College A4 Moderne filosofie De Verlichting PDF

Title College A4 Moderne filosofie De Verlichting
Course De grote stromingen uit de wijsbegeerte
Institution Vrije Universiteit Brussel
Pages 3
File Size 134.8 KB
File Type PDF
Total Downloads 58
Total Views 126

Summary

Aantekeningen/samenvatting van college A4 van De grote stromingen uit de wijsbegeerte aan de VUB, gedoceerd door Emiliano Acosta. Behaalde score: 16/20...


Description

Checklist college A4: Moderne filosofie: De Verlichting

(1) Het probleem van de vraag “wat is Verlichting?” - “Wat is X”  ontkenning complexiteit / Veronderstelling homogene corpus - Dé Verlichting bestaat niet  minimum 2 stromingen  Radicale: Idee van Verlichting OVERAL toepassen, ALLES in vraag stellen  conservatieve: Alleen toepassen op bepaalde dingen

(2) De AGON van de Verlichting - Conservatieve Verlichtingsfilosofen Radicale Verlichtingsfilosofen - Versus 3de partij: Anti-Verlichtingsfilosofen (contrarevolutionaire beweging) - Conservatieve:  Moreel, politiek, religieus beperkte realisatie  Transcendentie-verticaliteit: We kunnen bepaalde grens van denken niet overschrijden/kennisvermogen God bereiken  God staat buiten het denken  Kerk, Bijbel, … nodig - Radicale  Realisering Verlichtingsidealen op alle gebieden van het leven  Immanentie-horizontaliteit: met de voeten op grond blijven  Ook met betrekking tot God

(3) De pijlers van de Verlichting - Vrijheid - Gelijkheid - Broederschap  Nauw verbonden met de Franse Revolutie

(4) Heeft de Verlichting een bepaalde ideologie? - Politieke revolutie is een modern concept, met definitieve radicale veranderingen - Franse Revolutie niet 1 groep, maar talloze belangen  De Franse Revolutie ≠ realisatie verlichtingsidealen - Kritische terugblik nodig: historische en systematische complexiteit  Paradoxaal: concepten autoritarisme, discriminatie, kolonialisme en totalitarisme verdedigd en aangevallen  Verschillende interpretaties mogelijk

(5) Is de Verlichting vrouwonvriendelijk?(Reacties tegen Verlichting) - De weg van de negatie (dogmatische kritiek)  Universalisme Beschrijving Europese man  Misogynie: mensideaal= Europ. man  Eurocentrisme als universeel gezien  Antihumanisme: niet pro individu mensheid algemeen  Autoritarisme: veel intolerantie tov andere ideeën  Utopie: De wereld zal onvermijdelijk beter worden  Kolonialisme: weinig kritiek

(6) Informatie slide 11

- Begin: 17e eeuw (Galileo, Descartes, Newton)  Shock over nieuwe waarheid: wat we weten over de realiteit klopt niet  Bij alle 3  wiskundig karakter/orde vh universum - Einde:  1750/51: Encyclopédie van d’Alembert en Diderot  1789: Franse Revolutie  1800: Einde Verlichte filosofie - Principiële conflicten:  Bijgeloof Rede  Autoriteit Waarheid

(7) Verlichting en het licht van de rede - Licht = lumen naturale = ultieme gerechtshof  Alles ziet er anders uit  Wakker uit dogmatische sluimer  Geen autoriteit kan boven waarheid van rede staan  Licht niet meer van God, maar van natuurlijke rede

(8) De publieke sfeer

Nieuwe actor: Publieke sfeer In de Kerk en thuis doe je wat je wilt, maar er moet garantie van vrije meningsuiting in publiek nodig

(9) Centrale ideeën van de Verlichting  Kosmopolitisme: nieuwe connotatie: door de rede  internat. akkoorden en politieke stabiliteit mogelijk  Democratie/republicanisme: Iedereen heeft rechten/plichten + recht op inspraak beslissingen overheid  Vrouwenemancipatie: eerste vrouwen die voor gelijkheid pleiten  (absoluut) Egalitarisme: Spinoza  Vrijheid van meningsuiting  Irrationaliteit oorlog: Oorlog zal absurd beginnen lijken  optimisme  Irrationaliteit godsdienst  Geloof in oneindige morele en wetenschappelijke vooruitgang vd mensheid

De filosofen van de Verlichting (traditionele canon)

- Descartes - Spinoza - Leibniz

Rationalisme

- Rousseau

- Hobbes - Locke - Hume

Empirisme

- Kant

- + Vergeten filosofen: spinozisten (Spinoza als motor vd Verlichting)

(10) Hume: kritiek op wonderen - Wonder/mirakel  Per definitie onverklaarbaar  Het punt is niet of wonderen mogelijk zijn, maar of we genoeg redenen hebben om te geloven dat hetgeen gebeurd is, wel een wonder was  Sterk geloof in wetenschappelijke kennis  kritiek op religie - Ongunstige voorwaarden  Nooit genoeg geloofwaardige getuigen - Mensen hebben verhalen nodig  Altijd bij geestelijk achtergebleven culturen

 Radicale verlichtingsfilosoof (11) Spinoza: monisme, egalitarisme en radicale democratie - Absoluut monisme  Er bestaat enkel 1 substantie  God/Natuur  De dingen die bestaan en niet die substantie zijn:  Ofwel modi van die substantie: dat wat in God is  Ofwel attributen van die substantie: essentiële eigenschappen  Wij zijn niet meer dan een modus van God ( antropocentrisme)  Wij zijn niet eeuwig, wel het systeem (God=Natuur)  God zelf denkt niet, WIJ zijn de gedachten van God - Radicale democratie  God = Natuur = dieren = mensen  Het recht = macht/kracht: grote vissen eten de kleine vissen - Absoluut Egalitarisme  God = Natuur = dieren = mensen: geen verschil tussen prins en hond

(12) Burke: de vijf principes van zijn filosofie - Ierse filosoof, politicus, vader conservatisme, polemicus (verdediger niet populaire issues zelfs in eigen partij) - De mens is een religieus wezen - Maatschappij = organisch product van langzame historische ontwikkeling - De mens is onvolmaakt en zeer beperkt  Weinig/niet in staat tot verbetering - Mensen zijn van nature ongelijk - De mens is een sociaal wezen...


Similar Free PDFs