Tentamen 15 Juni 2018, vragen en antwoorden PDF

Title Tentamen 15 Juni 2018, vragen en antwoorden
Course Anatomie - Fysiologie
Institution Erasmushogeschool Brussel
Pages 9
File Size 130.4 KB
File Type PDF
Total Downloads 42
Total Views 135

Summary

Examen anatomie VUB Biomedische Wetenschappen...


Description

Examen anatomie 2de  zit Korte antwoord vragen (10 ptn) 1. Welke structuren verhinderen dat de atrioventriculaire kleppen tot in de atria doorslaan bij systole van de ventrikels? Chordae tendineae 2. Welke tak, die ontspringt van op de aortaboog, is mogelijk geblokkeerd als de doorbloeding van de linkerarm verstoord is? A. Subclavia 3. Hoe heet het grootste lymfevat in het menselijk lichaam? Ductus thoracicus 4. Met welk ander stelsel is het bloedvatenstelsel het nauwst verbonden? Lymfestelsel 5. Hoe liggen de nieren ten opzichte van het peritoneum? Dorsaal 6. Welke sulcus scheidt de frontale lob van de pariëtale lob? sulcus centralis 7. In welk deel van het cerebrum worden de visuele prikkels waargenomen? Occipitale kwab 8. Welk deel van de hersenventrikels vind je in het telencephalon? De twee eerste C-vormige hersenventrikels 9. Wat is het effect van parasympatische innervatie op de bloedvaten? Vasodilatatief 10. In welk deel van het spijsverteringstelsel worden de enzymen van de pancreas uitgestort? Lever

Multiple choice vragen (12 ptn) Er is 1 juist antwoord bij elke vraag. Duid in het antwoordrooster uw keuze aan met een kruis. De beoordeling van dit deel gebeurt via positieve scoring met standard setting. Er worden GEEN punten afgetrokken voor een fout antwoord. 1. Welk deel van de vaatwand is belangrijk voor veranderingen in diameter? a. De adventitia b. De tunica intima c. De submucosa d. De tunica media 2. Lymfe vanuit de buik, het bekken en de benen wordt vervoerd door a. De rechter lymfestam b. De ductus thoracicus c. Het lieskanaal d. De vena cava inferior

3. De arbor vitae bevindt zich in a. Het mesencephalon b. De pons c. Het cerebellum d. De Medulla oblongata 4. Welke hersenzenuw is de belangrijkste parasympatische zenuw? a. N. Facialis b. N. Trigeminis c. N. Vagus d. N. Trochlearis 5. Het instellen van de emotionele toestand en daaraan gerelateerde gedragsmatige driften zijn functies van: a. Het corpus mammilare b. De hypofyse c. De thalamus d. Het limbisch systeem 6. De mannelijke gameten worden geproduceerd in a. Ductus deferens b. Het rete testis c. De tubuli seminiferi d. Het caput van de epididymis 7. Lezen, schrijven en spreken zijn afhankelijk van de werking van impulsen a. Prefrontale schors b. Rechterhersenhelft c. Linkerhersenhelft d. Postcentrale gyrus 8. De vene die het grootste deel van het veneuze bloed van onder het diafragma afvoert naar het hard is de a. V. Cava superior b. V. Cava inferior c. V. Porta d. V. Jugularis interna 9. Wat wordt NIET beinvloed door het autonoom zenuwstelsel? a. De hartspier b. De skeletspieren c. De darmen d. De urineblaas 10. Is GEEN element van de leverpoort: a. A. Hepatica propria b. Galgang c. Vena hepatica d. Vena porta

Open vragen (x ptn) 2. Spijsverteringstelsel (5 ptn) Wat is het voordeel van het feit dat de tracheakraakbeenringen hoefijzervormig zijn in plaats van volledige ringen? Maak je antwoord zo volledig mogelijk (maak een tekening) -De trachea of luchtpijp wordt open gehouden door hoefijzervormige kraakbeenringen, waarvan de opening van de kraakbeenring aan de achterzijde van de luchtpijp zit. De functie van de hoefijzervormige kraakbeenzingen zijn: zorgen voor stevigheid en openhouden van de luchtpijp.

3. Geef een beschrijving van de maag (ligging, bouw/onderdelen, overgangen naar andere delen van het spijsverteringsstelsel, samenstelling van de wand, bezenuwing, …) Maak eveneens een tekening (6 ptn)

Examen anatomie 1ste zit Multiple choice vragen (12 ptn) 1. Wat vervoeren de arterien van de kleine bloedsomloop wel en die van de grote bloedsomloop niet? a. Zuurstofrijk bloed b. Zuurstofarm bloed c. O2 en voedingsstoffen d. O2, CO2 en voedingsstofen 2. Het deel van het geleidingssysteem dat gelokaliseerd is in het septum tussen de ventrikels is a. De atrioventriculaire knoop b. De sinu-atriale knoop c. De bundel van His d. De Purkinje vezels 3. Wat wordt niet beinvloed door het autonoom zenuwstelsel? a. De skeletspieren b. De hartspier c. De darmen d. De urineblaas

4. Over het waarnemen van pijn in het myocard, wat is NIET juist? a. Deze pijn wordt soms gerefereerd naar een andere plaats in het lichaam b. Ischemie ( = anoxie/zuurstoftekort) van de hartspier wordt ervaren als pijn c. Deze pijn wordt geregistreerd via afferente orthosympatische zenuwbanen d. Deze pijn wordt geregistreerd via de n. vagus 5. Hoeveel segmenten zijn er in elke long? a. 2 b. 3 c. 10 d. evenveel als er alveoli zijn 6. Hoeveel tanden bevat 1 quadrant van een volledig permanent gebit? a. 4 b. 6 c. 8 d. 10 7. Het laatste schakelpunt voor stijgende sensorische informatie die naar de primaire sensorische schors wordt doorschakeld is gelegen in a. de hypothalamus b. de medulla oblongata c. het ruggenmerg d. de thalamus 8. De ventrikels in de hersenen zijn gevuld met a. bloed b. cerebrospinaal vocht c. lucht d. zenuwweefsel 9. Een patient heeft na een hersenbloeding een dysfunctie in de precentrale gyrus van de rechter cerebrale cortex. Daardoor a. kan hij zijn linker arm en been niet meer willekeurig bewegen b. kan hij zijn rechter arm en been niet meer willekeurig bewegen c. heeft hij geen gevoel meer in de linkerkant van zijn lichaam d. heeft hij geen gevoel meer in de rechterkant van zijn lichaam 10. De ductus thoracicus draineert het grootste deel van de lymfe van het lichaam. Welke delen van het lichaam draineert hij niet? a. De delen van het spijsverteringsstelsel in het abdomen b. beide onderste ledematen c. beide bovenste ledematen d. de linkerzijde van het hoofd 11. De onderdelen van het perineum die deel uitmaken van de voortplantingsorganen heten gezamenlijk a. gonaden b. gameten c. uitwendige geslachtsorganen d. accessoire klieren 12. De mannelijke voortplantingscellen worden geproduceerd in a. de tubuli seminiferi

b. het rete testis c. de ductus deferens d. het caput van de epidydimis

Beschrijvende/inzicht-vragen (samen 35 ptn) 1. Centraal zenuwstelsel (10 ptn) Uit welke delen is de hersenstam opgebouwd? Als we het cerebrum buiten beschouwing laten, met welke andere delen van het centraal zenuwstelsel staat de hersenstam dan in verbinding? Maak hiervan een schets (het mag zeer schematisch zijn)

2. Circulatiestelsel (5 punten) Vul de ontbrekende woorden in. Het hart is een kegelvormig orgaan gelegen in het …… De hartpunt of apex rust op het ……. De kransslagaders die het myocard voeden worden …… genoemd en ontspringen uit de ……. De ……. zijn de hartholten die het bloed ontvangen en de ……… zijn de holten die het bloed wegsturen. De membraan die de binnenkant van het hart aflijnt en de hartkleppen vormt wordt …….. genoemd. De ……. beletten het doorslaan van de atrioventriculaire kleppen tijdens de systole. Het veneuze bloed vanuit het lichaam bereikt het hart via …… en ……. 3. Spijsverteringsstelsel (10 punten) Vul de juiste termen in bij de aangeduide structuren. Omcirkel de naam van de structuren die geassocieerd zijn met het begrip ‘portale hypertensie’. Kan je enkele anatomische gevolgen noemen van portale hypertensie.

MCQ: DEEL 1

1. Welk deel van de vaatwand in belangrijk voor veranderingen in diameter? - De tunica media 2. Lymfe vanuit de buik, de bekken en de benen worden vervoerd door? - Het lieskanaal 3. De arbor vitae bevindt zich in? - Het Cerebellum 4. Welke hersenzenuw is de belangrijkste parasympatische zenuw? - N. Vagus 5. Het instellen van de emotionele toestand en daaraan gerelateerde gedragsmatige driften zijn functies van? - De thalamus 6. De mannelijke gameten worden geproduceerd in? - De tubuli seminiferi 7. Lezen, schrijven en spreken zijn afhankelijk van de werking van impulsen van? - Linkerhersenhelft 8. De vene die het grootste deel van het veneuze bloed van onder de diafragma afvoert naar het hart is de vena? - V. Cava inferior 9. Wat wordt NIET beinvloed door het autonoom zenuwstelsel? De hartspier De skeletspieren De darmen De urineblaas 10. Is GEEN element van de leverpoort? A Hepatica propria Galgang Vena hepatica Vena porta

Korte antwoordvragen: DEEL 1 1. Welke structuur zorgt ervoor dat de 2 hersenhelften als een gecoordineerd geheel kunnen werken? -Corpus Callosum 2. Hoe noemt men het binnenste van de 3 hersenvliezen? Pia Mate 3. Waar in de hersenen wordt het cerebrospinaal vocht geproduceerd? -Plexus choroideus 4. Van welke anatomische structuur is dit een dwarse doorsnede? -Ruggenmerg 5. Je rent in paniek weg voor een boze hond. Welke deel van het zenuwstelsel is verantwoordelijk voor de fysiologische veranderingen die zich voordoen? -Orthosympatisch stelsel –> Fight and flight 6. Tot welke deel van de hersenen behoren de pyramiden? - Medulla Oblongata 7. Noem 2 hersenzenuwen die geassocieerd zijn met de smaakzintuig? -N. Vagus -N. Facialis -N. Glossopharyngeus 8. Welke tak die ontspringt van op de aortaboog is mogelijk geblokkeerd als de doorbloeding van de linkerarm verstoord is? -A. Subclaviaa subclavia 9. Met welke andere stelsel is het bloedvatenstelsel het nauwst verbonden? -Lymfestelsel 10. Noem 2 onderdelen van het MALT. - Mucosa associated lymphatic tisue. ->Appendix en tonsillen 11. In welk orgaan wordt insuline geproduceerd? - Pancreas 12. Hoe heet de grootste klier uit het spijsverteringsstelsel? - Lever

 13. Is de normale (gezonde) paranasale sinus op een RX foto wit of zwart? Waarom? -Zwart, door de aanwezigheid van zuurstof 14. Welke structuur zorgt ervoor dat de toegang tot de trachea continu open is? -Strottenhoofd 15. Welke 3 structuren monden uit/vertrekken van de hoeken van het trigonum vesicae? - Ureter of urine leider (Loopt tussen de nierbekken en de urineblaas) - Urethra of urinebuis (Loopt van de urineblaas tot buitenkant van lichaam) - Vesica Urinaria of urineblaas 16. Ligt de blaas ventraal of dorsaal van het rectum? Ventraal 17. Welke anatomische structuren heten in de Angelsaksische literatuur “fallopian tubes”? - Eileider 18. Ken je een andere naam voor de ruimte van Douglas? Excavatio rectiuterina (Tussen Uterus en Rectum)

Korte vragen: DEEL 1 1. Welke structuren verhinderen dat de atrioventriculaire kleppen tot in de atria doorslaan bij systole van de ventrikels? - Chordae tendineae 2. Welke tak die ontspringt van op de aortaboog, is mogelijk geblokkeerd als de doorbloeding van de linkerarm verstoord is? - A. Subclavia 3. Hoe heet het grootste lymfevat in het menselijk lichaam? - Ductus thoracicus 4. Met welk ander stelsel is het bloedvatenstelsel het nauwst verbonden? - Lymfestelsel 5. Hoe liggen de nieren ten opzichte van het peritoneum? - Dorsaal 6. Welke sulcus scheidt de frontale lob van de partietale lob? - Centrale sulcus 7. In welke deel van het cerebrum worden de visuele prikkels waargenomen? - Occipitale kwab

8. Welk deel van de hersenventrikels vind je in het telencephalon? - De twee eerste C-vormige hersenventrikkels 9. Wat is het effect van parasympatische innervatie op de bloedvaten? - Vasodilatatie(verwijden van bloedvaten door de daar aanwezige spieren) 10. In welk deel van het spijsverteringsstelsel worden de enzymen van de pancreas uitgestort? - Lever(bv. Glucagon en dit helpt er oa. voor dat glycogeen wordt omgezet in glucose tijdens het vasten)...


Similar Free PDFs