Examen Januari 2018, vragen en antwoorden PDF

Preview

Summary

Download Examen Januari 2018, vragen en antwoorden PDF

Description

Examenvragen-marktonderzoek

Marktonderzoek + statistiek (Arteveldehogeschool)

StuDocu wordt niet gesponsord of ondersteund door een hogeschool of universiteit Gedownload door rachid benalla ([email protected])

Examenvragen marktonderzoek Projectieve technieken doel: rationele of emotionele remming wegnemen bij de respondent. Met projectieve technieken kan waardevolle informatie worden achterhaald die met gewone vraagtechnieken niet kan worden verkregen.  Woodassociatie: wat komt het eerst op in je gedachten? Je zegt een woord en baseert daarop verder  Derdepersoonstechnieken: een merk omzetten in een persoon, hoe zie je bv. stella als persoon?  Tekstballontechniek: antwoorden als 2e persoon (in iemand zijn plek)  Aanvulling van zinnen en verhalen: onvolledige zinnen aanvullen door respondent  Typische gebruiker personificatie: de respondent moet een typische gebruiker van een bepaald product of dienst beschrijven, zo wordt merkpersoonlijkheid gecreëerd.  Planeetoefening: merk moet beschreven worden als een planeet, welk landschap, welke sfeer  Rollenspel of psychodrama: inleven in een situatie  Fotosort: uitspraken laten doen via een medium(foto’s) om ze eerlijker te laten zijn Valkuilen van kwalitatief onderzoek  Projectie  Scheve steekproef  Stemming en stijl  Geen gelijkenissen of verbanden zien  Verifiëren en verfijnen  Beschrijvende elementen die samenhoren groeperen  Terugkerende patronen ontdekken Begrippen:  CATI Computer assisted telephone interviewing, stuurt en controleert alle facetten van het telefoononderzoek.  CAPI Computer assisted personal interviewing: face to face interview, de interviewer heeft dan een laptop waarop de vragen verschijnen en hij de antwoorden onmiddellijk intikt.  Split file Hiermee zal spss steeds dezelfde analyse uitvoeren voor elke gedefinieerde groep apart  Gestratificeerd steekproef Populatie opdelen in strata(groep elementen met dezelfde kenmerken)  uit elke deelgroep wordt een afzonderlijke steekproef getrokken  MIS Marketing informatie systeem: een organisatie van informatie en informatiestromen. MIS dient om info te verzamelen en te bewaren van zowel interne als externe bronnen en verspreiden onder hen die ze nodig hebben om beslissingen te maken.  Dichotome vragen Gesloten vraag waar slechts 2 antwoorden mogelijk zijn, meet enkel het al dan niet ‘voorkomen’ van een feit’. Enkel voor vragen naar een duidelijk feit



Codeboom

1

Gedownload door rachid benalla ([email protected])









 







Het doel hiervan is samenhang tussen de codes aan te brengen. Het resultaat van de codering in een onderzoek is een hiërarchisch overzicht van de gebruikte codes in een vertakte structuur. Codeboek In het codeboek vertelt je spss waaruit je vragenlijst bestaat, welke vragen en antwoordmogelijkheden. De vragen in de vragenlijst worden omgezet in variabelen en de antwoorden naar codes. Z-score Waarde – het gemiddelde gedeeld door de standaardeviatie, hoever ligt score x van het gemiddelde verwijderd. Afhankelijke variabele het kenmerk is van iets anders afhankelijk, bijvoorbeeld of iemand een tevreden klant is. Er is een oorzakelijk verband GFK Verbruikerspanel(consumenten panel) dat het gebruikersprofiel, de merkentrouw en brandswitching bepaalt. Werkt met huishoudspanels voor FMCG (fast moving consumer goods) Steekproef = 4000 gezinnnen Werkt op abonnementenbasis + je weet aan wie je verkoopt en hoe je consument eruit ziet. Modus De waarde het meest voorkomt Chi kwadraat = x² toets, met 2 variabelen Test die wordt gebruikt bij spss om na te gaan of er een verband is tussen het geslacht en de functie van de onderzoekseenheden in de populatie (vb. is het zo dat medewerkers verhoudingsgewijs meer man zijn dan studenten?) Chi-kwadraat interpreten: 1. Ga na of aan de voorwaarden voldaan is om een chi-kwadraattoets te gebruiken a. Max 20% mag expected count (verwachte frequenties) hebben van minder dan 5 EN b. Alle expected counts (verwachte frequenties) moeten min 1 zijn 2. Ga na of het verband tussen de 2 variabelen sinificant is a. Als p>0,05 dan is er geen significant verband tussen de 2 variabelen b. Als p0,2 dan is er een sterk significant verband Quota steekproef De samenstelling van de steekproef wordt vooraf vastgesteld. De basis hierbij is de samenstelling van de populatie. Omnibus Onderzoeksvorm waarin vragen van meerdere organisaties worden gegroepeerd tot 1 vragenlijst. De bureaus nemen zelf initiatief om op regelmatige tijdstippen enquêtes te houden en zoeken bedrijven die op een snelle en goedkope manier antwoord wensen op eenvoudige problemen die geen uitgebreid onderzoek vergen. Positief: zeer goedkoop, snel, eerste kennismaking Negatief: soort vragen is beperkt, enkel voor massa-artikelen, lange vragenlijsten (verveling), steekproeven nooit optimaal voor elk onderzocht onderwerp, soort vragen is beperkt Representativiteit: de steekproef moet qua eigenschappen van de onderzoekseenheden dezelfde samenstelling hebben als de populatie. Iedereen moet evenveel kans krijgen om geënqueteerd te worden.

2

Gedownload door rachid benalla ([email protected])



Normaalverdeling: gemiddelde modus en mediaan hebben ongeveer zelfde waarde, 1 modus, klokmodel. Grootste groep ligt ongeveer in het midden. Hoe verder van het midden, hoe minder een waarde voorkomt. Tekening normaalverdeling:

 

 -

Panelonderzoek: vaste groep die op regelmatige tijdstippen informatie verstrekken (grote steekproef) Recode (spss-functie) Het hercoderen van de bestaande variabelen (je verliest oorspronkelijke gevens) hetzij naar nieuwe variabelen onderzoekseigenschap: eigenschappen van de onderzoekseenheden = variabelen Onafhankelijke variabelen (blijft zo, niet afhankelijk, socio-demografische kenmerken) Afhankelijke variabelen (afhankelijk van iets)

Berekenen modus, gemiddelde, Q3, mediaan Modus = meest voorkomende waarde Mediaan = waarde in het midden, bij even 2 middelste waarden nemen optellen en delen door 2 Gemiddelde = alles optellen / aantal Q3 = Q2 = mediaan, Q1 mediaan van 1e helft van alle getallen, Q3 mediaan van 2e helft van alle getallen Altijd cijfers van klein naar groot zetten! Vb. even aantal 3 5 5 6 7 8 9 10 Mediaan is 6+7/2 = 3.5 Q1 = 3 5 5 6 = 5 +5/2 =5 Q3 = 7 8 9 10 = 8+9/2= 8.5 Vb oneven aantal 2 5 7 7 8 9 10 12 15 16 17 Mediaan = 9 Q1 = 2 5 7 7 8 9 = 7+7/2 = 7 Q3= 9 10 12 15 16 17 = 12+15/2 = 13.5 4 Bevragingsmethodes  Persoonlijke interviews o Face tot face o Thuis of op onderzoeksbureau  Straatinterviews  Telefonische enquêtes  Schriftelijke enquêtes  Online enquêtes 3

Gedownload door rachid benalla ([email protected])

Deskresearch : pos en neg punten secundaire gegevens, gegevens die al beschikbaar zijn omdat ze al voor een ander doel dan ons specifiek probleem verzameld werden  Positief: goedkoop en snel, het werk is al voor jou gedaan, efficiënt  Negatief: niet altijd gegevens beschikbaar, niet alles wat je zoekt Interne bronnen: vorig onderzoek, klachten, MIS, verkoopverslag, analyse verkoopcijfers, klantenkaarten, kasregisters, facturen, vertegenwoordigersrapporten Externe bronnen: experts, nielsen/gfk, database CIM, publicaties 2 valkuilen van deskresearch - De gegevens zijn niet altijd beschikbaar - Je vind niet altijd alles waarnaar je zoekt 4 steekproefmethodes + voorbeeld  Toevallige (aselecte) steekproef: o Zuivere toevalssteekproef (random numbers) o Gestratificeerde steekproef (afzonderlijke steekproef van iedere deelgroep) o Clustersteekproef (pop opdelen in clusters, binnen de clusters een aslecte steekproef) o Systematische steekproef o Random walk methode steekproef  Niet toevallige (selecte) steekproef: o Gemakkelijkheidssteekproef o Oordeelssteekproef o Quotasteekproef (vooraf samengestelde steekproef)

4

Gedownload door rachid benalla ([email protected])

GFK: interpreteren + door wie aangevraagd dia calciffort, wat is gfk, leg grafiek uit en wie was de opdrachtgever?

Campina is de opdrachtgever Wat is GFK? Verbruikerspanel(consumenten panel)(aan consument zelf) dat het gebruikersprofiel, de merkentrouw en brandswitching bepaalt + op abonnementenbasis Huishoudspanels voor FMCG (fast moving consumer goods) 3000 gezinnen Informatie over aankopen

5

Gedownload door rachid benalla ([email protected])

Nielsen: interpreteren, leg grafiek uit, wat is nielsen en wie was de opdrachtgever?

Campina is de opdrachtgever Wat is Nielsen? Distributiepanel (in de winkels) werkt ook op abonnementenbasis. Nielsen verteld hoeveel je verkoopt en aan welk kanaal? Steekproef van winkels Inschatting slaagkansen nieuw product en bevordering verkoop, marktaandeel en marktomvang. T-toets: interpreteren + manieren, metrische data, 1 variabele (tabel T-toets zeggen of die significant is of niet. Worden gebruikt om het gemiddelde(ratio/inteval) tussen 2 groepen (nominaal/ordinaal) en de populatie te vergelijken Significantietest: levene’s test: 1. p =< 0,05: significant  equal variances not assumed 2. p > 0,05: niet significant  equal variances assumed kolom sig. (2 tailed) zegt dan of de gemiddelden significant verschillen 1. als p > 0,05 dan is er geen significant verschil tussen de twee gemiddelden 2. als p regio, leeftijdscategorieën, geslacht,… o Hoeveel correct ingevulde enquêtes hebben we nodig : o Soort steekproef : toeval… o Kader (de fysieke bron / lijst) Opstellen quota 4. Ontwerp vragenlijst Structuur vastleggen => Hoofd- en deelvragen, antwoorditems 5. Gegevensverzameling en verwerking Hoe voorkomen van problemen Analyseplan = welke analyses wens je te maken, beschrijving van de gewenste output Verbeteren vragenlijst + vragenlijst invullen in spss  Precieze vragen: eenduidig interpreteerbaar: welk bier drinkt u  Duidelijke/ondubbelzinnige woorden: soms, leest u,…  Neutrale vragen: vindt u ook niet dat…  Eenvoudige vragen  Objectieve subjectieve vragen: is de verpakking handig vs vindt u de verpakking handig  Positieve negatieve vragen: moet reclame voor sigaretten toegelaten worden vs moet reclamen voor sigaretten verboden worden  Altijd neutraal blijven, objectief!  1 vraag per keer vragen niet alles door elkaar + variatie blijft respondent boeien  Bekijk voorbeeld flair!

Verschil uitleggen tussen  Validiteit & betrouwbaarheid Betrouwbaarheid houdt verband met de mate van consistentie van de resultaten, hun voorspelbaarheid bij dezelfde of gelijkaardige resultaten. Validiteit betreft de geldigheid van het gevoerde onderzoek, is wat je denkt wel degelijk datgenen dat je wil meten  denkfout bij de onderzoeker.  Onbetrouwbare meting kan nooit valide zijn Niet valide meting kan wel betrouwbaar zijn  Exploratief & conclusief onderzoek Exploratief onderzoek is het oriënteren van het probleem, het bepalen van de benodigde informatie. Conclusief onderzoek is het opmaken van het onderzoeksplan, het verzamelen en het verwerken van gegevens. Doel: conclusies trekken, kan (discriptief/ beschrijvend onderzoek: wie, wat waar, waarmee,…)(verklarend onderzoek: waarom)  Ordinaal & nominaal =Onderscheiden waarop de antwoorden statisch verwerkt kunnen worden Nominaal: geen waarderingsverschil, geen rekenmogelijkheden  kan enkel geteld worden vb man/vrouw, ja/nee Ordinaal: wel waarderingsonderscheid: meer/minder, beter/slechter  kunnen geordend worden, wel rekenmogelijkheden 7

Gedownload door rachid benalla ([email protected])





Ad hoc en continu onderzoek ad hoc onderzoek is een eenmalig onderzoek om een oplossing te vinden voor een welbepaald marketingprobleem. Continu onderzoek is problemen en opportuniteiten opsporen en marketing acties opvolgen (preventief marktonderzoek). Dit gebeurd constant en de informatie wordt opgeslagen in het MIS. Voortdurend preventief onderzoek verzamelen. interviewleidraad en gesloten vragenlijst een interviewleidraad: is geen klassieke vragenlijkst. Het is een check/topiclijst, met nekel open vragen, met de hoofddelen en thema’s. Een gesloten vragenlijst: de effectieve vragenlijst, met alle vragen en antwoorden alles volledig uitgewerkt om zo aan de correspondent te kunnen stellen.

Tabel uitleggen (spss) uitleggen (bekijken!) Likert-schaal In hoever bent u het eens met de volgende stelling? (volledig eens, eens, min of meer eens, oneens, helemaal oneens) Iemand heeft in de enquête de loonvraag niet ingevuld. Hoe moet je dit ingeven in SPSS? Vraag moet niet beantwoord worden - geeft correct antwoord = missing value 999 - geeft een foutief antwoord = missing value 999 - geeft geen antwoord = system missing value = niets invullen in spss Geef zes bronnen en bespreek waarom deze relevant zijn - analyse verkoopcijfers: je ziet een evolutie in waarde en volume, per regio, verkopers, kanalen - analyse kosten: per soort, per klant, per regio, per kanaal - analyse winstgevendheid: idem - analyse omzet: omzetconcentratie analyse , 20/80 regel, A,B,C klanten - klachten: waarop moet er gelegd worden, wat stoort de klanten - waarborgbons, klantenkaarten: persoonlijke gegevens, je kan daar op inspelen als marketeer = interne bronnen - Fod economie: alle statistieke gegevens rond de economie - Bibliotheek: allerlei interessante boeken met informatie over het onderwerp - Internet/verschillende zoekmachines: zoeken naar resultaten, eerder gevoerde onderzoeken - Databanken: gegevens per topic, eerdere onderzoeken - Gouden gids: contactgegevens van bedrijven en leveranciers - Publicaties: interessante publicaties die met je onderzoek te maken kunnen hebben = externe bronnen Enquête kunnen opstellen adhv case Zaken uit een enquête omzetten in variabelen spss (broodje met kaas) - zie samenvatting spss!

8

Gedownload door rachid benalla ([email protected])...