Begrippen wiskunde PDF

Preview

Summary

Download Begrippen wiskunde PDF

Description

WISKUNDE: INHOUD

H4: Meten en Metend rekenen 4.1: Basisbegrippen Meten Metend rekenen Grootheden Maatgetal Een maateenheid Kwalitatieve eigenschappen Verhoudingsmeting

Intervalmeting

Meetinstrument Een referentiemaat

Een handeling waarbij je de grootte van een eigenschap van iets aangeeft met een getal Meetresultaten gaan gebruiken en interpreteren Eigenschappen die je kunt meten vb. lengte, oppervlakte, inhoud,… Het resultaat van een meting in cijfers vb. 1,40 Het resultaat van een meting in letters, komt na het maatgetal vb. cm, g Eigenschappen die je niet of moeilijk kunt meten vb. kleur, mooi, lekker Je vergelijkt de lengte van iets dat je zeker weet met de lengte die je zoekt. Je kijkt hoeveel keer de lengte die je zeker weet past in de lengte die je zoekt. Vb. lengtemeting Je berekent het verschil tussen twee eigenschappen die je kent, zo verkrijg je de gezochte eigenschap vb. temperatuurmeting Gebruik je om te meten vb. weegschaal, lintmeter, hartslagmeter Een voorstelling van een bepaalde maat, waar schatting op gebaseerd zijn

4.2: Grootheden en eenheden Grootheden Eenheden Lengtematen Landmaten Volumematen

Inhoudsmaten CC

Eigenschappen die we willen meten Gebruiken we om grootheden ergens in uit te drukken Zijn tiendelige maten Zijn oppervlaktematen Zijn duizenddelige maten die aangeven hoeveel plaats een lichaam inneemt in de ruimte Geven aan hoeveel inhoud een ruimtefiguur bevat = Cubic Centimeter; een inhoudsmaat die men meestal gebruikt om de inhoud van

WISKUNDE: INHOUD

Tijdsduur Tijdstip De kleine wijze De grote wijzer Graden Centrummaten

Het gemiddelde

motoren weer te geven Onderzoek je hoelang iets duurt Is geen grootheid en kunnen niet gemeten worden vb. kloklezen Geeft men weer op een schaal van 1 op 12 en gaat twee keer per dag helemaal rond Geeft de minuten weer, is een zestigdelige schaal. De eenheid van hoekgrootte Symbool = ° Maten waarmee je een heleboel gegevens in 1 centraal getal kunt samenvatten vb. het gemiddelde en de mediaan Ligt altijd tussen de laagste en de hoogste waarden

1 minuut = 60 seconden 1 uur = 60 minuten 24 uur = 1 etmaal 1 trimester = 1 kwartaal = 3 maanden 1 semester = 6 maanden 1 jaar = 12 maanden = 52 weken = 365 dagen 1 eeuw = 100 jaar somdelen Gemiddelde ¿ aantal delen

4.3: Formules De omtrek Niet-wezenlijke aspecten Oppervlak Oppervlakte Wezenlijke aspecten Congruent

4.4: Samengestelde grootheden

De lengte van de lijn waardoor de figuur begrens is Aspecten die niet bepalend zijn voor de omtrek of oppervlakte Iets waar je op kunt staan, waar je over kunt wrijven, iets op kunt leggen,… Geeft aan hoe groot het oppervlak is, kun je meten. Aspecten die bepalend zijn voor de oppervlakte Twee figuren die identiek aan elkaar zijn wat betreft vorm en oppervlakte

WISKUNDE: INHOUD

Schaal

Een breukschaal Een lijnschaal Snelheid

De dichtheid Debiet Bevolkingsdichtheid

schaal=

Drukt de verhouding ui tussen afstanden op een afbeelding en afstanden in de werkelijkheid Wordt de schaal voorgesteld aan de hand van een breuk Wordt de schaal visueel voorgesteld door een lijnstuk Een samengestelde maateenheid die de verhouding tussen de afgelegde afstand per tijdseenheid uitdrukt De verhouding van de massa ten opzichte van het volume van die stof Drukt een verhouding uit tussen de grootheden inhoud en tijd Een samengestelde maateenheid die de verhouding weergeeft tussen het aantal inwoners en de oppervlakte van een bepaald gebied

getekende afstand werkelijke afstand

Gewicht = dichtheid x volume

dichtheid=

debiet =

gewicht volume

inhoud tijd

4.5: Toepassingen Nettogewicht Tarragewicht Brutogewicht

Brutogewicht = nettogewicht + tarragewicht Nettogewicht = brutogewicht – tarragewicht Tarragewicht = brutogewicht – nettogewicht

Het gewicht van de suiker of het gewicht van de lading van een vrachtwagen Het gewicht van de doos/verpakking of het gewicht van de vrachtwagen zelf Het gewicht van de doos met de suiker erin of het gewicht van de vrachtwagen met zijn lading...