Dierziekten schaap en geit PDF

Title Dierziekten schaap en geit
Author Joni Sneyers
Course Dierziekten landbouwdieren
Institution Odisee hogeschool
Pages 43
File Size 1.2 MB
File Type PDF
Total Downloads 100
Total Views 138

Summary

Download Dierziekten schaap en geit PDF


Description

Dierziekten schaap en geit 1) Echtyma 2) Zwoegerziekte 3) CAEV 4) Qkoorts 5) paratuberculose 6) Caseuze lymfadenitis 7) Blauwe uier 8) Enterotoxemie 9) Listeriose 10) Blauwtong 11) Rotkreupel 12) Scrapie 13) myasis

Ziekten schaap en geit A. Inleiding B. Virale ziekten 1. Echtyma 2. Zwoegersziekte 3. CAEV 4. Blauwtong C. Bacteriële ziekten 5. Caseuze lymfadenitis 6. Paratuberculose 7. Blauwe uier 8. Enterotoxemie 9. Listeriose 10. Rotkreupel 11. Q-koorts D. Andere infectieuze ziekten 12. Scrapie 13. myasis

A. Inleiding  Schapen/geitensector is beperkt  95% van bedrijven /particulieren heeft < dan 50 schapen/geiten  Slechts 5% van schapen in professionele bedrijven vn voor vleesproductie, soms melkproductie maar zeer beperkt en meestal eigen melkverwerking want geen ophaal zoals bij rund  Geitensector stijgt enorm de laatste jaren, voor de melkproductie ( alternatief voor koemelk)  Intensief gehouden geiten vaak +- 1000 dieren  Bioboerderijen zijn kleiner  meer en meer schapenkuddes voor ecologische bewerkingen ipv machines  zeer grote kuddes 200-300 dieren  eten restgras > minder voedingsrijk >minder lammeren per ooi  zogen gewoon bij de moeder  ingezet op snelwegbermen, industrie/bedrijven  geit/ schaap bronst aug-dec > lammeren dec-april  3-5 lammeren per dier want wel rijk voer  Lammeren meestal direct weg bij moeder, want melk voor mens  Schapen en geiten zijn ziektegevoelig

1. Ecthyma A. Synoniemen - Zere bekjes - Orf - Bekschruft - Ecthyma contagiosa - Infectieuze pustuleuze dermatitis - Scabby mouth - Lippen- und fussgrind B. Wat - Zowel bij schaap als geit - Veel voorkomende virale aandoening van huid en slijmvliezen, vn op onbewolde delen van het lichaam, op bek, klauwen, geslacht of uier. Is ook een zoönose. C. Oorzaak = parapoxvirus ( familie van pokkenvirus) D. Risicodier - Kan bij alle leeftijden voorkomen - Vn lammeren omwille van beperkte immuniteit en beperkte AS van moeder - Vaak ziet men bij vb partus terug lichte opvlakkeringen ( lam besmet na geboorte, zelf partus terug letsels) E. Overdracht - Zeer resistent virus - Kan zeer lang in afgevallen droge korsten overleven indien temperatuur laag is - Bij hogere tempertauur en luchtvochtigheid gaat besmettelijkheid snel verloren - Herinfectie makkelijk door virusdragers of korstmateriaal - Herinfectie vn bij verminderde weerstand vb partusperiode

- Bij herinfectie waarschijnlijk de virusdragers meer invloed dan besmettelijk korstmateriaal - Direct contact tussen dieren - Lam besmet door drinken aan besmette uier F. Symptomen - Virus vermenigvuldigd zich in actief sneldelende genezingscellen in huid en slijmvliezen - Virusbevattend materiaal komt via huidscarificaties in lichaam - Rode zwelling > blaases > zweertjes > korsten - Wratachtige woekeringen die zeer makkelijk bloeden - Bacteriële infecties verergeren beeld - Infectie in mond: geen korsten maar verhevenheid omgeven door bloedrijke zone > weefselversterf - Kan overal voorkomen waar wondjes waren - Lippenvorm ( labiale vorm, geslachtsvorm ( genitale vorm, klauw-voetvorm ( pedale vorm) - Ontstaan symptomn afhanelijk van ernst - Manken, niet meer eten, niet laten zogen bij ernstige letsels omv pijn - Eventueel mastitis bij uiervorm - Ook inwendige vorm ( zelden), vn bij lammeren problemen  Zweren in mond- slokdarm – op pens  Onmogelijk te eten gedurende enkele dagen tot meer dan week  sterfte bij lammeren want weinig reserve  Oudere dieren geen grote problemen  Soms dikke kop door zwellen tgv ontsteking keelgebied - Bij mens klachten meestal plaatselijk ( zelden uitgebreid)  Jeukende zweer  Duurt lang eer genezen  Laat litteken achter G. Diagnose - Op basis van de klinische verschijnselen - Bij twijfel: electronenmicroscopisch onderzoek naar parapaxvirus

H. Preventie - Er is een vaccin maar werking is twijfelachtig ( enkel te gebruiken in besmette of hoogrisico omgeving) - Hygiëne zeer ! I. Behandeling - Meestal spontane genezing na 4 weken - Bacteriële infectie verlengd herstel - Eens in kudde zeer slecht weg te krijgen - Handschoenen dragen bij contact zieke dieren - Virus geneest meestal vanzelf - Bacteriële bijbesmettingen worden behandeld met AB spray

2. Zwoegersziekte A.

Synoniemen - Maedi-visna virus ( MVV)

B. -

C.

Wat Vn enkel schapen Virale aandoening die behoort tot de Small Ruminants Lentivirus(SRL) van kleine herkauwers en die een degeneratief verloop kent Verwant aan Capriene arthritis encephalitis bij geiten Visna = vermageren, wegkwijnen; maedi = ademnood Oorzaak = lentivirus ( = retrovirus dat degeneratieve ziekten veroorzaakt). Er zijn 7 soorten lentivirussen waarvan 7 soorten in de dierenwereld voorkomen en twee bij mensen.  Zeer lange latentietijd ( = onzichtbaar aanwezig in lichaam, dus ook niet opgemerkt, dus ook geen ASvorming)  zeer trage virusinfectie in multiple organen  Pas na maanden of jaren is er AS ontwikkeling  Pas na maanden of jaren eventueel symptomen ( bij trigger vb stress, slechte voedingsevenwicht)

D.

Risicodier - Hoe jonger het dier hoe gevoeliger

E.

Overdracht - Eenmaal besmet blijft het dier drager - Virus injecteert zijn info in RNA gastheer > RNA is code voor bouwplan van eiwitten > bouwplan van virus doorgegeven in alle eiwitten > virusvermeerdering ( gastheercel te zwak om oude functie nog op te nemen > sterft) - Overdracht via:  Biest/ melk van besmette moeder

     F. -

-

Respiratoire secreties/ speeksel Mogelijk ook placenta Mogelijk ook sperma Mogelijk via slecht gereinigde melktoestellen Via besmette naald

Symptomen sommige dieren hele leven asymptomatisch maar wel virusdrager Eens symptomen optreden vaak sterfte binnen paar maanden Trage ontwikkelingen van toenemende ontstekingen in verschillende weefsel, vaakst aangetast is longen, uier, gewrichten en centraal zenuwstelsel Algemeen: dorre vacht en vermageren Symptomen zijn in te delen in 4 categorieën:  Longvorm ( maedi)  Lastige AH/zwoegen  Achterblijvende dieren  AH frequentie stijgt  Sterfte  Hersenvorm ( visna)  Gradueel verergeren : >>1 achterbeen overkootstaan >>twee achterbenen overkootstaan ( overkoot = knie staat verder naar voor dan klauw) >> volledige achterhand verlamming >> verlamming voorhand >> sterfte  Uiervorm  Langzame verharding uierweefsel door bindweefselvorming  Lopen hele jaar met grote uier  Melkproductie daalt  Melk ziet er normaal uit ( geen rode mastitis uier, geen warmte wel ontsteking)  Gewrichtsvorm:

 ontstoken voorknieën ( ene knie dikker dan andere)

G.

Diagnose - Virus niet steeds opgemerkt in bloedonderzoek omwille van latente periode en dus geen AS productie - Melkonderzoek op aanwezigheid AS - Pathologisch onderzoek gestorven dier

H. I.

Preventie Geen vaccinatie mogelijk Opletten met uitwisseling biest/ melk tussen bedrijven Goede hygiëne van melktoestellen/ tijdens melken Aankopen seronegatieve dieren Lammeren moederloos opfokken Biest/ melk gebruiken van vb rund of vervangers

Behandeling - Ruiming besmette dieren - Geen behandeling

3. CAE A. Synoniemen - Capriene arthritis- encefalitis B. Oorzaak = lentivirus ( = retrovirus dat degeneratieve ziekten veroorzaakt). Er zijn 7 soorten lentivirussen waarvan 7 soorten in de dierenwereld voorkomen en twee bij mensen.  Zeer lange latentietijd ( = onzichtbaar aanwezig in lichaam, dus ook niet opgemerkt, dus ook geen ASvorming)  zeer trage virusinfectie in multiple organen  Pas na maanden of jaren is er AS ontwikkeling  Pas na maanden of jaren eventueel symptomen ( bij trigger vb stress, slechte voedingsevenwicht) C. Wat - Vn bij geiten - Recent heeft men wel gezien dat CAE ook bij schapen kan voorkomen en MVV bij geiten - Virale aandoening die behoort tot de Small Ruminants Lentivirus(SRL) van kleine herkauwers en die een degeneratief verloop kent D. Risicodier - Vn bij jonge lammeren - Hersenvorm kan op zeer jonge leeftijd voorkomen ( 1-5 maanden) E. Overdracht - Eenmaal besmet blijft het dier drager - Virus injecteert zijn info in RNA gastheer > RNA is code voor bouwplan van eiwitten > bouwplan van virus doorgegeven in alle eiwitten > virusvermeerdering ( gastheercel te zwak om oude functie nog op te nemen > sterft)

- Overdracht via:  Biest/ melk van besmette moeder  Respiratoire secreties/ speeksel  Mogelijk ook placenta  Mogelijk ook sperma  Mogelijk via slecht gereinigde melktoestellen  Via besmette naald F. Symptomen - Arthritis: gezwollen gewrichten en toenemende verlamming - Encephalitis: hersenzwelling:  Duizeligheid  Nek buigen  strompelen  aanvallen - mastitis:  ontsteking en bindweefselvorming  verminderde melkgift  chonisch grote uier - pneumonie:  hoesten  versnelde AH  zwoegen - chronische weasting  vermageren  achteruitgaan  afzonderen

G. Diagnose - Virus niet steeds opgemerkt in bloedonderzoek omwille van latente periode en dus geen AS productie - Melkonderzoek op aanwezigheid AS - Pathologisch onderzoek gestorven dier H. Preventie - Seronegatieve geiten aankopen - Lammeren moederloze opfok - Opletten met biest/ melk van ander bedrijf - Biest van rund of vervangers gebruiken voor lammeren - Hygiëne bij melken I. Behandeling - Geen behandeling voor om te genezen - Geit afzonderen - Symptomatische behandeling en pijncontrole - Antibiotica voor eventuele secundaire bacteriële infecties - Ruimen geit

4. Blauwtong A.

Synoniemen - Cataraal koorts

B.

Wat = virale vectorziekte die enkel kan overgedragen worden door de zogenaamde knijten/kriebelmuggen ( culicoïdesmuggen) die vooral in tropische landen voorkomen.

C.

Oorzaak - 27 types van blauwtongvirus bekend - Vn serotype 8 bij ons in België - Virus wordt verspreid door kriebelmuggen( virus moet paar weken in mug vermenigvuldigen vooraleer genoeg virus om te besmetten bij temp > 15-20°) dus sterk seizoensgebonden

D.

Risicodier - Schapen zeer gevoelig en worden er ook heel ziek van  Morbiditeit van 80-100%  Mortaliteit van 10-30% - Kan bij alle gedomesticeerde, dierentuin- en wilde herkauwers voorkomen  Martaliteit van < 1%

E. -

Overdracht Geen rechtstreekse besmetting tussen dier-dier mogelijk Overdracht door knutten/kriebelmuggen Mogelijk door: eicelle, embryo’s, sperma of bloed Gebruik besmette naald bij meerdere dieren Geen zoönose ( niet de mug die mensen steekt) Muggeeieren ook mogelijk besmet > dus bijna onmogelijk uit te roeien

F.

Symptomen - Bij schapen:  Hoge koorts 42° ( nl 39°)  Ontstekingen en blazen in mondholte  Soms blauwe tong door cyanose  Eetstoornissen  Speekselen  Kroonrandontsteking/huid + spierontsteking poten  Manken  Achterblijven van kudde  Abortus ( door koorts)  Longontsteking  Soms ook letsels aan spenen/uier  Oedemen kop, onderkaak, spenen  Dood ( door koorts of niet eten, meestal niet door letsels)  Toch genezing: traag herstel  Groeivertraging  Onvruchtbaar  Verminderde melkgift  Kaal ( minder eiwitopname via voeding nodig voor wolopbouw)  Blijven 60 dagen besmettelijk  Kunnen lammen baren met hersenafwijkingen ( = dummies)  Dwaze lammeren  Drinken slacht  Sterven later nog bij vb zwanger worden - Bij andere dieren:  Veel minder duidelijk, soms zelfs geen symptomen  Licht ontstoken muil  Lichte speekselvloed  Letseltjes op lippen, tong, gehemelte  Manken ( door aantasting kroonrand)  Abortus/ dummies  Soms onvruchtbaarheid  Zelden sterfte  Blijven tot 100 dagen besmettelijk

G. -

Diferentieel diagnoses Mond-en-klauwzeer Echtyma Vesiculaire stomatitis Pest van kleine herkauwers IBR,BVD Schapenpokken Fotosensibilisatie, allergie voor insectensteken

H.

Diagnose - Virus aantoenen door PCR test - AS op serum door ELISA test

I.

Preventie - Er is een vaccin dat serotypeafhankelijk is, immuniteit dus enkel voor dat bepaald serotype, er zijn wel combivaccins voorhanden - Vaccinatie is niet meer verplicht (vroeger wel)maar terug aanbevolen sinds 2016 omwille van circulatie type 8 in Frankrijk en twee types 4 in oa Griekenland, Italië, Spanje, Noord Afrika

J. -

Behandeling Abortusprotocol + serumstaal moeder Aangifteplicht wegens gelijkenis op mond en klauwzeer en omwille van grote economische schade België terug officieel terug vrij sinds 2012 Geen echte behandeling voor Pijnstilling, ontstekingsremmers antibiotica voor bacteriële bijbesmetting zonlicht zou symptomen kunnen verergeren

5. Caseuze lymfadenitis A.

Synoniemen - Pseudo tuberculose - Bultenziekte - Kaasachtige lymfeklierontsteking

B.

C.

Wat = bacteriële chronische aandoening die zowel bij schaap als geit, maar vooral geit voorkomt en gekenmerkt word door abcesvorming van de lymfeklieren en in bloedbaan en uiteindelijk dodelijk is. Bij geiten ziet men vaak oppervlakkige abcessen, bij schapen vaak interne abcessen. Oorzaak - Corynebacterium pseudotuberculosis - Zeer resistente bacterie in de omgeving

D. E. -

Risicodier De etter is zeer besmettelijk binnen een bedrijf en dus zeer moeilijk uit bedrijf te krijgen Geiten hebben meer risico als schapen, zowel schapen als geiten kunnen elkaar besmetten Niet diersoortspecifiek Kan alle kleine herkauwers treffen Ook gevaarlijk voor mens Overdracht De etter in het abces bevat zeer veel bacteriën en contact met deze etter verhoogt risico op besmetting enorm Via besmet materiaal vb hekken, emmers, spuiten Via mond Via wondjes Via luchtwegen Ook via intacte huid Ook via bloedzuigende parasieten

- Via behandelingen v bonthoornen, scheren,… F.

Symptomen - Plaatsen waar bulten vaak voorkomen bij de geit:

- Trage infectie met lange incubatie - Na 2a6 maanden beginnen abcederende lymfebulten op te treden eerst oppervlakkig: kop en hals, borst, uier, buiklymfeklieren - Ondertussen ook verspreiding inwendig - Symptomen kunnen variëren naargelang aangetaste organen:  Longen  Hoesten  Moeilijkere ademhaling  Lever  Geelzucht  Maag darmen  Vermageren  Slechte eetlust  Uier  Verminderde melkgift  Aantasting scrotum  Verminderde vruchtbaarheid  Ram/ bok die niet wil dekken

G.

Diagnose - Bloedonderzoek - Inwendige abcessen meestal pas vastgesteld bij slachten

H.

Preventie - Vaccinatie mogelijk bij lammeren - Hygiëne van hokken en gebruikte materialen is zeer belangrijk - Eerst lammeren behandelen, scheren, baden , dan oudere schapen

I.

Behandeling Behandeling met AB geen zin omdat bacteriën ingekapseld zitten en dus niet bereikt worden Besmette geit sterft meestal binnen 2-6 maand of langer Ondersteunende maatregelen ruimen van het dier Isolatie Eventueel drainage van de abcessen en behandeling met kopersulfaat maar is niet aan te raden omwille van de hoge besmettelijkheid van de etter zowel voor andere dieren als mens

-

6. Paratuberculoze A.

Synoniemen - Ziekte van John - Para TBC

B.

C.

Wat = chronische, bacteriële en besmettelijke infectieziekte die de darmwand van het dier aantast en ongeneeslijke enteritis teweegbrengt Oorzaak - Mycobacterium avium subspecies paratuberculosis - Jaren resistent in de buitenwereld

D. -

E.

Risicodier Jonge dieren < 6 maanden Vn bij runderen en geiten, kan bij schapen maar zelden omwille van meestal extensieve houderij Er is een link met ziekte van Crohn bij mens Hoe later de besmetting gebeurt hoe minder groot is de kans op klinische symptomen

-

Overdracht Biest/ melk Mest Omgeving Via baarmoeder

-

Symptomen Zeer lange incubatietijd ( 1.5 tot 10 jaar) Soms ook geen symptomen

F.

-

Verlies aan conditie, ondanks goede eetlust Atrofie van achterhand en halsspieren Gewichtsverlies Ruwe vacht, schilferachtige huid

-

Met tussenpozen terugkerende en uiteindelijk aanhoudende waterige diarree, waarbij vaak gasbelletjes zichtbaar zijn  Eens diarree blijvend is = terminaal  Meestal sterfte na 2-3 weken  Diarree door abcessen in darmwand waardoor eten niet meer wordt opgenomen

-

G. -

Diagnose PCR test via mestonderzoek ELISA test voor AS op bloed en melk Diagnose bij levend dier niet gemakkelijk Pathologisch onderzoek na slacht: zeer waterige dunne en dikke darminhoud

-

Preventie Mens opletten met drinken rauwe melk Vaccinatie in eerste levensweken ( couddain) Bedrijfsscreening: Opletten met invoer nieuwe dieren Hygiëne zeer ! Lammeren best geen biest/ melk geven ( contradictorisch met andere ziekten waarbij biest wel belangrijk is)

H.

I.

Uiteindelijk sterfte door uitputting Opvallend: er treedt geen koorts op

Behandeling - Niet te behandelen - Meestal afvoer om economisch verlies te beperken

7. Blauwe uier A.

B.

Synoniemen - Acute necrotiserende mastitis - Mastitis gangrenosa Wat = zeer besmettelijke bacteriële infectie in de uier, die een zeer snel en plots verloop kent waardoor behandeling vaak te laat komt en het dier sterft

C.

Oorzaak - Bepaalde types stafylococcen die uier binnendringen en toxines gaan vormen ( stafylococcus aureus)(vgl MRSA mens)

D.

Risicodier - Vn bij melkproducerende dieren - Vaak bij jaarlingen maar ook bij oudere dieren - Zowel bij schapen als geiten

E.

Overdracht - De bacterie dringt via de tepelopening de uier binnen en gaat via tepelkanaal. De toxines gaan naar het bloed en sluiten de bloedvaten af waardoor delen van de uier geen bloed krijgt

F.

Symptomen - De uier:  Volledige uier of uierhelft wordt rood + warm + verhard door zwelling > daarna blauw en koud > necrose > huid valt af  Waterige melk of melk met brokjes - Algemeen:  Algemeen ziek dier  Hoge koorts ( > 40°)  Geen eetlust  Versnelde AH en hartslag

   

Dier trilt Staat met achterbenen uit elkaar Zeer pijnlijk Vaak sterfte ( zeker indien systemisch)

G.

Diagnose - Komt meestal te laat omwille van zeer snelle verloop, dier zal dus sterven alvorens men eventueel iets heeft opgemerkt

H.

Preventie - Hygiëne zeer ! bij melken  Goede reiniging toestellen  Proper melken dus uier eerst reinigen  Na melk slotgat in isobethadine soppen  Melkritme zeer belangrijk: niet te snel of te traag of teveel afwisseling in sterkte  Handhygiëne

I. -

-

Behandeling Indien je het tijdig opmerkt keuze waardevol dier behandelen tov euthanasie Dier direct isoleren indien op tijd gezien Ga je toch behandelen:  Zeer zware AB  ontstekingsremmers  pijnstilling  Goede wondzorg! Indien dier het overleeft is meestal de volledige uier of uierhelft verloren en kan dus geen of niet meer voldoende melk geven

8. Enterotoxemie A.

Synoniemen - ‘Het bloed’ - Weeldeziekte - eiwitvergiftiging

B.

Oorzaak - Woekering van de commensale darmbacterie clostridium perfringens type C en D, die toxines gaan produceren - Woekeringen kan door:  Plotse voerverandering vb overschakelen melk naar ruwvoer of periodes dat ze meer KV of (kunst)melk krijgen  Vb te grote hoeveelheid melk ineens gegeven > lam kan dit niet verwerken > blijft staan > gist  Stresssituaties vb verzetten van lammeren  Lammeren/spenen  Dektijd  Men geeft extra KV om flushing te bekomen : # eicellen dat ovuleert doen ↑↑

C.

Wat = ziekte die ontstaat ten gevolge van toxinevorming door darmcommensaal die in normale omstandigheden niet gevaarlijk is

D.

Risicodier Vn bij snel groeiende lammeren van 3-10 weken oud ( eten veel melk, gras of brok) Ook bij goed doorvoede lammeren van 6-12 maanden Mar ook bij vb oudere schapen die moeten lamm...


Similar Free PDFs