Examen 19 Augustus 2019, vragen en antwoorden PDF

Title Examen 19 Augustus 2019, vragen en antwoorden
Author Jules Beeckman
Course Personen- en familierecht
Institution Vrije Universiteit Brussel
Pages 10
File Size 314.7 KB
File Type PDF
Total Downloads 22
Total Views 151

Summary

voorbeeld examen...


Description

1

Faculteit Recht en Criminologie Vakgroep PREC

Familienaam:………………………………. Voornaam: ………………………………….

Examen Personenrecht (fysieke en rechtspersonen) - 2de Bachelor Prof. Dr. Erna GULDIX 19 augustus 2019 1. De Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) kiest voor minimale gegevensverwerking. Wat houdt dat precies in? (1 punt) Antwoord op p. 79-80 van de cursusnota’s De AVG ontwikkelt een aantal basisbeginselen inzake gegevensverwerking, die erop gericht zijn de privacy van de persoon over wie persoonsgegevens ingezameld en verwerkt worden zo optimaal mogelijk te beschermen. De minimale gegevensverwerking is één van deze beginselen naast het voorschrift dat de verwerking een welbepaald, uitdrukkelijk omschreven en rechtmatig doel moet hebben, de verwerking een wettelijke basis moet hebben, de verwerking jegens de betrokkene, rechtmatig, behoorlijk en transparant moet zijn, de verwerkte gegevens correct moeten zijn enz… Persoonsgegevens mogen maar verzameld en verwerkt worden als het doeleinde van de verwerking niet op een andere wijze kan gerealiseerd worden. Minimale gegevensverwerking houdt in dat de persoonsgegevens toereikend, ter zake dienend en beperkt moeten zijn tot wat noodzakelijk is voor het doeleinde waarvoor ze verwerkt worden. Enkel het strikte minimum aan gegevens mag verzameld en verwerkt worden.

2 2. Een zinsnede uit de cursus luidt als volgt: “De beschermingsregeling voor de geesteszieke in het Burgerlijk Wetboek strekte oorspronkelijk exclusief tot vrijwaring van zijn vermogensbelangen en dit zelfs nog meer ten behoeve van zijn familieleden dan van de betrokkene zelf. Aan bescherming van de persoon van de geesteszieke werd niet gedacht.” Bewijs vanuit de huidige gerechtelijke bewindsregeling voor meerderjarige onbekwamen dat de wetgever thans wel aandacht heeft voor de bescherming van de personele belangen van mensen met een mentale handicap. (2 punten) Cursusnota’s p. 280 e.v. De uitgangsfilosofie van de beschermingsregeling is anders dan vroeger. De persoon van de hulpbehoevende staat centraal. Het is in de eerste plaats de bedoeling de persoon, die ondersteuning nodig heeft, de passende hulp te verschaffen, geheel afgestemd op zijn eigen individuele noden. Van die individuele noden hangt het af of de vrederechter kiest voor bijstand of vertegenwoordiging en voor persoons- en of vermogensbescherming. Onder het oude recht ging weinig of geen aandacht naar persoonsbescherming. De bewindvoering over de persoon en over de goederen kan uitzonderlijk gespreid worden over twee bewindvoerders als het belang van de beschermde persoon daarmee gediend is. De bewindvoering over de persoon is ingrijpender dan over de goederen en vergt meer aandacht. De beschermde persoon kan zijn steentje bijdragen tot een goed werkend bewind. Hij heeft een inspraakrecht bij de keuze van de bewindvoerder. De beschermde persoon wordt zo veel mogelijk, in verhouding tot zijn begripsvermogen, betrokken bij het bewind. De bewindvoerder moet de instructies, die de beschermde persoon hem meegeeft, ter harte nemen. De beschermde persoon mag een vertrouwenspersoon kiezen, die hem informeert, die voor hem spreekt en die controle houdt op de bewindvoering. De vrederechter kan ook zelf het initiatief nemen tot aanwijzing van een geschikte vertrouwenspersoon. De handelingsonbekwaamheid van de beschermde persoon sluit niet uit dat hij bepaalde zeer persoonlijke handelingen met machtiging van de vrederechter toch mag stellen als hij daarvoor voldoende wils- en oordeelsbekwaam bevonden wordt.

3. Wat is correct? Het recht op pseudoniem van een auteur O

maakt deel uit van zijn recht op cliënteel

O

is een sui generis recht op naam

O

is een zgn. naburig recht

O

is deel van de morele auteursrechten. (een correct antwoord = 0,5 punt)

2 en 4 (recht op vaderschap) zijn correct dus samen 1 punt

3 2. Het recht op pseudoniem van een auteur is een soort recht op naam dat gelijkenissen en verschilpunten vertoont met het recht op een voornaam en een familienaam. (p. 145146 cursusnota’s) Gelijkenissen Het pseudoniem en het recht op de voornaam- en familienaam worden beide beschermd door een persoonlijkheidsrecht Verschilpunten: het pseudoniem is een vrij gekozen fictieve naam, die tot doel heeft de echte identiteit van de auteur te verbergen >< de familienaam is een persoonsidentificerend element van staat dat volgt uit de ouderlijke afstamming en wilsautonomie het kiezen van een pseudoniem is een recht van de auteur >< het recht op naam includeert ook de verplichting om de correcte voornaam en familienaam te dragen in het openbaar leven het recht op pseudoniem is verbonden met de artistieke sector de bescherming van het pseudoniem door middel van een persoonlijkheidsrecht is gebonden aan bijzondere voorwaarden: rechtmatige keuze van een schuilnaam, verwerving door langdurig gebruik te goeder trouw dat bekendheid bij het publiek met zich mee brengt, verlies door onbruik… 4. p. 94-95 cursusnota’s De morele auteursrechten omvatten o.m. het recht op vaderschap, dat op zijn beurt twee bevoegdheden omvat: het recht om het werk in eigen naam, anoniem of onder pseudoniem te publiceren en het recht erkenning van zijn vaderschap af te dwingen of valselijk toegeschreven vaderschap te betwisten.

4. Mijn partner Jaap van Rooij is Nederlander. Ik, Roos Van Roy ben Belgische. Ik ben kort geleden in het gemeentehuis van Turnhout met Jaap getrouwd. Nu blijkt dat de “Van” in mijn familienaam in mijn huwelijksakte met een kleine “v” vermeld staat, terwijl het een grote “V” moet zijn. Waarschijnlijk heeft men zich bij de burgerlijke stand laten misleiden door het feit dat in Nederland tussenvoegsels in een familienaam met een kleine beginletter worden geschreven zoals in de naam van Jaap. a. Vul hieronder op de eerste lijn in of in de gegeven casus naamsverandering of naamsverbetering geboden is. Vul op de tweede lijn in welke overheid het verzoek zal behandelen. (1 punt) Art. 34 nieuw BW: schrijf- of typfout in naam is materiële vergissing: naamsverbetering ------------------------------------------------------------------------------------Ambtenaar van de burgerlijke stand verbetert vergissing zelf (art. 33, §1 nieuw BW) -------------------------------------------------------------------------------------

4 b. Ik heet Griet Gheyle. Toen de decaan op de proclamatie de geslaagde studenten afriep, zorgde Gheyle Griet voor grote hilariteit in het auditorium. Ik wil eens en voor altijd komaf maken met dat gespot. Wat is de meest aangewezen juridische oplossing, die het Personenrecht voor mijn probleem biedt? Motiveer je antwoord. (1 punt)

Zowel voornaamsverandering als naamsverandering zijn een mogelijkheid, maar in de opgave wordt naar “de meest aangewezen oplossing” gevraagd en de keuze moet gemotiveerd worden. De twee mogelijkheden moeten dus tegen elkaar afgewogen worden in functie van het te bereiken doel (gespot opheffen). Voornaamsverandering voor ambten BS is de snelste en goedkoopste oplossing gezien enkel retributie geheven kan worden door de gemeente. Maar zelfs met een andere voornaam - bv. Sarah - blijft de volledige naam ongelukkig klinken: Gheyle Sarah Daarom is de wijziging van de familienaam (min. v. Justitie) een betere keuze om verder gespot te voorkomen (ook al duurt deze procedure langer, zijn de toepassingsvoorwaarden strenger en kost ze meer).

5. Juist of fout? (een correct antwoord = 0,5 punt) a. Een wilsonbekwame meerderjarige is feitelijk onbekwaam. O

juist

O

fout

b. Een handelingsonbekwame meerderjarige kan wilsbekwaam zijn. O

juist

O

fout

c. Een geesteszieke, die onder dwang in een psychiatrische kliniek opgenomen is, is handelingsbekwaam. O

juist

O

fout

d. Een onder bewind gestelde meerderjarige is juridisch onbekwaam. O

juist

O

fout

De vier hypothesen zijn correct. Zie p. 224-225 en p. 276 cursusnota’s; art. 145/1 BW; art. 14, §1, lid 1 Wet Patiëntenrechtenwet… p. 224-225: onderscheid feitelijke bekwaamheid (wils- en oordeelsbekwaamheid) en juridische bekwaamheid(rechts- en handelingsbekwaamheid). p. 276: de loutere vrijheidsberoving op basis van de Wet Bescherming Persoon Geesteszieke brengt geen handelingsonbekwaamheid met zich mee.

5

6. Aster, een jongen van 17, kan het thuis niet meer vinden met zijn ouders en besluit alleen te gaan wonen. Hij huurt een kleine studio. De ouders van Aster zijn het niet eens met deze beslissing. Volgens hen kan Aster zich financieel geen eigen woonst veroorloven. Hij studeert nog en heeft geen andere inkomsten dan wat zijn zaterdagse job in een studentencafé hem oplevert. Zijn spaarcenten volstaan niet om maand na maand huur te betalen. Bovendien moet hij zijn moeder nog geld terugbetalen, dat hij geleend heeft voor festivaltickets en een fitnessabonnement. a. Kan Aster een eigen woon- en verblijfplaats kiezen? (1 punt) p. 167 cursusnota’s Art. 108 BW bepaalt dat een niet-ontvoogde minderjarige zijn wettelijke woonplaats heeft in de gezamenlijke verblijfplaats van zijn samenwonende ouders. Aster kan, als niet-ontvoogde minderjarige, niet zelf zijn woonplaats kiezen.

Omdat Aster als minderjarige onder ouderlijk gezag staat (art. 372 BW) kan hij alleen met ouderlijk akkoord op een eigen plek gaan wonen en dus een verblijfplaats kiezen, die verschilt van zijn woonplaats. In casu ontbreekt dit ouderlijk akkoord. Volgens de administratieve voorschriften moet een minderjarige, die de eerste keer weggaat van zijn ouders om elders te gaan wonen, bij zijn aangifte van zijn adreswijziging in het bevolkingsregister (inschrijving op basis van het hoofdverblijf) trouwens vergezeld worden door minstens één van zijn ouders (art. 7, §3 K.B. 16 juli 1992 betreffende de bevolkingsregisters en het vreemdelingenregister). Aster kan in casu dus noch zijn woonplaats, noch zijn verblijfplaats zelf bepalen.

b. Heeft Aster een geldige huurovereenkomst gesloten? (2 punten) cursusnota’s p. 241-244 Aster is als minderjarige handelingsonbekwaam en kan geen geldige huurovereenkomst sluiten, maar onderscheid moet worden gemaakt naargelang de duur van de overeenkomst. De cursus verwijst uitdrukkelijk naar de art. 378 en 410 BW, waarin dit onderscheid wordt gemaakt. Om een huurovereenkomst voor minder dan 9 jaar te sluiten moet Aster door zijn ouders vertegenwoordigd worden. Als Aster het contract toch alleen sluit (ondertekent), is het evenwel niet van rechtswege nietig. Het kan wel vernietigd worden in geval hij erdoor benadeeld is. Getoetst aan zijn precaire vermogenstoestand is de kans groot dat de rechter in casu de benadeling aanvaardt. Als Aster alleen een huurovereenkomst voor meer dan 9 jaar sluit is de overeenkomst wel van rechtswege nietig. Zo’n langlopend huurcontract heeft grote financiële gevolgen en vergt, zelfs in geval van vertegenwoordiging door de ouders, machtiging van de vrederechter (art. 410 BW).

6

7. Een artikel uit een krant: Oppassen met ‘sharenting’: “Wat Gwyneth Paltrow deed met de foto van haar dochter mag eigenlijk niet” Vandaag om 06:00 door Sofie Geusens

“We hebben het hier al over gehad, mama, je mag niets posten zonder mijn toestemming”, schreef Apple onder deze post van Gwyneth Paltrow.

Apple Martin is het Instagram-gedrag van haar mama beu. Paltrow deelde met haar 5,3 miljoen volgers een foto waarop de twee gezellig samen in een skilift zitten, maar dat was niet geheel naar de zin van haar puber. Een foto van je kroost op sociale media delen mag eigenlijk niet zonder hun toestemming en vaak vinden ze het niet fijn. Dat geldt ook voor Apple Martin (14), dochter van actrice Gwyneth Paltrow (46) en Coldplay-zanger Chris Martin (42). Zij tikte haar mama publiekelijk op de vingers, omdat die zonder toestemming een foto van haar op Instagram had gedeeld. Geef, met wat je in de cursus geleerd hebt over persoonlijkheidsrechten, je kritisch oordeel over deze casus en over de commentaar van de journaliste. (1 punt) Cursusnota’s p. 238-239 De casus betreft de vraag of een minderjarige van 14 jaar zelfstandig haar recht op afbeelding mag uitoefenen, in dit geval in relatie met haar moeder. In principe valt de uitoefening van het recht op afbeelding onder de algemene regeling van de ouderlijke vertegenwoordiging van minderjarigen. De moeder handelt dus in beginsel niet onrechtmatig door de foto op haar Instagram te delen. Er is echter een groeiende tendens in de juridische wereld om m.b.t. de uitoefening van hoogstpersoonlijke rechten de vertegenwoordigingsvereiste terug te schroeven en meer autonomie te erkennen in hoofde van de minderjarige titularis van het persoonlijkheidsrecht. Juristen, die in deze tendens meegaan, verwachten van ouders dat zij geleidelijk aan de teugels vieren en meer (zelfstandige) beslissingsbevoegdheid van

7 hun minderjarig kind accepteren. De materie is echter niet bij wet geregeld. Er zijn geen vaste leeftijdsgrenzen vanaf welke een minderjarige zelfbeslissingsbevoegdheid mag claimen. In zo’n situatie is het aangewezen rekening te houden met de feitelijke elementen van de casus. Gwyneth Paltrow staat er om bekend dat ze maar zelden foto’s van haar kinderen openbaar te maken. Als ze het doet is dat omdat ze, als trotse moeder, de liefde voor haar kinderen wil tonen. G. Paltrow had duidelijk geen kwade bedoelingen met het posten van de foto. Het is geen denigrerende foto: Apple staat er niet onvoordelig op en toont zelfs een lichte glimlach. Daaruit mag besloten worden dat ze alvast akkoord ging met het nemen van de foto. Twee derde van haar hoofd gaat schuil achter haar helm en skibril. Haar gezicht is dus maar zeer beperkt zichtbaar en wellicht niet identificeerbaar voor het grote publiek. Haar identificatie is gerelateerd aan het feit dat ze naast haar bekende moeder figureert. Als deze casus voor de rechtbank zou komen, zou de rechter zich een oordeel moeten vormen over de oordeelsbekwaamheid van Apple. Haar leeftijd is een element in die beoordeling, zelfs zonder wettelijke leeftijdsgrenzen. Veertien jaar is nog vrij jong voor het uitoefenen van persoonlijkheidsrechten, zeker als daar beslissingen bij horen die verder gaan dan kiezen of een vakantiefoto al dan niet op Instagram mag gepost worden. De journaliste gaat dus wat snel door de bocht als ze ongenuanceerd stelt dat Gwyneth Paltrow iets gedaan heeft dat niet mag.

8. Stip aan wat juist is (een correct antwoord = 0,5 punt): O Een vonnis van staat heeft bindende kracht tussen de partijen en bewijskracht erga omnes. Juist, cursusnota’s p. 110 O De AVG is niet van toepassing op de verwerking van privacygevoelige gegevens van de VZW Quasimodo. Juist, alleen persoonsgegevens van natuurlijke personen cursus p. 79 0 De minderjarige vreemdeling van de derde generatie, die op grond van zijn geboorte en verder verblijf in België de Belgische nationaliteit verworven heeft, kan zijn Belgische nationaliteit nooit verliezen door vervallenverklaring. Juist, cursusnota’s p. 178 en p. 194, art. 23,§1 WBN) O De jongen, die ten gevolge van een medische fout in coma ligt en op geen enkele uitwendige prikkel meer reageert, is geen juridisch persoon meer. Fout, cursusnota’s p. 39 Patiënten, die op basis van een medische beoordeling, comateus bevonden worden, verkeren in een toestand van diepe bewusteloosheid waaruit ze niet gewekt kunnen worden. Vaak reageren ze niet op uitwendige prikkels. Zij zijn evenwel niet dood en blijven dus een juridische persoon. Alleen personen, die in medische termen “hersendood” zijn verklaard, zijn geen juridische persoon meer. Hersendood impliceert een probleem met de hersenstam, die de vitale lichaamsfuncties bedient (de aan- uitknop van ademhaling, bloedsomloop…). Coma is een probleem van het bewustzijnsvermogen en situeert zich in de hersenschors.

8 O De ongehuwde partner van iemand, die vermoedelijk afwezig is verklaard, kan eenzijdig de wettelijke samenwoningsrelatie laten beëindigen. Juist: art. 1476, §2, lid 2 BW, cursusnota’s p. 53 O De gehuwde transgender, die een geslachtsaanpassing van vrouw naar man ondergaan heeft, wordt bij de registratie van zijn geslachtswijziging de man van zijn man en de vader van zijn zoon. Fout: akte van aanpassing van registratie geslacht heeft geen invloed op afstamming van reeds geboren kinderen, cursusnota’s p. 155-156 O De meerderjarige uitwisselingsstudent, die zijn opleiding wil afronden door een eenjarige gespecialiseerde studie te volgen aan een Amerikaanse universiteit verplaatst zijn verblijfplaats en zijn woonplaats naar de VS. Fout: verplaatst niet zijn woonplaats, intentioneel element ontbreekt, cursusnota’s p. 159 e.v. en p. 164 e.v. O De migrant van de tweede generatie, die in België geboren is en er sedert zijn geboorte zijn verblijfplaats heeft, kan, onder bepaalde voorwaarden, zowel door toekenning als door verkrijging van de Belgische nationaliteit Belg worden. Juist, art. 11bis WBN cursusnota’s p. 178-179

9. Een vereenzaamd ouder echtpaar zonder naaste verwanten kiest ervoor hun respectievelijk stoffelijk overschot te schenken aan de medische faculteit van de VUB, opdat het kan dienen bij het onderricht van de studenten geneeskunde. De vrouw laat de praktische uitvoering van het gezamenlijk voornemen over aan haar man. Deze laatste maakt een uiterste wilsbeschikking waarin hij schrijft: “Mijn echtgenote, Thérèsa Smit en ik, Jacques Dekens hebben beslist dat wij na onze dood ons lichaam ten dienste willen stellen van de wetenschap. Bij deze doneren wij ons lichaam aan de VUB Brussel om het te gebruiken voor haar onderwijs en onderzoek in de geneeskunde.” De man ondertekent en dateert zijn beschikking en stuurt ze op naar het UZ Brussel. Enkele dagen later pleegt het koppel dubbelzelfmoord. Welke geldingskracht heeft deze wilsbeschikking? (1 punt) Cursusnota’s p. 60 e.v. Een beslissing over de bestemming van zijn stoffelijk overschot nemen en uitvoeren is een hoogstpersoonlijke bevoegdheid, die voortvloeit uit het eigen persoonlijkheidsrecht op lijkbezorging. De man kan enkel voor zichzelf beschikken. Zijn ondertekening van de uiterste wilsbeschikking bindt zijn echtgenote niet.

9

10. Het Vlaams Mediadecreet maakt een onderscheid tussen het recht van antwoord en het recht van mededeling. In welke context kan een persoon gebruik maken van het ene recht dan wel van het andere? (1 punt) Cursusnota’s p.97 (recht van antwoord) en p. 98 (recht van mededeling na vrijspraak of buitenvervolgingstelling van een persoon, die als verdachte, beklaagde of beschuldigde is opgevoerd op radio of TV)

11. Leg het verschil uit tussen een maatschappelijke naam, een handelsnaam en een merknaam. (1,5 punten) Cursusnota’s p. 146 De handelsnaam is de vrij gekozen benaming waaronder een natuurlijke persoon zijn handelsactiviteit uitoefent of de benaming waaronder een handelsonderneming wordt uitgebaat en door haar klanten gekend is. De merknaam is de benaming, die de ondernemer of onderneming vrij kiest voor zijn of haar commercieel product. De maatschappelijke naam is de officiële benaming van de vennootschap (naam + rechtsvorm) zoals die vermeld is in de statuten van de vennootschap en gepubliceerd is in het Belgisch Staatsblad (bv. NV De Koninck). De maatschappelijke naam wordt geregeld in art. 2:3 nieuw WVV. Deze naam dient enkel om de vennootschap te identificeren en heeft geen publicitair doel zoals dat wel het geval is voor de handelsnaam.

12. “In de gemeenten komt aan de registratie van een geboorte, overlijden of huwelijk geen balpen meer te pas”. Kan je deze uitspraak van de pers plaatsen binnen de cursus en van commentaar voorzien? (1,5 punten) Cursus p. 199 e.v.

Invoering vanaf 31 maart 2019 van de digitale burgerlijke stand rond de spil van de Databank van akten van de burgerlijke stand-DABS. Bij FOD Binnenlandse Zaken. FOD Justitie verantwoordelijk voor verwerking gegevens. Functionaris voor de gegevensbescherming. Centrale punt voor alle inzameling en verwerking van data betreffende de burg...


Similar Free PDFs