Ethologie H.16 Honden - Docent: Machteld van Dierendonck PDF

Title Ethologie H.16 Honden - Docent: Machteld van Dierendonck
Author flower dv
Course Ethologie van de huisdieren
Institution Universiteit Antwerpen
Pages 13
File Size 466.3 KB
File Type PDF
Total Downloads 107
Total Views 137

Summary

Docent: Machteld van Dierendonck...


Description

H. 16 Honden Canidae= hondachtige Gedomesticeerde hond (C. familiaris)  Eerste diersoort dat is gedomesticeerd 130.00-40.000 jaar gleden Hond vs Wolf - Hond worden door de mens kunstmatig geselecteerd - Verschillen in lichaamsbouw, vorm snuit, kleur en type vacht - Honden kunnen stabiele banden met mensen vormen - Veel kans op afwijkingen Natuurlijk sociaal gedrag Kenmerken: speels, nieuwsgierig/ schrik, sociale vaardigheden, agressie Geen significantie verschillen tussen ragroepen, wel binnen de rassen zelf (foklijnen) Wolvenmodel 1970 David Mech Roedels in gevangenschap » Eerste toegang tot resources » Alleen zij planten zich voort » Lichaamstaal voor onderlinge communicatie » Bewaken status alpha’s » Bij gevechten grootstek ans dat a wint » Doel deze rangorde bewaken evenwicht & » vermijden van conflicten Wolvenonderzoek door Mech 1999 Wildlevende wolven  stabiele roedels. • verwante wolven: nakomelingen van 1 wolvenpaar (= “gezin”). • Alleen ouder teef plant zich voort – Schijnzwangerschap => lacteren door jongere teefjes. • Jongen maximaal 1,5 jaar bij de ouders, trekken ( 50 – 180 km)  nieuw gezin. • geen sprake van alfa leiders, – Samen leven met hun jongen in gezinsverband. – Geen rangorde gevechten geobserveerd – Wel gevechten tussen niet verwante roedels Wolf: Familie model Samenleven op basis van wederzijds affectief gedrag: Concept sluit geen hiDrarchische / dominantie relaties uit, maar ouders worden gezien als leiders die door meer ervaring en sterkte meer controle hebben en beslissingen nemen.

Wild levende honden 

Losse verbanden 

geen stabiele roedels of familiebanden



Ontmoeting niet verwante honden: begroetingsrituelen en conflict vermijdingssignalen.



♂grote actieradius dan♀



geen verschil sociale contacten ♀♀ ♂♂



Alle ♀♀ planten voort



Effect of neutering ! 

Intacte ♀♀ en gecastreerde ♂♂ meer sociale contacten dan gecastreerde ♀♀ en intacte ♂♂.

Verschillen: • Wolven: – Groepsverband verwante wolven – Tussen roedels zo min mogelijk interactie; bij ontmoeting vaak gevechten op leven en dood • Honden: – In groep levende honden: losse verbanden geen stabiele roedels of familiebanden – Ontmoeting niet verwante honden: begroetingsrituelen en conflict vermijding signalen Sensorische systemen & basis communicatie Zicht Visuele deprivatie: eerste 5 levensweken • normale ontwikkeling visuele cortex • structurele & fysiologische schade gezichtsvermogen als gedepriveerd • Irreversibel Gezichtsveld: Verschillend per ras, binoculair zicht - Kunnen dichtbij slecht zien - Zijn verziend (bewegende objecten kunnen ze goed waarnemen van een afstand, stilstaande objecten moet van dichterbij, zien minder scherp beweging is belangrijker) - Tapetum Ludicdum Diochromate: - Groen en blauw

Gehoor - 40 000 Hz tot 60 000 Hz - Variatie per ras en leeftijd Ultrageluiden worden gebruikt voor hondenfluitjes

Afwijkingen: - Minder horen: Bij ouderdom, ziekte, trauma en medicatie. - Doof (aangeboren): Bij bepaalde rassen zoals Franse bulldog, Dalmatier. (blauwe iris  doof) Reuk - Al na 15 min na geboorte - Andere route bij uitademen dan bij inademen. Door de zijkant via de gleufjes, hierdoor circulatie van lucht waardoor geur beter naar binnenkomt. (likken heblpt hie rook bij) - Vomeronasaal orgaan (VNO): Orgaan van Jacobson Ingang via neusholte achter de incisivi  soort klapperen om de lucht hierin te duwen. Helpt om geur te vangen en hormonen waar te nemen Tast Voelen pijn: door geluid te maken, krijsen, onrustig Tastzin nodig voor: • Moeder opzoeken, • Voedselopname, • Temperatuur op peil houden » koude oppervlakteQonrustig, » warmeoppervlakteQrustigworden&inslaaApnvoaglelenni Reflexen • Anogenitale reflex: De anogenitale reflex zorgt ervoor dat pups elimineren  Elimineren alleen na likken anogenitale zone (door moeder) • Galant reflex: draaien naar de richting waardoor ze worden aangeraakt • Rooting reflex: Draaien naar warm object, duwen op een melkklier om melk te krijgen Tasharen - OriDntatie bij weinig zicht/ weinig licht - Knipperreflex - Tastzin Communicatie mens/hond Vaak misverstanden, bijvoorbeeld: - Agressie (grommen, buiten)  colQre - Vernielen  wraak (mens wordt boos, maar begrijpt het niet en vertoont conflict vermijdend gedrag. Dit neemt de mens waar als schuldig en dat hij weet dat hij is verkeerds heeft gedaan) Communicatie hond/hond - Geur - Vocaal - Tactiel - Lichaam (communiceren met volledig lichaam)

Olfactorische communicatie Geursignalen  feromonen  Talgklieren = sebumklieren  Urine,  Stoelgang  Anaalklieren  Rollen/ wrijven  Vaginaal ( loopse teef) Talgklieren: Dog Appeasing Pheromone: gesruststellend  DAP adapters (alleen in afgesloten ruimtes mogelijk) vb in bep ruimte bij dierenarts Urine: - ♂♂en♀♀ - ♂♂>>♀♀ - Markeergedrag uitlokken: o geuren(urine, oestrus) o objecten / hindernissen Verschillen:

Anaalklieren: links en rechts - routinematig geledigd – Bij einde defecatie - Bij stress, ongemak, paniek De geur van anaalkliervocht: onrustwekkend effect op soortgenoten en op mensen (geur) Ledigen zonder defecatie: soms spontaan (als de anaalzakken sterk gevuld zijn klinische observatie

Rollen/ wrijven: - Camouflage - Verspreiden van eigen geur - Opslaan van een omgevingsgeur - Aanbregen van groepsheur - Geur info oppikken Vaginaal: (loopse teef) - Vaginale secreties + urine - Aankondigen cyclus o ♂♂ secreties o ♀ in oestrus >> ♀ in anoestrus Reactiepatroon : intacte reu, gecastreerde reu, intacte teef, gecastreerde teef  heel verschillend bij vaginale geuren Ook belangrijk bij angst Auditieve communicatie - Honden in het wild blaffen zelden of nooit (Wolf: Context specifiek waarschuwen gevaar & verdediging tov soortgenoot) - bijproduct domesticatie o Selectie  alarm slaan, jagers leiden naar prooi o Neven effect tamheid  juveniel kenmerk = neotenie – Kan aangeleerd zijn – Blaffen verschillende betekenissen hebben Korte harde geluiden met lage frequentie  ontvanger moet zich verwijderen van zender (vb. grommen, snauwen, blaffen) Lange geluiden met hoge frequentie  Ontvanger dichterbij lokken (janken, huilen)  Grommen: Afhankelijk van context en motivatie. Vb. conflict, ongemak, stress, spel, begroeten  Hijgen: sollicitatie spel, ongemak bij warmte of pijn, opwinding, onrust, stress.  Tanden toeklappen: spel, in een conflict als waarschuwing  Geeuwen: stress en conflictgedrag  Huilen: vnm bij alleen zijn, vragen om groepsinteracties

Visuele communicatie Drukt een emotie uit.

    

Lage houding: meestal submissief (context afhankelijk)  klein maken en mond hoek van ander likken (lange mondhoeken, kromme rug, oren en staart naar beneden) Likken: in mondhoek ander en anders tong uitsteken bij klein maken Overbijten: een submissief dier wordt een soort van gecorrigeerd Pootje optillen: conflict vermijdend,laten weten dat ze het niet prettig vinden Spelboog: lange mondhoek, klein maken aan voorkant en kont omhoog brengen. (“rollen” worden even losgelaten)

Expressie beïnvloedt door uiterlijk - Huidplooien, vacht en lengte - Snuit lengte - Couperen - Staart en oor posities

Sociaal gedrag Roedelmodel wordt in twijfel getrokken: Bestaat dominantie bij honden? Onderzoek Vd Borg Dominante dier tijdens meest uitgedrukt door hoge houding en bijten boven de snuit Submissie vaakst uitgedrukt door 2 houdingen (lage houding of op de rug gaan liggen) en 3 gedragingen (zwabberkwispel, snuit aflikken of onder de kop van tegenstander kruipen)

Conclusie: - Vaste rangorde binnen de groep - Bij onduidelijke rang  gevechten - Er zijn dieren die voornamelijk dominante kenmerken vertonen als dieren die voornamelijk submissieve kenmerken vertonen Dit is niet om elkaar te domineren maar om duidelijk met elkaar te communiceren en een boodschap over te brengen Dominantie (2 visies)  Dominantie / submissie is dus geen Individuele karakter eigenschap maar de beschrijving van een relatie. Kan deze relatie consistent is over tijd dan wordt wel gezegd dat 1 een hogere rang heeft dan de ander  Geen bewijs is dat conflicten / agressie naar de mens toe of naar honden zouden voortkomen uit de motivatie om status te willen verwerven tov de mens.Dominantie geen verklaring voor agressief gedrag Conflict vermijdingsladder Honden bezitten een waaier aan signalen die als doel hebben om conflicten te vermijden, en dreiging af te weren. Alvorens een hond agressie gebruikt probeert hij eerst op andere manieren een conflict te vermijden Sneb= bijten en meteen weer terugtrekken (niet echt bijten)

Seksueel gedrag - Seksueel maturiteit 7-8 maanden -

♂: hele jaar vruchtbaar

-

♀: 2x per jaar loops, nauwelijks te reguleren o

Pro-oestrus: bloederige uitvloei, rusteloos gedrag, ♀ feromonene  aantrekken ♂

o Oestrus: teef laat dekking toe: Dekking: - Begroeting: neus-neus, neus-genitalien -

Balts: lijkt op juveniel gedrag (spel)

-

Teef receptieve jouding

-

Bestijgen- penetratie- ejaculatie- “hangen” 5-30 min

!! Pups hoeven niet van een reu te zijn, kan van verschillende reuen zijn Dracht: 1-2 dagen voor geboorte, rusteloos, nest maken Gebooreduur: 3-6 uur Socialisatieperiode (3-10/12 weken) - Periode met meeste impact op latere sociale leven - Blootstelling aan aangename sociale, geluids- en omgevingsprikkelse  pup meer kansen (als dit aangename ervaringen zijn en geen blijvende schrikreacies) Socialisatieproces: ontwikkelen sociale banen met soortgenoten, andere dieren, mens Habituatieproces: wennen aan omgevingsstimuli - Olfactieve, auditieve, visuele, tactiele - Omgevingsprikkels: geluiden, voorwerpen, stilstaan, bewegend Tot 4 weken: stresssusteem onderontwikkeld, immature HPA as Vanaf 5 weken: stress bij sociale prikkels, verschillende type spel, hechting aan moeder voor gedragsontwikkeling. Pups met goede sociale vaardigheden  kunnen beter conflict vermijdende signalen gebruiken; Pups met lage sociale vaardigheden  passief reageren (bevriezen) (goede band met eigenaar kan hierbij helpen) Begroeting: met Leiband - frontale benaderingen met strakke leiband verlagen de kans ‘normale begroeting’ - stress en spanning bij eigenaar merkt de hond - ruk geven verhoogt spanning bij hond

Slechte socialisatie met ernstige gevolgen is onomkeerbaar.(voor 18e week)  Kennelsyndroom= geven geen/ weinig calmingsignals en vallen dan ineens uit. Heel erg bank en ineengedoken

Onderhoudsgedrag Eetgedrag: jagen/ predatie • Het najagen, stalken, vangen en opeten van een prooi i• Proosociale i partner • Het gedrag van de prooi: bewegen, weglopen triggert het gedrag • Spelgedrag bevat een aantal sequenties van jachtgedrag : bespringen, in de muil nemen, schudden. Soms begint jagen met spel Via selectie heeft de mens bepaalde stadia van jachtgedrag uitvergroot en andere laten verdwijnen. Meeste jachthonden worden nu als gezelschapshond gehouden. Najagen Honden zijn terroritaal Najagen van ...fietsen, auto’s, joggers = oplossen van situatie die de hond als bedreigend ervaart - Maakt geen deel uit van jachtmotivatie (ingestie = aangename emotie) - Najagen= voorkeursstrategie om een situatie op te lossen die de hond als bedreigend ervaart Fietsers en joggers rennen voorbij waardoor ze denken dat het “gelukt” is. Voeding Rauw vlees Verbetert energie en helpt bij bepaalde klachten  risico’s: incompleet dieet, infecties van hond of eigenaar (risico’s op langer termijn) Allo grooming - Elkaar wassen gebeurt tussen honden die samenleven ze likken elkaars oorbasis of andere regio’s. - Allogrooming gebeurt ook naar andere diersoorten, mens. (voorkomen) - Allogrooming heeft een sociale betekenis. Abnormaal gedrag en welzijn Gedragsproblemen • Symptomen • Dier & omgeving • Gedragsprobleem = risico euthanasie • Behandelen strekt verder dan dier zelf • Impliceert welzijn en veiligheid onmiddellijke omgeving & maatschappij.

Acute stress – fysiologisch

Stress signaleren in de praktijk adh van FAS score Chronische stress – fysiek

Chronische stress – gedrag

Pijn

Risico evaluatie  Risicofactoren: hond, eigenaars, omgeving  Wie loopt er gevaar, wanneer en op welke manier  Preventiemaatregelen om elk van de risicosituaties te voorkomen o Afweging van preventiemogelijkheden en implementatie in de huidige context o Opvolging of preventiemaatregelen daadwerkelijk worden toegepast o Veiligheid  Verschaf inzicht in aard probleem (helpt perspectief van de hond begrijpen...


Similar Free PDFs