Ethiek samenvatting PDF

Title Ethiek samenvatting
Author Elke Steegmans
Course Ethiek
Institution Karel de Grote Hogeschool
Pages 10
File Size 243 KB
File Type PDF
Total Downloads 200
Total Views 879

Summary

Warning: TT: undefined function: 32EthiekNaam: Elke SteegmansVerpleegkundeDeeltraject 2Academiejaar: 2018- 201 9Examen Mondeling Twee casussen: 1 casus oplossen met plichtethiek, 1 casus oplossen met denkkader naar keuze Je kan bijvragen krijgen Wat is ethiek? Deeldiscipline van filosofie Fundamente...


Description

Ethiek

Naam: Elke Steegmans

Verpleegkunde Deeltraject 2 Academiejaar: 2018-2019

Elke Steegmans

Examen

-

Mondeling Twee casussen: 1 casus oplossen met plichtethiek, 1 casus oplossen met denkkader naar keuze Je kan bijvragen krijgen

Wat is ethiek?

-

Deeldiscipline van filosofie Fundamentele verschil over hoe de zaken zijn en hoe ze zouden moeten zijn Praktische domein over het menselijk handelen

Moraliteit

-

Moraliteit heeft te maken met praktijk, maar niet andersom

Amoreel= alle handelingen dat niet te maken heeft met ethiek Bv.: ik ga wandelen en struikel Moreel= handelingen die goed zijn, die ethisch zijn Immoreel= handelingen die slecht zijn, die niet ethisch zijn à bij casus onderscheid kunnen maken tussen amoreel of (im)moreel Criteria: 1. Verantwoordelijkheid= persoonlijk verantwoordelijk voor handeling 2. Onvoorwaardelijkheid= alle dingen lijken voort te gaan op elkaar (zie p4) er is een absoluut waarde oordeel 3. Totaliteit= moraliteit is aan eender welke context belangrijk LET OP: - Dieren kunnen niet nadenken, zij handelen vanuit driften = amoreel - Als je een onmogelijke keuze krijgt, bv.: jij moet kiezen, ofwel dood ik al uw kinderen ofwel dood jijzelf 1 (=onmogelijke keuze voor moeder!) à dan ook amoreel = WANT je kan niet meer rationeel nadenken, het is een beestachtige keuze = OMSLAGEN VAN MORALITEIT à het is ook geen eigen keuze, het wordt u aangedaan door iemand anders

1

Elke Steegmans

Casus: Ik kan niet goed tennissen: - Amoreel: heeft niets met ethiek te maken o Ik ben niet persoonlijk verantwoord voor deze handeling o Onvoorwaardelijkheid: er is geen absoluut waarde oordeel, want het heeft niets te maken of ik een goed of slecht mens ben als ik niet goed kan tennissen. o Totaliteit: slecht in tennis niet op alle contexten geldig= slecht in tennis betekend niet dat je een slecht mens bent - Stel: ik slaag bijna op mensen bij tennis: dan wel moreel o Je bent dan persoonlijk verantwoord voor deze handeling o absoluut waarde oordeel o totaliteit: overal in context hetzelfde: overal waar je mensen slaat is fout en moet je verantwoordelijkheid nemen

Drie denkkaders

1. Consequentialisme of gevolgenethiek= gevolgen van handeling 2. Plichtethiek= uitspraak doen over handeling 3. Deugdenethiek= karakter van persoon

Consequentialisme

-

Kijkt naar de gevolgen van de handeling om de actie als (im)moreel te kwalificeren Je wilt pijn en lijden vermijden De gevolgen van jouw handelen moeten zo goed mogelijk zijn voor zoveel mogelijk mensen en zo slecht mogelijk voor zo weinig mogelijk mensen Er is een positieve en negatieve kant: o Positieve kant = alles wat gelukkig maakt o Negatieve kant= pijn, lijden en ongeluk

1. Het nuttigheidsbeginsel Een handeling wordt als moreel goed beschouwd wanneer de gevolgen van deze handeling nuttig zijn in de wereld, de morele waarde van een persoon is niet van belang. 2. Het hedonistisch beginsel Het goede is wat behoeften van het subject bevredigt à het ondervinden van genot à alles wat genot geeft zet je aan de positieve kant 3. Beginsel van instrumentele rationaliteit Over de behoeften van het subject is er geen ethische evaluatie mogelijk, alleen over de middelen die men dient te gebruiken à Lange termijn gevolgen zijn belangrijker en beter dan korte termijn gevolgen

2

Elke Steegmans

Voor- en nadelen - Voordelen: o Het is vrij helder o Positief kan met negatief afgewogen worden - Nadelen: o Je kan de mensenrechten schaden o Hoe ga je twee dingen vergelijken met elkaar die niet te vergelijken vallen à moeilijk evenwicht: appelen met peren vergelijken à waarom is het ene belangrijker dan het andere? Casus bom: Ergens is een bom verstopt in de stad, en jij hebt iemand opgepakt die daar info over weet. Die persoon laat niets kwijt, dus jij gaat hem martelen voor informatie. - Martelen is ok want op lange termijn kan je voorkomen dat bom ontploft, zodat de stad overleeft à Het martelen moet wel efficiënt zijn, niet gewoon 1 klop, je moet echt martelen anders doe je de marteling voor niets en heeft het geen zin - Positief: je ontkomt dat heel de stad ontploft, dat veel mensen en ook kinderen sterven Negatief: je moet iemand slaan, die man gaat verminkt zijn - Je kijkt naar de gevolgen en niet naar de handeling zelf (!! Zie dat je gevolg benoemt en niet de handeling!!) - De positieve gevolgen wegen meer door dan de negatieve gevolgen è dus moreel! = ETHISCH Casus boot: Er is een boot die bemand is. Deze boot komt in noodweer terecht en de boot gaat verdrinken, is helemaal kapot. 5 mensen overleven de ‘crash’ en komen in een reddingsbootje terecht, waar een beetje eten en drinken in is. Na een paar dagen is dat allemaal op. De jongste wordt gek van uitdroging en wilt zeewaterdrinken, de andere mensen raden dit af, omdat het je ziek kan maken. Een paar dagen verder drinkt de jonge toch veel zeewater en wordt hij ook ernstig ziek. Nog dagen later beseffen ze dat ze het niet verder gaan overleven, en om te overleven iemand moeten doden om die persoon op te eten. Iedereen stelt voor om de zieke persoon te eten, dat doen ze dan ook. Een paar dagen later worden ze gered. MAG JE IEMAND OPETEN? - Positief: meerdere mensen overleven, meerdere families gaan gelukkig zijn, jongen is verlost van zijn lijden Negatief: er is maar 1 iemand dood en 1 familie is ongelukkig, ze kunnen in gevangenis belanden (negatief voor lange termijn) - Positieve gevolgen wegen meer door op het negatieve = MOREEL = ETHISCH

3

Elke Steegmans

Plichtethiek

-

= deontologie Intentie van de handeling overeenkomstig met hetgeen wat we als onze plicht beschouwen? Handelen vanuit plicht

Immanuel Kant Uitgangspunten: - Iedere mens heeft als persoon een onvervangbare waarde, want de mens is in staat tot rationele zelfbepaling - Elke mens heeft een moreel bewustzijn, heeft een moreel normbesef met een verplichtend karakter - Het doel van de moraal is het bereiken van een harmonieuze samenleving van rationele subjecten die onvoorwaardelijk hun plicht doen 5 fasen: 1. De goede wil - Wat is moreel goed? - Wat is een goede wil à een wil die handelt uit plicht - Wat is handelen uit plicht à handelen uit achting voor de zedenwet (morele plichten =/= juridische plichten!) 2. De categorische imperatief (bevel) Handelen uit achting voor zedenwet is handelen volgens een gedragsregel met een absolute waarde. 3. 1e formulering: de veralgemeenbaarheid van de maximes Handel alleen volgens een dergelijk maxime waardoor je tegelijkertijd kunt willen dat ze een algemene wet wordt: kan gedrag een algemene wet worden voor een harmonieuze samenleving?

-

4. 2e formulering: de mens als doel op zich Handel steeds zo dat je het menszijn, zowel in je eigen persoon als in die van elk ander, nooit louter als middel, maar tegelijkertijd als doel gebruikt Je mag de medemens een beetje als instrument gebruiken, maar moet als mens blijven beschouwen en niet als middel zien Je mag NOOIT de mensenrechten schaden à dan immoreel

è Je moet altijd puntje 3 en 4 ‘juist/goed’ hebben om moreel te zijn niet 3 of 4!!!!

-

5. Autonomie als grondslag ven het morele bewustzijn Handel steeds zo dat je wil door zijn maximes zichzelf tegelijk als algemeen wetgevend beschouwen =/= autonomie zoals wij het kennen: ik beslis dus autonomie! Zelf instaat om eigen morele wed bij jezelf op te leggen Bv.: zedenwet= eerlijkheid, dus ik ga nooit liegen à ethisch correcte doen Niet toegeven aan driften! 4

Elke Steegmans

-

Stel: ik wil seks en bespring iemand: dan is niet ethisch, want ik geef toe aan drift à =/= vrij, =/= autonomie, = dierlijk! Bv.: pedofiel die niet toegeeft aan drift om kind te misbruiken is ethisch ok, wanneer hij wel toegeeft, is hij niet meer autonoom en is dus niet meer ethisch

Voor- en nadelen - Voordelen: o Mag nooit mensenrechten schade o Je mag ‘slecht’ karakter hebben als je rationeel denkt - Nadelen: o Heel streng o Houdt geen rekening met menselijke evolutie o Alle tijden moet je emoties onderdrukken à je moet altijd rationaliteit boven emotionaliteit zetten o Niemand zijn karakter is zo perfect LET OP - Je mag nooit toegeven aan je driften = ethisch (dus ook pedofielen en psychopaten die niet aan hun driften toegeven zijn moreel) - Demente mensen, kinderen etc hebben geen rationaliteit, dus = amoreel! à MAAR je moet deze mensen wel even ethisch behandelen als iedereen!!! Casus boot: 1. Goede wil? : ja, de persoon die handelt doet dit uit goede wil Plicht: ja, je wilt zoveel mogelijk mensen redden Zedenwet: mensen helpen 2. Gedragsregel (welk gedrag moet je stellen om wet uit te voeren?): iemand opeten om te overleven 3. Veralgemeenbaarheid: NEE, thuis ga je niet iemand opeten à je weet nu al =/= moreel à onethisch 4. Mens als doel op zich: JA, je gebruikt het als eten, niet als mens à WEERAL =/= moreel à onethisch 5. Autonomie: NEE, hij handelt niet vanuit rationaliteit, wel vanuit driften (overleving) è Onethisch = immoreel! Casus zwangere vrouw: Je zit op een volle bus en er stapt een zwangere vrouw op. Je staat recht en slaat je plaats af aan die zwanger vrouw. - Goede wil? Ja, je wilt iemand helpen Plicht? Je doet dit uit plicht, dat je mensen moet helpen Zedenwet: mensen helpen - Gedragsregel: rechtstaan voor een zwangere vrouw - Veralgemeenbaarheid: Ja, je doet dit overal, niet enkel op een bus - Mens als doel: Je bekijkt de vrouw als doel op zich en niet als middel - Autonoom: Ja, want je handelt uit rationaliteit, niet enkel uit driften è MOREEL = ethisch!!!

5

Elke Steegmans

Deugdethiek

-

Gaat niet over de handeling zelf, maar over de persoon die handelt Deugd =/= wat mij deugd doet! Een deugd is een gewoonte van redelijk gedrag Aristoteles: alle mensen streven naar geluk van nature uit, de deugd is de houding om het geluk te bereiken

-

1. Karakterdeugd Door gewenning = langdurig proces Nagaan of karakter midden houdt tussen twee extremen Vb.: kind verdringt: o 1 laf: jij vindt het water te koud en gaat het kind niet redden o 2 overmoedig: jij kan niet zwemmen en gaat kind redden o à middenweg = moed : je kan zwemmen en gaat het kind ook redden ook al is het water koud of je kan niet zwemmen, maar gaat wel hulp halen, zodat je zo het kind kan redden Opvoeding is ook heel belangrijk!

-

2. Verstanddeugd Verstand nodig om uit te maken of het gedrag deugd of ondeugdig is Je moet redelijk zijn ipv rationeel Redelijk= empathie, wat je bekomt van je karakter

-

è karakterdeugd heb je nodig om je verstandigheid van rationeel naar redelijk te veranderen à anders vertoon je geen emoties è redelijkheid bekom je door je verstand en empathie è je verstand heb je nodig om onderscheid tussen deugd en ondeugd te maken è karakterdeugd gaat niet zonder verstanddeugd en omgekeerd Voor- en nadelen: - Voordelen: o Houdt rekening met emoties o In functie van eigen talenten à geduldig à evolueert - Nadeel: o Wij moeten ons karakter soms aanpassen LET OP: - Een pedofiel is bij deugdethiek niet ethisch, want hij heeft de driften nog en heeft een slecht karakter Casus boot: - Karakterdeugd: o Egocentrisch ßà altruïsme o Middenweg = belangenbehartiger - Verstanddeugd: o Heel rationeel: iemand opeten is niet redelijk, er is geen empathie è Onethisch = immoreel! 6

Elke Steegmans

Casussen

Casus 1: Jij werkt in een RVT op de afdeling dementie. 1 v/d patiënten kan erg agressief worden tijdens de ochtendzorg en durft wel eens een collega bijten. Degene dat gebeten wordt is altijd dezelfde collega. Hij heeft hiervoor al meermaals AB kuren genomen en is dit gedrag dan ook beu net als de verschillende keren hij AB moet nemen. De collega wilt dit gedrag dan afleren door de pt telkens een tik te geven wanneer hij wilt bijten. 1. Consequentialisme: Positieve gevolgen: o Geen AB meer o Collegiaal : zo kunnen meerdere collega’s niet gebeten worden o Hij gaat niet meer bijten à discussie: hoe weet je dat hij dat gaat afleren? - Negatieve gevolgen: o Pt heeft pijn o Escalatie van agressie o Verlies van job o Familie heeft klachten è immoreel = onethisch à de negatieve gevolgen wegen zwaarder door dan de positieve! -

2. Plichtsethiek - Goede wil: ja zodat je jezelf en collega’s beschermt Plicht: ja, mensen dat gedrag afleren Zedenwet: je wilt je veilig voelen - Gedragsregel: je gaat de pt slagen - Veralgemeenbaar: nee, je kan van het gedrag geen algemene wet maken voor onze harmonieuze samenleving - Mens als doel op zich: je verzorgt nog steeds de pt, dus je gebruikt hem niet alleen als instrument, wel een beetje - Autonomie: nee, want kan zijn driften niet onderdrukken en is dus niet rationeel è niet ethisch, want het is niet veralgemeenbaar en er is geen autonomie

3. Deugdethiek Karakterdeugden o Laf (want kan zichzelf niet verdedigen, dement) ßà overmoedig (wanneer je een struise buitenwipper gaat slaan) : moed = middenweg (familie bevragen of je pt eventueel mag fixeren of vasthouden bij ochtendzorg) o Laf gedrag dus onethisch! - Verstanddeugd o Het is niet redelijk, niet empathisch, het is eigenlijk nutteloos te denken dat demente pt het gaan aanleren è Immoreel = onethisch! -

7

Elke Steegmans

Casus 2: Zelfde casus als 1, maar nu ben jij op de hoogte van uw collega zijn daden, maar je doet er niets mee. 1. Consequentialisme: Positieve gevolgen: o Band met collega onderhouden - Negatieve gevolgen: o Pt heeft pijn o Medeverantwoordelijk à familie en ombuds o Schuldgevoel è immoreel = onethisch à de negatieve gevolgen wegen zwaarder door dan de positieve! -

2. Plichtsethiek - Goede wil: ja, want je wilt geen ruzie met collega Plicht: ja, ik ervaar als plicht geen ruzie met collega te maken Zedenwet: collegialiteit - Gedragsregel: zwijgen en niets doen - Veralgemeenbaar: nee, je kan van het gedrag geen algemene wet maken voor onze harmonieuze samenleving à dan zou je nooit iemand kunnen helpen die zichzelf niet kan verdedigen - Mens als doel op zich: Nee, jij doet eigenlijk niets - Autonomie: nee, je weet dat het onethisch is en je volgt uw ratio niet è niet ethisch, want het is niet veralgemeenbaar en er is geen autonomie

3. Deugdethiek Karakterdeugden o Laf ßà overmoedig: moed = middenweg (collega aanspreken en naar hoofdvp stappen) o Laf gedrag dus onethisch! - Verstanddeugd o Het is niet redelijk, omdat er geen empathie is. De keuze is rationeel, want je kan wel iets doen, maar je doet niets è Immoreel = onethisch! -

8

Elke Steegmans

Casus 3: Jij ben een nieuwe vp op de afdeling revalidatie, jij bent samen gestart met iemand die ook net is afgestudeerd, de rest van je collega’s zijn al wat ouder. Iemand van de pt moet chemo krijgen en een collega zegt tegen jou, dat ‘wij’ dat niet mogen doen, omdat je daar een titel voor nodig hebt. Jij apprecieert dat je collega dit vertelt, maar je bedenkt met je mede jonge collega of de oudere collega’s dit dan wel mogen geven. Je mede jonge collega bevraagd dit aan de rest van de collega’s en zijn erg boos, omdat zij zeggen dit wel te mogen omdat ze meer ervaring hebben. De oudere collega’s komen naar zijn boos en willen dan jouw jongere collega wegpesten. Wat ga jij doen, is het ok om mee te pesten?

1. Consequentialisme Positief: o Punten scoren bij team o Genot, je wordt er gelukkig van - Negatief: o Andere collega wordt ontslag o Zij wordt er ongelukkig van o Schuldgevoel o Lange termijn: minder werkkracht, kritische denker weg è immoreel: gevolgen op lange termijn wegen sterker door -

2. Plichtsethiek - Goede wil: zo veel mogelijk team tevredenheid Plicht: ja, je wilt opkomen voor de meerderheid van het team Zedenwet: voor elkaar opkomen - Gedragsregels: niet opkomen voor andere collega, ik laat één iemand vallen - Veralgemeenbaarheid: neen! Je kan niet mensen buiten pesten voor een harmonieuze samenleving - Mens als doel op zich: mens inzetten om zelf te kunnen blijven, is collega als doel, als instrument gebruiken - Autonomie: handelt uit drift = groepsdruk dus nee er is geen autonomie è immoreel

3. Deugdethiek Karakterdeugden o laf ßà overmoedig: moed = middenweg (omkomen voor mede collega) o Laf gedrag dus onethisch! - Verstanddeugd o Het is niet redelijk, omdat er geen empathie is. Je hebt geen medeleven met de andere collega, de keuze is rationeel è Immoreel = onethisch! -

9...


Similar Free PDFs