OPV1B Ontwikkeling Schema van baby tot jongvolwassenen PDF

Preview

Summary

Download OPV1B Ontwikkeling Schema van baby tot jongvolwassenen PDF

Description

PASGEBORENE

LICHAMELIJKE ONTWIKKELING

MOTORISCHE ONTWIKKELING

Germinale periode, embryonale periode, foetale periode

Reflexen

BABY

TAALONTWIKKELING

SOCIAAL-EMOTIONELE ONTWIKKELING

Lichtgevoelig, perceptuele constantie, diepteperspectief, onderscheid stemmen, tastervaringen, reuk- en smaakzin,

Sensori-motorische fase (Piaget) Objectpermanentie (12/18 maanden) Beginnend zelfbesef

Prelinguale periode, huilen, vocaliseren, brabbelen, beginnend betekenisvol taalgebruik

Hechting, vreemdenangst, separatieangst, social referencing

Globale waarneming, boeiende details

Pre-operationele fase (Piaget), preconceptueel denken, denkfouten Geïnterioriseerd experimenteren, imitatie modellen, beginnend symbolisch denken

Uitbreiding betekenisvol taalgebruik, bedmonologen, zingend brabbelen, egocentrisch taalgebruik

Zelfstandige eenheid, knuffel (transitioneel object), koppigheidsfase,

Veel fouten, aarzelend spreken, zelfbeschrijvingen, fonologie,

Nieuwe gehechtheidsrelaties (bv. met leerkracht), leeftijdsgenoten, vriendschappen, verschillende rollen

Beheersing volwassenentaal

In groep omgaan met leeftijdsgenoten, één-seksegroepjes  gemengde groepen, pesten,

Kijken, grijpen, zitten, kruipen, lopen

Asynchrone groei, verdere ontwikkeling melkgebit

Fundamentele bewegingsactiviteiten, zelfstandig dingen willen doen, zindelijkheidstraining, zelfredzaamheid, middagdutje

Synchrone groei

Fijne motoriek verbetert (knippen, plakken, puzzelen, …)

Oog voor details

Pre-operationele fase (Piaget) Fantasie, sprookjes, logische denkhandelingen, sociocentrisch denken

Fijne en grove motoriek, volmaakte kind, perfecte lichaamsbeheersing

Goede zoekstrategieën, gericht waarnemen, percentuele reorganisatie, perceptuele schematisering, perceptuele exploratie

Conservatiebegrip, gedachtenhandelingen, reversibel denken, positie van iemand anders innemen, classificatie, transitief denken, magisch denken Concreet-operationele fase (Piaget)

Toegenomen aandacht en concentratie, selectieve aandacht

Formeel-operationele fase (Piaget) Abstract denken, hypothetischdeductief denken, combinatorisch denken, discussiëren, idealisme

Beheersing volwassenentaal, jongerentaal

Post-formele fase (Piaget) Dialectisch denken

Beheersing volwassenentaal

KLEUTER

LAGERESCHOOLKIND Eerste strekking

JONG-VOLWASSENE

COGNITIEVE ONTWIKKELING

Asynchrone groei, tandjes, vaste voeding, slapen

PEUTER

ADOLESCENT

PERCEPTUELE ONTWIKKELING

Tweede strekking Groeihormoon en geslachtshormoon Seksuele rijpingsprocessen, uithoudingsvermogen, acceleratieverschijnsel,

Spierweefsel, sport

hoogtepunt lichamelijke ontwikkeling, belang van beweging en gezonde voeding

Lenigheid, kracht, reflexen

Separatie en individuatie, rolveranderingen, opvoedingsstijlen, stress, intra- en interpersoonlijke conflicten, jeugdcultuur, subculturen, kliekjes, vriendengroepen, Liefdesdriehoek (Sternberg) Stress en copingstrategieën

SEKSUELE ONTWIKKELING

PERSOONLIJKHEIDSONTWIKKELING

MORELE ONTWIKKELING

Ontdekken eigen lichaam, huidcontact, orale fase (Freud)

Vertrouwen vs. Wantrouwen (Erikson)

Preconventioneel (Kohlberg)

Anale fase (Freud)

Autonomie vs. Schaamte en twijfel (Erikson) Koppigheidsfase, zelfbesef, egocentrisch (eigen standpunt)

SCHOOLSE ONTWIKKELING

TEKENONTWIKKELING

Betasten en proeven, bewegingsspelletjes

Krabbelstadium, bewegen

Wiegendood, hechtingsstoornis

Beheerst krabbelen

Autisme, eetstoornissen

Toevallig realisme Mislukt realisme Verstandelijk realisme

Motorische stoornissen, zindelijkheidsstoorniss en, stoornissen in taalontwikkeling, slaapstoornissen, beperkingen

Visueel realisme

Onveilige gehechtheid, leerstoornissen, gedragsstoornissen

PASGEBORENE 0 – 2 maanden

BABY 2 maanden – 1jaar 6 maanden PEUTER 1 jaar 6 maanden – 3 jaar

KLEUTER 3 jaar – 6 jaar

LAGERESCHOOL-KIND 6 jaar – 12 jaar

ADOLESCENT 12 jaar – 18 jaar

JONG-VOLWASSENE 18/20 jaar – 40 jaar

spiegelgeweten Preconventioneel (Kohlberg)

Behoeften staan centraal, structuur, dagindeling

Fallische fase (Freud)

Initiatief vs. Schuld (Erikson)

Conventioneel (Kohlberg)

Spelenderwijs leren

Latentiefase (Freud) Belangstelling volwassen seksualiteit

Vlijt vs. Minderwaardigheid (Erikson) Genderidentiteit

Postconventioneel (Kohlberg)

Schoolrijpheid, lezen, schrijven, rekenen, woordenschat, concentratie

Postconventioneel (Kohlberg)

Leren leren, leren kiezen, leren leven

Postconventioneel (Kohlberg)

Diversiteit in hoger onderwijs

Genitale fase (Freud) Vorming van romantische relatie, zelfbevrediging, eerste keer, homoseksualiteit

Identiteit vs. Identiteitsverwarring (Erikson) Egocentrisme: Persoonlijke fabel, imaginair publiek Conformisme, identiteitsvinding en -ontplooiing Intimiteit vs. Isolement (Erikson) Realisaties, identiteit en samenleving, werk en identiteit

ONTWIKKELING VERLOOPT ANDERS Miskraam en buitenbaarmoederlijke zwangerschap, schadelijke omgevingsinvloeden,

SPELONTWIKKELING

Bewegingsspelletjes, doen alsofspelletjes, rollenspelletjes, constructiespelen, niet samen spelen, solitair of toekijkend spel, parallelspel Keuzevrijheid, plezier, fantasiewereld en dagelijks leven, grens tussen spel en arbeid is niet altijd duidelijk, doen-alsof, associatief en coöperatief spel Bewegingsspelen, associatief en coöperatief spel, experimenteer- en constructiespelen,

Belang van sociale elementen, samen dingen doen

Kritischer t.a.v. tekenwerk

Externaliserende problemen, internaliserende problemen...