LGBT.pdf Versie - Een essay over de kinderwensen van de LGBTQ+ comunity PDF

Title LGBT.pdf Versie - Een essay over de kinderwensen van de LGBTQ+ comunity
Course Sport, cultuur & lifestyle
Institution Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen
Pages 5
File Size 133.2 KB
File Type PDF
Total Downloads 62
Total Views 144

Summary

Een essay over de kinderwensen van de LGBTQ+ comunity...


Description

LGBTQ+ gemeenschap Inleiding In de 21ste eeuw is het vrij normaal om een homo of lesbisch koppel op straat te zien lopen. 50 jaar geleden was het totaal niet zo. Het horen bij een LGBTQ+ community was ook taboe. Tegenwoordig is het anders, zij hebben nu ook de rechten om te trouwen en om een gezin te vormen. Los van het feit dat de westerse wereld minder conservatief is in vergelijking met vroeger, hebben mensen van deze community nog steeds te maken met discriminatie. Ik zou graag met deze paper willen onderzoeken op welke manieren kinderwensen worden vervuld bij de LGBTQ+ community en welke obstakels zij mogelijk tegen aan lopen. Verder wil ik in zien of er een merkwaardig verschil is tussen het opgroeien in een heterogezin als in een LGBTQ+ gezin.

Samenleving VS. LGBTQ+ In de westerse wereld is de LGBTQ+ community meer geaccepteerd in tegenstelling tot andere werelddelen. Twintig jaar geleden was de kloof tussen hetero’s en holebi’s veel groter dan de dag van vandaag. Doordat men streefde naar gelijke kansen voor de LGBTQ + community is deze kloof in België deels gedicht, , voornamelijk op wetgevend vlak. Toch hebben we een lange weg te gaan en botst de LGBT+ gemeenschap tegen heel wat dingen aan. Tot de dag van vandaag worden holebi’s door rechters, maatschappelijk werkers, politieagenten, psychologen nog steeds gezien als mensen die mentaal ziek zijn en aldus niet geschikt zijn als ouders. Zij kunnen het niet halen wat ouderschapscapaciteiten betreft van hetero’s. Er zijn wereldwijd veel landen waarbij het fundamenteel recht van mensen uit de LGBTQ+ community volledig ontzegd is. Dat neemt niet weg van het feit dat er verschillende bewegingen zijn die tegen dit onrecht strijden. Er zijn verscheidene beschermingsinstrumenten opgericht die in de deelnemende staten voor een positieve toets hebben gezorgd. De internationale overeenkomsten, van de beschermingsinstrumenten voor de LGBTQ+ gemeenschap, zijn in België door de regering goedgekeurd. Er was echter toch nood aan een goed opgebouwd juridisch kader binnen België. “Het gaat hier om conservatieve personen die niet openstaan voor het feit dat holebi’s kunnen huwen of kinderen adopteren en zij laten zich door deze persoonlijke instelling dan ook dikwijls leiden in de beslissingen die ze moeten maken. Dit ten koste van de kandidaat adoptanten. Hun visie over homoseksualiteit is dus een [sic] zaak, maar het feit dat ze deze niet kunnen loslaten op professioneel gebied is een andere zaak.” (De Cock Elke, 2010).

De kinderwens behandelingen Met de blijvende ontwikkelde technologie van vandaag zijn er nog meer manieren om kinderen te verwekken in vergelijking met 50 jaar geleden.

Voorbeelden hiervan zijn fertiliteitspreservatie, ICSI-methode, eiceldonatie en baarmoedertransplantatie. Fertiliteitspreservatie is een proces waarbij de spermazaadcellen van de man zijn ingevroren. Dit wordt gedaan zodat men later nog steeds biologische kinderen kan verwekken (Invriezen sperma - UMC Utrecht, z.d.). In de transseksuele community is dit een vaak overwogen optie voordat zij volledig in transitie gaan (van man naar vrouw). Na hun transitie is het namelijk onmogelijk om biologische kinderen te krijgen aangezien ze geen sperma meer kunnen produceren. (Sjoen & Trotsenburg, 2013) De intracytoplasmatische sperma-injectie (ICSI-methode) is een speciale vorm van invitrofertilisatie (IVF) die sinds 1992 wordt toegepast. Bij deze behandeling wordt een zaadcel rechtstreeks in het cytoplasma van een eicel geïnjecteerd. (Sjoen & Trotsenburg, 2013) Een andere behandeling die ook vaak voorkomt is de eiceldonatie. Bij deze behandeling worden onbevruchte eicellen door een donor afgestaan aan een andere vrouw. Deze methode komt frequent voor bij vrouwen die problemen hebben met de aanmaak van eicellen of geen geschikte eicellen produceren. De baarmoedertransplantatie wordt nog niet in de praktijk uitgevoerd en kan men officieel gezien nog niet aanbieden als een behandeling. Dat neemt niet weg dat op termijn meer wensouders de juiste hulp kunnen krijgen om hun kinderwens te vervullen (Primeur in België: UZ Gent transplanteert met succes een baarmoeder, z.d.). Tot slot is er nog het draagmoederschap. Bij een draagmoederschap is een vrouw zwanger voor een ander. Na de geboorte van het kind staat zij het kind af aan de wensouder(s). Er zijn ook andere manieren waarbij men hun kinderwens kan vervullen. Dit gebeurt echter wel op een niet biologische wijze. De kinderen zijn in dit geval geen bloedverwanten van de ouders. Adoptie en pleegzorg zijn voorbeelden hiervan. In beide gevallen nemen zij kinderen aan die niet biologisch van hun zijn. Het verschil bij hen ligt hem dat bij adoptie de ouders het kind wettig aannemen. Alle ouderlijke rechten en plichten liggen bij de adoptieouders. Zij zijn tot het kind het 18de levensjaar bereikt verantwoordelijk voor hem of haar. Bij een pleegzorg vangen de ouders kinderen op die door ernstige problemen niet in hun eigen gezin kunnen wonen of niet (nog) zelfstandig kunnen wonen. In dit geval liggen alle ouderlijke rechten en plichten niet bij de wensouders. De kinderen blijven in veel gevallen niet voor een lange termijn inwonen.

Invloed van LGBTQ+ op de opvoeding Het is minder gemakkelijk om een kind te verwekken in een homoseksuele relatie in tegenstelling tot een heteroseksuele relatie (Bos & Hakvoort, 2007). Doordat er veel moet gebeuren bij een homoseksueel koppel voordat zij een kind kunnen krijgen gaat men er van uit dat het een bewuste keuze is. Een voordeel hiervan is dat bij hen er vooraf al duidelijk afspraken gemaakt zijn over de opvoeding van het kind.

Het kan echter kan een ingewikkeld proces zijn om hun kinderwens te vervullen. Sommige ouders gaan in ruil voor veel geld op zoek naar een draagmoeder in het buitenland (AD, 2014; Ciccarelli & Beckman, 2005). In Thailand en Vietnam zijn verschillende illegale instellingen ontdekt waar commercieel draagmoederschap tot de 13 mogelijkheden behoorde (AD, 2014; Ciccarelli & Beckman, 2005). Dit kan het welbevinden van de kinderen in gevaar brengen aangezien er geen officiële instellingen zijn die op de zwangerschap toezien. Op vlak van psychisch welbevinden verschillen kinderen uit een LGBT+ gezin en een hetero gezin niet van elkaar. Tijdens de adolescentiefase blijken kinderen van lesbische ouders wel enigszins anders te functioneren met betrekking tot het psychosociaal welbevinden dan kinderen van heteroseksuele ouders (Gartell & Bos, 2010). Wanneer men kijkt naar kinderen van lesbische ouders is het opmerkelijk dat zij een groter gevoel van eigenwaarde hebben in vergelijking met hetero-ouders. Verder hebben zij minder sociale angst en ervaren zij minder gedragsproblemen. Ook blijken kinderen uit een LGBT+ gezin op algemeen gedrag beter te scoren (Crouch, Waters, McNair, Power, & Davis, 2014). Er zijn niet veel studies uitgevoerd, maar alle beschikbare informatie dat er is wijst er op dat de trans- en homoseksualiteit van één of beide ouders geen negatieve invloed heeft op de psychoseksuele of genderontwikkeling van de kinderen. De problemen die soms optreden zijn gerelateerd aan niet-aanvaarding van de homoseksualiteit van de ouders en discriminatie vanwege de omgeving. Vele rechtbanken in de westerse wereld zien transseksualiteit bijvoorbeeld als voldoende reden om het contact tussen transpersonen en hun kinderen te beëindigen. Dit gebeurt vaak op het initiatief van de ex-partner, en het is schadelijk voor de kinderen zelf (Sjoen & Trotsenburg, 2013). Tijdens de strijd voor de aanpassing van de adoptiewetgeving waren er enkele tegenargumenten, onder andere dat holebi’s niet beschikken over de ouderschap vermogen die nodig zijn om een kind een goede opvoeding te geven. Volgens de tegenstanders is er te weinig wetenschappelijk onderzoek waaruit blijkt dat holebi’s geschikt zijn om kinderen op te voeden. In 2002 was er een Amerikaanse studie waarbij Claudia Ciano-Boyce en Lynn Shelley-Sireci nagingen hoe het zat met de ouderschapscapaciteiten van holebi’s. Hun standpunt was dat de seksuele oriëntatie slechts een onafhankelijke variabele is als het gaat om een goede opvoeding. Om dit standpunt te bewijzen gingen zij een vergelijking maken tussen verschillende koppels. Namelijk, lesbische en heterokoppels die geadopteerd hebben en lesbische koppels die een gezin gesticht hebben door middel van KID (De Cock Elke, 2010). De resultaten van dit onderzoek toonden aan dat er een meer gelijkmatige verdeling was bij de kinderen van de lesbische koppels betreft de opvoeding in vergelijking met de heterokoppels. Bij de heterokoppels was de man en vrouw rollenpatroon sterk doorgedrukt.

Slot Zoals eerder aangekaart kunnen mensen van de LGBTQ+ veel vrijer leven in vergelijking met vroeger. Toch heeft dit onderzoek laten blijken dat er heel wat elementen, waar heterokoppels niet bij stil staan, niet vanzelfsprekend kunnen worden gezien voor de andere

partij. Zoals het feit dat het een ingewikkelder proces is om een kind te kunnen krijgen. Verder ziet men homoseksualiteit nog steeds als een mentale ziekte. Het is toch ook merkwaardig dat het mensen zijn die veel macht hebben in de samenleving. In hoeverre kunnen we spreken van LGBTQ+ aanvaarding in de samenleving? Kunnen we überhaupt spreken van een aanvaarding? Of is het alleen dat de samenleving het eerder tolereert, maar nog steeds even conservatief is als vroeger? Dit vraagt meer literatuurstudie om dat te achterhalen. Ik zou dan helaas ook afwijken van mijn huidige onderzoeksvraag. Alleen de toekomst zou ons kunnen vertellen of er meer behandelingen zullen zijn voor het vervullen van de kinderwens en als er meer aanvaarding zal zijn bij zowel de samenleving als de elite in de samenleving voor de LGBTQ+ community.

Bibliografie Bos, H. M. W., & Hakvoort, E. M. (2007). Child adjustment and parenting in planned lesbian families with known and as-yet unknown donors. Journal of Psychosomatic Obstetrics & Gynecology, 28(2), 121–129. https://doi.org/10.1080/01674820701409793 Ciccarelli, J. C., & Beckman, L. J. (2005). Navigating Rough Waters: An Overview of Psychological Aspects of Surrogacy. Journal of Social Issues, 61(1), 21–43. https://doi.org/10.1111/j.0022-4537.2005.00392.x Crouch, S. R., Waters, E., McNair, R., Power, J., & Davis, E. (2014). Parent-reported measures of child health and wellbeing in same-sex parent families: a cross-sectional survey. BMC Public Health, 14(1). https://doi.org/10.1186/1471-2458-14-635 Discriminerende factoren in de adoptiewetgeving: Een belevingsonderzoek bij Vlaamse holebi’s. (2010). De Cock Elke. Gartrell, N., & Bos, H. (2010). US National Longitudinal Lesbian Family Study: Psychological Adjustment of 17-Year-Old Adolescents. PEDIATRICS, 126(1), 28–36. https://doi.org/10.1542/peds.2009-3153 Invriezen sperma - UMC Utrecht. (z.d.). UMC Utrecht. Geraadpleegd op 15 mei 2021, van https://www.umcutrecht.nl/nl/ziekenhuis/behandeling/invriezensperma#:%7E:text=’Fertilit eitspreservatie’%20betekent%20voorzorgen%20nemen%2 0zodat,om%20uw%20sperma%20te%20bewaren. Primeur in België: UZ Gent transplanteert met succes een baarmoeder. (z.d.). UZ Gent. Geraadpleegd op 15 mei 2021, van https://www.uzgent.be/nl/actueel/nieuws/Paginas/uzgent-transplanteert-metsucces-een-baarmoeder.aspx T’Sjoen, G., Trotsenburg, M., Gijs, L., & van Trotsenburg, M. (2013). Transgenderzorg. Acco....


Similar Free PDFs