Proef/oefen tentamen 2014, vragen en antwoorden PDF

Title Proef/oefen tentamen 2014, vragen en antwoorden
Course Biomedische Kader
Institution Karel de Grote Hogeschool
Pages 6
File Size 102.3 KB
File Type PDF
Total Views 143

Summary

Download Proef/oefen tentamen 2014, vragen en antwoorden PDF


Description

Biomedische oefenvragen deel 3: Mens met een beperking De wetenschappelijke geneeskunde beperkt ziekte tot een biologisch proces met psychische en maatschappelijke gevolgen en omvat daarin wat bekend en verifieerbaar is over lichaam en ziel, ziek en gezond. Het medisch model reduceert Broeder Ezel (naar Franciscus van Assisi synoniem voor het lichaam) tot een vergankelijk mechaniek met ingebouwde gebreken en biedt lap-, fop-, en geneesmiddelen, maar heeft weinig troost of heil voor het kleine onbehagen of de grote schaduw van de dood. Bron: A.J. Dunning. Dunning zegt hier dat de wetenschappelijke geneeskunde werkt volgens

1. 2. 3. 4.

een holistische basisvisie. een mechanicistische basisvisie. een organismische basisvisie. een personale visie

Antwoord 2 is juist.

Wat is in overeenstemming met de WHO-visie op handicaps?

1. 2. 3. 4.

Volgens de WHO hoeft een mens met een beperking niet gehandicapt te zijn. In de visie van de WHO is iemand die in een rolstoel zit per definitie gehandicapt. In de visie van de WHO is een handicap hetzelfde als een beperking. Als iemand een beperking heeft, wil dat volgens de WHO zeggen dat iemand zijn sociale rol niet kan

vervullen

Antwoord 1 is juist.

Een cochlear implant is een apparaatje dat geluidsimpulsen direct naar de hersenen stuurt. Zo kunnen sommige doven weer horen. Amerikaanse doven zien die ontwikkeling als niets minder dan een poging de dovencultuur uit te roeien! Erika Zeegers, directeur van het Dovenschap: 'Die discussie speelt in Nederland precies hetzelfde. De behandeling wordt aangedragen door de horende wereld. Doven hebben hier nooit om gevraagd. Als er net zo veel geld besteed zou worden aan het toegankelijk maken van de maatschappij voor doven, waren we beter af!' De Amerikaanse Dovenorganisatie ziet doofheid als

1. 2. 3. 4.

een handicap. een beperking. een cultuuraspect. een stoornis

Antwoord 3 is juist . Een parese is

1. 2. 3. 4.

een onvolledige verlamming met alleen verminderde spierkracht. een volledige verlamming van een deel van het lichaam. een halfzijdige verlamming. een verlamming van slechts een extremiteit

Antwoord 1 is juist.

Een hemiplegie is

1. 2.

een halfzijdige verlamming. een verlamming van slechts een extremiteit.

3. 4.

een volledige verlamming. een onvolledige verlamming met alleen verminderde spierkracht

Antwoord 1 is juist. Een tetraplegie is

1. 2. 3. 4.

een onvolledige verlamming met alleen verminderde spierkracht. een halfzijdige verlamming. een verlamming van alle extremiteiten. een verlamming van slechts een extremiteit

Antwoord 3 is juist.'Tetra' is het Griekse woord voor 'vier'. Het gaat hier om een verlamming van vier extremiteiten. Zie paragraaf 8.3 uit het boek.

Sterke prikkels vanuit de omgeving, maar ook spanning, kunnen het optreden van de Moro-reflex bevorderen, ook bij mensen zonder motorische beperking. Deze stelling is

1. 2. 3.

waar, omdat ook bij niet-motorisch gehandicapten oude reflexpatronen naar voren kunnen komen. onwaar, omdat de Moro-reflex alleen bij baby’s voorkomt. onwaar, omdat de Moro-reflex bij mensen met een motorische beperking anders verloopt dan bij mensen zonder een dergelijke beperking. 4. onwaar, omdat de Moro-reflex alleen bij mensen met een motorische beperking voorkomt

Antwoord 1 is juist. Door een hevige schrik kun je bijvoorbeeld alles uit je handen gooien! Voor de Moro-reflex, zie figuur 12.1 uit het boek.

Mevrouw Wijs vertelt dat haar man vorig jaar 'even weggeraakte' en daarna een scheve mond had. In de uren daarna had hij moeite om de juiste woorden te vinden. De volgende dag was hij weer 'de oude'. Wat is hier de MEEST WAARSCHIJNLIJKE oorzaak?

1. 2. 3. 4.

Een CVA. Een hartinfarct. Een TIA (transient ischaemic attack). Een epileptische aanval.

Antwoord 3 is juist. Een TIA (transient ischaemic attack) wil zeggen dat het van voorbijgaande aard is. Dat was bij meneer Wijs ook het geval. Zie paragraaf 8.3.1 uit het boek.

Een coördinatiestoornis is

1. 2. 3. 4.

een zintuigstoornis. een psychisch verschijnsel gepaard gaand met hyperactiviteit. het optreden van het tandradfenomeen, waardoor de bewegingen schokkerig worden. het niet op elkaar afgestemd zijn van de bewegingen

Antwoord 4 is juist.

Wim Waanders heeft een motorische beperking en maakt grove slaande bewegingen met zijn armen. Hij kan dit moeilijk tegenhouden. De bewegingen van Wim heten

1. 2. 3. 4.

tandradfenomeen. athetose. hemiballisme. tremor

Antwoord 3 is juist. Hemiballismen zijn grove slaande bewegingen. Zie paragraaf 8.3.2 uit het boek.

Hannes woont in een GVT. Hij werkt graag in de tuin, maar wordt belemmerd door het feit dat hij steeds dansachtige bewegingen maakt, waardoor hij zichzelf en anderen per ongeluk kan verwonden. Wat is de naam van deze dansachtige bewegingen?

1. 2. 3. 4.

Tandradfenomeen. Tremor. Athetose. Chorea

Antwoord 4 is juist. Mevrouw Groen loopt met grote passen. Ze heeft moeite met het op gang komen, omdat ze dan stijf is. Ze kwijlt veel en heeft weinig uitdrukking in haar gezicht. Men vermoedt dat ze de ziekte van Parkinson heeft, maar er is een symptoom dat daar absoluut niet bij past. Welk symptoom is dat?

1. 2. 3. 4.

Speekselvloed en afname van de psychomotoriek. Stijfheid, vooral bij het op gang komen. Het lopen met grote passen. Weinig uitdrukking in haar gezicht

Antwoord 3 is juist.

Ataxie is

1. 2. 3. 4.

het onvermogen om snel achter elkaar bepaalde bewegingen uit te voeren. onzekerheid van de willekeurige motoriek. hetzelfde als het tandradfenomeen. het doorslaan van een beweging

Antwoord 2 is juist.

Wat hoort bij verworven hersenletsel?

1. 2. 3. 4.

Een rustig karakter. Het treedt vaak op na een periode van coma. Slappe verlammingen. Er zijn geen gevoelsstoornissen

Antwoord 2 is juist.

Spina bifida occulta is een vorm van spina bifida waarbij

1. 2. 3.

sprake is van spasticiteit. men aan de buitenkant niets ziet van de afwijking. sprake is van een verstandelijke handicap.

4.

sprake is van klompvoeten

Antwoord 2 is juist.

Wat is een symptoom van de spierdystrofie van Duchenne?

1. 2. 3. 4.

Moeilijk bewegen van de armen. Gevoelsstoornissen. Spasticiteit. Dunne kuiten

Antwoord 3 is juist. Spierslapte hoort wel bij de spierdystrofie van Duchenne. Toch kunnen de spieren stevig aanvoelen, maar dat komt omdat het spierweefsel vervangen wordt door vet. Zie paragraaf 8.3.6 en figuur 8.8 uit het boek.

Wat wordt verstaan onder een chronische ziekte met remissies en recidieven?

1. 2. 3.

Een langdurige ziekte waarbij men langzaam achteruitgaat. Een langdurige ziekte waarbij men langzaam beter wordt. Een langdurige ziekte die gepaard gaat met perioden waarin de verschijnselen afwezig zijn en perioden van terugval. 4. Een ziekte met dodelijke afloop

Antwoord 3 is juist.

Frouke van Dijk lijdt aan multipele sclerose. Ze verveelt zich. Jij wilt haar activiteiten aanbieden. Welk advies is JUIST?

1. 2. 3. 4.

Rekening houden met steeds verergerende klachten. Veel bewegen. Flink laten inspannen. Let op dat ze geen brandwonden oploopt, omdat er vaak gevoelsstoornissen zijn

Antwoord 4 is juist.

Mevrouw Boterbloem spreekt moeilijk. Ze gebruikt steeds tussenzinnetjes als: 'Hoe heet dat ook al weer' en 'Het wil me even niet te binnen schieten'. Ze kan wel hardop lezen en ook naspreken kan ze goed. Hoe heet deze vorm van afasie?

1. 2. 3. 4.

Conductieafasie. Sensorische afasie. Amnestische afasie. Motorische afasie

Antwoord 3 is juist.

Meneer van Dam ontwaakt tot zijn schrik in een ziekenhuisbed. Waar ben ik, vraagt hij aan de verpleegster. Die lijkt hem niet te verstaan. Ze zegt: 'Parde de bek, rade'. Meneer van Dam raakt in paniek. Welke vorm van afasie heeft meneer van Dam?

1. 2. 3. 4.

Conductieafasie. Amnestische afasie. Motorische afasie. Sensorische afasie

Antwoord 4 is juist.

Dysartrie is

1. 2. 3. 4.

loopstoornissen. onzekerheid van de willekeurige motoriek van het spreken. hetzelfde als afasie. stotteren

Antwoord 2 is juist.

Empathie in de omgang met mensen met een motorische beperking betekent 1.

2. 3. 4.

medelijden. helpen. voorbeeld geven. meebeleven

Antwoord 4 is juist.

Een progressieve beperking is een beperking die

1. 2.

3. 4.

gepaard gaat met remissies en recidieven. in ernst afneemt. blijft zoals hij is. in ernst toeneemt

Antwoord 4 is juist.

Joris de Groot is 21 jaar. Op zijn 20e kreeg hij als gevolg van een verkeersongeluk een volledige dwarslaesie. Hij heeft een vriendin en vraagt zich nu af of hij seks kan hebben. Welke uitspraak hierover is JUIST?

1. 2.

3. 4.

Een erectie kan wel reflexmatig opgewekt worden. Iemand met een dwarslaesie kan geen kinderen krijgen. Een erotische prikkeling kan bij hem een erectie veroorzaken. Er is geen seks mogelijk bij een volledige dwarslaesie

Antwoord 1 is juist.

Wat is een kenmerk van geleidingsdoofheid?

1. 2.

3. 4.

Er is vaak sprake van volledige doofheid. Hoge tonen worden minder goed waargenomen. Het kan meestal verholpen worden door een gehoorapparaat. De oorzaak is gelegen in de auditieve hersenschors

Antwoord 3 is juist. Wat is een kenmerk van perceptiedoofheid?

1. 2. 3.

De oorzaak is gelegen in het binnenoor of de hersenen. Er is vaak sprake van onvolledige doofheid. Lage tonen worden minder goed waargenomen.

4.

Een gehoorapparaat kan helpen

Antwoord 1 is juist.

Iemand loopt met een blindengeleidehond een café binnen, gaat zitten, slaat een krant open en begint te lezen. Wat is hier de MEEST WAARSCHIJNLIJKE verklaring?

1. 2. 3. 4.

De persoon is een simulant. Er is sprake van een afwijking van het netvlies waarbij het centrale zien gespaard is. Er is sprake van een afwijking van het netvlies waarbij alleen het centrale zien is aangetast. De persoon is nachtblind

Antwoord 2 is juist.

Welke bewering over de behandeling van amblyopie (lui oog) is JUIST?

1. 2. 3. 4.

Behandeling moet plaatsvinden als het kind naar de basisschool gaat. Als de behandeling niet aanslaat, hoeft het amblyope oog niet operatief rechtgezet worden. Het wordt behandeld door regelmatig het amblyope oog af te plakken. Het moet snel behandeld worden in verband met het achteruitgaan van het gezichtsvermogen

Antwoord 4 is juist....


Similar Free PDFs