Tentamen 2014, vragen PDF

Title Tentamen 2014, vragen
Course Biochemie
Institution Universiteit Gent
Pages 3
File Size 85.4 KB
File Type PDF
Total Downloads 39
Total Views 148

Summary

UGent 1ste bach Revaki deel metabolisme ...


Description

Acetyl-coA = adenine-ribose-fosfaat-panthoteenzuur-acetylgroep GLYCOLYSE 1)PFK – 1= welke zijn de sleutelenzymen? 4 keuzes, antwoord is :  Citraat, fructose-2,6bisfosfaat 2)Reactieschema van stap 5 tekening gegeven door wat gekatalyseerd ?  triosefosfaat isomerase 3)stap 6 (glyceraldehyde-3-fosfaat omgezet naar 1,3 bisfosfoglyceraat) de gibbs vrije energieverandering is nog maar negatief maar hier toch positief. Dit komt doordat glyceraldehyde-3fosfaat dehydrogenase gekoppeld wordt aan?  enzym van de volgende reactie al en dat is : fosfoglyceraat kinase 4) iets over 2,3bisfosfoglyceraat in bloedcellen bij hoge hoogte ma kweet niet meer de antwoorden:p MITOCHONDRIALE KOOLSTOFVERBRANDING 1) waarvoor dienen de cristae? 4keuze  ik dacht keuze met dat het oppervlakte vergroot wordt om zaken op te nemen maar kan ook iets anders geweest zijn van de keuzes:p 2) welke enzym uit de krebscyclus vindt niet plaats in de mitochondriale matrix?  succinaatdehydrogenase OXIDATIEVE FOSFORYLATIE 1) vraag over hoe electronen vloeien doorheen de electronentransportketen? Foute antwoord aanduiden  foute was dat ze in de richting van dalend redoxpotentiaal gaan (moet normaal in richting stijgend redoxpotentiaal gaan) 2) welk van de volgende is fout: - ubiquinone is vetoplosbaar en beweegt tusssen binnenste mitonchondriale membraan complexen 1 en 3 (is juist) - Q neem electronen een voor een aan, en via semiquinone anion intermediair worden ze omgezet naar QH2 (juist) - 1 van de 2 overige was fout:p 3) welk van de volgende uitspraken in fout? – door complex 1 gaan 4 protonen (juist) - door complex 2 gaan 2 protonen (fout want hier gaan enkel elektronen door en geen protonen) - door complex 3 gaan 4 protenen (juist) - door complex 4 gaan 2 protonen (juist) 4) cyanide inhibeert complex 4... wat is het effect op zuurstofverbruik en ATP synthese? Mitochondrien wordt geincubeert me succinaat (en dus nie me nadh): antw.: enkel complex 2 werkt.en aangezien da complex 2 geen protonen pompt, is er ook geen proton motive force voor atp-synthese, zuurstof wordt niet meer omgezet tot 2 H2O

GLYGOGEENMETABOLISME 1) iets over de inhibitie van PP1 en cAMP reactie daarop.. (bij ons p 91 ma das dus zo onderdeel van glucagon en insuline invloed) 2) welke stelling over glycogenosen is fout? – Von Gierke’s ziekte is autosomaal recessief (juist)

-

bij Von Gierke’s ziekte zijn de symptomen hyperlipedemie, hyperuricemie, hepatomegalie (juist) Von Gierke’s ziekte is een deficiëntie van glucose-6-fosfatase in de spieren (fout-> tis in de lever)

GLUCONEOGENESE 1) vul in wat juist is op de plaats van x : 2 pyruvaat + 2 NADH + 4ATP + X + 6 H20 + 2H -> glucose + 2NAD + 4ADP + X + 6pi keuzes uit: bicarbonaat en zo maar juiste antwoord is  2 GTP -> 2 GDP 2) gluconeogenese enzymen : welke vier verschillen van de glycolyse?  pyruvaat carboxylase, fosfoenol pyruvaat carboxykinase, fructose, 1,6, bisfosfatase en glucose6-fosfaat PENTSOSEFOSFAATWEG 1) iets van naar wat dat 3 moleculen glucose omzetten als volledig cyclus. AMINOZUURMETABOLISME 1) iets over carnithine shuttle 2) 2 N-atomen ureum zijn afkomstig van?  ammoniak en aspartaat 3) iets over essentieel maar aanduiden wat fout LIPIDEN 1) tekening bij ons op pagina 151, van de vetzuursynthase. Welke 2 enzymen ontbreken ? (waren uitgewist)  TE en KAS 2) nog wel wat vragen maar dan eerder welke uitspraak in fout/juist (vrij gedetailleerd)

Genetica Hoeveel replicatievorken kan een mens hebben tijdens een deling? 2 Welk is de belangrijkste covalente modificatie van histoneiwitten? deaminatie van lysine => positieve lading is weg, chromatine is losser en is zo meer toegankelijk voor polymerase. Wat kan niet binden in de A site van een ribosoom? water Waterstofbruggen Stikstofgroep van adenine is donor voor zuurstofgroep v. thymine Tussen G en C 3 H-bruggen, tussen A en T 2 H-bruggen

1. Eentje met het anticodon aangeven, welke dat het eerste stopte? 2. Eentje van de H-bruggen tussen A-T en G-C en welke dat het sterkste was? 3. Eentje van dat je de juiste DNA sequentie moest aangeven (waardat hij uitdrukkelijk vermelden of je het nu omgekeerd moest geven of net niet?) 4. Eentje was vraag ivm de plaats, positie van de P of N op (desoxy)ribose spontane modificatiies op pg 62 Welke enzym heb je het " minst" nodig voor genduplicatie...


Similar Free PDFs