Title | Hoofdstuk 11 voeding en vocht |
---|---|
Author | kobe vermaut |
Course | verpleegkunde |
Institution | Hogeschool West-Vlaanderen |
Pages | 6 |
File Size | 262.6 KB |
File Type | |
Total Downloads | 70 |
Total Views | 130 |
voeding en vocht...
Examen 2020: bachelor verpleegkunde
hoofdstuk 10: voeding en vocht. . leerdoelen
zie boek
1. de zorg voor voeding en vocht fysiologische proces v. slikken bestaat uit verschillende fasen. International classification of funtioning, disabitlity and health. 2 fasen bij slikken:
1.1.
inname v. voedsel slikken
inname van voedsel onderverdeeld in mond nemen, het kauwe en vorm v/e voedselbolus. Verschillende processen
zuigen (zoals een baby) afhappen (van een lepel)
kauwen bewegen v. voedsel in mond
speekselvorming
processen verlopen bij volwassenen willekeurig en actief. Problemen bij inname v. voedsel zijn makkelijk te observeren.
1.2.
Iemand die moeilijk kan afhappen dient zijn voedsel klein gesneden worden Iemand die moeilijk v. lepel kan happen kleinere lepel gebruiken Iemand die moeilijk kan kauwen voedsel fijn gemaakt. Iemand weinig speeksel heeft wordt op gelet geen droog voedsel geven en voldoende drinken bij hand te hebben
Slikken
Proces beweging v. voedsel door mond, keelholte en slokdarm naar maag. Bestaat uit verschillende fasen: Orale fase slikproces: Transport v. voedselbolus en vloeistof v. mondholte naar keel Faryngeale fase slikproces: beweging v. voedsel en vloeistof door keelholte Oesofageale fase slikproces: beweging v. voedsel en vloeistof door slokdarm naar maag Fasen v. slikken, bepaald door onwillekeurige bewegingen. Oorzaak v. verslikken (voedsel verkeerdelijk in tranchea terect) behandeling uit te voeren medische onderzoeken te gebeuren. Vb: radiologen slikonderzoek. Stoornissen in slikken zijn moeilijker onder controle te houden.
2. De taken van de verpleegkundige bij de zorg voor voeding en vocht Efficiënte voeding- vochtinname belangrijk onderdeel v. dagelijkse zorg. Zorg is complex en vraagt een goede communcatie. Taken v/d VPK, bij zorg voor voeding en vocht. Volgende items:
Zorgbehoefte v/d ZO bij voedings- en vochtinname inschatten door verzamelen en beoordelen v. info en observatie v. ZO Voedingsproblemen herkennen en VPK diagnosen met betrekking tot voeding- en vochtinname vast stellen Afwijkingen in voedingstoestand en droging v. ZO voorkomen, vroegtijdig herkennen Zorg aanpassen aan zorgbehoefte v. ZO en deze correct uitvoeren rekening houden met beleven v. ZO
Vochtinname bevorderen, vochtbalans opmaken en beoordelen Verleende zorg correct evalueren en rapporteren
Gezonde voedingsgedrag bevorderen door preventieve interventies uit te voeren
Actieve deelname in interdisciplinair overleg en samenwerking in voedingsbeleid
Examen 2020: bachelor verpleegkunde
2.1. Inschatten v/d zorgbehoefte v/d ZO bij voeding- en vochtinname Gegevens verzamelen uit verschillende bronnen Anamnese gesprek Verpleegdossier
Gesprek met arts, diëtiste, ZV
Gesprek met mantelzorger of familielid Observaties v. ZO
2.1.1.
Gegevens verzamelen
Zie p330
2.1.2.
Observatie v. ZO
Volgende observaties zijn belangrijk, correct in te schatten en problemen met betrekking tot voeding- en vochtinname zowel emotioneel en lichamelijk vlak:
Wat en hoeveel eet en drinkt de ZO? Vb: ZO alleen woont is er brood?... Eetgedrag
Aanwezigheid v. voedingsproblemen (slikstoornissen, braken, diarree..)
Vermogen v. ZO om zelfstandig te eten(activteiten dagelijks leven, kort v. zelfredzaamheid…) Gedachten gevoelens v. ZO opzichte v. voeding- en vochtinname ( verlies v. eetlust, stress, moeheid…)
Voedingstoestand v. ZO( gewicht, lengte, BMI…) Aanwezigheid of tekort aan mantelzorg en sociaal netwerk
2.2. Voedingsproblemen herkennen en VPK diagnosen met betrekking tot voeding- vochtinname vasstellen Verschillende voedingsprobleme aanwezig zijn, volgende diagnosen vaststellen Zelfzorftekort bij eten Ondervoeding Overvoeding Vochttekort Stellen v. VPK diagnose om oorzaken of beïnvloedende factoren (etiologie) na te gaan. Factoren lichamelijk, psychisch, sociaal of cultureel vlak.
2.3.
Afwijkingen in voedingstoestand v/d ZO herkennen
Volgens FOD volksgezondheid, veiligheid v. voedselketen en leefmilieu is ondervoeding aanwezig bij 4-10% in thuiszorg, 20-62% in ZH, 50-90% in rust- en verzorgingsinstellingen. Aanpak en preventie v. ondervoeding 1 v. krachtlijnen nationaal voedings- en gezondheidsplan v. federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid v. voedselketen en leefmilieu. Doel v. NVGP-B identificeren noodzakelijk maatregelen tot vermindering v. ondervoeding, zowel op het niveau v. ZH, rust- verzorginginstellingen als niveau v. thuiszorg. 2
VPK dient verantwoordelijk op nemen voor voedingstoestand. Betekent ondervoeding (malnutritie) of overvoeding (obesitas) dienten te voorkomen. Adequaat ingespeeld worden opgemerkte slechte voedingstoestand. Slechte voedingstoestang gekenmerkt: Opsoren v. OZ die geen risico op ondervoeding vertonen Vroegtijdig herkennen ZO met risico ondervoeding voedinsplan kan opgesteld worden voor verdere
complicaties Identificeren v. zo met ondervoeding
Examen 2020: bachelor verpleegkunde Verschillende screeninginstrumenten problemen met voedingstoestand te ontdekken. Vb: de nutritional risk screening screening
De MNA 18 items ingedeeld worden in 4 categorieën
tool voor evaluatie v. risico op ondervoeding. Oudere ZO is malnatrition universal screening rool en mini nutritional assessment in gebruik.
2.4.
Antropometrische beoordeling: BMI, omtrek v. bovenarm… Globale beoordeling: levensstijl, medicatiegebruik
Voedselbeoordeling: aantal maaltijden per dag… Subjectieve beoordeling: zelfperceptie v. voedingsstatus en gezondheidstoestand
Ondersteunen, begeleiden of zorg overnemen bij voeding
Hulp bij voeding afhankelijk v. zorgsituatie, toestand v. ZO en mogelijkheden tot zelfzorg. Iemand eten alleen geserveerd, andere de zorg gedeeltelijk of volledig overgenomen.
2.4.1.
Algemene aandachtspunten bij zorg rond voeding
Rekening houden met aspecten v. voedingsbeleving (maaltijdspatroon, voorkeuren, …)
ZO stimuleren om eten en te drinken Uitleg geven bij voeding indien nodig Gebruik v. aangepaste hulpmiddelen bij eten
Zorgen voor rustige en aangename omgeving Zorgen voor correcte houding v. ZO
Opdienen v. voeding op correcte manier Helpen (indien nodig) met vlees snijden, potjes of verpakkingen openen…
Maken het eten aantrekkelijk en met juiste temp.
Aanpassen v. voedsel
Aanpassen v. tempo aan mogelijkheden v. ZO
Zorgen voor goede mondhygiëne
2.4.2.
Correcte houding
Belangrijk dat ZO comfortabel en correcte houding heeft.
Zithouding aan tafel in stoel of rolstoel Gesteund zitten in bed
Liggen op zij in bed Correcte houding biedt veiligheid bij eten en drinken, belangrijk om mogelijkheid te bieden om zelfstandig te kunnen eten
2.4.2.1. Zittende houding in een stoel of rolstoel Zitten aan tafel beste houding goede tonusopbouw goed veilig kunnen eten en drinken Voeten staan goed gesteund op vloer of voetensteun
Enkele en knieën hebben hoek v. 90° Heupen hebben hoek v. 90° of niet iets minder
Nek is verlengd
Armen liggen vanaf de ellebogen goed gesteund op tafel Zittende voeten ZV correcte werkhouding recht over ZO te zitten of staan. Bij zittend voeden knieën in hoek v. 90°
2.4.2.2. Zitten in bed
3
Hoofdsteun dient op heuphoogte te scharnieren Bed dient op hoogte v. knie omhoog gebracht worden
Kussens moeten goede ondersteuning aanbieden Tafeltje moet stabiel zijn en dient voor ZO gebracht te worden
mond en keel. Houding is het hoofd lichte flexie (naar voor
Bedhekken kunne gebruikt worden voor veiligheid v. ZO
buigen)
Hoofdhouding belangrijke rol bij transport v. voedsel door
Examen 2020: bachelor verpleegkunde
2.4.3.
Gebruik v. aangepaste hulpmiddelen bij eten
Hulpmiddelen om zelfzorg v. ZO bij voeding- en vochtinname te ondersteunen
Aangepast bestek met verdikte of herstelbare handgreep Aangepaste bekers met verschillende handgrepen en verschillende vormen
Bestekhouder Borden met bordranden en antischuifnappen
2.4.4.
Opdienen v. voeding
Stapgericht georganiseerd worden. Stappenplan voor ZO zonder slikproblemen. Kledij v. ZO te beschermen verschillende wegwerp- servetten of slabben voor volwassenen
2.4.5.
Stappenplan
Zie p 338
3. Slikstoornissen (dysfagie) VPK diagnosen omschreven verminderd vermogen vloeistoffen en/of vast voedsel v. mond naar maag. Verschillende factoren aan proces v. slikken. Vb: fysiologische veroudering veroorzaakt verschillende veranderingen inname v. voeding en slikken. Deze veranderingen niet direct slikproblemen bij gezonde oudere ZO. Combinatie met ernstige verzwaking na immobilisatie door ziekte, na ernsitge infectie, na operatie kunnen slikstoornissen bij ouderen ontstaan.
3.1.
Oorzaken v. slikstoornissen
Neurlogische oorzaken Niet-neurologische oorzaken
3.1.1.
Neurlogische oorzaken
Multiple sclerose (ms) Ziekte v. parkinson: kenmerkend zijn motorische sotrrnissen als niet-motorische stoornissen zoals cognitieve stoornissen Neuromusculaire aandoeningen schade bevindt zich in perifere zenuw in voergang v. zenuw naar spier of in spier zelf
3.1.2.
Niet-neurologsiche oorzaken
Gevolge v. veranderingen in hoofd-halsgebied. Problemen kunnen ontstaan als gevolg van: Radiotherapie, chemotherapie en operaties in mond- en keelgebied
3.2.
Ontstekingen en tumoren in mond- en keelgebied
Aanwezigheid v. trachecanule
Gevolgen v. slikstoornissen
Verschillende gevolgen v. kauw- en slikstoornissen Luchtwegenproblemen met aspiratiepneumonie (slikpneumonie) Ondervoeding en dehydratatie Verminderde fysieke conditie en wondgenezing
3.3. 4
Partipatieproblemen met sociale isolatie
Taak v. VPK bij ZO met slikstoornissen
Examen 2020: bachelor verpleegkunde
Slikstoornis VPK diagnose. ZO met slikstoornissen bevat volgende activiteiten VPK anamnese afnemen (gegevens verzamelen)
Slikstoornissen opsporen en signaleren
Inname v. voeding aanpassen aan mogelijkheden v. ZO en specifieke hulp bij eten en drinken Specifieke VPK medische-technische zorg uitvoeren
Mondhygiëne Doorwijsfunctie naar gespecialiseerde ZV (arts, logopedisten, diëtist..)
3.3.1.
Slikstoornissen opsporen en signaleren
Zie p 342
3.3.2.
Specifieke hulp bij eten en drinken
Algemene aandachtspunten bij zorg bij voeding
Omgeving
Materiaal en aanbieden v. voeding
Houding
Aard v. voedsel
Mondcontrole Duur v/d voeding
Samenwerking met arts, logo, kine…
Enkele richtlijnen weergegeven die VPK kan uitvoeren ter ondersteuning met slikstoornissen zie p 343
4. Vochtbalans Verschil tussen vochtinname en vochtafscheiding. Normale vochtbalans inname v. vocht gelijk aan afgifte v.vocht
Onvoldoende vochtinname of bij te veel vochtuischeiding ontstaat negatieve vochtbalans. Gevolg negatieve vochtbalans is uitdroging of dehydratatie. Vochtinname groter vochtuitscheiding wordt over een positieve vochtbalans. Gevolg positieve vochtbalans is vocht vasthouden-oedeem. Verschillende redenen kan vochtbalans verstoord worden ZO drinkt te weinig o Verminderd dorstgevoel bij ouderen, angst voor incontinentie o o
Misselijkheid Ziektetoestend
Meer vochtverlies door ziekte
Minder urineproductie door nietziekten ZO te veel vocht vastnemen. Oedeem ontstaan door verschillende redenen. Vochtbalans na 24 uur berekend zie boek p 346
5
Examen 2020: bachelor verpleegkunde
UIT deel v. tabel intevullen hoeveelheid v. urine per 24u noteren. Andere manier bij ZO zonder verblijfsonde Bij ZO die zelf kan urineren gevraagd om op vaste uur te urineren. Niet genoteerd, vanaf dan alle urine gemeten en genoteerd. Laatste notering om 8u Bij ZO met verblijfsonde urinecollector op vaste tijdstippen binnen 24u geledigd vb: urinecollector om 8u en urine niet genoteerd. Nadien urine gemeten en laatste keer wordt urinecollector om 8u geledigd en deze urine als laatste genoteerd
6...