Schema soorten steekproeven PDF

Title Schema soorten steekproeven
Course Registreren en Rapporteren
Institution Odisee hogeschool
Pages 4
File Size 82.8 KB
File Type PDF
Total Downloads 93
Total Views 120

Summary

Download Schema soorten steekproeven PDF


Description

2 KENMERKEN - Aard vd steekproeftrekking: samenstelling, representativiteit = type steekproeftrekking 1. Aselecte steekproef (toevals- of probabilistische steekproef) a. Elk individu uit de doelpopulatie heft een vooraf gekende, berekende kans om in de steekproef terecht te komen b. Er wordt vooraf een lijst opgesteld volgens een bepaalde systematiek al dan niet gebaseerd op 1 of meerdere kenmerken c. Op basis vd data ve aselecte steekproef kunnen conclusies getrokken worden over de kenmerken vd populatie, dit in tegenstelling tot een selecte steekproef d. Een aselecte steekproef laat ook toe de foutenmarge te berekenen voor het bekomen resultaat e. Dit type steekproef is duur en complex! Maar laat wel toe betrouwbaarheidsintervallen en kansen te berekenen f. 3 soorten aselecte steekproeven: i. Enkelvoudige aselecte steekproef: 1. Elk lid vd populatie heeft evenveel kans om gekozen te worden 2. Bij een populatiegrootte = N is de kans 1/N voor elk lid vd populatie  Cf. Loterij: iedereen uit de populatie heeft 1 lot. 3. Voordeel: de meest geschikte methode om resultaten te extrapoleren naar ganse populatie 4. Nadeel: Duur, Tijdrovend, Populatie moet volledig gekend zijn: elk lid vd populatie moet op voorhand kunnen geïdentificeerd worden, Probleem met non-respons 5. Toepassingen: enquêtes op basis ve klantenbestand, werknemersenquêtes, consumentenpanel of ledenlijst ii. Systematische steekproef met aselect begin: 1. Stel dat je uit een bestand met 10000 adressen (N) een steekproef van 100 adressen (n) moet trekken a. Een eenvoudige berekening (10000/100 of N/n) leert ons dat er om de 10 adressen 1 adres dient getrokken te worden om aan 100 te geraken b. Kies een random getal lager dan 10 (vb.: 3) en selecteer vervolgens adressen met intervallen van 10 c. De selectiereeks ziet er dus als volgt uit: 3, 13, 23, … 2. De eerste waarde is random gekozen, waardoor vermoedelijk voldoende willekeur in de steekproef zit om elk lid vd populatie en bekend en gelijke kans te geven gekozen te worden 3. Voordelen: a. Sneller en goedkoper dan gewone aselecte steekproef b. Extrapolatie blijft mogelijk

4. Nadelen: a. Populatie moet volledig gekend zijn b. Risico op (verborgen) ordening vd lijsten c. Probleem met non-respons 5. Toepassingen: enquêtes op basis ve klantenbestand, werknemersenquêtes, consumentenpanel of ledenlijst iii. Gestratificeerde steekproef 1. De mensen uit de populatie die je wenst te bestuderen verschillen op een aantal belangrijke kenmerken (inkomen,…) 2. De populatie wordt ingedeeld in verschillende niet-overlappende klassen of strata a. De strata (subpopulaties) zijn intern homogeen, maar onderling verschillend b. Uit elke strata wordt op aselecte wijze een steekproef getrokken 3. Voordeel: men kan de verschillende strata met elkaar vergelijken 4. Nadeel: complexe (en dure) opzet 5. 2 soorten: a. Proportioneel gestratificeerde steekproef i. Proportionele samenstelling vd steekproef volgens 1 of meerdere variabelen waarbij de proporties dezelfde zijn als deze binnen de populatie. M.a.w.: het aandeel vd subpopulaties in de steekproef komt overeen met het aandeel vd subpopulaties in de totale populatie ii. Binnen elke ‘stratus’ willekeurige trekking van individuen: minder interne variabiliteit, minder extreme waarden iii. Voordeel: probabiliteit dat gemiddelde steekproef overeenkomt met gemiddelde populatie is groter iv. Nadeel: complex, duur, tijdrovend b. Niet-proportioneel gestratificeerde steekproef i. Wanneer sommige subpopulaties klein zijn, maar men wil toch een beter zicht krijgen op de eigenschappen van deze kleine subpopulaties, omdat 1. De strata een verschillend strategisch belang hebben 2. De kosten per stratum verschillen ii. Afhankelijk hiervan kan de proportie per stratum worden aangepast iii. Voordeel: representativiteit, onderlinge vergelijkingen mogelijk iv. Nadeel: variabiliteit niet altijd gekend, complex, duur en tijdrovend

v. Toepassingen: vb.: socio-demografische of culturele verschillen binnen bedrijven 2. Selecte steekproef a. Nadelen: i. De kans dat elk lid vd populatie heeft om in de steekproef terecht te komen is niet gekend ii. De samenstelling vd steekproef berust op een subjectief criterium iii. Er zijn geen statistische berekeningen mogelijk, geen kansberekeningen of betrouwbaarheidsintervallen  Gevolg: de resultaten gelden enkel voor de onderzochte groep, en kunnen niet zomaar geëxtrapoleerd worden b. Voordelen: i. Goedkoper ii. Gemakkelijker om mensen te betrekken iii. Geschikt voor universele trekeigenschappen iv. Geschikt voor verkennende studies, tendensen en attitudes c. 4 soorten: i. Occasionele of gemakkelijkheidssteekproef 1. Selectie van steekproef gebeurt op basis van gemak en beschikbaarheid 2. Uitkiezen van toevallige voorbijgangers op algemene of meer specifieke plaatsen of gelegenheden 3. Voordeel: praktisch, snel, goedkoop, eenvoudig 4. Nadeel: representativiteit en selectiefouten, oppervlakkig beeld vd realiteit 5. Toepassingen: verkennend onderzoek in de ontwerpfase ve enquête, formulering doelstellingen ve enquête ii. Beoordelingssteekproef 1. Ondervragen van vooraf uitgekozen personen om hun kennis over het onderwerp op mening voor een bepaalde groep a. Vb.: in winkelstraat enkel mensen selecteren die een bepaald product kopen 2. Via diepte-interview of focusgroepen verder bevragen 3. Voordeel: praktisch, snel, goedkoop en eenvoudig 4. Nadeel: representativiteit, subjectief, sterk afhankelijk van expertise onderzoeker 5. Toepassingen: selectie van deelnemers voor een kwalitatief onderzoek (diepte-interviews, focusgroepen) iii. Snowball steekproef 1. Moeilijk bereikbare doelgroepen vb.: drugsverslaafden, armoederisicovolle groepen, LGB’s, ritalin-gebruikers,… 2. Voordeel: opsporen van moeilijk traceerbare respondenten 3. Nadeel: geen representatieve weerspiegeling vd populatie, niet extrapoleren

iv. Quotasteekproef 1. De populatie wordt in subgroepen verdeeld op basis van kenmerken (cf. gestratificeerde steekproef) 2. Per subgroep wordt een quotum voor het vereiste aantal respondenten opgesteld 3. Maar: de selecte vd leden uit de subgroep geschiedt op basis van beschikbaarheid of andere beoordelingscriteria a. Vb.: populatie bestaat uit 50% mannen en 50% vrouwen: de enquêteur bevraagt de eerste 50 mannen en de eerste 50 vrouwen die hij/zij tegenkomst 4. Voordeel: elke subgroep komt aan bod 5. Nadeel: schijn van representativiteit - Omvang vd steekproef: nauwkeurigheid, betrouwbaarheid 1. Steekproeffout a. Het verschil tussen de steekproefuitkomst en de werkelijke populatiewaarde vanwege het feit dat er een steekproef is getrokken i. Vb.: als je 2 steekproeven trekt zal je wellicht 2 verschillende gemiddelden krijgen b. Naarmate n groter is benadert het gemiddelde vd steekproef dit vd populatie en is de fout kleiner i. Vb.: muntstuk 2 keer, 5 keer of 100 keer omhoog gooien c. Naarmate de steekproef groter wordt, wordt de betrouwbaarheid groter...


Similar Free PDFs