Tentamen 25 januari 2015, vragen en antwoorden PDF

Title Tentamen 25 januari 2015, vragen en antwoorden
Course Strafrecht
Institution Anton de Kom Universiteit van Suriname
Pages 4
File Size 111.5 KB
File Type PDF
Total Downloads 89
Total Views 139

Summary

Download Tentamen 25 januari 2015, vragen en antwoorden PDF


Description

Vak: Matrieel Strafrecht 1a. Wat wordt volgens rechtspraak van de Hoge Raad vereist voor strafrechtelijke immuniteit van lagere publierechtelijke rechtspersoon? Blz.126 – 127 de Hullu Voor strafrechtelijke immuniteit wordt vereist: 1. Dat de rechtspersoon een openbaar lichaam is in de zin van hoofdstuk 7 van de Grondwet. 2. Vervolgens moest de tenlastegelegde gedraging van het openbare lichaam als uitvoering van een overheidstaak kunnen worden gezien. Pikmeer 2 arrest: niet elke uitvoering van een overheidstaak het gaat om uitvoering van exclusieve bestuurstaak. 1b. Wat is het standpunt van de Hoge Raad mbt de strafrechtelijke immuniteit van de Staat? Blz. 127 de Hullu De Hoge Raad aanvaarde in het Vliegbasis Volkel arrest voor de staat een algemene vervolgingsuitsluitingsgrond met een kernachtige overweging: Als uitgangspunt heeft te gelden dat de handelingen van de staat geacht moeten worden te strekken tot de behartiging van het algemeen belang. 1c. De rechtspraak van de Hoge Raad mbt artikel 1 lid 2 Wetboek van Strafrecht wordt aangeduid als beperkt matriële leer. Waarom matrieel en waarom beperkt? Blz. 132- 133 de Hullu Deze rechtspraak wordt als beperkt matrieel aangeduid: Matrieel: omdat niet alleen wijzigingen in de strafbepaling zelf, maar ook andere relevante wetswijzigingen een rol kunnen spelen bij het strafrechtelijke overgangsrecht. ( voorb. Venloose koppelaarster daar was niet de Strafrecht gewijzigd, daar was het BW gewijzigd, de meerderjarigheids leeftijd i/h BW was gewijzigd maar toch werkte die wijziging door in het WvSR) Beperkt: omdat slechts die verandering relevant zijn die uit een veranderd inzicht bij de wetgever omtrent de strafwaardigheid voortvloeien ( voorb. Wijziging van de deviezenwet) Landbouw crisis arrest: ten tijde van de verandering werd een dergelijk geleibiljet niet meer vereist, de HR meende dat de nieuwe wetgeving aan strafbaarheid niet in de wegstond omdat de nieuwe voorschriften uit hun aard en tijdelijk karakter waren. Niet in de zin van art. 1 verandering van wetgeving. 1d. Kan een persoon met de Surinaamse nationliteit die in Nederland terzake moord door de Ned. rechter onherroepelijk tot 18jaar gevangenisstraf is veroordeeld en kans ziet na 2 jaar gevangenschap naar Suriname te vluchten, in Suriname door de Surinaamse justitie worden vervolgd en berecht? I. Artikel 5 sub 2 WvSr: de Sur, Strafrecht is van toepassing op de Surinamer die zich buiten Suriname schuldig maakt aan een feit welk door Surinaamse Sr als misdrijf wordt beschouwd. Surinaamse Sr wel van toepassing.

II.

Hy is veroordeelt in Nederland. Geldt ne bin in idem tav een beslissing genomen in Nederland? Ja. Art. 94 Sr . Hij kan zich niet beroepen op Ne bis in idem. Hij heeft de straf niet volledig uitgezeten.

2, Een slachtoffer van 3 messteken in de borst en buikstreek wordt met veel bloedverlies het ziekenhuis binnen gebracht en terstond geopereerd. Er moet bloed aan hem worden toegediend, maar vanwege zijn zeldzame bloedgroep is er geen bloed voorradig. Hij komt te overlijden. Na sectie op het lichaam stelt de patholoog anatoom bloedverlies als doodsoorzaak vast. Aan de persoon die de messteken heeft toegebracht wordt primair tenlaste gesteld dat hij opzettelijk het slachtoffer van het leven heeft beroofd door hem met opzet 3 messteken toe te brengen in het lichaam ten gevolge waarvan hij is overleden. Subsidiar is aan de verdachte tenlaste gelegd dat hij het slachtoffer opzettelijk zwaar lichamelijke letsel heeft toegebracht door hem opzettelijk3 messteken toe brengen in het lichaam tengevolge waarvan de ander is overleden. N.B.: de verdachte geeft het toebrengen van de messteken toe, er doen zich geen problemen voor mbt formele vragen ( art. 334/335 WvSv) en er zijn geen strafuitsluitingsgronden. a. De advocaat betwist dat zijn cliënt opzet had om te doden. Welke uitspraak verlangt hij van de rechter mbt het primair ten lastegelegde? Motiveer aan de hand van de jurisprudentie van de Hoge Raad waarom de rechter dit verweer kan/zal verwerpen? Primair: doodslag art. 347 Sr. Subsidiar: zware mishandeling de dood ten gevolge art. 362 lid 1 + 2 Sr. Opzet is vereist. Het is een bestanddeel van doodslag. Voorwaardelijk opzet, Aanmerkelijke kans arrest. Ogv het voorwaardelijk opzet zal de rechter zeggen dat als iemand een ander 3 messteken in de buik/ lichaam dan aanvaard hij daarmee willens en wetens de aanmerkelijke kans dat de slachtoffer zal komen te overlijden. b. De advocaat betwist niet het opzet om te doden maar betwist het causaal verband tussen de messteken en de dood. Niet de messteken, maar bloedverlies als gevolg van het niet beschikken over juiste bloed door het ziekenhuis is de doodsoorzaak. .Welke uitspraak verlangt de advocaat van de rechter mbt primair tenlaste gelegde? Voor doodslag is vereist niet alleen het opzet om te doden maar dat de dood veroorzaakt is door zijn opzettelijke messteken. De advocaat vraagt vrijspraak. Dood is een bestanddeel van doodslag en het is een metriële delict het is nodig dat je opzet. Niet alleen dat opzet is gericht op de dood maar dat ook de dood veroorzaakt is door jouw opzettelijk handelen. Advocaat verlangt vrijspraak. . Motiveer aan de hand van rechtspraak van de Hoge Raad waarom de rechter het verweer van de raadsman zal verwerpen. Leer van de redelijke toerekening. Niet behandelde longinfectie arrest, aorta perforatie arrest. . Wat zou de uitspraak van de rechter tav het primair tenlastegelegde zijn indien de rechter onverhoopt zou meegaan met het verweer? Motiveer. Vrijspraak

N.B.: voor de beantwoording van de volgende vraag gaat u ervan uit dat de beslissing van de rechter tav het primair ten lastegelgde aanleiding geeft tot beoordeling van het subsidiar tenlastegelegde. c. De advocaat betwist niet het opzet op de zware mishandeling, maar betwist wel het causale verband tussen het toebrengen van de messteken en dood van het slachtoffer, zoals geargumenteerd onder b. Wonderwel gaat de rechter mee met de advocaat en ziet ook geen causaal verband tussen de toegebrachte messteken en de dood. Tot welke uitspraak komt de rechter tav het subsidiar tenlastegelegde, ervan uitgaande dat de verdachte toegeeft dat hij messteken opzettelijk heeft toegebracht en er geen strafuitsluitingsgronden zijn. Motiveer uw antwoord. Is de dood een bestanddeel bij zware mishandeling dood ten gevolge hebben? Nee, het is een strafverzwarend gevolg. Het strafbare feit is zware mishandeling de dood ten gevolge hebben. Causaal verband tussen de zware mishandeling en dood. Vrijspreken vn het strafverzwarend gevolg en veroordelen voor het gronddelict. Hij wordt veroordeelt te zake zware mishandeling 3, Een persoon bestelt een taxi. Hij heeft bijzonder veel haast. Aangezien de taxichauffeur volgens de klant niet harder genoeg rijdt trekt hij een pistool en dwingt de chauffeur harder te rijden en niet te stoppen bij een voorrangskruising maar met onverminderde snelheid door te rijden. De chauffeur hoopt dat er geen ongelukken zullen gebeuren. Uit vrees voor zijn leven rijdt hij door met een zware aanrijding als gevolg. De klant komt te overlijden. De Officier van Justitie gelooft het verhaal van de taxichauffeur niet en dagvaardt hem wegens dood door schuld bij gelegenheid van een botsing. Hij is volgens de OvJ niet gestopt en heeft geen voorang verleend aan het verkeer op de voorrangsweg. De rechter daarentegen hecht wel geloof aan het verhaal van de taxichauffeur dat hij onder bedreiging van een pistool de kruising is opgereden. We gaan ervan uit dat formele vragen geen aanleiding geven tot 1 van de uitspraken van art. 335 WvSv. a.Tot welke uitspraak komt de rechter nu hij meegaat met het verweer van de verdachte? Art. 20 Rijwet Strafuitsluitingsgrond > schulduitsluitingsgrond: Overmacht art 65 Sr Culpoos delict ten laste gelegd: hij aan wiens schuld de dood te wijten is. Schulduitsluitings grond werkt als een bewijs verweer tegen de ten late gelegde culpa. In dit geval lijdt het tot vrijspraak. Door de overmacht kan de ten late gelegde schuld niet worden bewezen dus vrijspraak. Een terzake doodslag gedagvaarde verdachte verklaart voor de rechter dat hij inderdaad de ander opzettelijk met een pistool heeft doodgeschoten, omdat het latere slachtoffer hem met grote voetstappen van achter naderde en hem het angstgevoel bekroop dat zijn leven in gevaar was. Achteraf blijkt daar niets van. De verdachte blijkt een bekende psychiatrisch patiënt te zijn die lijdt aan paranoia ( achtervolgingwaan). De psychiater rapporteert dat het feit hem in verminderde mate kan worden toegerekend vanwege de ziekte waaraan de verdachte lijdt. b. Heeft het beroep van de advocaat dat zijn cliënt door zijn ziekte niet met opzet heeft gehandelt kans van slagen? Motiveer!

Nee, ook de ontoerekenings vatbare genoemd in art. 55 Sr handelt met opzet. Pas als er sprake s van ontbreken van elk in zich in de draagweidte van de gedraging en de daaruit voortvloeiende pas dan handelt de krankzinnige zonder opzet. In principe handelt ook de krankzinnige met opzet, ook de ontoerekings vatebare handelt met opzet. Het feit is strafbaar maar de dader is niet strafbaar dat wordt hij ontslagen van alle rechtsvervoling ( OVAR) en plaatsing voor 1 jaar in PCS. c. Heeft het beroep op zelfverdediging kans van slagen? Motiveer! Nee, geen noodweersituatie art. 66 Sr. \ d. De rechter gaat mee met de psychiater. Wat zal zijn uitspraak zijn? Motiveer! De rechter zal hem veroordlen alleen bij de strafoplegging rekening houden met de toerekingsvatbare 4, A heeft het gemunt op een zeer zeldzame antieke klok van eenantiquair. A benadert B om de klok voor hem te stelen. A geeft B alle informatie over de klok, m.n een foto van de klok en de bewaar plaats nl een speciale geheime kelder in de woning van de aniquair. Als A aan B een beloning toekent van US$ 5000,- is de deal gesloten. A geeft aan B ook de info dat hij de diefstal liever overdag kan plegen want dan is niemand thuis. B begeeft zich op een morgen naar de woning van de antiquair en slaagt erin het slot van de deur te forceren. a.Op het moment waarop hij de deur opent gaat de alarm installatie af en slaat B op de vlucht. Zijn A en B strafbaar? Waarom en waarvoor? Zo ja: wat is de maximum straf voor Aen/of B? Motiveer! Is er een strafbaar feit hier gepleegd? Ja, Poging tot diefstal door middel van braak. Heeft hij voornemens om te stelen? Ja. Heeft hij uitvoeringshandeling? Ja. ( vereiste van strafbare poging) B is pleger van de poging tot diefstal. A is uitlokker. b. Als B de geforceerde deur opent (geen alarm) ziet hij een oud vrouwtje gezeten in een hobbelstoel. B denkt direct aan zijn oma die hem heeft geleerd: gij zult niet stelen. Hij biedt zijn verontschuldigingen aan aan de oude vrouw en vertrekt. Zijn A enB strafbaar? Waarom, waarvoor? Zo ja: wat is de maximum straf voor A en/of B? Is er een strafbaar feit? Had hij het voornemen om een misdrijf te begaan? Ja. Uitvoeringshandeling gepleegd? Ja. Het misdrijf moet niet zijn voltooid ten gevolge van de omstandingheid van zijn wil onafhankelijk. Is daaraan voldaan? Nee, want toen hij dat oud vrouwtje zag heeft hij vrijwillig zijn verontschuldiginge aangeboden en vrijwillig vertokken. Is er sprake van poging tot misdrijf? Nee. Is B strafbaar wegens plegen? Nee. Is A strafbaar wegens uitlokking van B? Nee. Ais niet strafbaar voor deelneming maar voor het delict sui generis art 182 Sr. A s strafbaar voor mislukte uitlokking...


Similar Free PDFs