Title | H14 - Voorzetsels met de tweede naamval en keuzevoorzetsels (3-4) |
---|---|
Course | Duits |
Institution | Thomas More |
Pages | 2 |
File Size | 106.7 KB |
File Type | |
Total Downloads | 66 |
Total Views | 148 |
Download H14 - Voorzetsels met de tweede naamval en keuzevoorzetsels (3-4) PDF
Hoofdstuk 14: Voorzetsels met de tweede naamval en keuzevoorzetsels (+3/4) Voorzetsels met de 2de naamval vaak in formele en juridische taal, men probeert deze meestal te vermijden. Voorzetsels met de 2de naamval: in plaats van ondanks Gedurende, tijdens Wegens Ten gevolge van dankzij
(an)statt Trotz Während
exclusief Binnen (tijd) buiten
ausschlieBlich Innerhalb auBerhalb
Wegen Infolge dank
Aan de hand van Op grond van Naar aanleiding van
Anhand Aufgrund Anlässlich
inclusief
einschlieBlich
Keuzevoorzetsels met soms de 3de of 4de naamval: Aan, op op achter naast In, naar, over
An Auf Hinter neben in
Over, boven onder Voor, geleden tussen
Über Unter Vor zwischen
Regel 1 (hoofdregel): 3de naamval hele werkwoord + voorzetsel (+bepaling) drukt “ergens zijn” uit. (dativ)
Kan ook een beweging binnen een bepaalde ruimte omvatten. Vraag stellen = “Waar ben je dan?” = WO?
Vb. Ik zit aan mijn bureau. (werkwoord = zitten, voorzetsel = aan)
Regels 2: 4de naamval hele werkwoord + voorzetsel (+bep.) drukt “ergens komen” uit. (Akkusativ) verandering in plaats Vraag stellen = “waar kom je dan?” = WOHIN?
Vb. Hij gaat aan zijn bureau zitten. (werkwoord = gaan zitten, voorzetsel = aan, voorzetselbepaling = aan het bureau) Je moet het hele werkwoord bekijken! De tijd is hier niet van belang. Vb. De bal is in het warter gevallen. Niet denken: ligt in het water Wel denken: vallen in het water Ook moet je geen rekening houden met een letterlijke of figuurlijke betekenis. Regel 3: Bij de volgende voorzetsels gebruiken we de 3de naamval. -
An In Vor
vraag stellen: WANN?...