Verschillende soorten steekproeven PDF

Title Verschillende soorten steekproeven
Course Agogische Wetenschappen
Institution Anton de Kom Universiteit van Suriname
Pages 8
File Size 111.5 KB
File Type PDF
Total Downloads 54
Total Views 140

Summary

uitleg A selecte en selecte steekproeven...


Description

Verschillende soorten steekproeven Wanneer je een onderzoek uitvoert moet je ook regelmatig gebruik maken van steekproeven. Het is heel belangrijk om de juiste steekproef voor het onderzoek te gebruiken. Wanneer je de juiste steekproef gebruikt wordt de betrouwbaarheid van je onderzoek verhoogd. Aselecte steekproeven Bij een aselecte steekproef heeft iedereen evenveel kans om geïnterviewd te worden. De volgende steekproeven zijn aselect: 

Enkelvoudige steekproef



Systematische steekproef



Cluster steekproef



Getrapte steekproef



Gestratificeerde steekproef

Enkelvoudige steekproef Uit een data bestand wordt willekeurig een steekproef gehouden. De personen bij wie de steekproef wordt uitgevoerd zijn willekeurig getrokken bijvoorbeeld door de computer. Systematische steekproef Uit bijvoorbeeld een kaartenbak wordt elke keer de tiende kaart getrokken. Eerst de 10e, 20e 30e enzovoorts. De kaarten zijn willekeurig in de kaartenbak gezet. Clustersteekproef Bij een clustersteekproef ondervraag je een hele groep. Het gaat hier meestal al om bestaande groepen. Denk hierbij aan een klas of een team. Getrapte steekproef Bij een getrapte steekproef neem je uit een clustersteekproef weer een aselecte groep waarbij je weer een steekproef afneemt. Gestratificeerde steekproef Bij een gestratificeerde steekproef deel je de groep op in deelpopulaties. Denk hierbij aan een groep wijkbewoners die je weer verder opdeelt. Je kunt die groep bijvoorbeeld weer opdelen in alle vrouwen

uit de wijk. Selecte steekproef Een selecte steekproef is het aan de interviewer of er wel of niet een steekproef bij jou wordt afgenomen. De volgende steekproeven zijn select: 

Quotasteekproef



Zelfselectie



Doelgerichte steekproef



Praktisch bruikbare steekproef



Sneeuwbalsteekproef

Quotasteekproef Bij een quotasteekproef bepaal je een maximum aantal personen bij wie je de steekproef afneemt. Bijvoorbeeld 25 mannen en 25 vrouwen. Zelfselectie Bij een zelfselectie laat je de mensen zelf bepalen of ze mee doen aan een steekproef. Er wordt een advertentie neergezet waarin een aantal eisen staan waar je aan moet voldoen. Voldoe je aan die eisen kan je meedoen aan de steekproef. Doelgerichte steekproef Bij een doelgerichte steekproef zoek je mensen met bepaalde kenmerken. Je zoekt typische gevallen die je nodig hebt voor jouw steekproef. Bijvoorbeeld alleen maar mensen met een hartafwijking.

Praktisch bruikbare steekproef Bij een praktisch bruikbare steekproef vraag je aan willekeurige mensen of ze mee willen doen aan jouw steekproef. Sneeuwbalsteekproef De sneeuwbalsteekproef is een steekproef die steeds groter wordt doordat de respondenten de onderzoekers doorverwijzen naar andere respondenten. Dit doen zij bijvoorbeeld omdat de onderzoekspopulatie klein is, of moeilijk te vinden. Hierdoor 'rolt' het onderzoek van een kleine sneeuwbal naar een steeds grotere.

2.3 Aselecte steekproeven - Onderzoeksmanual Bij aselecte steekproeven worden vanuit dezelfde verdeling (ook wel populatie genoemd) een aantal onafhankelijke trekkingen gedaan. Dit wordt ook kanssteekproef of willekeurige selectie genoemd. Enkelvoudige aselecte steekproef Voor het nemen van een enkelvoudige aselecte steekproef zijn een aantal methoden te gebruiken, zoals de loterijmethode, tabel met willekeurige getallen en de range. De loterijmethode kan bijvoorbeeld toegepast worden door namen op een aantal briefjes te schrijven en er een aantal uit te kiezen. Bij een tabel met willekeurige getallen krijgt iedere persoon een nummer uit de tabel en blind wijs je een getal aan waarna je vanaf dat getal begint met het selecteren van je steekproef. Bij de range methode genereert een computer een reeks getallen waarbij je het laagste en hoogste getal aangeeft. Degene die uit deze range naar voren komen vormen de steekproef. Systematische steekproef met aselect begin Je kiest hierbij een getal (bijvoorbeeld 20) en dan ga je in stappen van 100 (of een ander getal) door een lijst. Dus de 20ste persoon, 120ste, 220ste persoon etc. behoren tot je steekproef. Clustersteekproef Bij een clustersteekproef wordt de populatie opgedeeld in clusters, enkele van deze clusters worden aselect geselecteerd en iedereen uit deze clusters wordt geselecteerd. Gestratificeerde steekproef Bij een gestratificeerde steekproef wordt een populatie in een aantal elkaar niet overlappende klassen ingedeeld. Bij deze indeling wordt de populatie ingedeeld op een aantal kenmerken die karakteristiek is voor een groep. Op deze manier is de groep dus homogeen. Vanuit deze klassen wordt vervolgens op aselecte wijze een steekproef getrokken. Toevallige steekproef Bij een toevallige steekproef selecteer je een plek waar veel mensen aanwezig zijn en deze neem je dan als onderzoeksgroep. Dit kan bijvoorbeeld op een zaterdag in een drukbezocht winkelgebied. Op dat moment zijn er veel mensen aanwezig en kan je voorbijgangers als onderzoeksgroep nemen. Quota steekproef Bij een quota steekproef deel je de populatie op in deelpopulaties die je vooraf selecteert op kenmerken. Bijvoorbeeld een populatie wordt verder ingedeeld op aantal mannen en vrouwen die onderzocht moeten worden. Deze groepen zouden daarna nog opgedeeld kunnen worden in leeftijdsklassen of op andere kenmerken. Doelgerichte steekproef

Hierbij wordt een groep uit de populatie vooraf geselecteerd op bepaalde kenmerken die als karakteristiek worden beschouwd voor de hele groep. Sneeuwbalsteekproef Soms is er vooraf geen steekproefkader beschikbaar en moet je de sneeuwbalsteekproef gebruiken. Hierbij maak je gebruik van je netwerk en probeer je op deze wijze aan respondenten voor je onderzoek te komen. Je vraagt dus in feite of mensen in je omgeving kennissen hebben die voldoen aan de kenmerken voor de groep. Steekproefmethode: Steekproef nemen doe je zo door Eke Poortinga Moet je een steekproef nemen voor je scriptieonderzoek? Wil je weten welke steekproefmethode je daarvoor nodig hebt? De specialisten van Studiemeesters vertellen alles wat je moet weten om een goede steekproef te nemen. Eerst wordt uitgelegd wat selecte en aselecte steekproeven zijn. Daarna zetten we alle steekproefmethoden op een rij. Na het lezen van dit stuk besluit je welke steekproefmethode het beste past bij jouw onderzoek. Wat is het verschil tussen aselecte en selecte steekproefmethoden? Er zijn twee soorten steekproefmethoden: aselect en select. Bij de aselecte steekproefmethode geldt dat alle leden van de te onderzoeken populatie een even grote kans hebben om in de steekproef terecht te komen. Dat vereist dat alle leden van de populatie bekend en te bereiken zijn. Denk bijvoorbeeld aan klanten van een webshop of leden van een sportschool. Wanneer je een klantenbestand met alle emailadressen hebt, kun je een aselecte steekproefmethode gebruiken. Als daarentegen niet alle leden van de onderzoekspopulatie bekend en bereikbaar zijn, gebruik je selecte steekproefmethoden. Hierbij hebben niet alle leden van de populatie een even grote kans om in de steekproef te belanden; die kans is afhankelijk van de keuze van de onderzoeker. Denk bijvoorbeeld aan klanten van een supermarkt: je weet niet precies wie er allemaal komen en hebt geen lijst met namen. Je zult een selecte steekproefmethode moeten gebruiken. Heb jij een aselecte steekproefmethode nodig? Lees dan welke aselecte steekproefmethoden er zijn en maak een keuze. Heb jij een selecte steekproefmethode nodig? Lees dan welke selecte steekproefmethoden er zijn en maak een keuze. 1. Aselecte steekproefmethoden 1.1 Gewone enkelvoudige aselecte steekproef Bij een enkelvoudige aselecte steekproef heb je de beschikking over een bestand met alle personen uit de populatie (onderzoekseenheden). Met behulp van een formule of een online ‘sample size calculator’ bereken je de steekproefgrootte die je nodig hebt om je onderzoek voor 95% betrouwbaar te laten zijn. Vervolgens bedenk je een manier om het benodigde aantal mensen volledig willekeurig (at random) uit het bestand te selecteren, bijvoorbeeld door de lijst te nummeren en vervolgens met behulp van een

’random number generator’ 200 nummers te selecteren en de corresponderende personen uit het bestand uit te nodigen voor deelname aan het onderzoek (Baarda & De Goede, 2009; Van der Pligt & Blankers, 2013). Vaak worden respondenten uitgenodigd met behulp van een link naar een online vragenlijst in ThesisTools, SurveyMonkey of Qualtrics. 1.2 Systematische enkelvoudige aselecte steekproef Bij deze methode voor het trekken van een steekproef zet je alle mensen uit de populatie op een rij in een bestand. Je deelt de populatiegrootte door de steekproefgrootte (N / n = k) en selecteert bijvoorbeeld elke ke persoon. Als de populatie 1000 mensen telt, en je wilt een steekproef van 100, dan selecteer je dus elke tiende persoon uit het bestand. Bij deze steekproefmethode is het van belang dat de volgorde waarin de mensen in de lijst staan, volstrekt willekeurig is. Je kunt dit idee van systematisch random selecteren ook op straat gebruiken: je spreekt dan bijvoorbeeld elke tiende passant aan (Baarda & De Goede, 2009; Van der Pligt & Blankers, 2013). 1.3 Gestratificeerde steekproef Stratificatie zorgt voor een goed beeld van de verschillende groepen (deelpopulaties, oftewel strata) binnen je steekproef. Als je binnen je onderzoek verschillende groepen wilt vergelijken, wil je voorkomen dat de groepen heel ongelijk verdeeld zijn in je steekproef. Denk bijvoorbeeld aan een heel ongelijk aantal mannen en vrouwen in een onderzoek. Door een gestratificeerde steekproef te trekken, zorg je ervoor dat elke groep voldoende voorkomt in je steekproef. Stel dat een bepaalde ‘concept store’ in Amsterdam zowel dagjesmensen als buurtbewoners en buitenlandse toeristen bedient. Dan kun je ervoor kiezen om je steekproef van 300 klanten te laten bestaan uit 100 dagjesmensen, 100 buurtbewoners en 100 toeristen (Baarda & De Goede, 2009; Van der Pligt & Blankers, 2013). 1.4 Clustersteekproef Bij een clustersteekproef gaat het niet om individuen die random geselecteerd worden, maar om hele groepen personen. Denk aan hele schoolklassen die deelnemen aan een landelijk onderzoek naar snoepgewoonten van kinderen. De reden om deze steekproeftrekkingsmethode toe te passen is vaak praktisch: het is in het onderwijs ondoenlijk om op verschillende scholen uit diverse klassen enkele leerlingen een vragenlijst in te laten vullen. Het is veel praktischer om klassenleraren een pakket enquêtes voor een hele klas toe te zenden (Van der Pligt & Blankers, 2013). 1.5 Meertrapssteekproef Soms kun je niet in één stap eenheden uit een populatie selecteren, maar doe je dit in meerdere stappen (trappen). Je selecteert dan bijvoorbeeld aselect een x-aantal gemeenten en selecteert binnen die gemeenten weer een x-aantal bedrijven en daarbinnen weer aselect een x-aantal medewerkers (Baarda & De Goede, 2009). 2. Selecte steekproefmethoden 2.1 Gelegenheidssteekproef oftewel toevallige steekproef Deze methode pas je bijvoorbeeld toe als je op straat alle passanten aanspreekt of een enquête uitdeelt aan alle studenten in een collegezaal. Je selectie van respondenten is niet random (willekeurig), want iedereen in je steekproef heeft iets gemeenschappelijks: ze waren binnen een bepaald tijdsbestek op

dezelfde plek. Niet-random selecteren kan nadelig zijn voor de representativiteit (de mate waarin je steekproef een goede afspiegeling vormt van je populatie). Als je enquêteert in een collegezaal, dan bestaat je steekproef uit ‘studenten die naar college gaan’. Stel dat je onderzoek gaat over studievoortgang: dan kan het kwalijk zijn dat studenten die niet naar college gaan, ontbreken in je steekproef, want dat zou de resultaten van je onderzoek kunnen vertekenen. Varieer, om de kans op vertekening te verkleinen, het tijdstip, de dag en de plek waarop je enquêteert (Van der Pligt & Blankers, 2013; Baarda & De Goede, 2009). 2.2 Intuïtieve steekproef en steekproef gebaseerd op ervaring Deze twee steekproefmethoden zijn nauw verwant. Bij een intuïtieve steekproef selecteert de onderzoeker deelnemers op basis van zijn intuïtie: de onderzoeker schat zelf in of de persoon of groep representatief is. Bij een steekproef op basis van ervaring worden mensen of groepen geselecteerd op basis van bestaande informatie, bijvoorbeeld wanneer op grond van ervaring bekend is dat de resultaten van een specifieke groep zeer representatief zijn voor de populatie en deze groep jaarlijks wordt geënquêteerd bij een opiniepeiling (Van der Pligt & Blankers, 2013). 2.3 Quotasteekproef Deze methode lijkt op de gestratificeerde steekproef. Er wordt gewerkt met groepen (strata) binnen de steekproef die een bepaalde grootte (quotum) moeten hebben. Het verschil met de gestratificeerde steekproef is dat de strata niet aselect, maar select worden gevuld: elk stratum wordt tot aan het quotum gevuld met behulp van toevallige steekproeftrekking (Baarda & De Goede, 2009). 2.4 Doelgerichte steekproef Hierbij worden doelgericht bepaalde subgroepen uit de populatie opgenomen in de steekproef, bijvoorbeeld om typische of extreme gevallen te onderzoeken, grote variatie te creëren, of juist zeer homogene groepen samen te stellen (Baarda & De Goede, 2009; Van der Pligt & Blankers, 2013). 2.5 Sneeuwbalsteekproef Bij deze methode rolt het onderzoek als een sneeuwbal door de populatie en wordt de steekproef steeds groter. De onderzoeker begint met een relatief kleine groep deelnemers (respondenten). Na het invullen van de enquête vraagt de onderzoeker of de respondent nog leden uit de populatie kent die ook mee kunnen doen aan het onderzoek. Kwalitatief en kwantitatief onderzoek: het verschil door Eke Poortinga Er zijn veel verschillende onderzoeksmethoden, van interviews en enquêtes tot observaties en casestudies. Al die verschillende onderzoeksmethoden kun je onderverdelen in twee typen: kwalitatieve en kwantitatieve methoden. De scriptiespecialisten van Studiemeesters leggen uit wat het verschil is tussen kwalitatief en kwantitatief onderzoek. Verschil 1. Getallen vs. woorden

Een belangrijk onderscheid tussen kwalitatief en kwantitatief onderzoek is dat er bij kwantitatief onderzoek ‘gemeten’ wordt en bij kwalitatief onderzoek niet. Meten houdt in dat er een getal wordt toegekend aan een object of een gebeurtenis, waardoor het vergeleken kan worden met andere objecten en gebeurtenissen. Bij kwantitatief onderzoek gaat het om het verzamelen van een grote hoeveelheid numerieke data (getallen). Denk aan enquêtes met meerkeuzevragen of vragen naar hoeveelheden of tijdsduur. In een wetenschappelijke context betekent het woord ‘kwantificatie’ dan ook ‘de handeling van het meten en tellen’. In kwantitatief onderzoek ligt zowel bij het verzamelen als bij de analyse de nadruk op kwantificatie van data. Bij kwalitatief onderzoek is dat niet het geval. De nadruk ligt daar niet op meten en op het verzamelen van getallen, maar op woorden. Het is subjectiever en interpretatiever. Verschil 2. Deductie vs. inductie In kwantitatief onderzoek wordt vaak gebruikgemaakt van een deductieve benadering in de relatie tussen theorie en onderzoek; er worden theorieën getest in het onderzoek. Kwalitatief onderzoek is vaker inductief; er worden theorieën gegenereerd met het onderzoek. Verschil 3. Visie op de sociale werkelijkheid Binnen sociaal onderzoek valt op dat bij kwantitatief onderzoek de sociale werkelijkheid wordt gezien als een externe, objectieve realiteit, terwijl die in kwalitatief onderzoek wordt gezien als iets wat door een individu gecreëerd wordt en dus subjectiever en veranderlijker is. Voorbeelden van kwalitatieve en kwantitieve onderzoeksmethoden Kwantitatief

Kwalitatief

Enquêtes

Diepte-interview

Experimenteel onderzoek

(Participerende) observatie

Monitoring

Focusgroep

Gestructureerde interviews

Casestudies

Mixed Methods

Als binnen één onderzoek zowel kwantitatieve als kwalitatieve onderzoeksmethoden gebruikt worden, dan noemen we dat ‘mixed method’-onderzoek. Je houdt dan bijvoorbeeld eerst interviews om tot diepere inzichten te komen en toetst vervolgens met behulp van enquêtes in hoeverre de uitspraken gelden voor de onderzoekspopulatie....


Similar Free PDFs