Samenvatting interculturele communicatie PDF

Title Samenvatting interculturele communicatie
Course Culturele sensitiviteit
Institution University of Curaçao dr. Moises Frumencio da Costa Gomez
Pages 10
File Size 189.9 KB
File Type PDF
Total Downloads 48
Total Views 121

Summary

Samenvatting van hoofdstuk 1, 2, 4, 5 en 6 ...


Description

Samenvatting interculturelere communicatie ofzo midterm

Hoofdstuk 1 Cultuur beïnvloed de manier waarop we denken, voelen en ons gedragen. Cultuur is aangeleerd. Het vormt zelfs onze waarneming en vervormt ons oordeel over anderen. Cultuur is een ui met vele verschillende lagen: 1. Buitenste laag – tastbare zaken. De buitenste laag van een cultuur noemen we tastbare zaken of artefacten. Als je bijvoorbeeld als buitenlander in Nederland komt zijn de tastbare zaken de eerste die je opvallen. Denk aan gebouwen, fietspaden. Tastbare zaken zijn eenvoudig waar te nemen en zijn handig om te weten 2. Binnenlaag – normen en waarden. De tweede laag noemen we normen en waarden. Dit zijn zowel geschreven als ongeschreven standaarden voor gewenst gedrag. Waarden zeggen iets over wat we goed of juist vinden. Normen en waarden zijn niet zo zichtbaar als artefacten of tastbare zaken. Het duurt even voordat je ze opmerkt. 3. Diepste laag – basiswaarden. Deze zijn abstract en onzichtbaar. We leren ze al op hele jonge leeftijd. En wij zijn ons niet bewust van de invloed die ze hebben op ons doen of laten.

Normen en waarden: zowel geschreven als ongeschreven standaarden voor correct en gewenst gedrag. Normen: wij vinden het normaal. Waarden: zeggen iets over wat we goed vinden.

Interculturele communicatie: het gaat om de bewustwording van de basiswaarden van onze eigen cultuur. En om het herkennen Van de basiswaarden van andere culturen. Alleen op die manier kan je creatiever en effectiever communiceren met mensen uit andere culturen.

Cultuur is de collectieve mentale programmering die de leden van een groep onderscheidt van andere groepen (Hofstede).

Culturele programmering (Hofstede) - Cultuur is aangeleerd (geprogrammeerd). Dit gebeurt via: -

Opvoeding Socialisatie Normen en waarden Waarneming

Heel veel van de programmering gebeurt via je opvoeding. Sommige dingen leren we door socialisatie, zoals hoe hard je moet praten. We worden ook via allerlei waarden en normen cultureel geprogrammeerd. Als het volgens de waarden en normen binnen een cultuur gewenst is om voor een ouder persoon op te staan in de bus dan worden we ongemakkelijk wanneer we dit niet doen. Een deel van de programmering gebeurt via waarneming. Door om ons heen te kijken en bewust of onbewuste keuzen te maken over hoe we ons willen gedragen, bouwen we als het ware ook mee aan

deze programmering. Onafhankelijk van zijn cultuur is iedere persoon een uniek individu dat in staat is keuzes te maken.

Er zijn 3 niveaus van programmering: -

Individu Cultuur Menselijke natuur

Er zijn vele subgroepen of subculturen waar we bij horen: -

Land Werelddeel Etnische cultuur Leeftijd Beroep Hobby Geloof Regio Sociale klasse Bedrijfscultuur Geslacht

Communicatie is het uitwisselen van informatie. Jouw informatie wordt gecodeerd door het gebruik van de juiste taal, gebaren of uitdrukkingen. De informatie wordt overgebracht door een kanaal wat het medium voor communicatie is. In mondelingen communicatie is het medium lucht. Bij geschreven communicatie is het papier of email verkeerd. De ontvanger decodeert jouw boodschap en reageert, waarbij het antwoord opnieuw gecodeerd wordt. Jij decodeert het. Alle communicatie vindt plaats binnen een zekere context. Ruis kan een boodschap vervormen. Er zijn 3 soorten ruis: -

Externe ruis – omgevingsgeluiden Interne ruis – hoofdpijn Culturele ruis – de culturele programmering beïnvloedt de boodschap

Hoofdstuk 2 – intercultureel communiceren met de 6 basiswaarden van Hall Communicatie gebeurt altijd binnen een bepaalde context. Maar hoeveel of hoe weinig betekenis je uit de context haalt verschilt van cultuur tot cultuur. We onderscheiden hoog- en laagcontext culturen.

Edward Hall onderscheidt zes verschillen (basiswaarden) die invloed hebben op de manier waarop er gecommuniceerd wordt:

-

Laagcontext – hoogcontext Monochrone tijdsbeleving – polychrone tijdsbeleving Veel persoonlijke ruimte – weinig persoonlijke ruimte Snelle boodschappen – langzame boodschappen Langzame informatiestroom – snelle informatiestroom

Laagcontext cultuur: informatie expliciet benoemen. Men houdt van simpele, heldere informatie. Mensen hebben de behoefte om informatie te structureren in segmenten of in delen. Informatie komt niet eenvoudig en soepel over, mensen hebben behoefte aan gedetailleerde achtergrondinformatie: -

Verbale communicatie Inhoud van de boodschap is vooral belangrijk Men hecht waarde aan een eerlijk antwoord

Hoogcontext cultuur: men leest tussen de regels door wat er bedoeld wordt. Er worden veel metaforen gebruikt om zaken duidelijk te maken. Een deel van de boodschap zit in de persoon zelf en in de context van de boodschap. Weinig expliciet, vaak nonverbaal: -

Non verbale communicatie Vorm van de boodschap is ook belangrijk Men hecht waarde aan sociall wenselijke antwoorden

Wat doe je als je uit een hoog context cultuur komt, en jouw toehoorder uit een laagcontext cultuur heeft moeite om je te volgen? Hoe meer persoonlijke context je ter verduidelijking toevoegt, hoe meer verwarring er ontstaat. Probeer dan eens iets heel anders en kom snel ter zake. Zeg heel expliciet wat je bedoelt, en vertrouw niet op subtiele lichaamstaal. Zeg het letterlijk met woorden.

Monochroom betekend een ding tegelijk doen. In een monochrome cultuur is tijdsbeleving lineair, als een lange weg die vanuit het verleden, via het heden, tot in de toekomst strekt. In een monochrome cultuur wordt tijd in blokjes afgebakend, Hall noemt dit compartimentaliseren. Dat maakt het mogelijk om je op één ding tegelijk te concentreren, houden aan je plan. De tijd is heilig, iets wat volgens plan gebeurt is goed. Monochrome tijdsbeleving is een norm in Nederland en andere laagcontext cultuur landen.

Monochroom: -

Tijd wordt lineair ingedeeld Deadlines zijn belangrijk Men is taakgericht Individuele doelen zijn belangrijk

Polychrome cultuur betekend meer dingen tegelijk doen. Mensen in een polychrome cultuur leven in een zee van ruimte, contacten en tijd. Tijd beweegt zich eerder ruimtelijk, in alle richtingen. Mensen met een polychrome tijdsbeleving doen heel veel dingen tegelijk, en zijn meer met mensen dan met plannen bezig. Tijd is rekbaar en past zich aan naar je behoeften.

Polychroon: -

Tijd wordt ruimtelijk ingedeeld Deadlines zijn minder belangrijk Men is relatiegericht Teamdoelen zijn belangrijk

Persoonlijke ruimte: Persoonlijke ruimte heeft te maken met de afstand die je houd als je met iemand staat te praten e.d. In laagcontext landen hebben de mensen behoefte aan veel persoonlijke ruimte. In Hoogcontext landen is de persoonlijke ruimte kleiner. Persoonlijke afstand is cultureel aangeleerd.

Langzame boodschap: Kenmerkend voor een langzame boodschap is dat deze langzaam wordt gedecodeerd en verwerkt. Voorbeelden hiervan zijn: kunst, filosofie, televisiedocumentaire, boeken en brieven. Formeel gedrag is ook een langzame boodschap: -

Vorm is belangrijk Lange berichten Moeilijk te decoderen

Snelle boodschap: Voorbeelden hiervan zijn televisiereclames, e-mails en informeel gedrag. De meeste van ons zijn niet bewust dat we boodschappen met een verschillende snelheid kunnen zenden. Bovendien zijn we er niet van bewust dat boodschappen die snel zijn in een bepaalde cultuur, weer langzaam moeten zijn in een andere cultuur. Als je een snelle boodschap stuurt en iemand verwacht een langzame, kan het zijn dat de boodschap niet goed aankomt. Snelle boodschappen zijn in veel culturen geaccepteerd door de komst van media zoals app, twitter sms, email enz. Deze kunnen wij snel decoderen. -

Inhoud is belangrijk Korte en heldere berichten Makkelijk te decoderen

Snelle informatie stroom: In hoogcontext culturen leven mensen in een zee van informatie. Overal wordt informatie uitgewisseld, op kantoor of in de kroeg: -

Informatie verspreidt zich als vanzelf door de samenleving Informatiestroom wordt minder beperkt door regels Past bij hoogcontextculturen

Langzame informatiestroom: In laagcontext culturen zoals Nederland, wordt informatie gecompartimentaliseerd, informatie blijft binnen afdelingen en stroomt niet gemakkelijk door naar andere plaatsen. Mensen geven zelfs de voorkeur aan dat informatie binnen afdelingen blijft: -

Informatie verloopt via formele paden door de samenleving Informatie wordt gecompartimentaliseerd (verdeeld over en vastgehouden bij verschillende afdelingen) Past bij laagcontextculturen

Een keten van handelingen is de volgorde van gebeurtenissen waarin mensen samenwerken om een doel te bereiken. Als een stap in de volgorde weggelaten, afgeraffeld of uitgesteld bereik je je doel niet. Voorbeelden zijn: inschrijven voor een studie of het maken van een afspraak. Handelingen worden binnen een cultuur vaak automatisch verricht (men denkt er niet meer bij na) iemand die in een nieuwe cultuur komt moet weer opnieuw nadenken over de volgorde van zaken.

Hoofdstuk 3 –

Hoofdstuk 4 - werken met de culturele dimensies van Hofstede Hofstede onderscheid gebieden waarin culturen van elkaar verschillen in verschillende dimensies. Hij heeft 6 dimensies bedacht.

Machtafstand verklaart hoe normaal je het vindt dat macht ongelijk verdeeld is in het gezin, op school en op je werk. (hiërarchie) In de woorden van Hofstede is machtafstand de mate waarin minder machtige leden van organisaties in een land verwachten en accepteren dat de macht ongelijk verdeelt is.

Lage machtafstand: In lage machtastand landen (zoals NL, DU) behandelen ouders hun kinderen als gelijken. Een kind mag een eigen mening hebben en de ouders (hogere) tegenspreken. Mensen in lage machtsafstand landen vinden dit fijn. Hoge machtafstand: In landen met hoge machtafstand accepteren mensen het dat hun superieuren , ouders en leidinggevende bijvoorbeeld, meer macht hebben dan jij. Je gaat nu eenmaal niet in discussie met hun.

Individualisme: In een individualistische maatschappij zijn de onderlinge banden tussen individuen los. Je zorgt voor jezelf en je naaste familie. In individualistische culturen groeien kinderen op in kleine ‘kerngezinnen’, met een of beide ouders en met een aantal broers of zussen. Je bent dus op jezelf aangewezen. Je leert om ik-georiënteerd te zijn. Het doel van een individualistische opvoeding is je onafhankelijk te maken. Sterker nog, onafhankelijkheid is een van de hoogste individualistische

deugden. Zeggen wat je denkt is een andere grote individualistische deugd. Het betekend dat je open en eerlijk bent. Mensen in individualistische culturen geven klaarblijkelijk de voorkeur aan directe, lage context communicatie. De meeste individualistische culturen zijn te vinden in Noord- Amerika, Australië en Noord- en West-Europa. Nederland is een individualistische cultuur.

Collectivisme: In een collectivistische maatschappij zijn individuen vanaf hun geboorte opgenomen in sterke, hechte groepen, die hun levenslang bescherming bieden in ruil voor onvoorwaardelijke loyaliteit. In collectivistische culturen groeien kinderen op in grote gezinnen. Je bent zelden alleen. Kinderen leren automatisch wij-georiënteerd te worden en je eigen identiteit is opgenomen in de groepsidentiteit. Het doel van gezamenlijk opvoeden is om je te helpen een verantwoordelijk lid van je groep te worden. Afhankelijk zijn en geven om andere groepsleden zijn grote deugden. In harmonie blijven met de mensen waarmee je leeft, werkt en studeert is een andere deugd in collectivistische culturen. Zeggen wat je vindt is niet zo’n deugd, terwijl kritiek geven en confronteren als gewoon onbeleefd wordt gezien. Kenmerkend voor collectivistische culturen is dat zij de voorkeur geven aan hoog context communicatie. Collectivistische culturen zijn de meeste landen in Azië, Afrika, Latijns- Amerika en het Midden-Oosten. Individualisme Collectivisme Je zorgt voor jezelf en je naaste familie Zijn vanaf hun geboorte opgenomen in een sterke, hechte groep.

Masculiene: Een masculiene maatschappij is een maatschappij waar assertiviteit, resultaat en succes belangrijke waarde zijn. Volgens Hofstede zijn in een masculiene samenleving ook de sekserollen duidelijk Gescheiden. Mannen worden geacht assertief en hard te zijn en gericht op materieel succes. Vrouwen horen bescheiden en teder te zijn en gericht op de kwaliteit van het bestaan. Kinderen in masculiene maatschappijen leren dat het goed is om de beste te zijn. Rapporten vermelden niet alleen de vakken en de cijfers, maar ook de rangorde. Voor sollicitaties schrijven ze lange brieven waarin ze zichzelf erg ophemelen. Slowakije, Japan, Hongarije, Oostenrijk en Venezuela zijn masculiene landen.

Feminiteit: een maatschappij is feminien als de emotionele sekse rollen overlappen. Zowel mannen als vrouwen worden geacht bescheiden en teder te zijn, zorgzaam en gericht op de kwaliteit van het bestaan. ‘Doe maar gewoon’ is een typische reflectie van feminiene maatschappijen. In feminiene maatschappijen leren kinderen om zorgzaam te zijn. Voor sollicitaties schrijven ze korte en bescheiden brieven. In Nederland en de Scandinavische landen is deze cultuur te vinden.

Onzekerheidsvermijding is volgens Hofstede de mate waarin dragers van de cultuur zich bedreigd voelen door onzekere en onbekende situaties. Onzekerheidsvermijding wordt uitgedrukt in stress en in de behoefte aan voorspelbaarheid in de vorm van formele of informele regels. Dus geen onduidelijkheden. Onzekerheidsvermijding is niet het zelfde als riscovermijding. Je vermijdt onbekende risico’s en neemt bekende risico’s. Onzekere en onbekende situaties zijn bijvoorbeeld: een nieuwe docent, nieuwe baas, nieuwe pensioensregelingen of voor het eerst op stage. Het heeft allemaal niks met vrijheid te maken.

Hoge/sterke onzekerheidsvermijding: in landen met een sterke onzekerheidsvermijding groeien kinderen op met strakke regels over wat niet en wat wel mag, en wat vies en wat schoon is. Ze leren heel jong dat onzekerheid een bedreiging is. Studenten raken in de stress van opdrachten die je op verschillende manieren kan interpreteren.

Lage/zwakke onzekerheidsvermijding: in landen met zwakke onzekerheidsvermijding groeien kinderen op met soepele regels over wat vies en schoon is, wat niet en wat wel mag. Ze leren dat onzekerheid heel gewoon is en dat ‘leven bij de dag’ ook kan.

Lange termijn gerichtheid: is het sterven naar beloning in de toekomst via volharding en spaarzaamheid. In lange termijn gerichte landen leren kinderen dat volharding leidt tot resultaten. Ze leren spaarzaam om te gaan met geld en om hard te werken op school. Dit zijn landen zoals OostAzië, China, Hongkong en Taiwan. Korte termijn gerichtheid: is het nastreven van deugden gericht op het verleden en op het heden. Vooral respect voor traditie; gezichtsverlies voorkomen, en het voldoen aan sociale verplichtingen zijn belangrijk. In deze landen leren kinderen om met korte inspanningen snelle resultaten te bereiken. Ze leren wel om te sparen , maar de sociale druk om geld uit te geven is groot. Dit zijn landen zoals: Canada, de VS, Australië en Nieuw-Zeeland: -

Lange termijn mensen leven voor een beter toekomst. Gericht op een beloning op lange termijn bv. over 10 jaar. Korte termijn mensen leven meer in het nu, mensen zijn gericht op beloning op korte termijn.

Nederland zit op deze dimensie een beetje in het midden.

Indulgent (hedonisme) cultuur: in een ‘indulgent’ cultuur is het relatief vrij om toe te geven aan genot, gevoelens en plezier. Dit kan in relatie staat tot vrije tijd, samen met vrienden zijn, geld uitgeven en seksuele relaties. Het correleert met geluksgevoel, gezinsgrootte en sportbeoefening. (Nederland)

Restraint (soberheid) cultuur: in een ‘restraint’ cultuur is juist het tegenovergestelde de norm. We zien dan een maatschappij met een sterke controle over het genot. Een cultuur waarin mensen minder in staat zijn om te genieten van het leven. Het correleert met pessimisme, gezondheidsklachten, veel sparen, weinig behoefte aan vrije meningsuiting en veel politie: -

Hedonisme vrij bent om toe te geven aan genot, gevoelens van geluk en plezier worden belangrijk gevonden. (Nederland) Soberheid veel sociale controle. Belangrijk genot te controleren. Veel controle van overheid en politie

Hoofdstuk 5 - van culturele aanvaring tot culturele synergie Bij culturele synergie is er sprake van 1+1=3. Culturele synergie kan worden bereikt door een driestappen methode toe te passen. Je kunt cultuur op 5 verschillende manieren benaderen:

-

-

-

Culturele vermijding. Bij culturele vermijding gedraag je je alsof er geen cultuurverschillen zijn. Culturele dominantie. Bij culturele dominantie gedraag je je zoals vanzelfsprekend is vanuit je eigen culturele achtergrond. Je neemt aan dat anderen zich daaraan aanpassen. Culturele aanpassing. In deze situatie zie je precies het tegenovergestelde van wat je bij dominantie ziet. In plaats van te doen wat van zelfsprekend is vanuit je eigen cultuur, doe je je best om te doen wat in de omgeving gebruikelijk is. Culturele compromis. Als je een cultureel compromis sluit doe je de helft van wat vanzelf uit je eigen culturele achtergrond komt en geef je ook de helft daarvan op. De andere partij houdt ook de helft en geeft de helft op. Een compromis is in principe een goed idee maar het kan ook betekenen dat je heel wat mogelijkheden onbenut laat omdat alle partijen toch de helft inleveren van wat ze mogelijk helemaal hadden kunnen investeren. Cultureel synergetisch. Als je cultureel synergetische benadering gebruikt dan ontwikkel je nieuwe manieren van werken. 1+1=3. Je vergeet wie zich aan wie moet toepassen en je beschouwt alle culturele stijlen, communicatie en gedrag als gelijkwaardig.

Je kunt culturele synergie bereiken door middel van een drie stappen methode: -

Stap 1 - Beschrijf de situatie, wat is de situatie vanuit jou standpunt? Wat is de situatie vanuit het culturele standpunt van die ander? Stap 2 - Het interpreteren, wat zijn de basiswaarden die jouw perspectief en gedrag verklaren? Wat zijn de basiswaarden die het perspectief en gedrag van de ander verklaren? Stap 3 - Het vergroten van culturele creativiteit, bedenk nieuwe alternatieven vanuit de andere culturen. Kies een alternatief en kijk daarbij altijd of de oplossing past bij de basisvoorwaarden van alle betrokkenen. Pas de oplossing toe, maar sta open voor de feedback die je krijgt. Werkt het? Pas oplossingen aan als dat nodig blijkt.

Het resultaat van het goed uitvoeren van deze 3 stappen is culturele synergie.

Hoofdstuk 6 - interculturele sensitiviteit als groeiproces Je bent intercultureel sensitief als je in staat bent om naar een cultuur te kijken, niet alleen vanuit je eigen referentiekader, maar ook vanuit het referentiekader van een ander. Je verplaatst je niet alleen in gedachten, maar je bent ook in staat om je gedrag aan te passen. Je bent je bewust van je eigen grenzen en zonder je identiteit te verliezen beweeg je je soepel tussen verschillende culturele referentiekaders, met grote culturele flexibiliteit en met respect.

Er zijn verschillende fases om intercultureel sensitief te worden: -

-

ontkenning - Mensen in de ontkenningsfase zijn zich niet echt bewust van culturele verschillen. Ze hebben ook geen begrippenkader om cultuurverschillen te benoemen of waar te nemen. weerstand - Mensen die zich in de weerstandfase bevinden zijn zich wel bewust van culturele verschillen maar ze ervaren andere culturen als minderwaardig en bedreigend. Ze denken in ‘wij’ tegen over ‘zij’. Er bestaat ook omgekeerde weerstand, dan vind je jouw eigen cultuur minderwaardig.

-

-

-

-

Minimalisering - Mensen in de minimaliseringfase...


Similar Free PDFs