Proef/oefen tentamen Augustus 2017, vragen en antwoorden PDF

Title Proef/oefen tentamen Augustus 2017, vragen en antwoorden
Author Tibo Verplancke
Course Menselijk bewegingsstelsel
Institution Katholieke Universiteit Leuven
Pages 40
File Size 1.9 MB
File Type PDF
Total Downloads 9
Total Views 139

Summary

Examenvragen van WikiMedica gesorteerd in een mooi document. Vragen opgelost en steeds toegevoegd waarom iets juist of fout was. Bij radiologie zijn ook vaak afbeeldingen uit de cursus bijgevoegd. Ik heb symbooltjes gebruikt die misschien niet op elke computer zichtbaar zijn, vandaar dat het een PD...


Description

WIKIMEDICA MENSELIJK BEWEGINGSSTELSEL INHOUD Hoofdstuk 1: Het Orthopedisch Klinisch Onderzoek: Terminologie Hoofdstuk 2: Algemene Aandoeningen in de Orthopedie 2.1. Algemene aandoeningen met orthopedische impact 2.1.1. Inflammatoire aandoeningen 2.1.2. Osteoporose 2.1.3. Osteomalacie 2.1.4. Ziekte van paget 2.1.5. Neurofibromatosis 2.1.6. Maligne aandoeningen 2.2. Aandoeningen van de gewrichten ii. Extrinsieke factoren 2.2.1. Artrofibrosis 2.2.2. Ossificaties (pao) 2.2.3. CRPS i. Intrinsieke factoren osteonecrose kraakbeenletsels OCD geïsoleerd gegeneraliseerd 2.3. Doorbloedingsproblemen in de orthopedie 2.4. Orthopedische aanpak van neurologische letsels 2.5. Orthopedische behandelprincipes

Hoofdstuk 3: Infecties van het Botweefsel en de Gewrichten 3.1. Infecties van het botweefsel 3.1.1. Pyogene osteomyelitis hematogene osteomyelitis exogene osteomyelitis abces van brodie 3.1.2. Niet pyogene osteomyelitis addendum: cierny-mader classificatie 3.2. Infecties van gewrichten 3.2.1. Pyogene artritis 3.2.2. Tuberculosis van het locomotorisch stelsel 3.3. Geïnfecteerde artroplastiek 3.4. Spondylodiscitis 3.5. Ankylosis 3.6. Inflammatoire aandoeningen

Hoofdstuk 4: Aandoeningen van de Rug 4.1. Inleiding 4.2. Functionele anatomie 4.3. Triage 4.4. Presentatie 4.4.1. Acute lage rugpijn 4.4.2. Chronische lage rugpijn 4.5. Radiculopathie — ischias 4.6. Algemeen klinisch onderzoek van de rugpatiënt 4.7. Technische onderzoeken 4.8. Differentiële diagnose van enkele rode vlagen 4.9. Heelkunde bij rugproblemen 4.10. Coccygodynie

Hoofdstuk 5: de Aandoeningen van de Hals en de Schouder 5.1. Aandoeningen van de hals 5.1.1. Thoracic outlet syndroom

1 Inhoud

januari ’18

5.1.2. Cervicale artrose 5.1.3. Arteria vertebralis syndroom 5.2. Aandoeningen van het schoudergewricht 5.2.1. Instabiliteit 5.2.2. Rotatoren cuff aandoeningen 5.2.3. Omartrose 5.2.4. Frozen shoulder

Hoofdstuk 6: Aandoeningen van Elleboog, Pols, Hand en Vingers 6.1. Elleboog 6.1.1. Cubitus valgus en cubitus varus 6.1.2. Tendinosis rondom de elleboog 6.1.3. Traumatische artrofibrosis en myositis ossificans 6.1.4. Bursitis olecrani 6.1.5. Osteochondritis dissecans 6.1.6. Inklemming van de n. Ulnaris thv. de elleboog 6.1.7. Instabiliteit 6.1.8. Cubartrosis 6.2. Pols en hand 6.2.1. Aandoeningen van pezen, peescheden en palmaire fascia 6.2.2. Aandoeningen van spieren en zenuwen in de hand 6.2.3. Aandoeningen van beenderen en gewrichten van de hand 6.2.4. Infecties van de vingers en de hand

Hoofdstuk 7: Aandoeningen van de Heup 7.1. Bursitis rondom de heup 7.2. Snapping hip 7.3. Avasculaire necrosis van de heup bij volwassenen 7.4. Heupartrose of coxartrose

Hoofdstuk 8: Aandoeningen van de Knie 8.1. Meniscusletsels 8.1.1. Functie 8.1.2. Letsels van de mediale meniscus 8.1.3. Letsels van de laterale meniscus 8.2. Ligamentletsels 8.2.1. Letsels van het mcl 8.2.2. Letsels van het lcl 8.2.3. Voorste 8.2.4. Achterste 8.3. Aandoeningen van het patello-femoraal gewricht 8.3.1. Kraakbeenaantasting 8.3.2. Instabiliteit van de patella 8.4. Overbelastingsletsels 8.4.1. Paratenonitis-tendinose-peesruptuur (jumper's knee) 8.4.2. Iliotibiale band frictiesyndroom 8.5. Synoviale aandoeningen 8.5.1. Plica synovialis 8.5.2. Chondromatose 8.5.3. Gepigmenteerde villonodulaire synovitis 8.5.4. Prepatellaire bursitis (capucijnenknie) 8.5.5. Bakercyste 8.6. Kraakbeendestructie 8.6.1. Asafwijkingen 8.6.2. Artritis en artrose

Hoofdstuk 9: Aandoeningen van Voet en Enkel 9.1. Vormafwijkingen van de voet 9.1.1. Pes planus of platvoet 9.1.2. Pes cavus of holvoet 9.2. Pijn in de voorvoet 9.2.1. Metatarsalgie 9.2.2. Morton neurinoma 9.2.3. 'March fracture'

2 Inhoud

januari ’18

9.2.4. Sesamoïditis 9.3. Aandoeningen van de tenen 9.3.1. Afwijkingen van de hallux hallux valgus hallux rigidus 9.3.2. Afwijkingen van de andere tenen 9.3.3. Nagelafwijkingen 9.3.4. Inflammatoire aandoeningen 9.4. Aandoeningen van de voetzool 9.4.1. Callusvormingen 9.4.2. Verruca plantaris 9.4.3. Malum perforans pedis 9.5. Aandoeningen van de hiel 9.5.1. Ontsteking rond de aanhechting van de achillespees 9.5.2. Exostose van haglund 9.5.3. Hielspoor en bursitis onder het calcaneum 9.6. Aandoeningen van de enkel 9.6.1. Enkel instabiliteit 9.6.2. Tendinopathie 9.6.3. Tibiotalair impingement 9.6.4. Artrose

Hoofdstuk 10: Kinderorthopedie 10.1 aandoeningen van het onderste lidmaat 10.2 aandoeningen van de wervelkolom 10.3 aandoeningen van het bovenste lidmaat

Semiologie: Selectie van Anatomie Gebonden Klinische Testen Addendum: Courante Orthopedische Terminologie

EVENTUELE VRAGEN ‘17-‘18 4.5. Wat bevordert het risico op spinaal kanaal stenose NIET?     

Congenitaal nauw lumbaal kanaal Osteofytvorming op latere leeftijd. Verdikking vd ligg. flava Hypertrofische intervertebrale gewrichten Discushernia niveau L2-L5

✓ Jonge leeftijd (Soms vanaf 45 jaar maar meestal later, het is vooral aanwezig in de ouder wordende populatie)

3 Eventuele vragen ‘17-‘18

januari ’18

Examenvragen ‘16-‘17 RADIOLOGIE BRYS ☢ ‘17 Welke techniek is het minst goed voor het opsporen van calcificaties in de • • • •

Rx (Kalk heeft een hogere densiteit dan water) Echo Mr (Afwezigheid van signaal in kalk) Ct (Techniek bij uitstek ter evaluatie van verkalkte deel vh skelet)

Welke structuur is dit? •

Osteofyt (Driehoekig Δ of puntvormige botaanmaak aan de rand van een gewricht. Het is een reactie op mechanische overbelasting van het gewrichtscompartiment, als het ware een poging om het gewrichtsoppervlak te vergroten en op die manier de overdruk te spreiden. Typisch bij artrose.)

• • •

Spondylofyt Syndesmofyt Enthesofyt of fibrostose (spoorvormige botaanmaak in de insertiezone van een pees, in continuïteit met het bot. Enthesofyten zijn vaak asymptomatisch doch kunnen ook oorzaak zijn van lokale irritatie van de pees of de overliggende weke delen.)

Rx van een surnumeraire botkern. Welke structuur? • •

Hebben we in de les niet gezien os supranaviculare. Dus os tibiale externum (ligt in de buurt os naviculare: os naviculare accessorius)

Rx van femur met een uitsteeksel. Wat is dit? • •

Gesteelde exostose (Lijkt op een kapstok) Enchondroma (ontwikkelingsstoornis met migratie van kraakbeennesten vanuit de groeischijf)

• •

Osteochondroma (Brede basis dus niet gesteeld → ‘sessieel’) Boteiland (Osteoblastische metastase + spiculaire uitlopertjes. Karakteristiek voor een zogenaamd dens boteiland ~ enostoma)

Fdg-pet, scintigrafie en mr ivm sensiviteit bij botmetastasen • • • •

Fdg het laagste Mr het laagste Scintgrafie het laagste Allemaal gelijk

4 Radiologie brys ☢ ‘17

januari ’18

Labrum en gewrichtsvlakken van de heup , accuraat met mr. • • • •

Inaccuraat voor beide Accuraat voor beide Enkel accuraat voor labrum Enkel accuraat voor gewrichtsvlak heup

2 afbeeldingen: botten met erosies, welke is nog actief en welke gestopt?

Agressief, evolutief

Zeer onscherp begrensde erosies Uitgedoofd of traag evolutief

Sclerotisch dens boordje

Epifysiology heup: welke van de kanten.

Op welke MRI scan is geen meniscus scheur te zien? - 4x foto van een meniscus

5 Radiologie brys ☢ ‘17

januari ’18

Welk van de volgende serie opnames toont het typische beeld van spondylodiscitis? - 4 MRI reeksen

Allemaal spondylodiscitis

CT < MR

6 Radiologie brys ☢ ‘17

januari ’18

ILSE DEGREEF ‘17 Orthopedie

Vrouw heeft pijn aan haar heup: wanneer kunnen we spreken van ‘echte’ heuppijn? • • • •

Pijn in de lies (enkel deze is echte) Pijn onder de knie (hoewel er soms wel uitstraling is naar de knie) Pijn over laterale trochanter maior (trochanterische bursitis) Pijn posterieur op tuber ischiadicum (pijn op de zitknobbel kan wijzen op een bursitis over het os ischii: weverszitvlak)

Carpaal tunnel syndroom: welke zenuw is aangetast?

[Zie p.167 | 6.2.2. Aandoeningen van spieren en zenuwen in de hand]

N radialis (drophand met verlies van actieve extensie pols, mcpgewrichten vingers en duim; anesthesie dorsaal duim en index)

N medianus (verlies van duim oppositie; anesthesie duim, index en medius. Hoge letsels zijn vaak traumatisch. Distale letsels zijn heel frequent zoals bij cts) N ulnaris (klauwhand: flexie overwicht 4e & 5e vinger in het pip; hyperextensie in het mcp; atrofie van interossei, adductor pollicis; anesthesie 4 & 5.veroorzaakt door trauma → penetrerende wonde. Of inklemming elleboog ‘cubitaal tunnel syndroom’ of zeldzaam pols ‘kanaal van guyon’)

N axillaris

Man met rode zwelling op olecranon: wat heeft hij? • • •

Bursitis Osteochondritis dissecans (Bij patiënten tussen 12j-25j; Cubitaal tunnel syndroom (n. ulnaris prikkeling en intrinsiek spierkrachtverlies: 4e en 5e vinger)

Behandeling van springvinger: bij de ingreep: • • •

[Zie p.148 | 6.1.4. Bursitis olecrani]

[Zie p.162 | 6.2.1. Aandoeningen van pezen, peescheden en palmaire fascia]

Wegnemen van noduli van m. flexor digitorum superficialis Wegnemen van noduli van m. flexor digitorum profundus A1 pulley klieven (Longitudinaal insnijden van het proximale deel van de flexorpeesschede)



A2 pulley klieven (Noduli van Notta moeten niet door de A2, vaak aangetast door bergklimmen)

7 Ilse Degreef ‘17

januari ’18

Ziekte van Quervain: welke spieren zijn aangetast?

[Zie p.161 | 6.2.1. Aandoeningen van pezen, peescheden en palmaire fascia]

Abductor Pollicis Longus & Extensor Pollicis Brevis •

(Tendinopathie die gepaard gaat met triade: lokale druk, pijnlijke stretch (FINKELSTEIN) en pijnlijke isometrische contractie. De APL en de EPB zijn aangetast in de extensorenloge van vrouwen 30-50j) ➢ Pijn t.h.v. het eerste dorsale extensor compartiment.

APL

Abductor Pollicis Longus

EPB

Extensor Pollicis Brevis

APB

Abductor Pollicis Brevis

EPL

Extensor Pollicis Longus



ABL en EPL (Nee, de EPL-ruptuur kan na een polsfractuur voorkomen, oedeem zorgt voor occlusie van microvasculatuur en necrose met secundaire scheur van de pees. Eventueel peestransplantatie van de EIP)

• •

ABP en EPB (Nee, van de APB vind ik niet direct pathologie.) M Abductor Pollicis Longus en m. Extensor Pollicis Brevis



(Juist, APL en EPB zijn aangetast bij Quervain) APB en EPL (APB en EPL zijn het niet)

Letsel van de achterste kruisband: hierbij geldt… • • • •

Laterale instabiliteit van de knie (De symptomen bestaan veeleer uit posterieure pijn dan uit instabiliteit) Mediale instabiliteit van de knie Strektekort (blokkering) Overstrekking (Naar achter zakken van de tibia bij gebogen knie, hyperextensie, Lachman test naar posterieur en achterste schuiflade zijn

⦿

[Zie p.202 | 8.2.4. Achterste kruisbandscheuren]

positief.)

Voorste kruisband: ➢ ➢ ➢ ➢

Meestal ten gevolge van een inwendige rotatiemoment Het vaakst bij voetbal ⚽ gevolgd door skiën 🎿 Tieners scheur aan insertie met tibia-fragment afgerukt Volwassenen interstitieel of aan femorale insertie.

Wanneer grijpen we in bij voorste kruisband letsel? • • •

Altijd (Acuut geen chirurgische urgentie, patiënt kan initieel rustig behandeld worden met antiphlogistica, ijs, aspiratie, drukverband.) Blijvend doorzakkingsgevoel (Elke nieuwe ernstige subluxatie kan nieuwe geassocieerde letsels veroorzaken → doorzakken vermijden = doel behandeling. Bij sporters wordt ook ingegrepen.) Strektekort

8 Ilse Degreef ‘17

januari ’18

Tenniselleboog wordt het best behandeld door: [Zie p.141 | 6.1.2. Tendinosis rondom de elleboog - Epicondylitis lateralis] (Stoel opheffen in pronatie gaat niet, laterale epicondylus drukpijn, passieve stretch ook.) (95% herstel na 1 jaar tijd) => na afwachten, dan infiltraties, dan kine en dan operaties

• • • •

Infiltraties (Soms maar er zijn lange termijn effecten: SC vetnecrose en huid depigmentatie) Kine (Correctie van intrinsieke en extrinsieke risicofactoren en vooral bereiken van weefselherstel op lange termijn. Ultrasonotherapie of ESWT zijn gangbare behandelopties) Operatie (Zeer uitzonderlijk, losmaken van spieraanhechting en wegnemen van de tendinose haard)

Gips (NIET op zijn plaats)

Ziekte van kienbock is AVN van… • • •

[Zie p.171 | 6.2.3. Aandoeningen van beenderen en gewrichten van de hand]

Os lunatum (Zeker, ~ Lunatomalacie) Os hamatum (Vind ik precies niks van) Os scaphoideum (Nee, pseudartrosis wel SNAC 1-2-3. ; Necrose ziekte van Preiser.) Een letsel aan het scapholunair ligament (SLAC-wrist ~scapho-lunate advanced collaps) wordt gekenmerkt door

[Zie

p.175 | 6.2.3. Aandoeningen van beenderen en gewrichten van de hand]

 Terry Thomas Sign ☢ = scapholunaire diasthase o Spleetje, SL-diasthase omdat ligament gescheurd is.  Watson test o Volaire druk op os Scaphoideum bij pols ulnair → radiair deviëren. o Pijn en KLOENK.  Ring teken 💍 o Volaire kanteling scaphoid  DISI (Dorsale Intergecalleerde Segment Instabiliteit) o Hoek scaphoid – lunatum > 60° o Door dorsale tilt vh os lunatum en volaire tilt vh os scaphoideum.

Acute patella luxatie: het been zal zich bevinden in… • • • •

[Zie p.205 | 8.3.2. Instabiliteit van de patella]

Flexie van knie Extensie (Passieve extensie reduceert de luxatie) Exorotatie Endorotatie

Totale protheses • •

[Zie p.189 | 7.4. Heupartrose of coxartrose]

Femurstuk bestaat uit polyethyleen, acetabulum uit metaal Femurtuk bestaat uit metaal, acetabulum uit polyethyleen (De lage frictie tussen beide componenten laat een goede functie toe van 20-25j)

• •

Beiden uit polyethyleen Beiden uit metaal (Geeft metallose probleem)

9 Ilse Degreef ‘17

januari ’18

Wat is niet geassocieerd met metatarsalgie? •

[Zie p.218 | 9.2.1. Metatarsalgie]

Hielspoor (Exostose op de tractie-epiphysis vh lang plantair ligament, ossificatie vd fascia door chronische irritatie vd voetboog aan de hielbeen aanhechting.) • Schoenen met hak (Veroorzaken overdruk op de metatarsaalkoppen) • •

Marchfractuur (Stressfractuur dood schaft metatarsaal) Callusvorming aan onderkant voet (Typische eeltvorming op de voorvoet bij metatarsalgie tgv doorzakking vh voorste dwarse voetgewelf)

Mogelijke oorzaak van AVN in de heup? • • • •

[Zie p.183 | 7.3. Avasculaire necrosis van de heup bij volwassenen]

Overmatig sporten Alcoholisme Kleermakerszit (Andere oorzaken: niertransplantatie, lipiden metabolisme stoornis, stollingsstoornis, diabetes en jicht.) Behandeling onychogryphosis (Nagel groeit als een hoorn 📯)

• • • •

Afvijlen Verwijderen (Helpt niet, recidiveert) Versmallen Nagel voortdurend afvijlen of nagel met nagelbed volledig verwijderen

5-Jarig kindje met septische artritis van de heup: wat is juist?

[Zie p.79 | 3.2.1. Pyogene artritis] [Zie p.245 | 10.1 aandoeningen van het onderste lidmaat; Heup; 2. Artritis]



Veroorzaakt door S. Aureus (fout, < 3 maanden) ➢



Veroorzaakt door H. Influenzae of Streptococcen (fout, 3m – 2j) ➢



Behandelen met Oxacillines en Gentamicine

Behandelen met Cefuroxime

Veroorzaakt door S. Aureus, S. Pyogenes of Pneumococcen. (Juist, >2 jaar) ➢

Behandelen met Oxacillines



Glucose is gedaald in gewrichtsvocht (Glucose wordt door de bacteriën opgegeten en daarom minder in het bloed.)



Normale leukocytose sluit de diagnose uit (Fout, de leukocytose is frequent normaal.)



Voor hoog aantal leukocyten is positief voor septische artritis. (Het verhoogt de kans maar biedt geen zekerheid.)

Kocher criteria voor kind met pijnlijke heup: koorts meer dan 38.5 graden, sedimentatie meer dan 40, WBC verhoogd > 12000) septisch = bacterieel => gucosespiegel lager, leukocytose ook hoger, helderheid opaak

10 Ilse Degreef ‘17

januari ’18

Progressieve platvoet bij een volwassene: waaraan denk je? • •

M tibialis anterior ruptuur M tibialis posterior ruptuur (Scheur van de pees van de MTP zorgt voor secundaire misvorming met valgus van de achtervoet en abductie van de voorvoet. Er treedt geen stabilisatie en inversie van de achtervoet op, zeer moeilijk om op tenen te kunnen staan. De voet rolt naar mediaal.)

Wat is geen deel van de terrible triade van de elleboog?

Elleboog luxatie • • • •

Coronoid fractuur Elleboog luxatie Radiuskop fractuur Essex-lopresti fractuur (Geassocieerd met radiuskopfractuur, scheur in de membrana interossea)

Coronoid fractuur

Radius kop fractuur

Dynamische stabilisatoren bij de elleboog: • • • •

Ligamenten Gewrichtskapsel Spieren (De rest zijn statische elementen) Beenderige oppervlak

Wat hoort niet bij RC impingement zonder scheur? [Zie p.131 | 5.2.2. Rotator cuff aandoeningen] •

Painful arc (‘Subacromiaal impingement’, pijn tussen 70° en 120° bij schouderabductie door RC inklemming onder de anterolaterale tip van het acromion.)

• •

Hawkin’s test (Anteversie + endorotatie met elleboog in 90° = pijnlijk impingement) Neer test (RC tegen acromion door arm naar voor te brengen.)



Jobe test (Empty can: arm in abductie, endorotatie = duim naar beneden; weerstand tegen arm omlaag duwen, zo wordt de supraspinatuskracht getest.)

Bursitis calcarea wordt veroorzaakt door: [Zie p.130 | 5.2.2. Rotatoren cuff aandoeningen] • •

Ossificatie rc pees Calcificatie RC pees (Kalkafzetting kan impingement klachten veroorzaken, kan leiden tot zeer pijnlijke, vaak acute, subacromiale bursitis.)

11 Ilse Degreef ‘17

januari ’18

Gestoord thoracoscapulair ritme wijst op •

Frozen shoulder (↓ actieve & passieve glenohumerale beweeglijkheid => typisch gestoord scapulothoracaal ritme). Scapula exoroteert reeds mee in de beginfase van de abductie, de abductiebeweging wordt dus enkel scapulothoracaal uitgevoerd.)



Rc impingement (Nee geeft een painful arc) Behandeling multidirectionele schouderinstabiliteit



• •

Tonificatie => schoudergordel tonifiërende re-educatie => we zien hier ook het sulcus sign (gleuf onder het acromion bij neerwaartse tractie op de arm) is pathognomisch voor multidirectionele schouderinstabiliteit. Operatie volgens Bankart (behandeling anterieure schouderluxatie) Infiltraties

Bij scheur van m. supraspinatus, probleem met: [Zie p.129 | 5.2.2. Rotatoren cuff aandoeningen | en ook 'Jobe test' met 'empty can teken' deze test de supraspinatus abductiekracht]



Abductie (m. supraspinatus verantwoordelijk voor abductie, teres minor voor externe rotatie, infraspinatus voor externe rotatie, subscapularis voor interne rotatie)

• •

Endorotatie (Subscapularis: Belly press test of de Lift off test van Gerber die de lat dorsi uitschakeld.) Exorotatie (Infraspinatus, deze kan getest worden door 90° geplooide ellebogen, naar voor alsof je een tralies vast pakt ofzo, naar elkaar toe te duwen, patiënt moet dan weerstand bi...


Similar Free PDFs