Title | Les over het Midden Oosten |
---|---|
Course | Etnomusicolgie |
Institution | Universiteit Gent |
Pages | 7 |
File Size | 348.5 KB |
File Type | |
Total Downloads | 8 |
Total Views | 130 |
Samenvatting van de les over het midden oosten...
Etnomusicologie Het Midden-Oosten 1. Algemeen Gebied van Marokko tot het westen van China Islam Zekere vijandigheid tegenover muziek Reciteren van koran (dominantie van het woord) Mystiek aspect: Sufi-broederschappen Maken gebruik van muziek om dichter bij god te komen Stijlgebieden in de klassieke muziek Maghreb (Marokko, Tunesi+, Algerije; andalousische stijl) Mashrik/Levant (Egypte, Syri+, Irak) Turkije Perzi+, Centraal-Azi+ Gemeenschappelijke elementen Theoretische basis: modi met microtonaliteit, vaste ritmische patronen Heterofonie, Improvisatie Heterofonie = je vertrekt van 1 melodie, MR er kunnen verschillende versies van 1 melodie gespeeld worden (lijkt op een vorm van meerstemmigheid Instrumenten, belang van het vocale (geen polyfonie) Instrumenten gaan de stem immiteren Genres: vocaal-instrumentale suites, geïmproviseerde ‘preludes’ (taksim)
2. Muziektheorie Maqam Melodische modus (= toonladder + intervallen) Opvallend: gebruik van ‘kwarttonen’ Toonladders bestaan niet enkel uit hele en halve tonen ook 11⁄2 en 3⁄4 intervallen De Turkse muziektheorie deelt het octaaf zelfs in 53 Elke maqam heeft zijn eigenheid Subtiele verschillen in stemming Min of meer vaste beginnoten Belangrijke en minder belangrijke noten wisselende omvang Soms verschillen tussen dalend en stijgend specifieke melodische wendingen (vgl. Cadenzen= ze eindigen vaak op een vaste formule) Stemming kan ook gemanipuleerd worden door de intonatie van noten te wijzingen (vaak met kwarttonen) 30 à 40 maqamat worden courant gebruikt Regionale verschillen, ook specifieke Turkse/Perzische modi
Ritmische patronen Geen maten, maar vaste patronen Bij ons kunnen onze maten op eenderwelke manier worden ingevuld Hier = vaste patronen die op een redelijk vaste manier worden ingevuld Aaneenschakeling van binaire en/of ternaire cellen Bestaande uit lage tikken (dum), hoge tikken (tak) en rusten Dum tak tak dum tak Bij uitvoering extra toevoegingen, basispatroon blijft herkenbaar
3. Instrumenten Chordofonen Korthalsluit: ‘ud Voorloper van de Europese luit !!! instrument 5 of 6 (dubbele) snaren, geen frets Meestal met plectrum bespeeld Het symboolinstrument van de Arabische klassieke muziek
Langhalsluit: saz (baglama), (se)tar, buzuq Belangrijk in Turkije, Iran en Centraal-Azi+ fretten (microtonen! -> verstelbaar!) Meestal 2 x drie snaren (setar 4) ‘Open stemming’, meestal kwint+octaaf (bourdon= noot die blijft doorklinken) Onderste snaren open gespeeld melodie wordt op de hoogste snaar gespeeld)
Vedels: rebab, kemence Klassieke rebab Een snaar (twee lengtes), klankbord uit huid, brede toets, typische boogvormige strijkstok (links) Oorsprong van alle strijkinstrumenten Kemence (Turkije, Perzi+) Vele varianten (vorm, materiaal, aantal snaren, met/zonder pin), houding vertikaal inkorten met zijkant nagels (niet volledig indrukken) (rechts) Ook vaak (alt)viool met aanpassingen gebruikt = open stemming + verticale houding
Citers: qanun, santur (= perzisch, met de stokjes gespeeld)
Tafelciters Getokkelde Arabische qanun 24-28x3 snaren, vingerplectra Klepjes om microtonen te spelen Aangeslagen Perzische santur 18x4 snaren, hamertjes
Instrument met hoog aanzien belangrijk in klassieke traditie
Aerofonen Fluiten: nay Rietfluit 6+1 vingergaten Uiteenlopende groottes (aangepast aan modus) Specifieke blaastechniek = mondstuk in de mond tegen de tanden
Rietinstrumenten: mijwiz, zurna Dubbele klarinet: mijwiz Vooral in de mashriq, volksmuziek Twee melodiepijpen (parallel)
Hobo’s: zurna/ghaita Typische circulaire ademhaling Instrument voor rituelen, feesten Kern van ‘luide ensembles’ (met percussie) Ze zijn super luid!!!!
Idiofonen en Membranofonen Cimbalen Verschillende groottes Noord-Afrika: dubbele verbonden cimbalen Andere idiofonen: gebruiksvoorwerpen (schotel, vaten,...) Vaasvormige membranofonen Darbukka/Dumbek – Tabla (Mashriq) –Tombak (Iran) Materialen: metaal of aardewerk, hout voor de tombak Speelhouding: op het bovenbeen
Raamdrums: daff, bendir, riqq Grote variatie in grootte Toevoegen van: Cimbalen in het raam (tamboerijn; riqq) Kettingen onder het vel (daff) Een snaar onder het vel (bendir)
4. Luistervoorbeelden Oproep tot het gebed (Irak)
Basis van de vocale & instrumentale muziek Nadruk op het woord (vaak niet als muziek beschouwd) Melodie en ritme volgen natuurlijke spraak Versieringen benadrukken de inhoud Één maqam, verschilt naargelang het tijdstip Onregelmatige zangstijl in 1 maqam
Religieuze suite (Irak) Vocale muziek Religieuze po+zie: nog steeds het woord centraal Suite = verschillende stukken met een verschillend karakter worden na elkaar opgevoerd Begeleiding enkel percussie Een maqam voor heel de suite, MR verschillende ritmische structuren Afwisseling soli en koor in unisono
Instrumentale Muziek: taksim (improvisatie) Exploreren van een maqam, gebonden aan specifieke sfeer Vaak als introductie tot suite In principe éénstemmig, maar soms bourdons en schijnpolyfonie 1) ‘ud (Irak), tweede deel met ritmisch patroon (tamboerijn) 2) ney (Turkije -> mevlevi ‘draaiende derwishen’) (Eind van vocale sectie - drum – fluitimprovisatie) 3) santur (Iran) 4) kemanche (viersnarige vedel, Iran)
Arabo-Andalousische suite (nuba of nawba) Praktijk in sufi-broederschappen (lange traditie) Instrumenten: rabab (super nasaal), ‘ud, tamboerijn, violen + zang, solo of in unisono
Begin met improvisatie: voorstellen en exploreren van de maqam Instrumentale en vocale delen wisselen af Opeenvolging van verschillende ritmische patronen (globaal van traag naar snel)
“Shash Maqam” = zes modi Er zijn dus enkel maar 6 verschillende toonladders Muziek = gegroepeerd per toonladder Opvallende heterofonie = eigenlijk MR 1 melodie Klassieke traditie uit Centraal-Azi+Q (Tadjikistan/Uzbekistan = in beide tale repertoire) = kruispunt van culturen (Turks/Perzisch/Joods, zijderoute) Geschiedenis Onder invloed van Sovjets in verdrukking geraakt (beschouwd als ‘feodaal’) Moeilijke geschiedenis met muziek in islam MR mensen zillen wel muziek horen, NIET spelen vaak joodse muzikanten (naar Isra+l ge+migreerd) Repertoire = bijna verdwenen joodse muzikanten trokken weg en muziek werd door sovjets verdrukt Na val Sovjet = terug stimulatie van die muziek voor creatie van een nationale identiteit (Tadjikistan/Uzbekistan) Instrumenten: nay, chordofonen (luiten, vedels, citer) percussie
Ottomaanse hofmuziek NIET religieuze muziek Evolutie Op de achtergrond geraakt in het begin van de 20ste eeuw Turkse republiek, ‘modernisering’ van Ataturk (verwestering) Vandaag terugkeer naar de oude muziek. ‘Historische uitvoeringspraktijk’ gebaseerd op oude notatie (Hamparsum notatie) en reconstructie van oude instrumenten. Militaire muziek van de ‘janitsaren’ (mehter) Invloed op Westerse klassieke muziek bv. Beethoven « Die Ruinen von Athene » Turkse mars van Mozart
Volksmuziek Muziek die oraal wordt overgedragen in een cultuur waarin er een klassieke muziektraditie bestaat (hier = enkel muziek op basis van teksten overgedragen) Ze lezen de teksten af terwijl ze de muziek wel van buiten kennen bv. Gnawa muziek uit Marokko Muziek van zwarte immigranten uit ‘Sudan’ Helingsrituelen, oproepen van geesten Instrumenten: grote dubbele, cimbalen, driesnarige langhalsluit
Popularisering/Secularisering
bv. Oum Kalthoum Egyptische ‘diva’ (1904-1975) Egypte = toonaangevend op vlak van muziek en film in heel de Arabische wereld Vermenging Arabische klassieke muziek met Westerse elementen Instrumenten, bas/harmonie, compositie, concert, film
Hedendaagse populaire muziek bv. ‘Riff’ muziek uit Marokko Gebaseerd op Berbermuziek (volksmuziek) Traditie: improvisatie, alternerend zingen, ritmes Nieuw: instrumenten, commerci+le verspreiding bv. Amr Diab Egyptische ‘superster’ Muziek naar Westers model met elektronische beats/bas, videoclips,... Stapt af van de Arabische traditie Arabische elementen: ritme, verwijzingen naar melodie, dans, instrumenten...