekken aan de samenloop) -arrest BLIECK - twee categorieën van zakelijke rechten: 1) Zakelijke hoofdrechten: zakelijke rechten die een zelfstandig bestaan hebben en op zelfstandige wijze kunnen w overgedragen. Limitatief, doch niet limitatief opgesomd in BW. 1. Eigendom 2. Mede-eigendom 3. Recht van erfpacht 4. Opstal 5. Vruchtgebruik 6. Gebruik en bewoning 7. Erfdienstbaarheden 2) Zakelijke zekerheidsrechten: zakelijke rechten die hoofdzakelijk tot doel hebben om de nakoming van een SV te voldoen verlenen titularis recht om als eerste uitbetaald te worden uit de opbrengst v/h goed waarop ze betrekking hebben. 1. Bijzondere voorrechten 2. Pand 3. Hypotheek - een fiduciaire eigendom tot zekerheid: eigendom krijgt tegenwoordig vaak de finaliteit van een zakelijk zekerheidsrecht, doordat het steeds vaker tot doel heeft een SV te waarborgen. 2 vormen: 1) Fiduciaire eigendomsoverdracht 2) Eigendomsvoorbehoud tot zekerheid KRITIEK: grondslag is onzeker -De gelding van het numerus clausus beginsel is grotendeels beperkt tot de erfdienstbaarheden: opstellers BW reageerden tegen feodaliteit op 2 manieren: 1) Ondeelbaar eigendomsbegrip van art. 544 BW 2) Het negatieve karakter van erfdienstbaarheden

[ Goederen- en bijzondere overeenkomstenrecht ]

[ Ancy Mechelmans ]

6

§2. WILSAUTONOMIE BIJ PERSOONLIJKE RECHTEN Goederenrecht: numerus clausus beginsel VERBINTENISSENRECHT: WILSAUTONOMIE gevolg: benoemde én onbenoemde overeenkomsten:  Benoemde overeenkomsten: o worden in BW uitdrukkelijk en vrij uitvoerig geregeld o Bvb.: huur, koop, lening o Thans meer en meer dwingende regels ( oorspronkelijk veel suppletieve regels voor contractsvrijheid)  Onbenoemde overeenkomsten: o deze contractsvormen zijn gegroeid uit de praktijk: geen wettelijke regeling in BW o vaak geen regeling in bijzondere wetgeving o bvb.: factoring, franchising o onderworpen aan ALGEMEEN VERBINTENISSENRECHT (o.a. regels over: ontstaan, gevolgen, modaliteiten, tenietgaan,…)  Gemengd contract: o Elementen van meerdere benoemde contracten die op zichzelf een juridische eenheid uitmaken o Bvb.: reiscontract (aanneming, lastgeving, bewaargeving,…) o Verschillende benaderingen:  Sui generis benadering: eigen regels toepassen  Cumul- of combinatietheorie: combinatie van alle regels uit alle contracten  Absorptietheorie: naast het algemene verbintenissenrecht zijn de regels van het meest dominante contracttype van toepassing. Deze theorie is te verkiezen!! §3. GESLOTEN STELSEL VERSUS OPEN STELSEL Numerus clausus wilsautonomie: goederenrecht zakelijke rechten numerus clausus

verbintenissenrecht persoonlijke rechten wilsautonomie: partijen kunnen op geldige wijze een sui generis contract sluiten

NUANCERING:  Zakelijke rechten: partijen hebben de vrijheid om invulling te geven aan hun zakelijk recht, voor zover ze de wezenlijke kenmerken van het zakelijk recht waarnaar ze zich richten, eerbiedigen.  Persoonlijke rechten: geen verabsoluteerde wilsautonomie: dwingend recht  (o.a. consumentenrecht, huurrecht,… )

[ Goederen- en bijzondere overeenkomstenrecht ]

[ Ancy Mechelmans ]

7

HFST 4: ZAKELIJKE EN PERSOONLIJKE RECHTSVORDERINGEN Rechtsvorderingen: subjectieve rechten op voet van oorlog. 1) Zakelijke rechtsvorderingen: vorderingen die tot voorwerp hebben:  De uitoefening of erkenning van het eigendomsrecht of een beperkt zakelijk recht  De verdediging in rechte van het eigendomsrecht of een beperkt zakelijk recht  Voorbeelden: i. Actio negatoria: een vordering tot ontkenning van rechten van derden (≠ vordering tot herstel van de schade die de onrechtmatige inmenging in het zakel. R teweegbrengen: pers RV) ii. Vordering wegens burenhinder 2) Persoonlijke rechtsvorderingen: vorderingen waardoor de titularis aanspraak maakt op een presentatie van een andere persoon om iets te geven, te doen of te laten. Belang van het onderscheid op verschillende niveaus:  Territoriale bevoegdheid van de rechter  Verjaringstermijn

[ Goederen- en bijzondere overeenkomstenrecht ]

[ Ancy Mechelmans ]

8

HFST 5: DE VERMOGENSRECHTEN Vermogen: het geheel van in geld waardeerbare rechten en plichten dat aan een bepaalde persoon toebehoort. Het vermogen als emanatie van de persoon: art. 570/571 BW subsidiair karakter: indien het zakenrechtelijk statuut reeds geregeld wordt door andere bepalingen, blijven artt. 570 e.v. BW buiten toepassing + partijen kunnen vrij het eigendomsstatuut van de gevormde zaak bedingen

[ Goederen- en bijzondere overeenkomstenrecht ]

[ Ancy Mechelmans ]

92

DEEL III: OVEREENKOMSTEN INZAKE GEBRUIK EN GENOT VAN EEN GOED

HFST 1: HUUR §1. KENMERKEN 1. CONSTITUTIEVE BESTANDDELEN Huur van goederen= een contract waarbij de ene partij (de verhuurder) zich verbindt om een andere partij (de verhuurder) i. Het persoonlijke genotsrecht ii. Van een (on)lichamelijke zaal te doen hebben gedurende een zekere tijd en iii. Tegen een bepaalde prijs in geld en in natura (art. 1709 BW) i)

Geen zakelijk maar een persoonlijk genotsrecht

Vorderingsrecht: men is gewoon een SE die bij niet-nakoming schadevergoeding zal kunnen eisen, maar geen rechten kan laten gelden t.a.v. de zaak zelf. huur kan wel sterk worden uitgebouwd ii)

Voorwerp van de huur: (on)lichamelijke (on)roerende zaken

Voorwerp v/d huur  onroerende goederen (bvb. een huis, appartement, …)  roerende goederen (bvb. een wagen, avondkledij,…)  lichamelijke goederen  onlichamelijke goederen  rechten (bvb. jacht- en visrechten) Uitz.:  

zakelijk recht van gebruik en bewoning (art. 631 en 634 BW) goederen die deel uitmaken van het openbaar domein (concessie toestaan is wel mogelijk)

iii)

Tegenprestatie in geld of in natura

Tegenprestatie bij huur is een prijs in geld/in natura. Huur=      

consensueel wederkerig onder bezwarende titel in principe niet intuitu personae opeenvolgende prestaties tijdelijk persoonlijke vorderingsrechten worden op een goed verleend

[ Goederen- en bijzondere overeenkomstenrecht ]

[ Ancy Mechelmans ]

93

2. BEKWAAMHEID Algemene bekwaamheidsregels uit het VBS-R zijn van toepassing (bvb.: geen minderjarigen) Enkele uitzonderingen!  Ontvoogde minderjarige: max. 9 jaar verhuren (art. 481 BW)  Vertegenwoordiger v/e minderjarige (ouder/voogd): langer dan 9 jaar mits machtiging v/d vrederechter o (idem pachtOK/handelshuur/hernieuwen handelshuur: art. 410 §1, 4° BWo Huurder zal enkel het recht hebben om de op het ogenblik van het einde van de voogdij (in principe de meerderjarigheid) lopende periode van 9 jaar uit te doen om een goed te verhuren is men niet noodzakelijk eigenaar 3. VORMVEREISTEN Huurovereenkomst= een consensueel contract enkele uitzonderingen:  Art. 1bis Woninghuurwet  Art. 1714bis BW i)

Bijzondere bewijsregel (art. 1715 BW)

bijzondere bewijsregel art. 1715 BW: huur kan nooit worden bewezen door getuigen en vermoedens  (zelfs niet beneden €375 , of wanneer er een begin van geschreven bewijs is, of wanneer er de materiële/morele onmogelijkheid was om een geschrift op te kunnen maken art. 1348 tweede lid, 3° BW)

nog niet in uitvoering

Gaat om contract op zich,

Gemeen recht: art. 1341 BW: geschrift vereist voor alle zaken die de som of waarde van €375 te boven gaan.





Uitzonderingen o Eed en bekentenis o Getuigen en vermoedens indien het geschrift door overmacht verloren is gegaan (art. 1348 tweede lid, 4° BW) o Getuigen en vermoedens indien het bewijs moet worden geleverd tegen een handelaar Niet van openbare orde verhuurder kan eraan verzaken

Huur reeds in uitvoering: gemeen recht van toepassing ii)

Tegenwerpelijkheid

Tegenwerpelijkheid: derden moeten het feit van de huurOK op zich in principe accepteren en respecteren. Huurcontracten die een zeer zware belasting van het eigendomsrecht impliceren moeten worden bekendgemaakt om aan derden te kunnen worden tegengeworpen:  Contracten van langer dan 9 jaar  Contracten die kwijting inhouden van ten minste 3 jaar huurprijs moeten worden ingeschreven op het hypotheekkantoor  Consequentie: authentieke akte vereist  Anders sanctie: huurtijd wordt verminderd ingekort [ Goederen- en bijzondere overeenkomstenrecht ]

[ Ancy Mechelmans ]

94



Exceptie van niet-overschrijving kan alleen ingeroepen worden door derden met een concurrerend recht

4. GEMENE EN BIJZONDERE HUUR i)

Suppletieve gemeenrechtelijke regels en dwingende bijzondere beschermingsregels

Gemene huurrecht: suppletieve regels (artt. 1714-1762bis BW) bijzondere huurregimes: dwingend recht (zwakkere partij beschermen) ii)

Bijzondere huurregimes (1) Pacht: landbouwers worden sterk beschermd (2) Woninghuur en sociale huur: iedereen heeft een fundamenteel recht op huisvesting (art. 23 Gw.) a. Regime Woninghuurwet b. Bijzonder regime v/d sociale huur (3) Handelshuur

iii)

Lex specialis generalibus derogat

Lex specialis generalibus derogat  altijd eerst kijken in welk regime je opereert!! Let wel: het gemene huurrecht blijft op bijzondere overeenkomsten van toepassing in de mate dat die bijzondere wetten er niet van afwijken. §2. GEMENE HUUR 1. VERBINTENISSEN VAN DE VERHUURDER Art. 1719 BW: verhuurder 3 VBS’en: (1) Het verhuurde goed leveren (2) Goed in zodanige staat onderhouden dat het kan dienen tot het gebruik waartoe het verhuurd is (3) De huurder daarvan het rustig genot doen hebben zolang de huur duurt (vrijwaring) i)

Leveren

Verhuurder moet het goed leveren in goede staat van onderhoud (art. 1720, eerste lid BW):bij gebreke daaraan kan de huurder: i. Verplichten tot nodige herstellingen ii. Ontbinding vorderen iii. Betaling v/d huurprijs opschorten tot het goed in orde is (enac) Let wel: deze regel is aanvullend recht! ii)

Onderhoud

Verhuurder moet het goed onderhouden, zodat de huurder het goed kan gebruiken waartoe het verhuurd is. Opm.: de huurder moet de ongemakken verdragen die voortvloeien uit de uitvoering van dringende herstellingen: [ Goederen- en bijzondere overeenkomstenrecht ]

[ Ancy Mechelmans ]

95



Langer dan 40 dagen? o Vermindering huurprijs o Ontbinding huur als goed onbewoonbaar wordt (art. 1724 BW)

Opm. 2: indien verhuurde goed teniet gaat door toeval:  Geheel teniet: van rechtswege ontbonden  Gedeeltelijk teniet:huurprijsvermindering of ontbinding (art. 1722 BW) iii)

Vrijwaring   

Eigen daad: de verhuurder mag zelf niets doen waardoor het rustige genot van de huurder zou kunnen worden gestoord (feitelijk/juridisch) Daden van derden: de verhuurder is aansprakelijk voor rechtsstoornissen door derden (art. 1726-1727 BW) (geen feitelijke stoornissen: art. 1715 BW) Verborgen gebreken: de verhuurder is vrijwaring verschuldigd voor alle gebreken van de verhuurde zaak die het gebruik daarvan verminderen, ook al kende hij ze niet bij het aangaan van de huur (art. 1721 BW) ook voor de gebreken die pas tijdens de huurtijd opduiken (want hij blijft eigenaar!)

2. VERBINTENISSEN VAN DE HUURDER Huurder heeft 3 VBS’en: (1) De prijs, kosten en lasten betalen (2) Het goed gebruiken en onderhouden conform de bestemming (3) Het goed op het einde van de huurperiode teruggeven (zie art. 1728 BW: twee hoofdverbintenissen) i)

Betalen

a)

Prijs


Similar Free PDFs