Title | Samenvatting labo immunologie tussentijdse toets |
---|---|
Author | Gertjan Vermeire |
Course | Labo immunologie II |
Institution | Odisee hogeschool |
Pages | 9 |
File Size | 838.4 KB |
File Type | |
Total Downloads | 632 |
Total Views | 910 |
Immunologie – tussentijdse toets laboLabo’s K. DuranAlgemeenAntilichaam Fab - Fc Zwarte keten - Lichte keten Antigeen-bindingsplaats à beide kanten - Zwavelbruggen Variabel deel (VL/VH) - Constant deel (CL/CH1,2,3) Lichte ketens Zware ketens Kappa () of lambda () - MAGED: mu () = IgM alpha () = IgA ...
Immunologie – tussentijdse toets labo Labo’s K. Duran Algemeen Antilichaam - Fab - Zwarte keten - Antigeen-bindingsplaats à beide kanten - Variabel deel (VL/VH)
Lichte ketens - Kappa () of lambda () - Beide en bij ≠ isotypes - Slechts 1 type per AL
- Fc - Lichte keten - Zwavelbruggen - Constant deel (CL/CH1,2,3)
Zware ketens - MAGED:
mu () = IgM gamma () = IgG delta () = IgD - Bepalen isotype AL
alpha () = IgA epsilon () = IgE
AL-AG complexen
Agglutinatie (aggregatie) tot gevolg Complexen = reversibele niet-covalente bindingen AG + AL AG-AL Interacties verstoord door - Zoutconc. ↗ - Extreme pH - Competitie met ↗ conc. van pure epitoop zelf - Detergenten
AL-AL complexen
paard anti-konijn IgG = AL
2 AL gaan samen interactie aan konijn IgG = AG
Curve van Heidelbergher
Prezone effect
Postzone effect
Terug oplosbare complexen ontstaan Aanvankelijk gevormd immuunprecipitaat gaat terug in oplossing door toevoeging overmaat AG 1
Immunofixatie = precipitatietechniek = AL-AG complex en neerslagvorming ↓ , affiniteit thv epitoop of antigene determinant DOEL: opsporing monoklonale en polyklonale gammapathie Elektroforese serumeiwitten (IEF) scheiding obv netto-lading o Eiwitten (negatief geladen) migreren van negatieve positieve pool obv lading + massa
AL = anti-humaan immunoglobuline AG = human immunoglobuline
Enkelvoudige geldiffusie = enkel ANTILICHAAM of ANTIGEEN kan zich verplaatsen RID (radiale immunodiffusie), rocket (elektro-immunodiffusiemethode) en immunofixatie Dubbelvoudige geldiffusie = zowel ANTILICHAAM als ANTIGEEN kunnen zich verplaatsen Ouchterlony en immuno-elektroforese
vb anti-IgG vb IgG
Waarom immunofixatie enkelvoudige geldiffusie? AG (humaan serumproteïnen) vast in de agarose pre-cast gel Aanbrengen AL (anti-serum) AL migreren naar AG
Principes 1) Eiwitelektroforese 2) Fixatiestap (SP) + AL-AG complex precipitatiereactie vb IgG-anti-IgG complex 3) Wasstap = complex/precipitaat blijft in gel, andere eiwitten weggewassen 4) Kleuring zichtbaar voor oog
Interpretatie
Monoklonale gammapathie = plasmacellen produceren 1 bepaald type abnormale immunoglobuline (M-proteïne) Multiple myoloom (ziekte van Kahler), ziekte van Waldenström, Chronische lymfatische leukemie, lymfomen Polyklonale gammapathie = plasmacellen produceren ≠ types immunoglobulines Inflammatoir proces, chronische leverpathologie, metastases van carcinoom, (auto)immuunziekten, AIDS SP = immunofixatie eiwitband Monoklonale gammapathie: naar positie scherpe lijnen kijken fijne intense band Polyklonale Ig: normaal, verlaagd, sterk verlaagd, afwezig bredere minder intense band(en) Breedte piek ~ breedte band Hoogte piek ~ intensiteit band
2
Kleurloze zone in midden van SP ↗ conc. AG in staal postzone effect einde curve van Heidelberger, geen precipitatie, geen kleuring Oplossing: hogere verdunning staal nemen
Controles
SP-band Correct verloop elektroforese Indicatie postzone effect (kleuring SP band niet door complexvorming, maar chemische precipitatie fixatief) Puntjes onder laantjes van lichte en zware ketens o Correct anti-serum aangebracht o o
Andere zaken Waarom serumstalen en geen plasmastalen? Serum = gestold bloed gecentrifugeerd geen stollingsfactoren Plasma = ongestold bloed gecentrifugeerd stollingsfactoren zorgen voor fibrinogeenband tss en stollingsfactoren zijn eiwitten: interferentie! Kleuring Na verwijderen van vrije AL/AG in gel Kleuring bindt enkel op precipitatie o Laantjes: AL-AG complexen precipitatie kleurstof zichtbaar door precipitatie o SP-band: zure oplossing van fixatief eiwitten chemisch precipiteren zorgt voor precipitatie Reagentia
Elektroferogram
Albumine beweegt verst (meest negatief geladen)
Monoklonale gammapathie = piek gammazone
3
Rapitex RF = kwalitatieve passieve agglutinatietest RF = reumafactor Agglutinatie = speciale vorm van precipitatie partikel die precipitaat (Ag-Al complex) zichtbaar maakt Passief = Ig’s reeds aanwezig op drager
Titerbepaling mogelijk indien reagens serieel wordt verdund Drager = latex/polystyreen partikels Ig coating = humaan IgG Detectielimiet ±20 IU/ml
Rapitex RF kit met PC, NC en reagens
Reumatoïde artritis (RA) = auto-immuunziekte 70-80% vorming van RF = Ig’s gericht tegen Fc van IgG (diverse oorsprong mogelijk) RF = meestal IgM (kan ook IgG of IgAzijn) RF op 3 ≠ manieren aantonen o Kwalitatief = Rapitex RF o Semi-kwantitatief = titerbepaling: WR en Serodia o Kwantitatief = turbidimetrie (kalibratielijn van licht door troebel)
Interpretatie
Complexvorming indien RF (een pentameer) aanwezig (!) RF is (vaak) IgM bindt à Fc gedeelte van IgG complexvorming waarnemen als klontervorming
Numme Staal r 1 Positieve controle 2 Negatieve controle 3 Serumstaal 4 Serumstaal Controles voldoen à verwachtingen
Waarneming
Kwalitatieve bepaling: RF aanwezig?
Agglutinatie Geen agglutinatie: witachtig Geen agglutinatie: witachtig Agglutinatie resultaten betrouwbaar kan wijzen op RA
Ja, die > 20 IU/ml is Neen, tenzij < 20 IU/ml Neen, tenzij < 20 IU/ml Ja, die > 20 IU/ml is
WR (Waaler-Rose) = semi-kwantitatieve passieve indirecte hemagglutinatietest titerbepaling
Gemeenschappelijk principe Rapitex RF
4
(Hem)agglutinatie Agglutinatie = verschijnsel AL reageren met AG op een drager binding en klontering Hemagglutinatie = idem agglutinatie met drager rode bloedcellen
Titerbepaling
ELI.H.A RF kit
Titer = reciproke waarde van sterkste verdunning die nog positieve reactie geeft conc. ↘ waarbij hemagglutinatie optreedt, is maat voor RF (IgM) aanwezig in serum patiënt Titer in IU/ml = noemer verdunning (onbenoemde titer) x gevoeligheid R1 (staat op kit) Seriële verdunning = telkens van voorgaande verdunning om volgende verdunning te maken + VF constant (serumverdunning/eindverdunning) In elk cupje 50 µl pipetteren in cupje 1 50 µl stock pipetteren mengen en telkens 50 µl overbrengen LAATSTE VERDUNNING HIER WEL IN HAC in labo: serum 1/20 verdund, dan telkens VF 2x tot 20480
Dragers Gesensibiliseerde drager = drager voorzien van Ig’s Niet-gesensibiliseerde drager = drager niet voorzien van Ig’s
Inhoud ELI.H.A RF kit - R1: gesensibiliseerde partikels schapen RBC + IgG’s konijn anti-schaap RBC - R2: niet-gesensibiliseerde partikels schapen RBC - BUF: fosfaatbuffer pH 7.2 (verdunningsoplossing) - PC: humaan serumstaal + RF (IgM) - NC: humaan serumstaal zonder RF - Microtiterplaten: V-vormige titerplaten - R3: absorbant, niet-gesensibiliseerde schapen RBC - Druppelteller (1 druppel 15 -20 µl)
Interpretatie
Titer + IU/ml met gevoeligheid op kit titer 640 x 0,2 IU/ml = 128 IU/ml
Serumstaal RF titer van ... IU/ml, kan wijzen op RA Controles voldoen à verwachtingen, resultaten betrouwbaar
Controles Serumcontrole buffer + 1/20 serumverdunning + niet-gesensibiliseerde partikels VERWACHTING: negatief resultaat/geen hemagglutinatie want nt-gesens. partikels, gn immunoglobulines gebonden op rbc KAN OOK: vals positief/hemagglutinatie patiënt AL opgebouwd tegen schapen RBC Oplossing: R3 gebruiken, absorbeert AL Reagenscontrole buffer + gesensibiliseerde partikels VERWACHTING: negatief resultaat/geen hemagglutinatie INDIEN TOCH POSITIEF: contaminering of auto-contaminering door veroudering
5
Negatieve controlereeks VERWACHTING: nergens hemagglutinatie Positieve controlereeks VERWACHTING: titerwaarde (zie flesje) max. 1 cupje afwijken van verkregen waarde
vb 320 vs 640 is OK.
Hoe vals positief bij serumcontrole vermijden? Oplossing: absorptie techniek R3 toevoegen à serum en enkel supernatans kan gebruikt worden na centrifugatie (!) Serum is dan 1/4 verdund: dit nogmaals 1/5 verdunnen in BUF 1/20 R2 en R3 zijn niet verschillend Hoe reageert positieve controle van WR bij Rapitex RF? - PC WR = humaan RF ⇒ AL - Partikels Rapitex RF = latexpartikel gecoated met humaan Ig ⇒ AG interactie (complex AL-AG) mogelijk (!) Detectielimiet Rapitex RF 20 IU/ml (titer PC bij WR moet boven 80 zijn indien gevoeligheid van reagens gelijk is aan 0,2)
Prozone effect Curve Heidelberger (!) Door prozone effect kan WR niet gebruikt worden als sneltest vals negatieven lagere verdunning(en) Resultaat indien men de PC (titer serumdilutie 80) van Serodia zou gebruiken als staal bij Rapitex RF en WR? Rapitex RF: negatief resultaat gebruik gemaakt van humane IgG’s ipv konijn IgG’s WR: positief resultaat positieve controle reageert met het anti-konijn
Rapitex CRP = agglutinatietest DOEL: controleren of therapie (behandeling) werkt CRP = C-reactief proteïne ⇒ aangemaakt in lever als reactie op ontsteking/infectie CRP-waarden hoogst bij bacteriële infecties Virussen leiden tot gematigde CRP-waarden Acute fase eiwit o Hoogste piek meetbaar 6 -8u na ontstaan ontsteking/infectie o Snel terug afgebroken ⇒ na 9 -12u reeds gehalveerd
Verschil Rapitex RF en Rapitex CRP o o o o
≠ in oriëntatie van AL op partikel RF IgM RF op partikels = rol AL RBC met AL = rol AG CRP Ig op partikel = rol AL CRP = rol AG
Vals positieve reactie RF
Reactie absorptiereagens en RF
Inhoud Rapitex CRP kit - Reagens: latexpartikel met IgG’s = schaap anti-CRP - RF absorbent: schaap IgG’s
- PC: humaan serum (CRP ± 10 mg/l) - NC: humaan serum (CRP max 1 mg/l)
Interpretatie - Lijkt op PC = super sterk - Meer agglutinatie dan NC = zwak
- Agglutinatie iets minder dan PC = sterk - Lijkt op NC = super zwak
mate van agglutinatie
Postzone effect
conc. CRP
LOD Rapitex CRP LOD volgens bijsluiter Rapitex CRP = 6 mg/l LOD volgens de waarden van het labo = 0,6 ⇒ eenheid is dus mg/dl
Andere Prozone bij WR analyt is AL Postzone bij Rapitex CRP analyt is AG
Werkcollege L. Seys Immunofixatie = elektroforese SP = serumeiwitten slaan neer + aankleuren
Andere lanen: Ig’s aankleuren
- SP: scherp-afgebakende densiteit gammaglobulines - Bij IgG op zelfde hoogte piek in kappa-laan IgG kappa monoklonale gammapathie
- SP: M-proteïne piek aanwezig - Enkel duidelijke band bij kappa lichte keten Antisera verkeerd aangebracht OF light chain disease
7
M-proteïne = scherpe piek (meestal gamma globulines) met scherp afgebakende band = monoklonale stoornis Monoklonale stoornis = van 1 kloon veel eiwitten geproduceerd Alle banden minder intens = polyklonale stoornis Light chain disease = enkel lichte ketens worden geproduceerd
- 3 monoklonale banden: IgG, IgA en IgM oligoklonaal - IgM met lambda lichte keten - Band in lambda laan is denser dan bandje in IgM laan Lambda en IgM met elkaar gebonden Of IgG of IgA zal bijdragen à hoeveelheid lambda positief signaal
Reumafactor opsporen = agglutinatietesten Rapitex RF Serodia RA
Waaler-Rose (RW)
Rapitex RF Negatieve controle = behandeld human serum, onder detectielimiet (1-5 IU/ml)
WR RF aanwezig in serum binnen detectiemogelijkheden van test agglutinatie tot staal te ver verdund is (Heilderbergher) Negatieve controle = niet-gesensibiliseerde schaap RBC tegen veeartsen enzo: antilichamen opgebouwd (!) Prozone effect
Rapitex CRP = indicator voor inflammatie/infectie detectielimiet is 5 IU/ml Serieuze infectie zorgt voor CRP ↗↗ = agglutinatie
Naamgeving antilichamen Organisme waarin AL opgewekt / immunisatie gebeurd + anti-AG waartegen AL opgewekt vb AL tegen ratten T cellen: anti-rat CD3 + Ig subtype vb IgG2a Vb IgA in muizen aankleuren, AL gemaakt door rat: Rat anti-muis IgA IgG
8
- (!) Lieven geen humaan anti-humaan kruisreacties - Meerdere ≠ antilichamen gebruiken beter WANT: dan kan je beide AL tegelijk in zelfde stap op weefsel aanbrengen - Secundaire AL merken door: 1 met HRP en 1 met AF, of elk met andere fluorescerende merker geëxciteerd door andere laser
ELISA = Enzyme-linked immunosorbent assays ELISA zijn heterogene EIA = in ieder type ELISA moet de vrije van de gebonden fractie gescheiden worden Zeer sensitief (tot in femtogrammen (10-15 gram) o Secundaire AL o Amplicatiekits Kwantitatief Makkelijk aangepast à specifiek AG
Analyt is primair AL Sec. AL zorgt voor kleuromzetting
Hoeveelheid kleuromzetting omgekeerd - (AG-)conjugaat in oefening = competitie principe evenredig met - Blocking in oefening = sandwich principe conc. analyt Recombinant + natuurlijk
9...