Inhoudstafel extern - ddddddddddddd - Privaatrechtsgeschiedenis van de Romeinen tot heden PDF

Preview

Summary

ddddddddddddd...

Description

EERSTE DEEL: ROMEINS RECHT I.

DE PERIODISERING VAN DE RECHTSGESCHIEDENIS

II.

DE OUDROMEINSE PERIODE (753 – CA. 250 V.C.)

A. ROME IS NOG PRIMITIEF B. (DE EERSTE ) INSTELLINGEN 1. In de koningstijd (tot 510 v.C.) 2. na 510: de republiek a.de senaat b.de volksvergaderingen c.de magistraten (geen rechters)

C. (PRIMITIEVE )RECHTSBRONNEN 1. De gewoonte : de mos maiorum (gewoonte van de voorouders) 2. De wet a. de Wet der Twaalf Tafelen b. Andere wetgeving

3. Andere bronnen van het recht

D. (PRIMITIEVE) PROCEDURE 1. Vroegste fase 2. Legis actio

III. DE VOORKLASSIEKE PERIODE (van ca. 250 v.C. tot het jaar nul) A. ROME GROEIT UIT TOT EEN WERELDRIJK B. (AANPASSING ) INSTELLINGEN C. (AANPASSING )RECHTSBRONNEN (DOOR PREATOR) 1. de gewoonte 2. de wetgeving 3. het magistratenrecht 4. het juristenrecht

D. (AANPASSING ) PROCEDURE 1. overleven van de legis actio 2. de formula a. ontstaan b. verloop van de formula-procedure b.1 vóór het proces 1

b.2 het proces b.3 eerste fase voor de magistraat (in iure) b.4 tweede fase voor de rechter (apud iudecem)

IV. DE KLASSIEKE PERIODE (VAN HET JAAR NUL TOT CA. 250) A. ROME WORDT EEN KEIZERRIJK B. (GEVOLGEN VOOR DE) INSTELLINGEN C. (GEVOLGEN VOOR DE )RECHTSBRONNEN 1. de gewoonte 2. de wetgeving van de volksvergaderingen en de senaatsbesluiten 3. het magistratenrecht 4. het keizersrecht 5. het juristenrecht (rechtsleer)

D. PROCEDURE 1. de formula-procedure 2. de cognitio extraordinaria a. ontstaan b. verloop procedure c. tenuitvoerlegging van het vonnis

V. DE NAKLASSIEKE PERIODE (VAN CA. 250 TOT JUSTINIANUS (527) A. ROME IN CRISIS D. (GEVOLGEN VOOR DE ) INSTELLINGEN C. (GEVOLGEN VOOR DE) RECHTSBRONNEN 1. magistratenrecht en wetgeving van de volksvergaderingen 2. de gewoonte 3. het juristenrecht (ius) 4. het keizersrecht (leges) a. orde in het ius: de citeerwet b. orde in de leges: de Codex Theodosianus

D. (GEVOLGEN VOOR DE ) PROCEDURE 1. verdwijnen van de formula-procedure 2. de omvorming van de cognitio-procedure: het libelproces 2

VI.

JUSTINIANUS (527-565)

A. KEIZER JUSTINIANUS B. HET CORPUS IURIS CIVILIS 1. Codex Justinianus 2. de Digesten 3. de Instituten 4. de Novellen 5. Citeerwijzen en onderverdelingen van de delen van het Corpus I uris Civilis 6. het Corpus iuris civilis: een flop

TWEEDE DEEL: IUS COMMUNE VII. DE COSTUMIERE PERIODE (VAN 476 TOT CA.1100) A. PRIMITIEF LOKAAL GEWOONTERECHT B. PROBLEEM: GERMAANS RECHT ? C. KAROLINGISCHE PERIODE D. GEVAL APART: DE KERK E.PROCEDURE: ACHTERUITGANG (ACHTERUITGANG TOV DOMINAAT)

VIII. HET IUS COMMUNE (CA. 1100 TOT CA. 1800) A. EEN BREUK OMSTREEKS 1100 (MAATSCHAPPELIJKE VERANDERINGEN) 1. de herontdekking van het Corpus iuris civilis 2. de opkomst van de universiteiten

B. HET EUROPEES RECHT VAN DE RECHTSGELEERDEN: HET IUS COMMUNE ONSTAAT 1. glossatoren 2. commentatoren 3. humanisten 4. de impact van het ius commune op de kerk: het Romano-canoniek recht a. Rechtsbronnen b.Wisselwerking tssn Romeins en Romano-canoniek recht.

3

C. VERSPREIDING V/H IUS COMMUNE OVER EUROPA 1. Gebieden met romeinse gewoonterecht (absorbtie) a. Mediterrane wereld: Italië b. Mediterrane wereld: Zuid-Frankrijk c. Mediterrane wereld: Spanje en Portugal

2. Gebieden met “Germaans” gewoonterecht a. Ofwel massale receptie b. ofwel quasi-afwijzing

3. Enkele buitenstaanders 4. De periferie 5. Belang

D.VERSCHILLENDE REDENEN VOOR HET SUCCES VAN HET IUS COMMUNE 1. Eigen kwaliteiten Romeins recht 2. De steun van de machthebbers 3. de voorkeuren van de juristen 4. Noden van nieuwe maatschappelijke groepen 5. de zwakheid van het gewoonterecht

E. MAAR HET GEWOONTERECHT REAGEERT 1. Autonome pogingen tot verbetering Tendens tot eenmaking tegen de verbrokkeling Tendens tot meer verwetenschappelijking en professionalisering : de voorsprekers Tendens tot verschriftelijking tegen mondelinge aard

2. De Praktische rechtsleer

Praktische rechtsleer: de grote verzoening Invloed universiteit op gewoonte Invloed gewoonte op universiteit De-europeanisering rechtsleer

F. ENKELE BOLWERKEN V/H GEWOONTERECHT HOUDEN STAND 1. lex Marcatoria 2. Feodaal recht (niet kennen) 3. Engeland a. De oorspong van het common law: continentaal gewoonterecht b. Vroege invloed ius commene op common law c. Ontwikkeling equity d. Nog vele andere continentale invloeden, vaak via Schotland, bv. Lord Mansfield e. Engels recht: conclusie

E. PROCEDURE Centralisering: beroepshof

4

Professionalisering: rechters zijn universitaire juristen

DERDE DEEL: DE VERLICHTING VIII. TRIOMF EN MISLUKKING VAN DE VERLICHTING : HET VERNUNFTRECHT (CA. 1800) A. EEN BREUK OMSTREEKS 1800 B. MAAR VOORLOPER 1: WETGEVING 1. Wetgeving voor ca. 1800: algemeen 2. Wetgeving voor ca. 1800: Franse wetgeving 3.Wetgeving voor ca. 1800: Zuidelijke Nederlanden

C. MAAR VOORLOPER 2: UNIVERSEELRECHT 1. De spaanse neo-scholastiek (16de eeuw) 2. Hogu Grotius

D. HET RECHT VAN DE VERLICHTING: HET VERNUFTRECHT E. MET ALS BELANGRIJKSTE VERWEZELIJKING: DE CODIFICATIE 1. Begrip Codificatie 2. Voorbeelden van codificaties 3. De code civil a. Ontstaan b. Bronnen c. Impact in Frankrijk d. Impact in België e. Impact in de rest van de wereld f. Wet verklaart succes van de code civil?

F. MAAR DIE KOMT NEER OP DE ZELFMOORD VAN HET VERNUFTRECHT G. ENGELAND: DEZE KEER WEL EEN GEVAL APART H. DE PROCEDURE

IX. DE 19e EEUW (HET NATIONAAL RECHT) A. NATIONAAL RECHT IN EUROPA B. DUITSLAND 1. Overleven van het ius commune 2. von Savigny (Historische School) 5

3. Pandektistiek 4. Germanisten 5. Interessenjurisprudenz (kritiek op de pandektistiek)

C. FRANKRIJK 1. Wat Napoleon wou 2. École romaniste 3. Eerste exegetische school 4. Tweede exegetische school 5.Deze scholen ook in België wegens verfransing en het slechte onderwijs

D. ENGELAND E. HET BGB: HET EINDE VAN HET IUS COMMUNE 1. Onstaan en bronnen 2. Kwaliteit en gebreken 3. Invloed 4. Gevolgen

F. VERSCHILLEN BETREFFEN RECHTSBRONNEN, NIET DE MENTALITEIT G.PROCEDURE

VIERDE DEEL: DE 20STE EEUW X. 20ste EEUW A. STAGNATIE IN EUROPA B. VOORBEELD CODE CIVIL EN BGB C. DUITSLAND VERLIEST LEIDERSCHAP AAN VS D. BELGIË LOOPT ZELFS ACHTER 1.Voorbeeld procesrecht

E. DOMINATIE VS 1. Belang Amerikaans recht 2. Rechtsgeschiedenis 3. Voorbeeld verandering: busing 4. Invloed v/d VS in europa 5. Gebreken Amerikaans recht 6. Quid Toekomst 6

XI. DE TOEKOMST A. OPKOMST VAN HET NIET-WESTERS RECHT 1. Vroeger niet belangrijk 2. Belang neemt nu toe 3. Probleem: studie niet-westerse rechtsgeschiedenis

B. IN EUROPA : EUROPEANISERING 1. Europese integratie 2. Problemen met eenmaking recht door codificatie 3. Maar: voorbeeld ius commune 4. Daarom: proffen maken nieuw ius commune: Europees privaatrecht 5. Maar er zijn nog veel obstakels. 6. Pogingen 7. Gevolgen

C. MAAR OOK REGIONALISERING 1. Voorbeeld: België

D. EN HERCODIFICATIE NATIONAAL RECHT 1. Hercodificatie als reactie op europeanisering 2. De hercodificatie in België a. Het hercodificatieplan van minister Geens b. De werkwijze van de Belgische hercodificatie c. Een vlotte vooruitgang d. Een droom voor de toekomst: een eengemaakt wetboek

F. DE RECHTSVERGELIJKING EN DE NIEUWE EVOLUTIES .

7...