Examen 2018, vragen PDF

Title Examen 2018, vragen
Course Erfgoed en herbestemming
Institution Katholieke Universiteit Leuven
Pages 7
File Size 177.7 KB
File Type PDF
Total Downloads 33
Total Views 122

Summary

Examenvragen vorige jaren...


Description

Document 1 ERFGOED – Wim Oers VRAAG 1 – multiple choice (geeeen gis) -

Data van charters, grondwet in nederlandse taal, oprichting monumentenwacht, … Namen van die Belg van Venetie charter (Lemaire), van die man da IFLA en da ander wilde samenbrengen, … UNESCO dingen in Belgie weten en zo weten in meerkeuze welke er geen zijn Partners van het agentschap van onroerend erfgoed kennen, dus da je op meerkeuze kan aanduiden welke geen partner zijn

VRAAG 2 – Keuze uit enkele onderwerpen waarvan je maar 2 vragen moet beantwoorden Onze onderwerpen waren : -

Instelling roerende erfgoeden toelichten  KIK IRPA Theorie benadering restauratie volgens Viollet le duc Charter van Athene toelichten Charter van de aarde toelichten Roerirch pact toelichten Lieber code toelichten 5 thema’s van onroerend erfgoed agentschap gewoon opsommen (niet eens toelichten)

VRAAG 3 – Uw paper toevoegen

Document 2 ERFGOED DEEL 1 1) welke niet- gouvernementele organisaties zijn geen partner van het agentschap van onroerend erfgoed? A. Herita B. IAD en IOED C. AVBG D. CRKL E. Europa nostra 2) hoeveel afdelingen heeft de Koninklijke commissie voor monumenten en landschap? A. 5 B. 7 C. 9 D. 11 3) Wanneer was er de eerste Nederlandstalige grondwet? A. 1931 B.1954 C. 1964 D. 1967 E.1991 4) Wie pleitte er voor de ICOMOS/ IFLA connectie? A. Lemeire B. Pechère C. Félice 5) Charter van stedelijk gebied? A. Charter van Venetië B. Charter van Firenze C. Charter van Washington 6) Wanneer was de vzw monumentenwacht Vlaanderen opgericht? A. 1975 B. 1987 C. 1991 D. 2003 E. 2009 7) Charter voor spoor en tramwegen A. Charter van Barcelona B. Charter van Parijs C. Charter van Riga 8) Wanneer werd het werelderfgoed comité opgericht? A. 1964 B. 1976

C. 1981 D. 1998 9) Wie was de auteur van The seven lamps of architecture? A. Ruskin B. Morris C. Winckelman D. Pugin 10) Welke gebouwen werden niet opgenomen in de werelderfgoedlijst? A. Atomium B. serres van Laken C. Belfort van Gent D. Begijnenhof van Leuven DEEL 2 Je krijgt 8 vragen waarvan je er twee mag kiezen 1. Welke wetenschappelijke instelling staat in voor de documentatie, studie en conservatie voor het roerend erfgoed in België? Licht kort toe. 2. Wat zijn de 5 thema's van het agentschap van onroerend erfgoed? 3. Wat zijn de beweegredenen om aan erfgoed te doen? 4. Leg de restauratietheorie van Viollet-le-duc uit. 5. Licht het Charter van Athene toe met betrekking tot de monumentenzorg. 6. Leg het Roerich pact uit. 7. Leg het Charter van de Aarde (2000) uit. 8. Leg de Liebercode uit. DENKGOED 1. Hoe is het discour in België bepaalt door de nota: Erfgoed en toekomst voor de Vlaamse parochiekerken van Bourgios? Hoe komt de overheid tegemoet? Wat is de grootste verantwoordelijkheid van de lokale actoren? 2. Belgische Kerkgemeenschappen zijn verwend tegenover die in het buitenland. Waarom? Wat is het gevolg? 3. Wat betekent teleologie in een Hegeliaans begrip van Historicisme? Leg uit met een voorbeeld. 4. Volgens Sola- Morales zijn er overeenkomsten tussen de moderne monumentenzorg en de moderne architectuur (Mies Van der Rohe, Le Corbusier,...). Waar liggen de overeenkomsten - denk aan Riegl- en zijn die overeenkomsten zo modern? 5. Wat is Factural Nature van gebouwen volgens Sola-Morales? Waarom gebruikt hij dit begrip? 6. Hays spreekt over quasi- autonomie. Verklaar. 7. Awan, Schneider en Till verkiezen de term spatial boven architectural. Wat is hun probleem met architectural? 8. Op wat voor geweer doeleen Latour en Yeneva met de titel van hun essay: give me a gun? Waarvoor moet dergelijk geweer dienen?

Document 3 ERFGOED 1. Duid de gouvernementele organisaties aan die zich inzetten voor erfgoed Vlaanderen. 2. Hoeveel afdelingen kent het agentschap Onroerend Erfgoed? 3. Wanneer bestond de eerste officiële Nederlandstalige versie van de Belgische grondwet? 4. Welke personen zijn medeauteurs van het Charter van Venetië? 5. Welk Charter handelt over het omgaan met historische vaartuigen? Charter van Barcelona 6. Van wanneer dateert het cultuurgoederenverdrag van Den Haag? 7. Welk Charter gaat over de historische tuinen? Charter van Firenze 8. In welk jaar is de UNESCO opgericht? 9. Wie is de auteur van 7 Lamps of architecture? 10. Welke Belgische gebouwen zijn nog niet opgenomen op de UNESCO werelderfgoedlijst? Atomium – Huis van Horta – Serres van Laken – Belfort van Leuven 11. Vergelijk de restauratie theorie van Frans architect Eugene Viollet le Duc met de visie van de Engelse cultuur filosoof John Ruskin. ARCHITECTUUR THEORIE 1. Waarin verschilt het denken van Jeremy Till met dat van de kritische architectuur? Zijn er ook overeenkomsten? Zo ka, welke? 2. Leg uit op welke manier de actor – network theory (ANT) fenomenen verklaart? 3. Belgische kerkgemeenschappen zouden in vergelijking met kerkgemeenschappen in het buitenland verwend zijn. Is dat zo? Waarom/ waarom niet? Geef een mogelijk gevolg ervan. 4. Geef twee redenen waarom de uitspraak ‘kerkgebouwen hebben geen functie meer’ in feite een cliché is dat niet zomaar opgaat. 5. Nietzsche’s geschiedenisopvatting (‘over nut en nadeel van geschiedenis is voor het leven’) wordt ook vaak verkeerd en onvolledig begrepen. (zie onder andere de Italiaanse futuristen Gildion, Crimson, …) Wat wordt er over het hoofd gezien? Geef het volledig plaatje. 6. Volgens Sola-Morales had de academische cultuur de ‘stijl’ om zich op te baseren bij interventies en de moderne cultuur een vorm van psychologische subjectiviteit. Wat is er anno 1985 nog om zich op te baseren voor interventies in oude gebouwen. Leg uit hoe Sola-Morales het ziet. Welke belangrijke begrippen hanteert hij? 7. Geef enkele kenmerken, minstens twee, van de stroming projective practice. 8. De koepel van OMA uit de tekst Revision van Rem Koolhaas kan je begrijpen als een ommekeer of een paradigmawissel op meerder niveaus (in het denken over architectuur). Geef 3 voorbeelden van een dergelijke ommekeer bewerkstelligd door de koepel.

Document 4 ARCHITECTUUR THEORIE 1. Waarin verschilt het denken van Jeremy Till met dat van de kritische architectuur? Zijn er ook overeenkomsten? Zo ja, welke? (Les 4, Engagement) Het begrip ‘spatial agency’. Het begrip ‘tijd’. Till weekt zich los van het strenge Historicisme. Tijd als primaire context van architectuur en niet ruimte want het gebruik van een gebouw is onvoorspelbaar. Hij legt de klemtoon op het heden (‘extended present’). Relaties van gebouwen met gebruik, tijd, de samenleving, de natuur,… 2. Leg uit op welke manier de actor – network theory (ANT) fenomenen verklaart? (Hoort dit bij de tekst ‘Give me a gun’?) 3. Belgische kerkgemeenschappen zouden in vergelijking met kerkgemeenschappen in het buitenland verwend zijn. Is dat zo? Waarom/ waarom niet? Geef een mogelijk gevolg ervan. (Les 1, casestudy parochiekerken) Napolean: concordaat 1801. Kerken zijn van steden en gemeenten of zoals in België soms van kerkfabrieken. Er is in Vlaanderen dus een sterk uitgebouwd netwerk rond veel kerken, dit dus door de aanwezigheid van de kerkfabrieken, socio-culturele verenigingen,… NL, VK en D hebben geen kerkfabrieken. Een kerkfabriek is een openbare instelling die zorgt voor het onderhoud van het kerkgebouw en ook de materiële middelen beheert, nodig voor de uitoefening van de eredienst en de parochie. De steden en gemeenten moeten dus ook de rekeningen van de kerkfabrieken gaan aanvullen.

4. Geef twee redenen waarom de uitspraak ‘kerkgebouwen hebben geen functie meer’ in feite een cliché is dat niet zomaar opgaat. (Les 1, casestudy parochiekerken, Status quaestionis) Er zijn 5 termen ivm gebruik, nieuwe functie,… van een kerk de dag van vandaag. Medegebruik, nevenbestemming, multifunctioneel gebruik, gedeeld gebruik en herbestemming. Multifunctioneel gebruik is een nevenbestemming in de tijd. Het kerkgebouw kan in dit geval occasioneel, buiten de uren van de religieuze activiteiten, voor andere doeleinden of andere instanties gebruikt worden. Herbestemming, wanneer een parochiekerk niet meer voor religieuze activiteiten in aanmerking komt, kan zij definitief aan de eredienst onttrokken worden en een nieuwe functie krijgen. Daarvoor moet de voorgeschreven kerkrechtelijke procedure gevolgd worden. Alleen de bisschop kan beslissen om een parochiekerk definitief aan de eredienst te onttrekken.

5. Nietzsche’s geschiedenisopvatting (‘over nut en nadeel van geschiedenis is voor het leven’) wordt ook vaak verkeerd en onvolledig begrepen. (zie onder andere de Italiaanse futuristen Gildion, Crimson, …) Wat wordt er over het hoofd gezien? Geef het volledig plaatje. (Les 2, Geschiedenis) Hij verzet zich tegen de Geschiedenis (19de eeuw als eeuw van de Geschiedenis). Hij verzet zich ook tegen doelmatige geschiedenis (teleologie). Hoe moet men dan wel omgaan met het verleden? -Antiquarische geschiedenis: de gesch van de behoudende en vererende mens (gesch als waarheid, conservatief). - Monumetale geschiedenis: een keten van grote monumenten, de canon,… (gesch als voorbeeld, zet aan tot creativiteit). - Kritische geschiedenis: ‘van tijd tot tijd een deel van het verleden aan stukken slaan’. (Inspiratie om het nu beter te doen, progressief). 6. Volgens Sola-Morales had de academische cultuur de ‘stijl’ om zich op te baseren bij interventies en de moderne cultuur een vorm van psychologische subjectiviteit. Wat is er anno 1985 nog om zich op te baseren voor interventies in oude gebouwen. Leg uit hoe Sola-Morales het ziet. Welke belangrijke begrippen hanteert hij? (Les 2, geschiedenis) Wat nu (anno 1985) nog overblijft om ons op te baseren is de ‘factual nature’ van het bestaande. + de mogelijkheid van een systeem van referenties, eigen aan de architectuur

7. Geef enkele kenmerken, minstens twee, van de stroming projective practice. (Les 3, van autonoom naar pragmatisch) - Theoriemoeheid rond 2000: theoretici zetten zich af tegen moeilijke kritische architectuur. - Complexiteit blijft, pragmatisme groeit. - Subject (de gebruiker) speelt weer een rol, na jaren van verzet tegen functionalisme; discussies over functionalisme worden irrelevant. - Roemer Van Toorn: tegen het negatieve (verzet van de kritische architectuur) en voor luxe, hedonisme,… -Discussies breder dan ooit; voorbij enge focus op archtitectuur als discipline.

8. De koepel van OMA uit de tekst Revision van Rem Koolhaas kan je begrijpen als een ommekeer of een paradigmawissel op meerder niveaus (in het denken over architectuur). Geef 3 voorbeelden van een dergelijke ommekeer bewerkstelligd door de koepel. (Les 3, van autonoom naar pragmatisch) 1. OMA slaagt erin om architectuur als middel in te zetten om zinvolle uitspraken te doen over gevevangeniswezen/cultuur/politiek. 2. Architectuur kan een oplossing projecteren voor een bepaalde complexe situatie waarin diverse actoeren met vaak conflicterende belangen betrokken zijn. 3. OMA toont aan dat een nieuwe ingreep rekening kan houden met bestaande zelfs toekomstige menselijke handelingen m.b.t. een gebouw....


Similar Free PDFs